De graanpolitiek in de
Europese Economische Gemeenschap.
Het gebruik van giftige produkten
in de land- en tuinbouw.
Het jaarlijks Verlof.
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 4 JULI 1959.
Verschijnt iedere zaterdag
38ste JAARGANG Nr 1879
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
Tegenstrijdige belangen scheppen moeilijke problemen
Bij de besprekingen om te komen
tot een gemeenschappelijk land
bouwbeleid tussen de landen aan
gesloten bij de E.E.G. (West-Duits-
land, Frankrijk, Italië, Nederland,
Luxemburg en België) waartoe
eerstdaagszal moeten worden over
gegaan, is het graanprobleem een
kernvraagstuk. Ziehier inderdaad
enkele gegevens nopens het be
lang van de graanteelt voor de
landbouweconomie der betrokken
landen.
De totale oppervlakte der land
bouwgronden in de landen der
Europese Gemeenschap beslaat
ongeveer 80 miljoen ha. De helft
hiervan of ongeveer 40 miljoen ha
bestaat uit bouwland en daarvan
wordt meer dan de helft, of circa
22 miljoen ha, hetzij meer dan één
vierde van het totale landbouw
areaal, voor de graanteelt aange
wend. De oppervlakten besteed
aan tarwe en andere granen in de
verschillende landen der gemeen
schap zien er uit als volgt:
Frankrijk: tarwe 4.600.000 ha; an
dere granen4 400.000 hatotaal
9.000.000 ha.
Italië: tarwe 4.900.000 ha; ande
re granen 2.000.000 hatotaal
6.900.000 ha.
West Duitsland tarwe 1.300.0C0
ha; andere granen 3.600.000; totaal
4.900.C00 ha.
België Luxemburgtarwe 230.000
haandere granen 330.000 hato
taal 560.000 ha.
Nederlandtarwe 110.000 ha; an
dere granen 410.000 ha; totaal gra
nen 520.000 ha.
Wij hebben aldus als totale op
pervlakte besteed aan de tarwe-
teelt op het grondgebied der Euro
pese Gemeenschap 11.140 000 ha
en aan andere granen 10.740.C00
ha hetzij samen 21.880.000 ha.
Wat de produktie betreft zegt het
areaal nochtans niet alles, er dient
ook rekening gehouden met de
gemiddelde opbrengst per ha. De
ze nu verschilt aanzienlijk volgens
de landen en loopt voor de tarwe
van 1800 kg per ha in Italië tot
3 8C0 kg in Nederland, hetzij ruim
het dubbele. Daartussen liggen
Frankrijk met ongeveer 2.200 kg;
West-Duitsland met ongeveer 3.000
kg en België-Luxemburg met 3.5c0
ha. De opbrengsten per ha voor de
andere granen zijn moeilijk te ver
gelijken, algemeen kan worden
aangenomen dat het rendement in
dezelfde lijn ligt als voor de tarwe.
Wanneer wij de totale tarwepro-
duktie in de Europese Economische
Gemeenschap stellen tegenover
het gezamenlijk verbruik zien wij
dat de tarwevoortbrengst in de
jongste jaren schommelde rond 23
miljoen ton en het verbruik rond
25 miljoen ton, wat neerkomt op
een tekort van circa 2 miljoen ton.
In 1957 58 echter had het E.E.G. ge
bied maar een netto invoerbehoef-
te van 1 miljoen ton en bereikte de
zelfvoorziening der gemeenschap
ongeveer 95 t.h.
Wat de voedergranen betreft be
droeg de produktie in de landen
der Europese Gemeenschap onge
veer 23,5 miljoen ton (rogge inbe
grepen) tegenover een verbruik
van 28 miljoen tan. De zelfvoorzie
ning bereikte dienvolgens circa
83 t.h.
Op het eerste gezicht blijkt het
niet uitgesloten dat door een ver
dere stijging van de opbrengst per
ha en een eventuele uitbreiding
van de beteelde oppervlakte de
produktie aan voedergranen op
een bepaald tijdstip in de E.E.G.
sneller toeneemt dan het verbruik,
ja zelfs volstaat om in de behoeften
der gemeenschap te voorzien. In
dien ook een zelfde evolutie zich
zou voordoen bij de tarwe, zou de
Europese Gemeenschap dan op
een bepaald ogenblik niet door
eigen graan produktie in eigen be
hoeften kunnen voorzien en wan
neer? Zou zij zelfs, eens zover, ook
met overschotten voor de uitvoer
moeten rekenen
Het valt dadelijk op dat deze
vragen van betekenis zijn voor de
mogelijkheid tot bepaling van een
gemeenschappelijke graanpolitiek
in de Europese Gemeenschap. Van
niet minder belang zijn zij voor de
dierlijke produktie, inzonderheid
voor de varkens en pluimveehou
derijwaarvoor de voedergranen de
bijzonderste grondstof en tevens
het belangrijkste element van de
kostprijs zijn.
