Maïs Cinquantino Woudschoolmeester Koloniale Propaganda Dag Paarden- Vee en Biggemarkt Vlaamse Schouwburg ZAAIGRANEN De Gedenkschriften van de 9 nov. 1957 3 MINISTERIE VAN KOLONIËN Kolonisatiedienst Toekomst in Congo voor onze jeugd te Kortrijk Deze koloniale propaganda dag heefi plaats in de bovenzaal van het STADHUIS, Grote Markt, te Kortrijk, op zondag 17 november 1957, te 10 uur stipt. AGENDA Voormiddag om 10 uur stipt Kolonisatiepolitiek in Belgisch-Congo en loopbanen in dienst der maatschap pijen G. DERKINDEREN, Hoofd van de Kolonisatiedienst. Toekomstmogelijkheden in Staats dienst J. DIELTIENS, Adjunct adviseur, bij de Dienst van het Personeel in Afrika. Toekomstmogelijkheden in het on derwijs en in de Sociale diensten. A. VAN HEE, Geattacheerde bij het Ministerie van Koloniën. Namiddag 14 uur Eerste Contact met de Kolonie D. ZUYDERHOFF, Secretaris van administratie. Vertoning van Kleurfilms over Congo Einde omstreeks 17 uur Vrienden en bekenden van de belangstellenden worden eveneens vriendelijk uitgenodigd op deze kosteloze propaganda-dag. In het kader van deze propa ganda-dag Toekomst in Congo voor onze jeugd Kortrijk, 17 november 1957 wordt een consultatiebureau inge richt voor allen die persoonlijk in lichtingen wensen te vragen. Ambtenaren van het Departe ment van Koloniën houden zich ter beschikking van de deelnemers. GEMEENTE SINT-LIEVENS-HOUTEM dinsdag 12 november 1957 alom vermaarde Grote aantrekkelijkheden gedurende de jaar marktdag en op het gemeentelijk foorplein. Het gemeentebestuur stelt zich in geen geval verantwoordelijk voor de ongevallen die zich tij dens, voor en na die dagen kunnen voordoen. Talrijke speciale autobussen uit Aalst, Wetteren, Geraardsbergen en Gent. KONINKLIJKE BRUSSEL. In de K. V. S. te Brussel. Op dit ogenblik worden in de Ko ninklijke Vlaamse Schouwburg te Brus sel voorstellingen gegeven van Het Hemelbed van Jan de Hartog, met Nand Buyl en Yvonne Lex. Het is een stuk dat afwisselend vrolijk en ernstig is en dat een grote levenswijsheid inhoudt. Woensdag 13 november, te 19,30 u., geeft het Nationaal Toneel een voor stelling van De Tocht naar het Duis ter van Eugene O'Neill. K.V.S. Jeugdclub Donderdag 14 november, te 15 uur, gaat de eerste voorstelling van de club, met Sneeuwwitje naar het sprookje van Grimm. De tweede voorstelling voor de club gaat donderdag 5 december, te 15 uur. met op het programma Reinaard de Vos van Paul de Mont Er blijft nog in magazijn be schikbaar een partij zaaitarwe A L B A origineel Alle andere variëteiten zijn uitgeput. We k.ochtten een partij prach tige rode cinquantino welke in magazijn beschikbaar is. Bericht aan de liefhebbers van deze maïs die zeer zelden aan de markt komt en waarvoor het zal geraadzaam zijn een voorraad aan te leggen. GEMEENTE KRUISHOUTEM Eiermarkt 5 nov. J1957. De prijzen worden vastgesteld a.v. Producentenmarkt Grote 1,95-2,10 fr. Middensoort1,65 1,85 fr. Kleine 1,35 1,60 fr. Prijs op tournée Grote 2,00 fr. Middensoort1,60 fr. Kleine.- 1,40-1,20 fr. Marktbeschouwingen .- Zeer goed prijshoudende markt voor zware eieren. De standaardklasse 57/58 blijft flauw. Anderzijds is de klasse 47/48 het best gevraagd voor het buitenland. Aangevoerde hoeveelheden 1.070.000 eieren. BROEDEIER VEILING Aangevoerd 21.000 Verkocht 18.000 (2,60 d 3,30 fr.) Botermarkt: 1209kg. - 78 a 81 fr. Tendens van de markt lichte stijging. Zwijnen 24 - 25 fr. Biggen 25-28 fr. Kalveren 36-45 fr. kruipers, want hij zelf heeft vleu gels. Thans fladdert hij overmoe dig omhoog en fonkelend kringelt hij weg, en plotseling is hij omspon nen en gebonden in strikken. De spin heeft aan die dingen reeds lang stil en vlijtig gewerkt een sluier, zoals er geen teder op aar de wordt gewezen, is het lijkkleed van de lichtstralende kever gewor den. De vogeltjes in de takken willen ook hun kunstwerk een plaats ge ven zij vlechten, waar het rijst- hout het dichtst is, uit halmen en takjes een wiegekorfje voor de lie ve jeugd. En als de zon maar even aan de hemel staat, dan zingen en juichen zij bij hun werk, dat het weerklinkt tussen alle naalden en bomen, maar anders hokken zij op 't nest en trekkebekken en leggen hun tere, bontgeplekte eieren. Of het toch waar is, dat één en dezelfde rode draad loopt door al le geslachten van mens- en dieren rijk tot op het allerlaagst-kleinste wezen toe Of toch alles gaat vol gens een en dezelfde wet, wat ko ning Salomo heeft gedaan op zijn gouden troon, en wat de trage zich kronkelende rups doet onder de steen Dat zou ik wel willen we ten. Suut, daar huppelt een haas, breekt het gekroonde hert zich baan door het struikgewas. Ieder struik doet zo geheimzinnig, alsof hij honderd levens en woudgees ten in zich verbergt. Thans hoor ik het gezoem der hommels. Wanneer in deze wouden eens een kerk wordt gebouwd en er een klok in de toren kwam-dan moest ze zo klinken.