De Belgische teelten onder glas in de Euromarkt. ONVRUCHTBAARHEID BIJ ONS RUNDVEE. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 23 JANUARI 1960. Verschijnt iedere zaterdag 39ste JAARGANG Nr 1907 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Nr M.25.93. O. CAUDRON. Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 De Nederlandse tuinbouwkun dige, tevens rijksconsulent van het bekende Zuidhollands glasdistrict Ir W. Van Soest heeft onlangs een studiereis gemaakt gewijd aan de tuinbouw in de Zuiderse landen van de Europese Economische Ge meenschap. Hij heeft aldus een grondig in zicht gekregen over de omstandig heden waarin de tuinbouw wordt beoefend in Italië, Frankrijk en Spanje en over de concurrentiepo sitie van de Nederlandse tuinbouw onder glas met de tuinbouwvoort- brengselen uit deze landen op de markten van de Europese Econo mische Gemeenschap. De Heer Van Soest heeft zijn be vindingen uiteengezet in een con ferentie die stellig de aandacht verdient van de Belgische tuin- bouwkringen. Er bestaat immers in ons land op vrij grote schaal de mening dat onze glascultuur niet bestand zal zijn tegen de concur rentie van de tuinbouwvoortbreng- selen uit de zuiderlanden op de Eu ropese Markt daar deze voort brengselen genieten van een kost prijs die merkelijk lager is dan bij ons. Welke is echter de juiste toe stand en de werkelijke toedracht Hierover bevat de conferentie van de heer Van Soest interessante ge gevens. Indien de tuinbouwers in het zuiden over het algemeen beschik ken over een gunstiger klimaat voor bepaalde teelteD, over goed kope arbeidskrachten en over goedkope grond, overtreffen onze tuinbouwers in Nederland en Bel gië hen verre door betere teelt methoden, uitgebreider beroeps kennis en doelmatiger organisatie bij de aankoop van grondstoffen en materieel en bij de afzet hunner voortbrengselen. De zuidelijke tuin bouwers maken voorzeker vooruit gang bij de teeltbeheersing, doch de Nederlandse en Belgische tuin bouwers gaan nog steeds vooruit in economische bedrijfsvoering. De heer Van Soest stond nader stil bij de volgende beoordelings elementen. Het ontwikkelingspeil. Het ontwikkelingspeil van de tuinbouwers is vooral in Italië en Spanje gemiddeld aanmerkelijk lager dan bij ons. Men arbeidt er wel flink en is dus niet lui, maar de teelt- en uitbatingsmethoden zijn veelal nog verouderd. Daarbij is de tuinder er zeer individualistisch en nog weinig vatbaar voor bedrijfs- groeperingen. Hij denkt eerst aan zich zelf en dan aan zijn familie, doch veel verder reikt zijn blik niet. Aan coöperatieve verenigin gen voor afzet (zoals veilingen), voor sortering en vervoer, aan kooporganisatie of studiekringen is hij nog lang niet aan toe. Natuur lijk zijn er in het zuiden van Europa ook behoorlijk geleide bedrijven en ontwikkelde tuinders, doch hun aantal is nog vrij gering. De grond. De grond is er nog goedkoop, doch dan zonder water. Dat wil zeggen ongeschikt voor de tuin bouw. Langs bevloeiingsinstalla- ties moet men water kopen en op de akker brengen. Grond met wa tervoorzieningsmogelijkheid, dus geschikt voor de tuinbouw, is er ongeveer zo duur als bij ons. Men kent in de zuiderlanden geen wet telijke beperking van de grond- en pachtprijzen. De uitbating is bo vendien kostelijk door de vergaan de versnippering in verschillende perceeltjes die soms op betrekke lijk grote afstanden van elkaar ge legen zijn. Vele gebruikte gronden zijn daarbij ook nog minder ge schikt voor de tuinbouw dan bij ons. Het klimaat Voor onze bijzonderste glas groenten is het klimaat in de zui derlanden niet altijd zo gunstig als men soms meent. In de zomer is er dikwerf te veel zon, in de winter te veel regen en in Frankrijk en de Po vlakte soms ook vorstschade. Tegen de Mistralwind in Zuid- Frankrijk ziet men op grote schaal windschutten op de bedrijven. De sla waarvan onze voorjaars- glassla de concurrentie ondervindt heeft in Zuid Frankrijk veel te lij den van regen en wind, soms ook van vorst. Verder maken de slecht bestreden schimmels en insecten de teelt riskant en de kwaliteit ma tig. Uitval door smeul en aantas ting door virus, waarmede de enig geteelde soort sterk besmet is, maakt dat soms tot 40 van de planten wegvallen of ongeschikt zijn voor de verkoop. Tomaten groeien onder de felle zon uit tot wankleurige lelijke vruch ten. De rassenkeuze heeft mede tot gevolg dat de Italiaanse en Spaan se tomaten feitelijk alleen geschikt zijn voor de nijverheid. {Zie vervolg 2? bladzijde 3' kolom) Hoewel bij mannelijke dieren zich heel wat gevallen van on vruchtbaarheid kunnen voordoen, toch willen wij, in deze bijdragen, hoofdzakelijk handelen over de on vruchtbaarheid van de vrouwelijke runders. Vooral omdat het toch daar mee is dat onze veehouders het meest af te rekenen hebben. Onvruchtbaar is voor onze boe ren een koe, die geen kalf geeft, dus ook geen melk. Een koe dus, die behoudens haar vlees, waarde loos is geworden, een kostganger die dus niet opbrengt. Het is dan ook een groot vraagstuk voor de veehoudereen dier dat ettelijke duizende franks heeft gekost blijkt onvruchtbaar te zijn. Wat staat hem te doen Moet hij dat dier oprui men, of bestaat er een redelijke kans, dat mits een aangepaste be handeling of verzorging, de zaak in orde kan gebracht worden Niet alle gevallen zijn hopeloos. Wij mogen niet uit het oog verlie zen dat er verschillende oorzaken van onvruchtbaarheid zijn. Het is mogelijk dat het dier absoluut on vruchtbaar is. Dan is er helemaal niets aan te doen en opruimen is de enige oplossing. De onvrucht baarheid kan ook slechts betrekke lijk zijn of tijdelijk. Koeien die reeds vroeger een kalf gaven verkeren dikwijls in dat geval. Hier gaat het dan om een naderhand optre dende onvruchtbaarheid. Een veel vuldig voorkomende oorzaak hier van is b.v. besmetting van het ge slachtsapparaat. Is absolute on vruchtbaarheid een hopeloos geval, bij betrekkelijke of tijdelijke onvruchtbaarheid is er dikwijls kans deze op te heffen indien men de oorzaak er van kent. Het voortplantingssysteem van onze koeien zoals trouwens van al de zoogdieren, is een vrij ingewik keld geval en wij menen dat het wel nuttig is hierover wat verder uit te wijden. Lezen wij in een tijdschrift of boek over de voortplanting dan kunnen wij er op rekenen! dat doorgaans termen gebruikt wor den die voor een normale vee houder helemaal of althans niet voldoende verstaan worden. Veel verkeerde opvattingen treft men bovendien aan, zodat het niet te verwonderen is dat op dit gebied heel wat verwarring heerst. Wij zullen eerst een overzicht geven van de bouw van het ge slachtsapparaat bij de koeien en Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN bondig vermelden welke functie elk der afzonderlijke delen heeft. Verder zullen wij de werking in haar geheel bespreken en daarbij de gelegenheid krijgen de moge lijke afwijkingen en abnormalitei ten te vermelden. Ten slotte zullen enkele voorschriften kunnen gege ven worden die voor bepaalde ge vallen een oplossing kunnen bren gen. Bouw van de geslachtsorganen. Wanneer wij vertrekken van de uitwendige organen komen wij achtereenvolgens tegen de kling (van buiten zichtbaar), die de in gang vormt tot de schede. De sche de wordt dan afgesloten aan het eind door de baarmoedermond, die de ingang is van de baarmoe der. In de baarmoeder komen de twee eileiders terecht, die in ver binding staan met de eierstokken. 1) Het opname-gedeelte be staat uit de uitwendig zichtbare kling en daarmee verbonden de dieperliggende schede. Deze or ganen ontvangen gedurende de dekking de mannelijke roede, waarvan het zaad wordt uitgestort achteraan de schede. De schede is langs de binnen kant voorzien van een slijmvlies dat zeer rijk is aan klieren. Hier door is dat slijmvlies doorlopend vochtig slijmerig. Tijdens de toch tigheid is door versterkte bloed- toevoer en de verhoogde werking van de kliertjes het slijmvlies dui delijk gezwollen. De afscheiding is ook verhoogd zodat ze uit de kling uitvloeit. De specifieke geur die daarbij optreedt geldt als lokmid del voor het mannelijk dier (in de wilde natuur van groter belang) terwijl de rijke slijmafscheiding het binnendringen van de roede ver gemakkelijkt. Buiten de tochtig heid mag een gezond dier geen uitvloeiing te zien geven. Treedt deze toch op dan is dat een waar schuwing om waakzaam te zijn en eventueel een onderzoek in te stel len (te laten instellen) naar de oor zaak er van. Hoewel de schede vrij goed van de buitenlucht afgesloten is toch valt het voor dat bacteriën, stof deeltjes, e.d. binnendringen. Voor al bij dieren, die op een onzinde lijk strobed moeten liggen komt dat vlugger voor. Die stofdeeltjes, kleine strootjes, bacteriën, kunnen (Zie vervolg^? bladz. 1' kolom. De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaar» Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen aanduiding der bron is verb zonder

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1960 | | pagina 1