Bestrijding van Rundertuberculose.
Bijzondere maatregelen tot
Mededelingen
Ministerie van Landbouw
Hoefsmederijleergang
DE KOORNBLOEM - 27 dec. 1958
Het Staatsblad van 19 december
1958 publiceert het Koninklijk Be
sluit van 10 december 1958 behel
zende bijzondere maatregelen ter
bestrijding van de rundertubercu
lose. Gezien het groot belang van
dit besluit delen wij hieronder zijn
bepalingen mede. Wij verzoeken
onze lezers er met aandacht ken
nis van te nemen.
Artikel 1. - Ieder rundveehouder
die op 1 januari 1959 niet aangeslo
ten is bij een vereniging voor run-
dertuberculosebestrijding erkend
door Onze Minister van Landbouw,
is gehouden op zijn kosten voor 1
februari 1959, intradermotubercu
linatie te doen toepassen op al de
runderen van zijn bedrijf door een
erkend doctor in de diergenees
kunde door hem gekozen.
Art. 2.-Deze verplichting rust
niet op de veehandelaars wat be
treft de dieien die zij houden met
het oog op de verkoop. Worden
slechts als zodanig beschouwd de
dieren gehouden gedurende een
tijdspanne van minder dan acht
dagen.
De verbonden van verenigingen
voor de bestrijding van de runder
tuberculose mogen de veekoop
lieden toelaten hun inschrijving te
nemen in de vereniging van hun
bedrijfszetel aan de door de Mi
nister van Landbouw vastgestelde
voorwaarden.
Die voorwaarden worden aan
de koopman medegedeeld op het
ogenblik van zijn aanvraag tot in
schrijving.
In zoverre hij de hem opgeleg
de voorwaarden naleeft, mag de
veekoopman zich beroepen op de
hoedanigheid van «erkend koop
man en kan hij genieten van de
vergoedingen voorzien bij het
eerste lid van artikel 36 van het
Koninklijk Besluit van 1 juni 1951,
gewijzigd bij het Koninklijk Besluit
van 20 juni 1955.
Art. 3.-De erkende doctor in de
diergeneeskunde wiens tussen
komst gevraagd werd ter uitvoe
ring van artikel 1 mag te dien ein
de enkel de tuberculine gebruiken
door het Nationaal Instituut voor
Diergeneeskundig Onderzoek ge
leverd.
De tuberculine wordt hem kos
teloos afgeleverd onder verplich
ting het gebruik ervan te recht
vaardigen.
Art. 4.-De dag zelf geeft hij de
diergeneeskundige inspecteur ken
nis van de verrichte tuberculina-
ties
Art. 5. - Hij controleert de reac
tie na ongeveer 72 uren.
Art. 6.-Hij beveelt de afzonde
ring en onderwerpt aan een volle
dig clinisch onderzoek de dieren
die positief hebben gereageerd.
Art. 7.-Bij gelegenheid van de
tuberculinatie maakt hij de inven
taris van het rundveebeslag van
het bedrijf en voor ieder runddier
stelt hij een individuële identifi
catiekaart op.
Het model van deze bescheiden
wordt door Onze Minister van
Landbouw vastgesteld.
Deze bescheiden vermelden
naam en adres van de veehouder
en, voor ieder dier naam, het ge
slacht, de geboortedatum, de
huidskleur en de bijzonderheden,
de datum van de tuberculinatie,
de positieve of negatieve uitslag
ervan en, desgevallend, de uitslag
van het clinisch onderzoek.
Hij overhandigt op staande voet
deze bescheiden, behoorlijk inge-
vuid, gedagtekend en door hem
ondertekend, aan de veehouder
en stuurt, dezelfde dag, een dubbel
van de inventaris aan de dierge
neeskundige inspecteur.
Aan de burgemeester der ge
meente van de bedrijfszetel geeft
hij zonder verwijl kennis van de
naam van de veehouder en van
het aantal getuberculineerde die
ren.
De bij onderhavig artikel be
doelde bescheiden moeten, op
verzoek van de politieoverheden,
van de diergeneeskundige inspec
teur of van zijn plaatsvervanger
vertoond en afgegeven worden.
Het document «inventaris van het
rundveebeslag van het bedrijf
moet door de veehouders gedu
rende ten minste één jaar be
waard worden.
Art. 8.-Vóór 31 maart 1959 geeft
de burgemeester aan de dierge
neeskundigeinspecteur kennis van
namen en adressen van de vee
houders van zijn gemeente die
niet aangesloten zijn bij een er
kende vereniging van rundertu-
berculosebestrijding, die de tuber
culinatie niet lieten uitvoeren over
eenkomstig artikel 1.
