De begroting van landbouw in de
Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Waarheen met de Pluimveeteelt
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
Een belangwekkend verslag.
AALST 18 JUNI 1960.
Verschijnt iedere zaterdag
39ste JAARGANG Nr 1928
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
(2de bijdrage).
In onze vorige bijdrage hebben
wij het eerste gedeelte van het
verslag der Kamercommissie voor
Landbouw, ter gelegenheid van
het onderzoek der begroting van
het Ministerie van Landbouw voor
het dienstjaar 1960, samengevat.
Dit verslag opgesteld door volks
vertegenwoordiger M. Dupont
heeft betrekking op de toestand
en de mogelijkheden van onze
landbouw in het kader van Bene
lux.
Aan dit probleem wijdt de ver
slaggever nog volgende interes
sante beschouwingen.
De landbouw in Benelux.
Vooreerst onderzoekt hij voor
de twee landen de verbruiksmoge-
lijkheden van landbouwprodukten
ten opzichte van de omvang van
de produktie. Deze laatste wordt
percentsgewijze of onder coëffi
cienten uitgedrukt ten opzichte
van de verbruiksmogelijkheid in
eigen land door volgende tabel
Belgisch-Luxemburgse Econ. Unie
Nederland
Totale produktie is gelijk aan
Broodgranen
61
Voedergranen
46
Voedergranen
24
Aardappelen
96
Aardappelen
146
Suiker
136
Suiker
92
Groenten
100
Groenten
146
Fruit
80
Fruit
87
Vlees
96
Vlees
132
Eieren
102
Eieren
238
Kaas
37
Kaas
210
Boter
94
Boter
226
Tengevolge van deze toestand
grondig verschillend voor de twee
landen, waren deze genoodzaakt
elk voor zich een eigen landbouw
politiek te voeren.
De Belgische politiek die gericht
is op het tot stand brengen van
richtprijzen of directieprijzen is vrij
gemakkelijk geweest tengevolge
van de positie van België als in
voerend land. Maatregelen aan
onze grens volstonden meestal om
de prijzen in het binnenland op
een bepaald peil te kunnen hou
den.
De Nederlandse politiek is ge
steund op het stelsel der garantie
prijzen of gewaarborgde prijzen
die voor elk van de belangrijke
produkten vastgesteld werden.
In het binnenland werden de
garantieprijzen bepaald op een
peil dat rekening houdt met de
koopkracht van de bevolking en
het hoogst mogelijk verbruik laat
verhopen terwijl de overschotten
op de vreemde markten worden
gebracht tegen prijzen die soms,
maar meestal ver beneden de vast
gestelde garantieprijzen liggen. De
wereldprijzen liggen namelijk, door
kunstmatige maatregelen van de
uitvoerende landen ver beneden
de kostprijzen van de betrokken
produkten in het uitvoerend land.
Door de aanpassing van de prij
zen aan het verbruik in het binnen
land en het uitvoeren tegen de
voordeligste prijzen naar het bui
tenland, bekomt Nederland aldus
de hoogste opbrengst van zijn pro
dukten. Deze opbrengst wordt dan
nog aangevuld met belangrijke
toelagen voortkomende uit de
Staatskas of uit verschillende com
pensatiefondsen.
Tot welke verhoudingen deze po
litiek gel aid heeft in een der bijzon
derste sectoren van de landbouw
n.l. in de zuivel, blijkt duidelijk uit
de volgende cijfers welke wij vin
den in het Ontwerp voor voor
stellen in verband met de uitwer
king van een gemeenschappelijke
landbouwpolitiek ingevolge artikel
43 van het verdrag der Europese
Economische Unie dat werd op
gemaakt door de Europese Com
missie
Land Prijs in gulden van
de boter (groothandel)
België 6,75
Duitsland 6,10
Frankrijk 6,70
Italië 5,50
Nederland 3,80
(Zie vervolg 2e bladzijde 4' kolom).
VII.
Herhaaldelijk hebben wij in onze
vorige bijdragen er op gewezen
dat met de huidige eierprijzen
practisch niets verkeerd mag gaan
zonder dat wij gevaar lopen onze
luttele winst in 't gedrang te zien
komen.
De minste afwijking of tekortko
ming kan zijn weerslag hebben op
de productie en onze reeds zo klei
ne winst omzetten in verlies. Het is
in die zin dat wij enkele woorden
wensen te zeggen over de bestrij
ding van het ongedierte en ook
over het selecteren van de kippen.
Bestrijding van
het ongedierte.
