Waarheen met de Pluimveeteelt De nieuwe pensioenwet voor zelfstandigen. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 7 MEI 1960 Verschijnt iedere zaterdag 39ste JAARGANG Nr 1922 Scheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Sicmdsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. II. In onze inleidende bijdrage, kwamen wij tot het besluit dat de mate waarin wij als pluimveehou der het hoofd zullen kunnen bie den aan de binnenlandse, zowel als aan de buitenlandse concurren tie, grotendeels zal afhangen van onze vakkennis en onze zorg. Deze vakkennis nu moet niet aanzien worden als een grote sta pel geleerdheid, hoewel dat die daar wel eens bij te pas kan ko men, maar op de eerste plaats moet ze gebaseerd zijn op een grote do sis gezond verstand, een ononder broken oplettendheid en zorg en een stelselmatig streven naar ver betering. Een strenge controle, niet alleen op de dieren, maar even zeer op ons eigen zelf zal daarbij zeker wenselijk zijn. Dat zulks niet noodzakelijk met grote kosten gepaard hoeft te gaan, dat het zelf mogelijk is op die wijze kosten uit te sparen en ook onze winst te verhogen hopen wij in de volgende bladzijden aan te tonen. Een vakman in de veeteelt heb ben wij eens horen de vergelijking maken tussen een melkstoel en de veeteelt. En die vergelijking gaat niet alleen op voor pluimvee, maar evenzeer voor de varkens en voor rundvee. De eerste pikkel van die melk stoel kunnen wij vergelijken met het kweekmateriaal, de kuikens dus die de broeier aflevert. De tweede is de kweker zelf, die voor de opfok van de kuikens zal moe ten zorgen, en de derde pikkel kun nen wij gelijk stellen met de voe derleverancier. Laat ons niet uitzoeken welke van die drie het belangrijkste is Ze zijn alle drie van groot belang. Blijft er één in gebreke dan mislukt de kweek. Precies zoals bij de melk stoel: als één van de pikkels breekt dan valt de melker in de mest. Hoewel wij niet ontkennen dat de rol die de broeier en de voeder leverancier spelen zeker niet te on derschatten zijn, toch zijn wij per soonlijkvan mening dat de grootste invloed op de goede gang van za ken dient uit te gaan van de kwe ker zelf. Want onafgezien van de bijdrage, die hij in de opfok en het onderhoud zelf te leveren heeft, is het toch ook hij, die beslist welke broeier zijn kuikens zal leveren en •n welke voederleverancier hem zijn voeder zal bezorgen. En als hij daarbij zich niet laat beïnvloeden door allerlei mooie praatjes maar goed uit zijn ogen kijkt en de beko men resultaten goed weet te verge. lijken dan kan men er op rekenen dat ook die twee andere pikkels, de kuikens en het voeder, wel in or de zullen zijn. De aankoop van kuikens. Kwekers, die reeds jaren lang ieder seizoen opnieuw kuikens moetens kopen weten hoeveel hier aan is gelegen. En ze zullen er wel dezelfde mening op nahouden als wijzelf, waar wij zeggen dat het ieder jaar steeds moeilijker wordt de juiste keus te doen. Want zoals iedere voederfabrikant beweert het beste voeder te hebben, zo be weert iedere broeier dat zijn kui kens de beste zijn. Bovendien dui ken ieder jaar nieuwe namen op, zodat zelf een ervaren kweker in die doolhof het hoofd verliest. Rode of witte, zuivere rassen of kruisingen, Amerikaanse of inland se, hennen met oog of laag voeder- verbruik, zoveel eieren per jaar en dan eieren van zulk gewicht. Bo vendien zoveel maanden ononder broken aan de leg, weinig of geen broedsheid, bestand tegen zus en zovele ziekten, pullorumvrij, enz. Kies daar maar uit als ge kunt De kwekers zullen dan ook met ons akkoord zijn dat de aankoop van kuikens een kwestie is van ver trouwen, zoals de aankoop van plantaardappelen en zaaigraan een kwestie van vertrouwen is. Daar de kwaliteit van de kuikens een zaak is waar de kweker zelf niets kan aan veranderen, tenzij door veranderen van broeier, zul len wij hier niet lang bij stilstaan. Alleen willen wij de pluimveehou ders dit op 't hart drukken als ge goed zijt bij een bepaalde broeier, loop dan niet weg. Loop niet van de klaveren naar de biezen. Want zelden zal dat het verwachte resul taat geven. De waarde van legkuikens ligt in hun erfelijke eigenschappen, die zij van de ouderdieren, zowel ha nen als hennen, hebben meege kregen. Door voortdurende selec tie, waarbij dan aandacht werd besteed aan alle voor de kwekers gunstige factoren, zoals gezond heid, produktie, voederverbruik, enz. zijn de meest begeerde hoe danigheden in de ouderdieren bij eengebracht, in de hoop dat ze de ze aan hun nakomelingen zullen meegeven. Op dit gebied moeten wij toege ven dat van Amerikaanse zijde ze ker baanbrekend werk is verricht, vooral op gebied van wetenschap pelijk geleid selectiewerk. [Zie vervolg 3' bladzijde 1' kolom (lste bijdrage). In deze en volgende bijdragen zullen wij een toelichting verstrek ken over de belangrijkste bepalin gen der nieuwe wet van 28 maart 1960 betreffende het rust- en over levingspensioen der zelfstandigen en van het koninklijk besluit van 15 april 1960 (Stsbl. van 21 april) betreffende het indienen en het onderzoek van de pensioenaan vragen en de uitbetaling van de pensioenen en renten. Deze wet vervangt de wet van 30 juni 1956 welke wij samen met de uitvoeringsbesluiten hebben uit eengezet in 9 bijdragen opgeno men in De Koornbloem van 11 augustus 1956 en volgende num mers. Zij treedt in toepassing van 1 januari 1960 af. Wij geven onze lezers de raad deze en volgende bijdragen gewijd aan de nieuwe pensioenwet te be waren om er ten gepaste tijde de vereiste inlichtingen te vinden wan neer zij aanspraak maken op de voordelen der wet. Drie redenen hebben hoofdzake lijk de Minister van de Midden stand aangezet tot de voorberei ding van de nieuwe pensioenwet vooreerst de sanering en het herstel van het sterk geschokt fi nancieel evenwicht in het pensi oenstelsel voor de onafhankelijken de vereenvoudiging van de pleegvormen voor de pensioenge rechtigden een doeltreffende organisatie en beheer van het stelsel. I) Toepassingsgebied der nieuwe wet. De wet regelt de toekenning van rustpensioenen ten voordele van de zelfstandigen en van uitkerin gen ten voordele van de weduwen van zelfstandigen, (art. 1) A) Welke personen worden door de wet als zelfstandigen beschouwd 1° Ieder persoon die in België, hetzij uitsluitend hetzij samen met een andere werkzaamheid, een be roepsbezigheid uitoefent uit hoofde waarvan hij niet door een kontrakt van dienstverhuring (loon- of be- diendenkontrakt) of een statuut (b.v. van beambte van openbare besturen) verbonden is, noch on derworpen aan een andere wette lijke of reglementaire pensioenre geling dan deze welke bij deze wet wordt bepaald. Als beroepsbezigheid dienen be schouwd Iedere bezigheid die gewoonlijk, dit is meer dan 18 dagen per jaar, wordt uitgeoefend of die herhaald wordt. Elk mandaat dat in een vereni ging naar recht of in feite geduren de meer dan 18 dagen per jaar wordt uitgeoefend wordt als een gewoonlijk uitgeoefende bezigheid aangezien. Een bezigheid die zonder winst oogmerken wordt uitgeoefend, wordt in geen enkel geval als be roepsbezigheid beschouwd. 2) Ieder helper, dit is ieder per soon, met uitzondering van de echtgenoot, die een zelfstandige bij de uitoefening van zijn beroep bijstaat of vervangt, zonder even wel door een kontrakt van dienst verhuring tegenover hem te zijn verbonden. Ieder bloed- of aanverwant van een zelfstandige, tot en met de vier de graad, die bij hem inwoont zal, met ingang van 1 januari 1960, be schouwd worden als helper be houders wanneer, door tussenkomst van het Bestuur der Rechtstreekse belastingen bewezen is, dat bij dit bestuur geen werkelijke of fictieve inkomsten uit hooide van zijn werk zaamheden als helper zijn aange geven. /.ijn in ieder geval onderworpen aan deze wet de personen die in België een beroep uitoefenen dat inkomsten kan opleveren die inge volge artikel 25 alinea 1, 1°, 2° b en 3° van de samengeordende wetten betreffende de inkomstenbelastin gen aan de bedrijfsbelasting on derworpen zijn, behoudens wan neer de uitoefening van dit be roep tot gevolg heeft de betrokke ne aan een stelsel van maatschap pelijke zekerheid te onderwerpen. Ingevolge voormeld artikel 25 der samengeordende belastings wetten op het inkomen worden als inkomsten voortkomende van een zelfstandig beroep beschouwd a) de winsten van Dijverheids- landbouw en handelsbedrijven van alle aard, met inbegrip van de winsten voortspruitende uit het per soonlijk werk van de vennoten in burgerlijke- of handelsvennoot schappen die een rechtspersoon lijkheid bezitten die verschilt van deze van de deelgenoten (Zie vervolg 2* bladz. 1' kolom.) De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr M5, STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1960 | | pagina 1