In gemeen overleg met de dier
geneeskundige inspecteur, belast
hij een erkende doctor in de dier
geneeskunde, ambtshalve, tot de
tuberculinatie en de aanvullende
bewerkingen over te gaan. De kos
ten worden overeenkomstig de
wet van 29 april 1819 ingevorderd
zoals in zake indirecte gemeente-
lastingen.
Art. 9.-De bepalingen van het
Koninklijk Besluit van 20 juni 1955
betreffende het afmaken op bevel
van door clinische tuberculose
aangetaste runderen zijn van toe
passing wanneer clinische tuber
culose door de doctor in de dier
geneeskunde vastgesteld wordt
naar aanleiding van de tuberculi-
naties en de onderzoekingen die
hij, bij toepassing van de bepalin
gen van dit besluit, moet verrich
ten.
Art. 10.Hij die runderen houdt
die aangetast zijn door tuberculo
se mag de eigendom of het bezit
ervan, met het oog op de kweek,
de melkwinning of de vetmesting,
niet overmaken aan een ander
persoon.
Ieder runddier nieuw in een be
drijf binnengebracht, en gehouden
gedurende meer dan acht dagen
wordt beschouwd als besteld zijn
de voor de kweek, de melkwin
ning of de vetmesting.
Voor de toepassing van de be
paling van lid 1 wordt het dier be
schouwd als aangetast door tuber
culose op de datum van de over
dracht wanneer de reactie op de
tuberculine zich voordoet of wan
neer de clinische tekens van de
tuberculose verschijnen ten laatste
de vijftiende dag volgend op deze
datum
Art. 11 - Ieder veehouder aan
gesloten of niet bij een erkende
vereniging voor rundertuberculo
sebestrijding en die eigenaar of
houder wordt van een runddier
met het oog op de kweek, de melk
winning of de vetmesting is ver
plicht binnen de 48 uren na de
overdracht, een doorhem gekozen
erkend doctor in de diergenees
kunde te verzoeken het te tubercu-
lineren. Deze moet de tuberculina
tie doen binnen de 8 dagen van de
overdracht en, vóór elk getubercu
lineerd dier een individuele identi
ficatiekaart opstellen volgens het
model door onze Minister van
Landbouw vastgesteld. Hij vermeldt
er de namen en de adressen op
van de koper en van de verkoper,
het geslacht, de geboortedatum,
de huidskleur en de bijzonderhe
den van het dier, de datum van de
tuberculinatie alsmede de positieve
of negatieve uitslag er van.
Zo de reactie positief is, moet de
veehouder het dier teruggeven aan
de verkoper of overmaker en deze
is verplicht het terug te nemen.
Art. 12. Eenieder die de eigen
dom of het bezit van een rund van
meer dan zes maand oud over
draagt, moet op het ogenblik van
de overdracht aan de verkrijger
overhandigen
hetzij de individuële identifica
tiekaart van het dier voorzien bij
artikel 10 van het Koninklijk Be
sluit van 1 juni 1951 houdende re
geling van de bestrijding van de
rundertuberculose ,-
hetzij de individuele identifica
tiekaart voorzien bij artikel 7 van
onderhavig besluit
hetzij de individuële identifica
tiekaart voorzien bij artikel 11 van
onderhavig besluit.
Ie.ier houder, die op een jaar
markt of markt, runddieren van
meer dan zes maand oud te koop
stelt, moet in het bezit zijn van de
individuële identificatiekaart van
elk te koop gesteld dier en dit be
scheid vertonen op verzoek van de
bij artikel 7, laatste lid, bedoelde
overheden.
Art. 13 Het is aan de verant
woordelijke uitbaters van ontro-
mingscentra verboden melk of room
aan te nemen herkomstig van be
drijven waarvan het vee niet vol
ledig vrij is van tuberculose.
Art. 14.-De toegang tot de open
bare drinkplaatsen, gemeenschap
pelijke weiden en vrijweiden, is
verboden aan het vee van de be
drijven die niet vrij zijn van tuber
culose.
Art. 15. - Vee van bedrijven die
niet vrij zijn van tuberculose mag
niet op de weide gezet worden in
dien deze gelegen is naast een wei
de van een ander, tenzij een doel
treffende afsluiting, aangebracht
door de houder van het besmet
vee, op ten minste 2 meter van de
scheidingslijn, alle mogelijkheid
van aanraking verhindert met het
vee dat graast of te grazen kan ge
zet worden op de naburige weide.