Benevens enkele inwendige pa
rasieten (waaronder bv. coccidio-
se, wormen, enz.) zijn er enkele
uitwendige, die onze pluimveesta
pel bedreigen. Wij denken hier op
de eerste plaats aan bloedluis en
aan veder- of pluimenluis.
Naar onze ondervinding komt
de bloedluis niet zoveel meer voor
als vroeger. Het is eerder een uit
zondering als wij ze nog aantref
fen. En waar ze te vinden is blijkt
het doorgaans te zijn in een be
drijf dat over de ganse lijn ver
waarloosd is. Dergelijke bedrijven
gaan in de komende concurrentie
strijd onvermijdelijk onder de voet
worden gelopen. Bij oppassende
kwekers komt deze parasiet eer
der bij verrassing voor en door de
band wordt er daar ook korte met
ten mee gemaakt.
Wanneer men regelmatig en
nauwkeurig zijn hokinrichting na
ziet, zal niet zo gauw bloedluis in
grote massa optreden. Normaal
ontdekt men dan deze bloedzui
gers reeds vanaf de eerste invasie.
Dat is nu juist de voorsprong die
een oppassende kweker heeft te
genover minder oplettende, omdat
hij de kwaal reeds opmerkt bij haar
begin.
Schade is er dan practisch wei
nig of niet en de bestrijding valt
dan doorgaans ook wel mee. Daar
de parasieten zich vooral nestelen
in de reten tussen de slaapstokken
is er maar één afdoend middel
het losmaken van de stokken en
ze duchtig instrijken met houtcar-
bolineum. Dit werkje dient natuur
lijk buiten het hok te gebeuren om
wille van de doordringende reuk.
Begint men 's morgens vroeg dan
is de reuk grotendeels van de stok
ken af en wanneer ze 's avonds
weer op hun plaats worden gelegd
hebben de dieren er weinig of
geen hinder meer van.
Wanneer de zitstokken zodanig
gemaakt zijn dat ze uiteen kunnen
genomen worden dan gaat alles
van een leien dakje. Zijn ze gena
geld, ja dan gaat het niet zo vlot.
Erger wordt het nog wanneer de
bloedluizen doorgedrongen zijn
tot in de reten van het hok zelf. Bij
houten constructies is dit bv. zelfs
heel waarschijnlijk. Vandaar dat
wij bij nieuwbouw steeds de voor-
keur geven aan stenen wanden,
ten minste dan toch voor de ach
terwand, waar de slaapstokken te
gen aan staan.
Wij herinneren er terloops aan
dat de bloedluizen alleen 's nachts
op de dieren komen. Onder de
morgen, wanneer ze vol bloed zijn
gezogen gaan ze hun roes uitsla
pen tussen de reten in 't houtwerk.
Het ligt voor de hand, vooral bij
zware aantasting, dat aanzienlijke
hoeveelheden bloed van de die
ren worden afgetrokken. Verma
gering is dan onvermijdelijk. Voeg
daarbij dan de onrust onder de
slapende dieren, die ononderbro
ken geplaagd worden en er is re
den genoeg om ons zo spoedig
mogelijk van die ongewenste gas
ten te ontdoen. Maar wij herhalen
hethet oog van de meester maakt
zijn paarden vet. Ook hier is dat
het geval.
Veder- of pluimenluizen.
Hoewel niet zo schadelijk als de
bloedluis, kan de vederluis voor
onze hennen lastig genoeg worden.
In tegenstelling met de bloedluis
blijven deze luizen dag en nacht op
de dieren. Ze zoeken de warmste
en de gezelligste plaatsen uit en
wandelen lustig tussen de pluimen
over en weer. Op die wijze kun
nen ze ondraaglijke jeuk veroor
zaken.
Men probeerde die parasieten
wel eens te bestrijden met insec
tenpoeder in de legnesten te bren
gen. Veel baat gaf dat echter niet,
omdat dit poeder moeilijk tussen de
pluimen kon doordringen. Sommi
gen probeerden het met een zand
bak in 't hok, iets waar de hennen
die met jeuk geplaagd zaten graag
gebruik van maakten om zich de
pluimen eens uit te spoelen
Wanneer aan het zand dan ook
nog een insectendodend middel,
zoals bv. DDT werd toegevoegd
gaf deze methode wel wat effect.
Tegenwoordig echter is ook daar
al heel wat vooruitgang geboekt.
Wij beschikken immers over een
bestrijdingsmiddel dat zeer afdoen
de werkt, mits het op juiste wijze
wordt aangebracht. Vlak vóór de
dieren op de stokken gaan worden
(Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom.)
f S39È
De Koornbloem
Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.
(verbruiksmogelijkheid in eigen land 100)
(verbruiksmogelijkheid in eigen land 100)