BAMBRUGGE
2
4 jan. 1958
(Vervolg van
zorging, te weinig staanruimte, wer
ken deze beschadigingen in de
hand (een alleenstaande koe kan
zichzelf ook op de spenen trappen,
bv. wanneer de klauwen te lang
zijn).
b) Door ontstekingen zoals mond
en klauwzeerblaren en pokpuisten.
c) Tepelkwetsuren door opera
ties door onbevoegden.
3) Die, welke met de melk-
techniek samenhangen
a) Het natmelken.
b) Het langdurig nastrippen.
c) Bij het handmelken is het be
kend dat slecht uitmelken het op
treden van uierontsteking verge
makkelijkt.
d) Bij melkmachines het slecht
reinigen en ontsmetten van de ma
chine brengt grote gevaren mee.
Een wisselend vacuum, dat o.a.
veroorzaakt kan worden door ver
stopte leidingen of kleverige ven
tielen kan aanleiding zijn tot het
optreden van ontstekingen. Het ge
bruik van te konisch toelopende
tepelhouders kan speenkneuzing
veroorzaken, omdat hierbij de
speenhuid opgestroopt wordt en de
speenpunt klem komt te zitten
Fouten in het regelventiel (hard
vacuum) geven aanleiding tot ha
merspenen, rode of gele spenen
met gezwollen speenuiteinden. Be
langrijk is ook, dat oudere tepel
houders barsterig worden en zeer
moeilijk te reinigen zijn en te ont
smetten. Tijdige vervanging is dus
noodzakelijk.
k) Erfelijke bepaalde fakto-
ren, zoals de neiging een hang
uier te krijgen. Het weekmelk zijn
de spenen blijven gemakkelijk nat
en waar het euvel zo ernstig is dat
melk uitgelegen wordt is ook hier
de kans op het ontstaan van uier
afwijkingen groot.
5) Slechte stallingen te kou
de ligging, niet te ontsmetten stan
den, een te geringe standbreedte
p=r rund. Uit Deense onderzoekin
gen bv. is gebleken dat bij een
standbreedte van onder de meter
de uierontstekingen vaker voor
kwamen dan bij een wijdere stand.
6) Slechte huid- en wondver-
pleging wonden aan de tepels
eisen de meeste zorg omdat twee
of drie keer per dag de wonde ge
prikkeld of opengetrokken wordt.
7) Schadelijk zijn ook insecten
als vliegen, die azen op etter en
melk, zich hiermede volzuigen en
daarna op het slotgat van andere
runderen hetzelfde spel voortzet
ten. Engelse en Deense onderzoe
kers vonden dat de monddelen van
de vliegen sterk besmet waren met
de bacteriën, die bij uierontsteking
worden gevonden.
8) Een onevenwichtige voe
ding, dient diarrhee in de hand
wernt, dient vooral omstreeks de
kalftijd de kans het op ontstaan van
uierontstekingen sterk toenemen.
De mastitisverwekkende bacte
riën komen veelvuldig in de natuur
voor en worden dikwijls op tepels
en melkershanden aangetroffen
een feit, waarmee in de bestrijding
rekening moet gehouden worden.
Hoewel bij sommige vormen van
uierontsteking het leven van de
dieren in gevaar kan komen, vnl.
bij deze die veroorzaakt worden
door de coli- en pyogenesbacillen,
toch is het in de meeste gevallen
alleen de vernietiging van het uier
weefsel en zijn het de besmettings
kansen, die de aandacht van de
bestrijders eisen. In die gevallen
spelen verschillende soorten strep
tococcen en staphyleococpen een
le bladzijde).
grote rol. Ook de bacterie die abor
tus Bang veroorzaakt, kan een
uierafwijking geven.
Bij een aantal gevallen, vooral bij
deze die door streptococcen worden
veroorzaakt, kunnen na een be
handeling een schijnbare genezing
optreden, terwijl er diep in het uier
weefsel toch haarden overblijven,
die dan aanleiding kunnen wor
den tot een vernieuwd optreden
van de ziekte. Ook hier dient bij
een georganiseerde bestrijding re
kening mee gehouden.
Van belang is de bepaling van
het soort bacterie die de oorzaak
is van de ziekte. Deze bepaling ge
schiedt nog het best door een
kweekmethode in 't laboratorium.
Hiervoor is natuurlijk een goede
monstername van de melk vereist,
die best uitgevoerd wordt door een
vakkundig persoon. Eens dat de
soort bacterie gekend is zal de be
handeling vanzelfsprekend meer
doelmatig kunnen ingesteld wor
den.