Art. 16 - Vanaf 1 april 1959 is de
toegang tot jaarmarkten, markten,
prijskampen, keuringen, tentoon
stellingen en, in het algemeen, tot
alle verzamelingen van huisdieren,
verboden voor met tuberculose be
smette runddieren.
Deze dieren mogen nochtans te-
koopgesteld worden voor de slach
terij op de markten van Kortrijk,
Brugge, Sint Michiels, Gent, Ant
werpen, Anderlecht, Luik, Battice,
Bastenaken, Vedrin, Charleroi en
Sint Truiden.
Art. 17. - Overtreding van het
bepaalde inde artikelen 1,7, 10, 11,
12, 13, 14, 15 en 16 van dit besluit
wordt gestraft met de straffen voor
zien bij de artikelen 4, 6 en 7 van
de wet van 30 december 1882 op
de diergeneeskundige politie der
huisdieren en de schadelijke insec
ten.
Met dezelfde straffen worden ge
straft de personen die weigeren of
verzuimen zich te schikken naar
het bevel tot afmaken dat hun ge
geven werd in uitvoering van dit
besluit. Worden insgelijks met deze
straffen gestraft de veehandelaars
en de vleeshouwers aan wie run
deren, aangetast door tuberculose,
overgemaakt worden met het oog
op de afmaking en die weigeren of
verzuimen ze af te slachten of te
doen afslachten ten laatste binnen
8 dagen na de overmaking.
Art. 18. Voor toepassing van on
derhavig besluit wordt beschouwd
als niet vrij, aangetast of besmet
van tuberculose, het gehele rund
veebeslag dat gehouden is door
een veehouder die niet voorlegt
hetzij het officieel getuigschrift
waaruit blijkt dat zijn vee t.b.c.-vrij
is, afgeleverd overeenkomstig de
artikelen 38 tot 44 van het Konink
lijk Besluit van 1 juni 1951 houden
de regeling van de rundertubercu
lose
hetzij individuele identificatie
kaarten of attesten opgesteld door
een erkend doctor in de dierge
neeskunde waaruit blijkt dat elk
runddier dat hij houdt, getubercu-
lineerd werd en dat de reactie ne
gatief was.
Art. 19. Opgeheven wordt, het
Koninklijk Besluit van 4 februari
1958, houdende bijzondere maatre
gelen tot bestrijding van rundertu
berculose, gewijzigd bij het Ko
ninklijk Besluit van 16 mei 1958.
Art. 20. Dit besluit treedt in wer
king de dag van zijn bekendma
king in het Belgisch Staatsblad.
Nochtans is artikel 15 slechts van
af 1 januari 1959 van toepassing in
Oost Vlaanderen, in de bestuurlij
ke arrondissementen Kortrijk, le
per en Doornik, in het gedeelte van
het bestuurlijk arrondissement
Thuin gelegen ten zuiden van de
gemeenten Thirimont en Strée, in
het bestuurlijk arrondissement Ver-
viers, behalve de kantons Malmé-
dy, Sankt-Vith en in het gedeelte
van het bestuurlijk arrondissement
Luik gelegen op de rechteroevers
van de Vesder, van de Ourthe
stroomafwaarts van haar samen
vloeiing met de Vesder, en van de
Maas stroomafwaarts van haar sa
menvloeiing met de Ourthe.
Art. 21. Onze Minister van
Landbouw is belast met de uitvoe
ring van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 december
1958.
van het
Kosteloze
te Geraardsbergen.
Zoals elk jaar wordt er te Ger
aardsbergen een kursus ingericht
over hoefsmederij. De lessen wor
den gegeven vanaf 28 12 1958, ge
durende 20 naeenvolgende zonda
gen van 9 tot 12 uur.
De lessen zullen vooral besteed
worden aan het aanpassen en het
plaatsen van het mecanisch hoef
ijzer.
Wie'wenst zich te laten inschrij
ven voor die leergang kan het doen
bij Meester - hoefsmid
Hector VAN DEN BERGHE
Oudenaardse poort, 11,
Geraardsbergen. (Tel. 054/42339)
Dr. veearts Van Wijnendaele,
Adamstraat, Geraardsbergen
(Tel. 054/42415).
Inspekteur Dr. M. MOULART,
Oude Gentbaan, 14, Aalst
(Tel. 23536).
PPT n voor iedereen, kleine in-
trest, ZakenkantoorAdh.
Van den Eeckhout, Landgoed De
Etting», Erondegem. Tel. Aalst 25191