-Op de bodem liggende scherp gesneden schaduwen en daarover heen gespannen de licht- snaren. En de vingers van de bos- adem spelen in die snaren. Wordt voortgezet). 15 OERWOUDVREDE. Het gaat mij al heel goed in 't woud. De enkele mensen, die mij in het woud zien lopen, kijken mij na en kunnen niet begrijpen, dat ik, een jonge man, zo in de een zaamheid rondklim. Ja, waarlijk, ik word met de dag jonger en vang aan te bloeien. Ik genees. Dat doet de frisse, ongerepte schepping, die mij omgeeft. Ik doe niet aan gevoelsdweperij. Zoals het naar binnen trekt door ogen en oren en aide zinnen, het lieve, het mooie, zo mag ik het ge nieten. Alleen de eenzame vindt het woud waar meerderen het zoeken, daar vlucht het weg, en al leen de bomen blijven achter. Zij zien het woud niet van wege de bomen. Ja, nog meer, of wel nog minder, ze zien ook de bomen niet. Zij zien alleen het hout, dat dient vaor timmeren of verkolen, het rijsthout, dat voor bezems dient. Of zij zetten de ogen der geleerd heid op en zeggen die daar be hoort in die klasse of in die - pre cies alsof die honderdjarige spar ren en eiken louter schoolknapen waren. Mij gaat het al heel goed in 't woud. Ik wil, zo lang ik het ge niet, van zijn doel, zoals menselijke winzucht dat begrijpt, nog geen woord horen ik wil zó kinderlijk onwetend zijn, alsof ik eerst heden uit de hemel was gevallen op het weke, koele mos in de schaduw. Een net van wortels omgeeft mij, deels zuigt het uit de grond de moedermelk voor zijn bomen, deels beproeft het de mosgrond en An dreas Erdmann daarop met zich in een te vlechten. Ik rust zacht op de armen van dat net-of moeder armen"). Regelrecht naar boven rekt zich de bruine stam der pijnbomen en strekt een rijke krans van knoes terige takken naar alle zijden uit. Die takken dragen lange grijze baarden zo hangen de vraatzuch tige mosvlechtsels neer van twijg tot twijg. Mooi glad en van balsem druipend is de zilverblinkende den. Maar in de ruwe, gegroefde, in- eengedraaide bast der lariksen is met de geheimvolle tekens der tal loze schrammen de hele wereldle gende gegrift, vanaf de dag, waar op de verbannen broedermoorde naar Kaïn voor de eerste maal on der het wilde takvlechtwerk der la- riks heeft gerust, tot op de dag, waarop een ander, ook iemand zonder huis en land, de welrieken de geur der weke, helgroene naal den vreedzaam indrinkt. t Is donker, als in een Gothische tempel het naalhout bouwt in spitsboogstijl. Er boven overheen rekken zich de honderdduizende torentjes der kruinen daartussen door valt op de beschaduwden grond, in kleine geknipte blaadjes, het diepe hemelblauw. Of hoger boven drijven witte wolkjes, die mij zoeken te bespieden, mij, het wormpje in de houtbast, en wui ven mij een groet toe - van... Neen, zij is geborgen onder het trotse dak van mensenhand gij wolken hebt haar niet gezien, of hebt gij wel Ach, zij zweven aan van verre woestijnen en zeeën. Daar fluistert het, daar suist het, de bomen spreken met elkaar. Het woud droomt. Een sneeuwwitte, grote bloesem waait aan bloeien de naaldbo men dan niet in de bloeddruppels hunner purperen katjes Vanwaar die witte bloesem Fiet is een vlin der, die is afgedwaald van zijn zon nige weide en thans in de duister nis van het woud angstig rondflad dert. Wie breekt echter in de vergroei de kronen de takken stuk, zodat ze kraken en kletteren en neerhuppe len als dorre tronken Een havik suist weg met een schrillen kreet en een arm boshoen moet zijn le ven geven. Alle wildduiven zijn op en kirren hun doodsgebed - daar knalt het, en midden in de glan zende, wiegelende krans der dui ven stort de roofvogel getroffen neer. Op de weg naar het graf wil zijn klauw nog een offer pakken en in het brekend oog vonkelt lang nog de roofzucht. Mijn leven lang heb ik zo 'n merkwaardige geweven mat ge zien, als dat bonte, verwonderlijke vlechtwerk van de mosgrond. Dat is een woud in 't klein en in zijn schaduwschoot rusten wellicht weer wezens, die, als ik, het eeuwi ge weven der schepping beschou wen. Hé, wat ijlen en rennen de mieren, wat denken zij met hun hairdikke armen de kleinste der kleine dingen te omarmen, met hun bijtend vocht al wat vijandig is te vergiftigen zij willen zeker ook nog de wereld winnen vóór de jongste dag. Een glanzende kever heeft lang naar hen gekeken, hij denkt min achtend over de zich inspannende ■TÜSSEv DE KOORNBLOEM 12, Grote Hertstraat, BRUSSEL Tel 12.53.92 - 11 48.61 Een gezocht beeld van Andreas Erdmann.—Vr.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1957 | | pagina 3