Daar een der meest voorkomen
de streptococcenvariëteiten ge
voelig is voor penicilline, is het
wel eens gebruikelijk onmiddellijk
na de eerste monstername een gro
te dosis penicilline in het tepelka
naai uit te drukken In het geval
dat nu de penicilline gevoelige
bacteriën met de ziekte gemoeid
zijn, zal bij een volgende monster
name wel blijken dat de populatie
ervan merkelijk is verminderd,
m.a.w. dat de penicilline haar wer
king heeft gedaan.
In het buitenland heeft men op
gemerkt, dat als gevolg van de mas
sale penicillinebehandelingen het
aantal uierontstekingen, te wijten
aan andere dan penicillinegevoe-
lige bacteriën, is toegenomen,
waaruit moet afgeleid worden dat
het gebruik van penicilline moet
verantwoord zijn. Er staan de vee
artsen tal van andere antibiotica
ter beschikking, die werkzaam zijn
tegen de andere verwekkers. Maar
veronderstellen dat het probleem
van de uierontstekingen met het
bestaan van de verschillende an
tibiotica nu uit de wereld is blijkt
voorbarig en het verbruik van pe
nicilline met de gevolgen die er
aan vast zitten maant alleszins tot
bezinning.
Melding wordt gemaakt van het
feit dat bij een onderzoek van een
bepaald bedrijf vrij dikwijls koeien
vrorden aangetroffen, waarvan de
eigenaar overtuigd is dat ze ge
zond zijn, maar die in werkelijk
heid soms in alle kwartieren de
uierontstekingverwekkende bacte
riën herbergen. Nemen wij daarbij
in aanmerking dat de dieren een
latente (of niet zichbare) uieront
steking kunnen hebben, kunnen
de veehouders niet genoeg aan
dacht besteden aan een doelmati
ge ontsmetting voor en na het mel
ken. Bovendien dient er over ge
waakt zoveel mogelijk de hoger
vermelde schadelijke invloeden te
vermijden, opdat de kansen op het
uitbreken van de ziekte zo klein
mogelijk zouden wezen.
Als ontsmetting voor en na het
melken wordt aanbevolen het af
wassen van de uiers met een lauw-
warme kioorbleekloogoplossing.
Ook de handen, die toch ook dra
gers kunnen zijn van de bacteriën,
kunnen daar in ontsmet worden.
Na ongeveer een zestal koeien
dient een verse oplossing te wor
den gebruikt. Na het melken moe
ten de spenen in een ontsmettende
oplossing worden gedoopt, zo no
dig behandeld tegen puisten en
kloven en tot slot behandeld met
een goede uierzalf.
Men spreekt over Europa en over
Afrika als over twee wel onder
scheiden werelddelen. Dat is waar
wanneer men zich bij de aardrijks
kundige betekenis van het woord
werelddeel houdt, maar historisch
en economisch gezien is het min
der waar. Historisch beschouwd is
Afrika, ten minste toch Noord Afri
ka, een deel van Europa. Toen de
Griekse en Romeinse beschavin
gen hun grootste bloei kenden,
werd de Middellandse Zee be
schouwd als een groot meer aan
de oevers van hetwelk zich
deze beide beschavingen ver
spreidden. Het Afrikaanse hinter
land, Midden- en Zuid-Afrika is
door Europa, vooral sinds de Mid
deleeuwen, steeds beschouwd ge
worden als een streek die ekono-
misch dienstbaar moest worden
gemaakt voorde steeds aangroei
ende Europese bevolking. Dank zij
deze historische, kulturele en eko
nomische banden zijn Europa en
Afrika tot een geheel gegroeid,
waarvan beide delen aan elkan
der behoefte hebben. Economisch
gezien bestaat er een Eurafrika.
Maar ook kultureel gezien groeien
beide kontinenten tot een geheel.
Het beschavingswerk in Noord-
Afrika begonnen door de Grieken
en de Romeinen, werd in Midden-
en Zuid Afrika voortgezet door de
de Portugezen, de Hollanders, de
Engelsen, de Fransen, de Duitsers,
en eindelijk ook door de Belgen.
Zolang Afrika een «terra incog
nita was, bekommerde er zich
niemand om de rechten en belan
gen der oorspronkelijke bewoners
van dit uitgestrekt werelddeel Het
is slechts in de mate dat de inlan
ders min of meer beschaafd wer
den, dat het vraagstuk van de
rechten dezer mensen zich stelde,
en wel op een wijze dat het nu een
cruciaal probleem geworden is
voor alle koloniserende mogend
heden.
Zonder enige twijfel hebben de
inboorlingen die sinds onheuglijke
tijden Afrika bewonen een onver
vreemdbaar recht op hun gron
den, op voorwaarde dat ze deze
kunnen uitbaten ten voordele van
gans het mensdom. Want indien
het waar is dat, volgens het na
tuurrecht, zij kunnen aanspraak
maken op het recht van de primo
occupanti (hij die het eerst de
grond in bezit nam), het is even
eens waar dat de aarde toebe
hoort aan gans het mensdom het
zou ondenkbaar zijn dat een ge
deelte van de aarde onvruchtbaar
en braak zou blijven liggen omwil
le van de onbekwaamheid der
rechthebbenden, terwijl elders ar
moede en ellende zou heersen om
dat daar de aarde niet genoeg
voortbrengen kan. Op dit ogen
blik is de demografische toestand
van het mensdom zo dat geen stuk
je grond onbewerkt kan of mag
blijven.
Het is nu toch klaar dat indien
op dit ogenblik Afrika, hetzij in het
Noorden, hetzij aan de Evenaar,
hetzij in het Zuiden, in de handen
moest gelaten worden van de oor
spronkelijke inwoners, gans Afrika
zou verloren gaan voor de bevoor
rading van het mensdom in voe
dingstoffen en in grondstoffen.
De graad van beschaving van
deze volkeren is nog niet zo, op
verre na nog niet, dat ze zelf zou
den kunnen zorg dragen voor de
uitbating der natuurlijke rijkdom
men van hun gronden. En dat geldt
niet enkel voor ekwatoriaal Afrika,
of voor Zuid-Afrika, maar ook voor
Noord-Afrika, Egypte inbegrepen.
Wat zou er inderdaad zelfs van
Egypte geworden zonder de intel-
lektuele en ekonomische hulp van
de beschaafde wereld Het is ook
omwille van deze waarheid dat we
de strijd die de Fransen thans in
Algerië voeren, niet enkel mogen
beschouwen van uit louter Frans
nationalistisch standpunt het gaat
hier om een probleem dat gans
Europa, ja, gans de wereld aanbe
langt. Het lijdt geen de minste twij
fel dat, indien de Fransen Algerië
moeten verlaten, dit land terugvalt
in het barbarendom, en met de Sa
hara ekonomisch zal verloren gaan
voor Europa. Alle Europese volke
ren hebben er belang bij dat dit
niet gebeuren zou.
Noch Europa, noch de wereld
kunnen de rijkdommen van Afrika
missen, en ze hebben er bijgevolg
recht op. Zij die de Afrikaanse vol
keren aansturen cp een zelfstan
digheid die voor gevolg zou heb
ben dat Afrika opnieuw achteruit
boert, voeren een misdadige poli
tiek, omdat het een ongelukspoli-
tiek is voor de betrokken inwoners.
Zolang deze zelf niet bekwaam zijn
de natuurlijke rijkdommen van hun
land uit te baten en ten nutte te
maken voor het mensdom, moeten
de Europeanen, hetzij Fransen, En
gelsen of Belgen in Afrika blijven.
Men kan wel opwerpen dat is een
centen-politiek, en dat is wellicht in
zekere mate zo, maar het is toch in
de eerste plaats een noodzakelijke
levenspolitiek, en voor Europa, en
voor gans de wereld.
Heeft Rusland, dat zich zo graag
opwerpt als de beschermer dezer
verdrukte volkeren(omdat het in
Afrika niets te verliezen heeft), een
dergelijke politiek gevolgd tegen
over de volksstammen van Midden-
Azië en Zuid Siberië, waarover het
de scepter zwaait In de verste ver
te niet.. Het beheerst deze volkeren,
ekonomisch en kultureel, omdat
het behoefte heeft aan de rijkdom
men van deze landen, die de be
woners zelf niet zouden kunnen ten
nutte maken. Het is een noodzake
lijke politiek, maar het is een poli
tiek die ook geldt voor Afrika.
De koloniserende landen van
Europa zijn er verantwoordelijk
voor dat Afrika het zijne toe zou
bijdragen om de welvaart van
gans het mensdom te helpen ver
hogen. En deze toestand zal nog
lang zo blijven. Europa en Afrika
zijn, door een werking van eeuwen,
ekonomisch en kultureel op elkan
der gewezen, zodat men in waar
heid spreken kan van een Eurafri
kaans kontinent. Op het ogenblik
dat de bewoners van Afrika zelf
bekwaam zullen zijn de erfenis
over te nemen, en ze te bewaren
en te ontwikkelen voor het heil
van gans het mensdom, op dat
ogenblik zal er eerst sprake kun
nen zijn hen de verantwoordelijk
heid toe te vertrouwen over de hun
eigen gronden. Maar een dergelij
ke toestand ligt nog niet in het ver
schiet, wat de Russen, of zelfs de
Amerikanen er ook mogen over
denken.
Op maandag 6 januari (Drieko
ningen), te 19 uur, bij Roelandt R
Dries, vergadering.
Programma: 1) Filmvertoning met
voordracht. 2) Gratis tombola.
DE KOORNBLOEM
■acSSBIIIIIIlllllilll I—IWBBMBB(B—BWBMW