Wat deed de regering voor de landbouwers geteisterd door de droogte ONVRUCHTBAARHEID BIJ ONS RUNDVEE. Weekblad f#oor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 20 FEBRUARI I960. Verschijnt iedere zaterdag 39ste JAARGANG Nr 1911 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de j^cmdsr/erdediging van de Landbouwers Nr M.25.93. Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN O. CAUDRON, In ons nummer van 17 oktober 1959 onder hoofdlng De ramspoe dige gevolgen der aanhoudende droogte voor de veehouderij heb ben wij de maatregelen opgesomd die wij van de regering verwachten tot hulp aan de landbouwers ge teisterd door de droogte van de jongste zomer. Deze bijdrage heeft voor doel na te gaan in hoeverre de regering tot heden aan deze verwachtingen heeft beantwoord. Wij nemen hierbij de volgorde die werd in acht genomen bij de toe lichting onzer verwachtingen in onze bijdrage voormeld. Wij vroe gen maatregelen tot voorkoming van een instorting der prijzen van het slachtvee door vaststelling van een billijke richtprijs en het optre den van de Officiële Dienst voor Ravitaillering O.C.R.A. als ko- {>er om het marktverloop te regu- ariseren, een ernstige inspanning van de ministeries van Buitenland se Handel en van Landbouw om de invoer van veevoeders te be vorderen. Objectief dient erkend dat door het Ministerie van Landbouw tot heden een ernstige controle werd uitgeoefend op de ontwikkeling van de veeprijzen en dat dit Mini sterie zich terdege heeft ingespan- om de invoer van de ruwvoeder, onder meer uit Italië en Joego-Sla- vië, mogelijk te maken. Deze maat regelen hebben er toe bijdragen om de toestand op de veemarkten, althans tot heden, minder gespan nen te maken. De instorting der veeprijzen werd aldus voorkomen. Wij verhopen dat deze actie verder onverpoosd zal worden voortge zet. Tot vermindering van de voe- derkosten van het vee, vroegen wij de afschaffing van het bijzonder invoerrecht van 100 fr. per 100 kg op de veevoedergranen tot finan ciering van het Landbouwfonds, voorzien in het kader van de graanpolitiek der regering, en zijn vervanging door een teeltpremie per ha voor de voedergranen. De Minister van Landbouw is op deze eis niet ingegaan, hij houdt hardnekkig aan zijn stelsel tot va lorisatie van de voedergranen. Er dient evenwel toegegeven, dat hij bij de vaststelling van de nieuwe voorwaarden tot toekenning van compensatiepremies aan de vee houders op ruime wijze rekening heeft gehouden met behoeften van «e veehouder gevestigd in de stre ken die het meest van de droogte hebben geleden. Dit belet ons noch tans niet het invoerrecht op de vee voeders als een nadelige maatregel te beschouwen en zijn vervanging door een teeltpremie ten voordele van de voedergranen verder te eisen Ook betreuren wij dat van de vermindering van de binnenlandse taksen op de veevoeders niets in huis is gekomen. Deze verminde ring dringt zich in de huidige om standigheden nochtans op. Wij vroegen in hoofdzaak de ver hoging van de melkprijs aan de voortbrenger tijdens de winter maanden met 0,50 fr. per liter. Met ingang van 1 november 1959 werd door het bevoegd ministerie een eerste verhoging toegestaan van 0,25 fr. per liter. Het duurde tot 2 januari 1960 al vorens door het ministerieel comité voor Economische Coördinatie een aanvullende prijsaanpassing werd verleend. Het werd geen prijsvermeerde- ring van 0,25 fr. per liter, doch een op eerste gezicht vrij ingewikkeld stelsel dat kan samengevat wor den als volgt van 16 tot 31 januari 1960 voor melk van 3,3 t.h. vet 3,75 fr. (onveranderd) ,- afgeroomde melk 0,95 fr. (in plaats van 1,05 fr.) boter 87,50 fr. in plaats van 85 fr. februari 1960 melk van 3,3 °/0 vet 3,75 fr. (onveranderd) afgeroom de melk0,95 fr. (in plaats van 1,05 fr.) boter 87,50 fr. (in plaats van 85 fr). Bovendien werd beslist de richtprijs van de melk tijdens de zes maanden van de zomerperiode te verhogen met een bijzondere bijslag van 0,05 fr per liter. Wanneer wij dit stelsel vergelij ken met een prijsvermeerdering van 0,25 fr. per liter, komen wij tot de bevinding dat de steun ver leend aan onze melkveehouders on geveer gelijk is, ja zelfs iets ruimer met het stelsel van de Minister van Landbouw voormeld, de vraag die echter bij ons rijst is of de uitvoe ring ervan met geen te grote moei lijkheden zal gepaard gaan. Wij vroegen kredieten op korte termijn ten voordele van de land bouwers die door de droogte werden geteisterd. Aan dit ver zoek werd door de Minister van Landbouw voldaan daar door het Nationaal Instituut voor landbouw krediet