De stand van de ruilverkaveling Onze hennen kunnen een goede nachtrust best gebruiken. Weekblad Arbeid adelt Voor en door de Landbouwers in de Europese landbouw* AALST 2JJANUARI 1960. Verschijnt iedere zaterdag 39ste JAARGANG Nr 1904 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Tot behoud van de kleine en middelgrote landbouwbedrijven in de nakende Europese Economische Gemeenschap werd meermaals, en onlangs nog door de heer Mans- holt, ondervoorzitter der Europese Commissie, gewezen op de nood zakelijkheid van structuurhervor mingen in het landbouwbedrijf om enerzijds de voortbrengstkosten te verminderen en anderzijds de op brengst te verhogen. In deze structuurhervormingen komt aan de ruilverkaveling onge twijfeld een vooraanstande plaats toe. Hoever staan wij daarmee in ons land Het blijkt voorzeker niet van belang ontbloot een vergelij king te maken met wat op dit ge bied in het buitenland werd ge presteerd om een oordeel te vor men betreffende de uitslagen der ruilverkaveling in ons land. Een merkwaardige studie gepu bliceerd door ingenieur Tanner, voorzitter van de werkgroep voor ruilverkaveling en landbouwstruc tuur van de F.A.O. in een onlangs verschenen nummer van het Zwit serse dagblad Neue Züricher Zei- tung verstrekt ons voor deze ver gelijking de vereiste gegevens. Deze deskundige wijst erop dat de vroegere directeur van de E.A.O., prof. Wahlen, reeds in 1953 in het F.A.O.-programma de ruil verkaveling opnam en deze in de landen die hiervoor in aanmerking kwamen door geregelde bespre kingen trachtte te bevorderen. Toen was men in België, in tegen stelling met de andere landen van de Europese Economische Gemeen schap, nog niet aktief op gebied van ruilverkaveling. Thans heeft het streven naar integratie van de West Europes landen tijdens de jongste jaren het herkavelings- vraagstuk tot een landbouwpro bleem van eerste orde gemaakt. De hiermede verband houdende structurele verbetering van de landbouw, de gunstige gevolgen tot verhoging van de produktiviteit van de arbeid en de verlaging van de voortbrengstkosten worden thans algemeen erkend. Dit leidde in verschillende landen tot het ne men van maatregelen tot verbete ring van de voortbrengstmogelijk- heden. Voornoemde F.A.O. groep ver gaderde de laatste jaren te Rome, Lissabon en Wenen. Er werd een omvangrijk materiaal verzameld in 14 Europese landen. Hieruit is het volgend overzicht getrokken. Met de ruilverkaveling werd het vroegst begonnen in de Scandina vische landen en Duitsland. In De nemarken werd de ruilverkaveling grotendeels doorgevoerd vooral in het midden van de 17de tot het midden van de 18de eeuw in de vorm van de verkleining van dor pen en samenstelling van afgeron de bedrijven. Sedertdien worden als aanvullende maatregelen her verkavelingen en vergrotingen van de kleine landbouwbedrijven uit gevoerd. In Zweden is men eveneens met de ruilverkaveling begonnen in het midden der 18de eeuw, zij werd ge volgd door een verdere herverka veling gepaard gaande met ver kleining van dorpen door grensre gelingen en met aanleg van we gen. Sedert de jongste oorlog wordt vooral belang gehecht aan wegenaanleg en de uitbreiding van niet levenskrachtige landbouwbe drijven. In Duitsland werd in de tweede helft van de 18de eeuw met de her verkaveling op grote schaal be gonnen. Doch eerst in het midden van de 19de eeuw werd van rege ringswege het stelselmatige ruil- verkavelen mogelijk gemaakt. Tot in 1939 werden belangrijke opper vlakten landbouwgrond verbeterd en na de jongste oorlog werden de verbeteringswerken nog sterk op gedreven. Indien men tot het bekomen van spoedige uitslagen in bepaalde streken eerst het gemakkelijker stelsel van afronden der bedrijven toepast dan gaat men in de laatste jaren over tot diep ingrijpend en definitief werk waarbij men er niet voor terugdeinst het vroeger ver richte werk te verbeteren door het oprichten van alleenstaande boer derijen. Het thans nagesstreefde doel is de volledige herverkaveling zoals zij bv. in Nederland wordt uitgevoerd, In Finland en Noorwegen begon men met de wettelijke ruilverkave ling in het midden van de 19de eeuw op dezelfde wijze als in Zwe den, dus door het stichten van al leenstaande boerderijen en het af ronden der bijbehorende gronden. In Finland is vooral door de her verkaveling in Karelië grote akti- viteit ontwikkeld. Beide landen be steden bovendien bijzonder aan dacht aan de aanleg van moderne wegen om het gebruik van machi nes in de landbouw op te voeren. (Zie vervolg 2' bladz. 