Hoeveel eieren kan een hen wel leggen? De Reis naar Amerika vóór 100 jaar. Vlaamse Schouwburg Om een gedacht te krijgen van de vooruitgang die zich de laatste tijd heeft voltrokken, moeten wij maar een vergelijking maken tus sen de wereld, die de techniek ons te zien gaf voor de jaren 40 en wat ze ons nu biedt. Op amper een 20 tal jaren is de afgelegde weg enorm geweest en het ziet er naar uit dat de komen de jaren nog heel wat verrassin gen zullen brengen. Hoewel minder spectaculair, toch heeft de ontwikkeling in de landbouw en de veeteelt zich ook in versneld tempo voortgezet. Wan neer men echter techniek en land bouw veeteelt met elkaar gaat vergelijken dan krijgt men wel de indruk dat de landbouwweten schappen niet die opgang kennen, die wij in de techniek te zien krij gen. Maar wij mogen daarbij toch niet uit 't oog verliezen dat er in de landbouw en veeteelt gewerkt wordt met levend materiaal, dat zich niet zo gemakkelijk leent tot onderzoek en proefnemingen als het dode materiaal waarmee de techniek werkt. Wanneer men bv. de ontwikkeling van een vliegtuig met zuigermotor, uitgerust met een schroef, tot zijn uiterste ontwikke ling heeft gebracht dan vindt men de straatmotoren uit. Dat is dus heel iets anders, dat blijkbaar tot heel wat hogere prestaties in staat is. Wil een kweker echter aanzien lijk meer eieren rapen, dan kan hij hiervoor niet een ander dier gaan uitvinden». Hij moet het met de bestaande dieren beproeven. On der die voorwaarden begrijpt men licht dat de vooruitgang op ons ter rein niet zo met sprongen omhoog kan gaan. Toch is het ook op gebied van landbouw en veeteelt zo dat ook hier niemand kan voorspellen wel ke verrassingen ons te wachten staan. En nu kan men in landbouw- middens wel pessimistisch staan ten overstaan van de financiële mogelijkheden, op het terrein van de landbouwtechniek is er alle re den tot een uitgesproken optimis me. Als voorbeeld hiervan kan het bericht aangehaald worden over de Japanese winterhennen, die een gans jaar door ononderbroken 1 ei per dag zouden hebben ge legd. Nu kan de lezer wel eens naar zijn almanak loeren om te zien of het soms geen eerste april is. Ook wij hebben bij het lezen van dit bericht wantrouwend opgekeken. Maar toen wij vernamen dat die medeling afkomstig was van een gekend Engels pluimveedeskundi- ge, nl. Dr. W.P. Blount, die in West- Europa zeker geen onbekende is, toen hebben wij onze twijfel moeten opzij zetten. Dr. Blount schijnt een en ander met eigen ogen te hebben nage gaan ter gelegenheid van een stu diereis in Japan. Niet alle bezoch te bedrijven gaven een dergelijke hoge leg en ook niet in alle rassen trof men die wonderkippen aan. Het ging hier eer om uitzonderin gen, maar dan uitzonderingen die in voldoende aantal voorkwamen om niet in het toeval te moeten ge loven. Drie rassen kwamen in aanmer king als hoge produktie-dieren, nl. het Nagoya-ras, het Mikawaras en verschiet niet... de Witte Leghorn I Wij komen hier ten lande nog te veel kwekers tegen die menen dat de witte Leghorn haar tijd heeft gehad. Wij geven wel toe dat som mige stammen van het Witte Leg horn-ras werkelijk niet meer vol doen (wij zullen hier niet onder zoeken wat daarvan de oorzaak is). Maar in ieder ras zijn minder goede stammen te vinden Per soonlijk zijn wij er van overtuigd dat de Witte Leghorn nog zeer gro te mogelijkheden biedt. Dat ook de Japanezen dit gedacht zijn toegedaan is wel sprekend. Bij een gecontroleerde legwed- strijd in 1955/56 over een periode van 350 dagen legden van de 8.101 mededingende hennen 6,7 meer dan 300 eieren 47,7 °/0 meer dan 250 eieren 45,6 °lo meer dan 200 eieren Bij de 541 hennen, die meer dan 300 eieren legden waren er 2 Na- goya.s en twee Mikawa's. De an dere waren alle Witte Leghorn. Bij de hennen, die meer dan 250 eieren legden was op een totaal van 3.865 hennen 1 Mikawa en 51 Nagoya's. Al de andere waren weerom Leghorns. Op één van de bedrijven door dr. Blount bezocht was de gemiddelde opbrengst van de gecontroleerde dieren voor het seizoen 1955/56 de volgende 274,9 voor de Leghorns 240,2 van de Nagoya's 228,5 van de Mikawa's. Tijdens hetzelfde seizoen haal den 6 hennen, afkomstig van 3 ver schillende kwekers een produktie van 365 eieren op 365 dagen. Dit waren alle 6 Witte Leghorns. De prestaties van de andere twee ras sen, hoewel ongewoon hoog wa ren nochtans minder dan bij de Leghorn. De beste kip bij de Na goya's bereikte op 364 dagen slechts 360 eieren en deze van het Mikawaras haalde er maar» 324!!! Het gemiddelde gewicht van de eieren van de hennen, die elke dag een ei hadden gelegd gedu rende een gans jaar bedroeg 61 gram waaruit wel blijkt dat een zulkdanige hoge leg nu niet pre cies lichte eieren moet geven. Door een tolk, die niet voldoen de vertrouwd was met de techni sche termen van de pluimeeeteelt is het dr. Blount niet gelukt een in zicht te krijgen van de teeltmetho de, die in Japan wordt toegepast. Wel heeft hij menen te zien dat in teelt in zekere mate wordt toege past. Ook uit andere bron vernemen wij de hoge prestaties van sommi ge Japanese kippen. Duitse onder zoekers maken melding van een legwedstrijd waaraan 7.170 hen nen deelnamen, die gedurende 350 dagen werden gecontroleerd De dieren waren raszuivere Witte Leghorns, Plymouth Rocks en New Hampshires. 1.301 dieren (ongeveer 18°/0) leg den 300 eieren en meer, 57 dieren (0,8legden 365 eieren of meer!!! Toen de Duitse deskundigen hun verbazing toonden over dergelijke hoge legcijfers, wezen de Japan ners er op dat een hen normaal 2.030 en nog meer ei follikels (aan leg van dooiers) in zich draagt, die met het blote oog zichtbaar zijn. Onder het microscoop telt men er echter nog meer. De Japanners zijn daarom van mening dat hen nen die 365 eieren per jaar kunnen leggen overal op de wereld moe ten te vinden zijn. Het schijnt al leen maar te liggen in de wijze waarop men de kippen zover kan (Zie vervolg onderaan hierneven Vóór 100 jaar ging men voor 400 fr., in tweede klas, van Le Havre naar New-Yorkin eerste klas kostte het 700 fr., en bij deze prijzen kwam dan doorgaans nog 25 fr. voor de reis per spoor van Pa rijs naar Le Havre. In die tijd ver trokken er toen uit Antwerpen nog slechts vrachtschepen, volgepropt met goederen en... arme emigran ten, die slechts 100 fr. voor de reis betaalden, maar daarvoor ook slechts het ruim kregen, een plank om op te slapen en vreselijk slecht eten. In 1880 kwam de eerste grote transatlantieker uit Europa in de vaart op Amerika. Het was de Elba, een Duits schip van 4500 ton, 128 meter lang, en het vaarde 16 kno pen. De boot bracht wel enige be roering, want Europa stond toen aan de vooravond van een grote strijd voor het meesterschap ter zee. Tot op dat ogenblik was Enge land met zijn grote schepen de on betwiste meester gebleven van de Atlantische Oceaan nu kwam Duitsland opdagen, en Frankrijk meende niet te moeten onderdoen, en zette de Pereire in de vaart het mat 5200 ton en was een schip dat voor de eerste maal een schroef had Tot op dat ogenblik hadden de stoomschepen slechts een groot draaiend wiel gekend, iets in de aard van het wiel van een water molen. Daarbij hadden die sche pen toen ook nog zeilen, om kracht bij te zetten, want men had nog geen volle betrouwen in de stoom. Een schip met alle zeilen uit, en meteen ook een stoommotor liep wel 13 knopen. De schroef voerde de snelheid op tot 16 knopen. Van uit Le Havre naarNew-York KONINKLIJKE BRUSSEL. In de Koninklijke Vlaamse Schouwburg te Brussel worden nog voorstellingen gegeven van Kerstnachtdroom op zaterdag 27, zondag 28 en maandag 29 de cember. Het is een prettig stuk dat niettegenstaande de diepe zede- les die erin besloten ligt, een aan gename ontspanning betekent. Een familiaal spectakel bij uitstek, op geluisterd met zang en dans. De vertolkers zijn Nand Buyl, Bert Struys, Kris Betz, Dries Wieme, Fan ny Steenacker, René Peeters, Al- fons Derre, Walter Moeremans, Jan Gorissen, Arthur Bouchez, Frank Struys, Bob Loewenstein, Nora Snyers, Giel van den Branden, Erik Struys, Irma de Veirman, Lia Lee, Celine Weenen, Magda Kleine, Ward van de Bogaert. brengen. Deze van twee zijden bevestig de berichten betreffende de uit zonderlijke hoge leg van sommige hennen moet hen, die zich bezig houden met het veredelen van de leghennen zeker optimistisch stem men. En hoewel de Japanners op ge bied van pluimveehouderij steeds vooruit zijn geweest, zijn wij er van overtuigd dat onze kippen bij lan ge nog niet aan hun eind zijn. Is dit geen mooie opgave voor onze veredelingsbedrijven? duurde de reis dan zowat 13 da gen. De Pereire moet toen wel zo wat voor een drijvend salon zijn doorgegaan, want een toenmalig journalist zegt er over dat de badzalen echte hydrotherapeuti- sche instellingen zijn, dat er een kappersalon aan boord is, een apoteek, en dat het eten er even smakelijk wordt opgediend als in de duurste eetgelegenheden van Parijs. En wat het gevaar van de overvaart betreft (een nachtmerrie voor al dezen die over zee moes ten, en zich de ontelbare scheeps rampen van vroeger herinnerden) met die nieuwe boot ging men even veilig naar Amerika als met een trein naar Parijs. Kortom met de Pereire werd de overvaart een plezierreisje... Dat dit vroeger niet 't geval was wordt bewezen door wat een an dere journalist vertelde, veertig jaar vroeger, over een andere transatlantieker (in 1842): «Een ka- bine, schrijft hij, och kom, laten we niet lachen. Zeg liever een zeer weinig konfortabele doos waarin je nauwelijks met vier man kunt rechtstaan, ten minste als iedereen een ernstige poging doet om zo dun mogelijk te zijn. De bedden lijken wel op open lijkkisten, de zitvertrekken zijn zo muf dat iede reen samengepakt zit op een sofa en mekaar stevig vasthoudt, bang als men is om te verdrinken. Iedere plank beeft en kraakt dat het een plezier is; de boot kantelt rechts links, en met hele pakken vallen de mensen van de ene wand op de andere. Uit de kabienen stijgen de wanhoopskreten van de men sen die ziek zijn en geen eten naar binnen krijgen. Boven hoort men de scheepsjon gens van de trappen vallen en de glazen rinkelen. Je mag al heel blij zijn uw middagmaal te krijgen zonder dat het eerst met de vloer heeft kennis gemaakt. In het ruim klotsen de bagages tegen elkaar, en wee als daarin iets breekbaars steekt En dat geldt voor de luxekabie- nen! Over de gewone kabienen wordt eenvoudig niet gesproken! Daar lagen de uitwijkelingen met honderden op elkaar in het... ruim, sliepen over en op elkaar, kregen nauwelijks een eindje hemel en frisse lucht te zien, en moesten zo maar naar Amerika. Met zo'n schip duurde de reis wel twintig dagen, als het schip tenminste aankwam, want 5 ten honderd van de sche pen gingen toen nog verloren. In 1842 was het dus geen ple zierreisje. In 1880 reeds wel En toch zijn er tienduizenden in die ja ren naar Amerika vertrokken, en hebben er de grondslag gelegd van wat thans het grote en mach tige Amerika is. De grootouders van zeer vele vooraanstaande Amerikanen uit onze dagen, zijn in zulke omstandigheden naar hun nieuw vaderland getrokken, en ze hebben er in de beginne hard moeten werken, in voorwaarden die nu geen mens meer aanvaar den zou. Ze vertrokken als arme mensen, deden de overtocht als beesten, en moesten dan in de nieuwe wereld hard wroeten om tot iets te geraken. Maar de meesten zijn tot iets gekomen, en hun klein kinderen zijn thans welstellende Amerikanen, die de toon aan ge ven voor de moderne wereld. Hoe een dubbeltje rollen kan!

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1958 | | pagina 3