ten voordele van deze landbouwers kredieten tegen 2 °/0 op korte termijn beschikbaar wor den gesteld. (Zie vervolg 2' bladzijde 3' kolom) v- In onze vorige bijdrage vermeld den wij de anatomische afwijkin gen, die bij ons vrouwelijk rundvee gedeeltelijke of volledige onvrucht baarheid konden veroorzaken. Door anatomische afwijkingen ver stonden wij dan misvormingen, on volgroeidheid, gedeeltelijke of ge hele afwezigheid van het betrok ken orgaan. Als tweede reeks oorzaken die wij moeten bespreken komen nu de Functionele afwijkingen. De geslachtsorganen en klieren, die er bij te pas komen kunnen, wat hun bouw betreft, best in orde zijn. Er bestaat dan evenwel nog kans dat de werking er van te wensen overlaat Zoals wij reeds hebben vermeld kunnen deze af wijkingen zowel van erfelijke als van toevallige aard zijn. Zijn wij voorstander van onverbiddelijke opruiming in geval van anatomi sche afwijking, toch zouden wij bij functionele stoornissen toch meer geduld hebben, daar door een ge paste behandeling vrij dikwijls een oplossing kan gevonden... op voor waarde dat men een idee heeft van de oorzaak van de afwijking. Een feit is dat de laatste jaren, waarschijnlijk als gevolg van min der natuurlijke levensomstandig heden, steeds meer functionele on vruchtbaarheid gaat optreden. Een geluk daarbij is dan dat daardoor slechts tijdelijke onvruchtbaarheid ontstaat, althans in de meeste ae- vallen. 1) Gestoorde hormonenproductie. Wij zagen reeds dat gebrek aan voldoende licht een remmende in vloed heeft op de werking van de hypophyse, waardoor deze minder of helemaal geen hormonen gaat afscheiden. Als wij ons even herinneren welk een ingewikkeld spel van hormo nen er tijdens de geslachtscyclus een rol speelt dan kan men zich goed voorstellen dat er niet zo veel moet mislopen wil heel het proces verkeerd gaan. Wordt te weinig hormoon afgescheiden dan treden de tochtigheidsverschijnselen veel zwakker aan 't licht en vaak weet de veehouder zelf niet of er toch tigheid is of niet. Bij een verminderde werkzaam heid van de eierstokken (die even eens hormonen afscheiden) kan het voorkomen dat het bevel afkomstig van het rijpende elblaas- je te zwak op de hypophyse in- werkt, met als gevolg dat te wei nig tochtigheidshormonen wor den afgescheiden. Het gevolg is dan weer te zwakke of helemaal geen tochtigheidsverschijnselen Gezamenlijk tekort van hormo nen én van de eierstokken én van de hypophyse kan het afsterven van het bevruchte eicelletje voor gevolg hebben. Ook op die wijze wordt de koe, die uitwendig volle dig in orde is, onvruchtbaar. Wij bespraken vroeger de wer king van het gele lichaampje Dit lichaampje ontstaat nadat de eicel het eiblaasje heeft verlaten Bij niet bevruchting verdwijnt het normaal, terwijl bij bevruchting n©t blijft bestaan totdat de vrucht geboren is. Dit om te voorkomen dat de geslachtscyclus zou hervat ten terwijl de koe drachtig is. Toch gebeurt het dat het gele lichaam pje, dat normaal moet verdwijnen bij niet bevruchting en ook na het kalven, tóch blijft bestaan. In dit geval remt het de hypo physe in zijn werking, m.a.w. er kan geen nieuwe eicel aan 'trijpen 9a°n. en ®r treedt dan ook geen tochtigheid meer op. De koe is weer onvruchtbaar geworden, zij het dan ook maar tijdelijk Want door een ingrijpen van de veearts kan dit gele lichaampje verwijderd worden, zodat de remmende in vloed op de hypophyse ophoudt en deze normaal haar werking kan hervatten. Het verwijderen van dit 9 ,1|IchaamPje gebeurt langs de endeldarm, vanwaar met de hand het knobbeltje opgezocht en uit geknepen wordt. Wij menen dat het de veehouders stilaan duidelijk wordt dat onvruchtbaarheid een geval is voor de veearts en niet voor een kwakzalver. In onze vroegere artikels hebben wij ook reeds gewezen op de mo gelijkheid dat het eicelletje, in plaats van uit het gebersten ei- blaasje weg te geraken afsterft voor dat het vrijkomt. Het eiblaas je berst dan niet en kan verder uit groeien tot verschillende grootte. Het ongeluk is nu dat dit eiblaas je, zolang als het niet gebersten is steeds maar hormonen afscheidt die de hypophyse steeds mam prikkelen om de tochtigheidsver schijnselen op te roepen. Het ge volg van dergelijke gang -van za ken is dan een voortdurend* tochtigheid. De koelen laten zich ieder ogenblik van de dag dekken, maar tot een bevruchting kan het niet komen omdat er geen eicel is die kan bevrucht worden. (Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom.) De Koornbloem abonnementsprijs 96 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1960 | | pagina 1