3' kolom. Wij moeten de pluimveehouders zeker niet vertellen dat onze leg hennen voortdurend onder hoog spanning staan. Alle mogelijke middelen worden aangewend om steeds maar meer eieren te rapen de hokken worden zo doelmatig mogelijk ingericht, de voeding wordt tot in de perfectie verzorgd, alle aandacht gaat naar het aan schaffen van extra kuikens, enz. Dat dit alles met kosten gepaard gaat spreekt vanzelf en deze kos ten moeten dubbel vergoed wor den dooi een hogere voortbrengst. Wanneer wij ons dan zo inspan nen om alles zo goed te doen, moe ten wij toch oplettend rondzien willen wij vermijden dat kleine de tails over 't hoofd gezien worden. Want kleine fouten kunnen wel eens de vruchten van al onze in spanningen te niet doen. Laten wij even nagaan hoe het gesteld is met de nachtrust van on ze hennen. Dit lijkt ons genoeg van belang om er even over uit te wij den. Wij ondervinden trouwens aan ons zelf wat voor een invloed een goede of slechte nachtrust kan hebben op onze algemene toestand Twee eisen stellen wij voor de nachtrust van onze hennen voor eerst moeten ze gemakkelijk, onge stoord een weldoende nachtrust kunnen genieten. Vervolgens moet de slaapplaats op zulke wijze inge richt zijn, dat ze geen schadelijke invloed uitoefent op de gezondheid. Ruime en gemakkelijke slaapplaatsen. Wat de zitstokken betreft zouden wij heel wat kunnen zeggen over hun constructie in verband met werkbesparing voor de kweker wij bedoelen het werk voor 't op ruimen van het mest, het rapen van verloren gelegde eieren, enz. Wij zouden kunnen spreken over de verschillende modellen mestbak- ken, enz. enz. Bepalen wij ons nu echter tot het vraagstuk voor zover het de hennen zelf betreft. Vooreerst de lengte van de zit stokken in doorsnee dient men per 5 hennen 1 meter zitstokken te voorzien. Voor zware hennen lie ver iets meer, terwijl voor lichtere hennen iets minder volstaat. 20 cm per dier is niet zo n weelde en ver keerde spaarzaamheid kan op dat gebied wel zijn gevolgen hebben. Wij moeten er bovendien rekening mee houden dat in het kippenhuis- houden ook wel eens moeilijkhe den kunnen zijn, waarbij sommige hennen de andere gaan verjagen. Die verjaagde moeten dan ergens maar een plaatsje gaan zoeken. Bij te weinig zitstokken heeft men dan ook meer kans op achterblijvers. Dat in bepaalde omstandigheden de hennen zo dicht op elkaar gaan kruipen dat men de indruk heeft dat ze ruimte op overschot hebben zegt niets, Bij koude zal dat wel eens meer voorkomen. Maar wat moeten ze dan gedurende de zo mer doen De onderlinge afstand tussen de zitstokken is eveneens van belang. Deze mogen zeker niet te dicht bij elkaar liggen om te voor komen dat de dieren in een pak op elkaar zitten. Is de ruimte tussen twee zitstokken te klein dan raken de dieren langs voor en langs ach ter elkaar, waardoor verluchting tussen de dieren uitgesloten is, zo dat gevaar van oververwarming ontstaat. Beeld u even in wat er kan gebeuren als de dieren, die 's nachts zo warm bij elkaar ge pakt hebben gezeten, in de vroege (en dus ook koude) morgen van de stokken komen. De afkoeling zal dan seffens te groot zijn met alle ge varen eraan verbonden. De laatste tijd begint men terug de schuin-opstaande zitstokken te gebruiken. Deze hebben in alle ge val dat voordeel dat de dieren tus sen de rijen volledig vrij komen te zitten van elkaar. Wij vinden het echter niet wenselijk de stokken dichter bij elkaar te brengen dan nodig is, om te voorkomen dat de dieren elkaar met hun uitwerpse len bevuilen. Wij willen er ook op wijzen dat bij gebruik van schuin oplopende steunen de zitstokken zelfs steeds vlak moeten blijven lig gen. Wij zagen wel eens een ge val waar men gemakshalve de stokken zo maar lukraak had op- genageld, met als gevolg dat de hennen met hun voetzolen op de scherpe kant van de stokken kwa men te zitten. Als een goede afstand tussen de stokken kan men 35 cm nemen. De eerste komt op ongeveer 25 cm van de muur te liggen. De laatste op 25 cm van de rand van de mest- bak. Afmetingen van de stokken Al te vaak gebeurt het dat men zitstokken maakt van materiaal dat toevallig onder de handen valt. Op 't zicht kan dat goedkoop uitval- (Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom) De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr H5. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1960 | | pagina 1