Het grote vraagstuk is hier ener
zijds een beleid te voeren dat de
grote bedrijven toelaat verder aan
de teelt van voedergranen te doen
zonder tot overproduktie te komen,
doch anderzijds de middelgrote en
kleine landbouwbedrijven die over
wegend dierlijke produkten voort
brengen en in de voedergranen
een grondstof vinden de mogelijk
heid te verstrekken hun voort-
brengst aan de man te brengen
tegen een prijs die het verbruik
niet afremt.
I.
Onze lezers zullen zich wellicht
nog herinneren dat een tijd gele
den voor het Asissenhof van Brug
ge de zaak werd behandeld van
een vrouw, die haar man had ver
giftigd door een insectendodend
middel in zijn drinkbus te doen.
Amper een kwartier na het drin
ken hiervan was de man gestorven.
Gedurende het proces werd prof,
Heyndrickx, die belast werd met
het onderzoek van de maag- en
darminhoud van het slachtoffer, als
getuige gehoord. Als inleiding tot
onze artikelenreeks over de giftig
heid van bepaalde stoffen, die in
de land- en tuinbouw worden ge
bruikt, willen wij hier de getuige
nis van prof. Heyndrickx aanhalen
Er is geen twijfel, aldus de prof.
dat het slachtoffer gedood werd
door vergiftiging door het innemen
van een dosis parathion, of 605, die
hier als een insectdodend poeder
wordt verkocht en vrij op de markt
is. 't Is een zeer sterk en jong vergif.
Het is pas na de tweede oorlog
door de Duitsers in de handel ge
bracht. Het werkt zeer vlug en is
steeds dodelijk. Het wordt ver
kocht in zeer kleine flesjes van 15cc
en iedereen kan het kopen. Leur
ders hebben het vaak mee in hun
voorraad op hun trektochten langs
de dorpen. In één zo 'n flesje is er
genoeg vergif om 80 personen bin
nen het uur te doen sterven.
Eén druppel van dit vocht kan
iemand binnen de tijdspauze van
een half uur doden. In de drinkbus
van het slachtoffer werd bijna een
volledig flesje E 605 gegoten. Het
heeft echter weiniq van de koffie
gedronken omdat deze zeer slecht
smaakte. Ten hoogste kan het nog
10 minuten geleefd hebben. Het
gift is zo gevaarlijk dat kinderen,
die met een leeg flesje, waarin E605
was geweest, speelden, al gestor
ven zijn alleen maar omdat ze het
flesje aan de lippen brachten.
Tot daar een gedeelte van het
getuigenis van een specialist terza
ke, dat wel tot nadenken stemt.
Het is inderdaad zoals prof.
Heyndrickx zegt een dergelijk
zwaar vergif kan iedereen bij ieder
een kopen, zonder dat daar de
minste kontrole of voorzorg hoeft
te bestaan. Ieder handelaar, ieder
winkelier kan zich dergelijke pro
dukten aanschaffen en verder ver
kopen. Heel dikwijls weten noch
de verkoper, noch de verbruiker,
met welk gevaarlijk goed zij om
springen en nu nog, terwijl er nu
toch al gevallen genoeg gekend
zijn met dodelijke afloop, komen
wij in de praktijk gevallen tegen
van verregaande zorgeloosheid.
Wij hebben wel eens de indruk dat
sommige gebruikers bang zijn zich
belachelijk te maken door het ne
men van voldoende voorzorgen.
In dit alles gaat nu een grondige
verandering komen!
Bij Koninklijk Besluit van 31 mei
1958 werd de verkoop van de phy-
topharmaceutische (phyto plant;
pharmakon geneesmiddel) pro
dukten in t algemeen en van de
gevaarlijke en giftige er onder in
't bijzonder, onderworpen aan ze
kere voorschriften, die de bedoe-
(Zie vervolg 2e bladzijde le kolom
Teneinde geen onderbreking te hebben in de leveringen en
bestellingen hebben we het volgende besloten
De bedienden en werklieden zullen om de beurt verlof nemen
zodat de magazijnen en burelen regelmatig zullen open blijven.
Uitzondering wordt gemaakt voor MAANDAG 6 JULI,
dag waarop de burelenjen magazijnen zullen GESLOTEN
BLIJVEN.
Voor ons blad De Koornbloem zullen we verplicht zijn
andere maatregelen te treffen. Ons weekblad zal niet verschijnen
op 11 juli e. k.
Onze lezers gelieven ons hiervoor te verontschuldigen.
De Koornbloem
Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden,
(Zie vervolg 3e bladz. 4e kolom).