De begroting van landbouw in de
Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Waarheen met de Pluimveeteelt
Weekblad
¥©or en door de Landbouwers
Een belangwekkend verslag.
Arbeid adel
1
AALST 11 JUNI 1960.
Verschijnt iedere zaterdag
39ste JAARGANG Nr 1927
BeheerZeebergkaai 5,
Tel. (053) 242.67
Aalst
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
(lste bijdrage).
De begroting van het Ministerie
van Landbouw voor het dienstjaar
1960 werd bij de Kamer van Volks
vertegenwoordigers ingediend en
reeds besproken en gestemd.
Ter bestrijding van de gewone
uitgaven voorziet het ontwerp kre
dietenten bedrage van 1.123.003.000
frank, wat volgens traditie maar
een mager aandeel betekent in de
totale staatsuitgaven. Alvorens aan
de Kamer ter bespreking te worden
overgemaakt werd het ontwerp
van begroting onderzocht door de
Kamercommissie voor de Land
bouw waar het aanleiding gaf tot
uitvoerige besprekingen van de
belangrijksté vraagstukken waar
voor onze landbouw thans ge
plaatst is. Hierover werd een in
teressant verslag uitgebracht door
volksvertegenwoordiger Dupont
dat de verdiensten heeft op duide
lijke wijze de vraagstukken en zon
der omhaal van woorden de ziens
wijze der commissie weer te geven.
Het verslag van de heer Dupont
omvat twee gedeelten het eerste
behandelt de toestand van
onze landbouw in het kader
van Benelux, zulks meer bijzonder
naar aanleiding van de liberalisa
tiemaatregelen welke voor fruit en
groenten werden getroffen op de
jongste Beneluxconferentie in Her-
toginnedal op 20 februari 1.1.
Het tweede gedeelte is gewijd
aan de toestand van de landbouw
en de maatregelen welke in ver
band hiermede dienen genomen.
1) De landbouw in Benelux
Het verslag begint met een toe
lichting van de belangrijkste pun
ten der overeenkomst getroffen op
voormelde conferentie aan de hand
van de inlichtingen verstrekt door
de Minister van Landbouw.
Ter gelegenheid van de Bene
luxconferentie in Hertoginnedal op
20 februari 1960 werd de volgende
regeling getroffen die alleen geldt
voor fruit en groenten die niet vrij
gegeven zijn in het intra Benelux
verkeer.
Het regime van de minimumprij
zen toegepast door de Belgisch-
Luxemburgse Economische
Unie (B.L.E.U.) in het kader van ar
tikel 44 van het E.E.G. verdrag (ver
drag tot instelling van de Europese
Economische Gemeenschap) is
eveneens toepasselijk in Benelux
dezelfde minimumprijzen gelden
tegenover allen.
De regime in E.E.G.- verband, zo
als in Benelux, voorziet in de mo
gelijkheid van de grenssluiting dit
is de enige werkelijke waarborg
voor de landbouwers en kan dus
niet prijsgegeven worden.
Aldus wanneer de prijzen op de
markt van de B.L E U. beneden de
vastgestelde minimaprijzen komen
te liggen, kan België zijn grenzen
sluiten, met dien verstande echter
dat Nederland met zijn uitvoer
naar ons land zou mogen voort
gaan op voorwaarde te waarbor
gen dat die invoer bij ons zal ge
beuren tegen een prijs hoger dan
de vastgestelde minimumprijs. Niet
temin, zo op de markt van de
B.L.E.U. een bijzonder moeilijke toe
stand ontstaat, dan kunnen de Mi
nisters van Landbouw van de
B.L.E.U. eenzijdig tot grenssluiting
overgaan.
Wat betreft de harmonisatie en
vrijmaking van landbouwproduk-
ten die in het kader van Benelux
nog niet werden geliberaliseerd,
deze kwesties zullen worden be
schouwd in een Beneluxgeest o.m.
door de daartoe bevoegde commis
sie van harmonisatie van de land
bouwpolitiek in de Beneluxlanden.
In verband met de internationale
vraagstukken zullen voorafgaan-
delijke contacten worden opgeno
men tussen de ambtenaren van de
Ministers van Landbouw
Over de toestand en de evolutie
van onze landbouw in het kader
van Benelux welke sedert jaren de
aandacht en de bezorgdheid ver
gen van onze landbouw- en tuin-
bouwkringen laat de verslaggever
heer Dupont zich uit als volgt
Het standpunt van de Belgische
landbouw tegenover Benelux is se
dert 1950steeds hetzelfde gebleven.
De Belgische landbouw is princi
pieel geenszins tegen de Economi
sche Unie gekant. Wie echter enig
inzicht heeft in het enorme verschil
inzake prijzen en prijsvorming in
Nederland en in België moet aan
vaarden dat de Belgische land
bouw de liberalisatie niet kan aan
vaarden zonder een voorafgaande
harmonisatie van de landbouwpo
litiek der beide landen.
Men kan het de Belgische land
bouw niet kwalijk nemen dat hij
Benelux wil ondergaan maar ook
overleven.
{Zie vervolg 2e bladzijde 3' kolom).
VI.
Vorige keer hadden wij het o.a.
over de overbevolking, waartegen
toch zo gemakkelijk gezondigd
wordt. Wij willen hier even op te
rugkomen, omdat men toch nog al
tijd mensen aantreft, die menen dat
de winst alleen maar afhankelijk is
van het aantal dieren.
Laten wij hen echter waarschu
wen dat in hokken waar meer hen
nen in zitten dan normaal, er steeds
groter uitval is. Zwakkere dieren
krijgen het daar extra moeilijk,
doordat ze stelselmatig door de
sterkere worden opgejaagd en
g sen ogenblik rust kennen. Tegen
dat ze eindelijk aan de leg toe zijn
ziet men dan het opvallend ver
schil tussen zogenaamde voorlo
pers en de achterblijvers.
Iemand die nauwkeurig aante
keningen bijhoudt betreffende de
leg, de uitval, de sterfte, enz., van
zijn hok, zal reeds meer dan eens
hebben vastgesteld dat er soms
meer dan twee maand verschil is
tussen het in de leg komen van de
poeljen.
Men kan zich nu wel troosten
met de veronderstelling dat zij die
later in de leg komen onmiddellijk
dikkere eieren gaan leggen, of dat
ze de leg langer zullen aanhouden.
De praktijk is daar echter om juist
het tegenovergestelde te bewijzen,
in alle geval wat betreft het aan
houden van de leg. Juist deze die
het laatst in de leg komen zijn door
gaans ook de slechte legsters, die
het minste eieren leggen en die
ook het eerst moeilijkheden geven
door te vroege iui, te lage leg, enz.
Trouwens bij varkens zien wij
eenzelfde verschijnsel, dat even
eens dikwijls te wijten is aan over
bevolking. Steekt men te veel die
ren bij elkaar dan krijgt men ver
houdingsgewijze ook meer achter
blijvers. En zowel hier als bij ach
terblijvende poeljen is er maar één
middel om de schade te beperken:
de achterblijvers zo spoedig moge
lijk uit de bende weghalen en af
zonderlijk steken.
Wellicht kunnen zomerhokjes,
waar wij het reeds over hadden,
nog goede diensten bewijzen.
Maar ook ergens een afzonderlijke
verblijfplaats, die voldoet aan de
eisen van een gezonde omgeving,
kan hier volstaan. Ieder hennen-
houder, die een zeker aantal die
ren houdt zou zo'n afzonderlijk
hokje moeten hebben. Hoe dik
wijls valt het niet voor dat hennen
gepikt worden Dat de cloaco uit
komt door te zware eieren Dat
minderwaardige hennen uitge-
raapt worden en afzonderlijk moe
ten gestoken worden Dat sommi
ge dieren ziekteverschijnselen ver
tonen, die het wenselijk maken dat
ze van de andere gescheiden wor
den
Voor al deze gevallen brengt
zo'n speciaal hokje de oplossing.
Zelf in verband met het selecteren
van de leghennen kan het dienst
bewijzen. Hoeveel kwekers durven
het niet aan te selecteren omdat ze
er niet zeker van zijn dat ze de
juiste dieren er uit halen Maar
nooit selecteren omdat men zelf
vertrouwen mist is zeker niet het
juiste middel om het goed te leren.
Betrouwt men zichzelf niet dan
steekt men de uitgeraapte hennen
in dat afzonderlijk hokje en al vrij
vlug zal blijken in hoever men juist
gepakt heeft of niet.
Ten slotte moeten wij er op wij
zen dat overbevolking veel meer
kans geeft op allerlei moeilijkhe
den. Ademhalingsziekten, pikkerij,
enz., zijn nog al vlug oorzaak dat
de grotere winst, die men door een
dichtere bezetting had verwacht,
omslaat in verlies.
En nu aan de leg
Laten wij hopen dat de poeljen
het tot nu toe goed hebben ge
daan en zonder veel moeilijkheden
de ouderdom van 5 maand hebben
gehaald.
Voor de kweker is dat het beslis
send ogenblik, want de eerste eie
ren zijn op komst, waardoor een
begin wordt gemaakt met de terug
betaling van de gemaakte onkos
ten van de opfok. Het past hier wel
de kweker op 't hart te drukken
dat op dit ogenblik de hennen ge
kweekt zijn. Wij bedoelen daarmee
dat die eerste vijf levensmaanden
van beslissend belang zijn geweest
voor de verdere produktie.
Hier en daar treffen wij nog de
opvatting aan dat met de voeding
van de jonge dieren niet zo veel
belang gemoeid is en pas als de
eerste eieren er zijn wordt er meer
belang aan gehecht. Een vrij veel
voorkomende fout is wel deze dat
men gedurende de opgroei van de
poeljen het er op aan legt zware
dieren te krijgen en pas als ze aan
de leg zijn gegaan stelt men wel
eens vast dat ze te vet zijn gewor
den.
Anderzijds zien wij ook wel eens
een onverantwoord streven naar
lichtere dieren. Sommige broeiers
maKen er een extra propaganda
middel van dat hun stam zoveel
lichter is dan die van een ander en
dan natuurlijk ook zoveel minder
verbruikt. Het is dan ook niet te
(Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom.)
De Koornbloem
Abonnementsprijs 96 fr. jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden