De Hopteelt vroeger en nu.
Dc ontwikkeling van de
Coöperatieve Zuivelindustrie in België.
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
35ste JAARGANG Nr 1735
Beheer Zeebergkaai 5. Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr M.25.93.
O. CAUDRON.
Over de teleurgang van de hop-
peteelt in ons land lezen we in Het
Nieuwsblad van 1 september vol
gende vaststellingen
Minder teelt dan vroeger.
Alles samen wordt er in ons land
thans een 600 a 650 hektoren hop
geplant. Het land van Poperinge
is het grootste centrum. Daar telt
men zowat 400 a 450 hektoren. In
de streek van Asse zijn er een 200
tal hektoren bewerkt. Sinds enkele
jaren is er ook te Baasrode een hop-
bedrijf ontstaan, terwijl, zoals ge
zegd, ook de Ardennen hun aan
deel beginnen op te eisen. In totaal
zijn een 1500 landbouwers bij de
teelt betrokken.
De Belgische brouwerijen ver
werken per jaar ongeveer 2,5 mil
joen kg hop. Daarvan levert de
Belgische hopteelt er met moeite
de helft. De rest wordt ingevoerd
uit het buitenland, voornamelijk
Duitsland en op de tweede plaats
Tsjechoslowakije.
Vroeger was de hopteelt in ons
land veel uitgebreider. Kort vóór
de eeuwwisseling werd erin Vlaan
deren een 40C0 hektoren hop ge
plant. In de streek van Asse-Aalst
bijvoorbeeld (in de rechthoek van
Aalst over Pamel naar O.L. Vrouw-
Lombeek, vandaar naar St Maar-
tens-Lennik, over Schepdaal naar
Asse en over Opwijk terug naar
Aalst), was de hop 60, 70 jaar ge
leden, buiten de graanteelt voor
eigen gebruik en boven de vlas
teelt, de voornaamste handels
vrucht.
De vermindering van deze teelt
is te wijten aan verschillende oor
zaken. Er was vooreerst de konkur-
rentie van het buitenland. In Duits
land nam de hopteelt grote uitbrei
ding en Tsjechoslowakije kwam
eveneens opdagen. Ook Amerika
en Engeland begonnen op grote
schaal te werken. Allen leverden
betere hop dan onze boeren. De
hop uit Vlaanderen was armer aan
lupuline». Daar kwam nog bij dat
voor het nieuwsoortige bier van
lage gisting onze hop minder ge
schikt bleek. Van uitvoeren naar
het buitenland was weldra geen
sprake meer en ook op de binnen
landse markt was de Belgische hop
spoedig zo goed als verdrongen.
Tot daar Het Nieuwsblad
We kunnen evenwel niet ak
koord gaan met hogerstaande ver
klaringen over de oorzaken van
de achteruitgang van de hopteelt
in ons land, alhoewel dit de alge
mene voorstelling van de oorzaken
is welke geleid hebben tot de ram
pen welke de hopkweek hebben
geteisterd.
De grote oorzaak wordt evenwel
weggelaten en wel deze
De voorwaarden waarin de in-
en uitvoer van hop in de interna
tionale handelsverdragen werd
geregeld in het nadeel van de Bel
gische hop.
Het buitenland mocht ten allen
tijde in ons land hop invoeren zon
der invoerrechten, terwijl dezelfde
landen hoge tolrechten eisten voor
de invoer van Belgische hop.
Het gebeurde meer dat de oogst
in ons land overvloedig was en in
ander landen mislukt. Het bleek
toen bijna onmogelijk van de Bel
gische overvloed in het buitenland i
te verkopen omwille van de hoge
invoerrechten.
Het omgekeerde gebeurde toen
het buitenland grote oogsten be
zat en massale hoeveelheden in
België invoerden.
Die schreeuwende onrechtvaar
digheid luidde de doodsklok over
de Belgische hopkweek die in het
niet verging.
Dit was ook de oorzaak dat de
kwekers weinig lust hadden om
moderne teelt- en verzorgingsmet
hoden toe te passen.
Nieuwe richtingen.
De brouwers hebben op het nip
pertje begrepen dat de hopteelt
gans ging verdwijnen in ons land
waardoor zij totaal zouden afhan
gen van het buitenland.
Ook het Ministerie van Land
bouw kwam tot de vaststelling dat
er iets diende gedaan om de hop
kweek te redden.
De overgebleven koppige kwe
kers, die door aUe toestanden heen
hun teelten bewaarden en hop-
kwekers bleven, zijn toen nieuwe
wegen opgegaan. Ze hebben zich
weten aan te passen aan de eisen
van de brouwers en kregen ook
vanwege deze laatste en vanwege
de regeringen voldoende steun in
die richting.
Ziehier wat Het Nieuwsblad
hierover meedeelt
Een voorname rol in de hopteelt
wordt gespeeld door het Nationaal
Belgisch Hopinstituut, dat met steun
van de brouwers en van de Staat
werkt. Dit instituut bestaat 10 jaar.
Het is gegroeid uit een vooroorlog
se studiekring. Voorheen was het
gevestigd te Essene, maar de auto
snelweg is daar nu als een brede
witte slang door de grote proef
velden geslingerd.
Nieuwe gebouwen zijn opge
trokken op de Morette te Asse
(prachtig gelegen op een der mooi
ste plaatsen van West-Brabant), en
men heeft er een lochting van 2 ha.
Deskundigen werken er aan
proefnemingen, o.a. met medewer»
king van prof. Homes, uit Brussel,
men doet aan stamuitlezing, be-
(Zie vervolg onderaan hierneven)
(2de bijdrage)
In ons nummer van 4 augustus 1.1.
gaven wij een samenvatting van
het eerste gedeelte van de interes
sante bijdrage gepubliceerd door
de heren A. De Winter en C. Tam-
buyzer in nr. 4 van het Landbouw-
tijdschrift van april 1956. Dit gedeel
te handelt over wat de schrijvers
noemen de periode van wording
van onze zuivelindustrie en gaat
van 1879 tot 1887.
Onze zuivelindustrie kende een
verdere ontwikkeling die zich uit
strekt over de jaren 1887 1914 en
door de auteurs wordt genoemd
II. De periode van
ontplooiing (1887-1914).
De eerste melkerijen, waarvan
de eerste met coöperatieve inslag
opgericht werd in 1888, kregen
spoedig talrijke navolgers. Ook het
privaat kapitaal richtte eigen mel
kerijen op.
Men had aldus in deze periode
drie soorten van zuivelfabrieken
de coöperatieve, de coöperatief
industriële en de privaat-industriële
sproeiingsproeven, bemestingseks-
perimenten, enz. Men vermenigvul
digt er de beste soorten hop, die
men dan aan de planters verschaft.
In het proefstation werd een 3-tal
jaren geleden ook een plukmachi-
ne beproefd. Deze machine heeft
geen voldoening geschonken. In
Duitsland en Tsjechoslovakije (waar
men besproeiingen doet per vlieg
tuig...), stelt het probleem van de
arbeidskrachten voor het plukken
zich scherper dan bij ons en heeft
men grote plukmachines ingevoerd,
gemaakt in Engeland. Die machi
nes zijn echter te groot (30 m lang
voor ons land en kosten te duur
één miljoen.
Daarom heeft men naar andere
mogelijkheden gezocht. Te Pope
ringe hééft de h. Allaeys een ma
chine van eigen vinding gebouwd,
die maar 300.000 fr. kost. Drie der
gelijke machines zijn reeds in ons
land in werking een in Proven, bij
Poperinge, een in Baasrode en een
in de Ardennen, en leveren, naar
verluidt, goede resultaten.
Vooruitzichten.
Men voorziet nog uitbreiding
voor de hoppeteelt en naar alle
schijn zullen de prijzen zich hand
haven.
Hop kweken en verzorgen is een
kunst. Het is een oude en schone
teelt die de aandacht verdient van
ons Ministerie van Landbouw en
die in het belang van de kwekers
en van de gemeenschap in ere
dient gehouden.
melkerijen. Deze laatste uitgebaat
ten voordele van private belangen
worden buiten beschouwing gela
ten.
De coöperatieve 'm e 1 k e r ij
droeg volgende kenmerken
a) het kapitaal werd door de le
den aangebracht in de vorm van
aandelen soms van slechts enkele
frank
b) alleen de melkvoortbrengst
van de leden werd ter verwerking
aangenomen, met mogelijkheid
doorgaans tot lidmaatschap voor
ieder belangstellende
c) de bedrijfswinst werd in de
vorm van ristorno's onder de leden
verdeeld, doorgaans in verhouding
tot de melkleveringen.
De coöperatief-industriële
melkerij.
Alhoewel zij de rechtsvorm had
der coöperatieve vennootschap
vertoonde de coöperatief-industrië
le zuivelfabriek min of meer sterke
afwijkingen aan het karakter en de
aard van een zuivere samenwer
kende vennootschap waardoor zij
dichter komt te staan bij de kapita-
lenvennootschap.
Aldus zijn bij deze categorie te
rangschikken
a) de melkerijen waarvan het
kapitaal in handen was van een
beperkt aantal personen, genietend
van intresten tot 6 °/0 op het onder
schreven kapitaal
b) deze waarvan het kapitaal
grotendeels bestond uit preferente
aandelen
c) de melkerijen waarvoor de
toetredingsmogelijkheid beperkt
bleef tot een gering aantal leden,
doch die de melkvoortbrengst ook
van niet-leden verwerken tegen
voorwaarden geldend voor de pri
vaat-industriële melkerijen;
d) de zuivelfabrieken waarvan
het batig winstcijfer verdeeld werd
onder de geldschieters en de leden
aandeelhouders
Naar de aard van hunne bedrij-
vigheid konden de samenwerken
de zuivelfabrieken gerangschikt
worden in melk- en roominrichtin-
gen.
1) De melkinrichtingen.
De gewone melkinrichting.
Het winningsgebied van deze
inrichtingen was doorgagns be
perkt tot een gemeente, soms zelfs
tot een parochie. De melk werd
door de voortbrenger persoonlijk
aangevoerd en met de handcen
trifuge ontroomd. Het karnen ge
schiedde door de melkerij. Dit stel
sel was eigen aan de Kempen en
enkele Vlaamse gouwen.
(Zie vervolg 2C bldz. 3e kolom)
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
i». - v.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
Twrirwririirtni» i itn iiTinwwi irnmiin iinmiuwmi—i u 11
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden,