De nieuwe pensioenwet
voor zelfstandigen.
Waarheen met de Pluimveeteelt
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 21 MEI 1960.
Verschijnt iedere zaterdag
39ste JAARGANG Nr 1924
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
(3de bijdrage).
In De Koornbloem van 7 mei 1.1.
hebben wij de bepalingen uiteen
gezet der nieuwe pensioenwet van
28 maart 1960 betreffende het toe
passingsgebied van de wet en de
verplichtingen van de zelfstandigen
onderworden aan deze wet. In ons
nummer van 14 mei 1.1. hebben wij
de bepalingen toegelicht betreffen
de de uitkeringen en inzonderheid
betreffende de toekenning van het
rustpensioen.
Thans zullen wij het hebben over
B) Het overlevingspensioen.
1) Voorwaarde
Om recht te hebben op het over
levingspensioen moet de weduwe
a) ten minste één jaar getrouwd
zijn met de zelfstandige, behalve
wanneer uit dit huwelijk een kind
geboren is, of wanneer bij het
overlijden van de man een kind te
haren laste is ,-
b) ten minste 45 jaar oud zijn. De
ze voorwaarde moet niet vervuld
zijn wanneer de weduwe bewijst
een bestendige arbeidsongeschikt
heid te bezitten van ten minste 66%
of een kind op te voeden waarvoor
zij kinderbijslagen ontvangt.
2) Aanvang
Het overlevingspenioen gaat in
de eerste van de maand na deze
waarin de aanvraag wordt inge
diend.
Het gaat echter in de eerste van
de maand na deze waarin de man
is overleden, indien de aanvraag
gedaan wordt binnen zes maanden
na dit overlijden.
3) Bedrag
a) voor de weduwe van minder
dan 65 jaar 10.500 fr.
b) voor de weduwe van minstens
65 jaar 14.000 fr.
Het bedrag van het toegekend
overlevingspensioen vóór de leef
tijd van 65 jaar wordt ambtshalve
herzien op het tijdstip dat de recht
hebbende de leeftijd van 65 jaar
bereikt.
4) Schorsing
a) bij hertrouw der weduwe
b) wanneer zij niet meer in de
voorwaarden verkeert om het over
levingspensioen vóór de leeftijd
van 45 jaar te genieten (niet meer
bestendig werkonbekwaam zijn ten
belope van minstens 66 of geen
kind meer opvoeden waarvan haar
kinderbijslag wordt toegekend).
5) Berekening van het
overlevingspensioen.
De berekening van het bedrag
van het overlevingspensioen ge
schiedt op basis van de beroeps-
baan van de echtgenoot.
a) volledig
overlevingspensioen.
Dit wordt aan de weduwe toege
kend indien haar echtgenoot als
zelfstandige werkzaam is geweest
tijdens de periode van 25 kalender
jaren die onmiddellijk voorafgaan
aan de eerste januari van het jaar
gedurende hetwelk de echtgenoot
overleden is of 65 jaar geworden is.
Voormelde periode begint ten
vroegste te lopen vanaf de 1ste
januari van het jaar dat volgt op
het jaar tijdens hetwelk de echtge
noot de leeftijd van 20 jaar heeft
bereikt. Indien de referentieperio
de gelegen is gedeeltelijk vóór 1
januari 1954, wordt de periode van
vóór 1-1-1954 wat betreft de uitoe
fening van een beroep als zelfstan
dige als bewezen beschouwd, in
dien het bewijs van zelfstandige
geleverd wordt voor deze periode.
De referentieperiode mag even
wel niet gaan tot 1 januari 1921.
Indien de man vóór 1 januari
1922 overleden is, dan bekomt de
weduwe het volledig overlevings
pensioen, indien haar echtgenoot
als zelfstandige werkzaam is ge
weest gedurende de periode van
twaalf maanden die aan zijn over
lijden voorafgaat.
b) Gedeeltelijk
overlevingspensioen.
Wanneer de weduwe de vereis
te voorwaarden niet vervult om
het volledig overlevingspensioen
te bekomen, bekomt zij een ge
deeltelijk overlevingspingspen-
sioen dat evenredig is met de loop
baan van haar man.
Dit gedeeltelijk of proportioneel
pensioen is gelijk aan het volledig
overlevingspensioen, vermenigvul
digd met een breuk die
als noemer heeft het aantal ka
lenderjaren begrepen tussen 31 de
cember 1925 —of het jaar van de
20e verjaardag van de man in
dien deze na 1925 valt- en het
jaar vóór dat van zijn overlijden of
van zijn 65e verjaardag
en als teller het aantal jaren
werkzaamheden als zelfstandige in
de loop van dezelfde periode.
{Zie vervolg 2e bladzijde 3' kolom
lil
In een vorige bijdrage handel
den wij over enkele vraagstukken,
die bij de opfok van kuikens van
belang kunnen zijn. Zo gaven wij
ook ons oordeel over het gebruik
van startvoeder
Een andere kwestie, die voor de
pluimveehouder wel eens belang
rijke verliezen kan meebrengen is
de coccidiose. Het ligt niet in
onze bedoeling in te gaan op de
aard en de bestrijdingsmethoden
van deze ziekte, maar toch moeten
wij er op wijzen dat voorzichtig
heid geboden is.
Nu wij allerlei geneesmiddelen
kennen, waarmee deze ziekte ef
fectief kan bestreden worden, dur
ven wij wel eens roekeloos worden
en de meest elementaire gezond
heidsmaatregelen over 't hoofd
zien. Wij denken hier bv. aan de
erbarmelijke toestand waarin nog
zoveel eet- en drinkbakken verke
ren. Wij mogen niet vergeten dat
de ziekteverwekker van coccidiose
langs de mest van de kuikens ver
spreid wordt. Wij moeten dus met
alle middelen trachten te voorko
men dat het voedsel of het drink
water met besmet mest (en mest is
praktisch altijd besmet) wordt ver
ontreinigd. Bakken waar de kui
kens zo met de poten kunnen in
wandelen of waar ze lekker hun
mest kunnen laten invallen zijn dan
ook te veroordelen.
Voor de eerste dagen gebruiken
de kwekers wel eens een glazen
bokaal omgekeerd op een onder
tas. Dat systeem geeft voldoening
op één voorwaarde dat die on
dertas er slechts met een smalle
rand uitsteekt. Gebruikt men een
gewone platte teljoor, dan steekt
de rand er te ver uit en de kuikens
gaan eenvoudig met de poten in
't drinkwater staan. Neem dus lie
ver een kleinere ondertas, waar
van de rand nauwelijks onder de
bokaal uitsteekt.
Wat wij ook herhaalde malen
aanraden is het plaatsen van die
drinkbokalen op een verhoog (een
cementen dal-steen bv). Hij belet
dat de kuikens, die reeds van de
eerste dagen naarstige scharre
laars kunnen zijn, hun droog turf-
strooisel in de drinkgelegenheid
kunnen krabben. Vooreerst bekomt
men daardoor zuiver water, maar
ook belet men op die wijze het op
drinken van coccidiose-kiemen,
die toch met de mest in het drink
water kunnen gekrabd worden.
Wij mogen ons, voor wat cocci
diose betreft dus niet te veel be
trouwen op de geneesmiddelen,
want eens dat de dieren ziek zijn,
gaan ze toch achteruit. Het is dus
beter te voorkomen. Zoals wij reeds
zegden door nauwgezet de ge
zondheidsvoorschriften te volgen.
Nochtans hebben de voederfabri
kanten de laatste jaren de noodza
kelijkheid ingezien om langs het
opfokvoeder om de kuikens een
voorbehoedsmiddel te geven.
Tot nu toe zagen wij gunstige
uitslagen met Nicarbazine. In nor
male gevallen treedt dan praktisch
nooit coccidiose op. 't Is alleen als
de omgeving, waarin de kuikens
komen te leven, erg besmet is, of
als de kweker geen belang hecht
aan de boven beschreven gezond
heidsmaatregelen dat er wel eens
een besmetting uitbreekt. Maar
momenteel wordt dat toch uitzon
dering.
Het gebeurt nog wel eens dat be
paalde kwekers, door hun zieke
lijke zucht steeds naar de goed
koopste voeders te zoeken, zich
minderwaardig voeder aanschaf
fen, waar geen voorbehoedsmid
del in voorkomt. In dergelijk geval
wordt het risico natuurlijk heel wat
groter en door de band zien wij dat
verkeerd begrepen spaarzaamheid
aanleiding is tot groter uitgaven
en... slechter kuikens.
Zo zagen wij vorig seizoen een
vergelijkende proef. Bij kuikens
met een ouderdom van 5 6 weken,
die geen coccidiostaticum (voor
behoedend middel) in het voeder
hadden gekregen, traden de ver
schijnselen in volle hevigheid op.
De andere, die Nicarbazine had
den gekregen vertoonden niet de
minste last. Wij zijn in de gelegen
heid geweest beide partijen in hun
verdere ontwikkeling te volgen en
wij hebben kunnen vaststellen dat
hun latere produktie zeer aanzien
lijke verschillen vertoonden. Wat
nogmaals een bevestiging is van
wat wij reeds lang wetenkuikens,
die gezond zijn opgegroeid bieden
steeds meer waarborgen voor een
betere leg.
Ingeval coccidiose toch uitbreekt,
moeten dan maar geneesmiddelen
gegeven worden. Daar is niets aan
te doen. Maar hier moeten wij toch
waarschuwen tegen een verkeerd
of een onoordeelkundig gebruik.
Het gebeurt nu en dan dat een
kweker sulfamiden in huis heeft.
Hij heeft zich tijdig voorzien tegen
als er iets uitbreekt. Hij is dan bo
vendien nog fier ook op zijn voor
uitziendheid. Toch schuilt daarin
een groot gevaar. Zo hebben wij
gevallen meegemaakt waar bij de
eerste tekens, die zouden kunnen
wijzen op coccidiose, onmiddellijk
Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom.)
De Koornbloem
Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zelvtn
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden,