De nieuwe reglementering betreffende de handel in Veevoeders. De begroting van landbouw in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt Enkele opmerkingen. Een belangwekkend verslag. AALST 25 JUNI I960. Verschijnt iedere zaterdag 39ste JAARGANG Nr 1929 Scheer Zeebergkam 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsirerdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14,25.93. O. CAUDROM. Zoals onze lezers reeds weten, is sinds 31 mei 1960 de nieuwe re glementering betreffende de fabri- katie en de handel van veevoeders (enkelvoudige zowel als samenge stelde) van kracht geworden. Reeds vroeger gaven wij hierover een uitgebreide toelichting. Enkele ge vallen, die zich nochtans in de praktijk hebben voorgedaan, zet ten er ons toe aan toch nog enkele ophelderingen te geven. Nieuwe benamingen. De nieuwe reglementering eist dat de benaming van de voeders, zoals deze op de etiketten voor komt, geen aanleiding zouden kunnen geven tot misverstand of tot dubbelzinnigheid. Daarom moe ten die benamingen opgesteld zijn volgens de voorschriften van de codex. De voorschriften voor samenge stelde voeders zijn zodanig dat al leen de aard van de diersoort mag vermeld worden, waarvoor het voeder bestemd is, eventueel met als bijkomende aanduiding de na gestreefde speculatie. Zo krijgen wij bv. voor varkens met een ge wicht van 60 kg volgende bena ming samengesteld voeder voor varkens tussen de 25 en de 70 kg. 't Is als gevolg van deze nieuwe voorschriften dat sommige van onze samengestelde voeders enigs zins van naam zijn veranderd. El ders in dit blad is de volledige lijst met de nieuwe benamingen afge drukt. Wij geloven niet dat de nieu we naam aanleiding kan geven tot twijfel of verwarring. Het enige waar wij moeten op wijzen is dat de specificatie extra is weggeval len en vervangen door de letter A, terwijl prima vervangen is door let ter B. Alle voeders waarvan het etiket dus de A vermeld zijn de extra voeders van vroeger, met hun onovertroffen hoedanigheid, ter wijl de vermelding B overeenstemt met de vroegere prima voeders. Wat wel van aard is heel wat verwarring te stichten bij de vee houders is de verplichting nu op het etiket ook het totaal ruw eiwit te vermelden. Daarover enkele woorden uitleg. Het totaal ruw eiwit. Wanneer wij onze lezers hier verzoeken aandachtig de volgende tekst te lezen, dan is dat omdat ze zouden ingelicht zijn tegen moge lijke misbruiken. Vroeger moest op de etiketten alleen vermeld worden het ver teerbaar ruw eiwit, vanaf de 1ste mei moet ook het totaal ruw eiwit worden aangegeven. Wat is nu het verschil tussen die twee Laten wij eerst vertellen wat wij onder totaal ruw eiwit verstaan. De eiwitten onderscheiden zich van de andere voedende bestand delen door het feit dat ze stikstof inhouden. Beschouwt men de ei witten in doorsnee dan vindt men daarin gemiddeld 16 stikstof. In de veronderstelling dus dat wij 100 kg eiwitten zouden hebben, dan zitten daarin 16 kg stikstof. Wanneer men een voeder ont leedt om te weten te komen hoe veel eiwit het inhoudt, dan zoekt men niet rechtstreeks naar de ei witten zelf, omdat dit voor de scheikundige enorme moeilijkhe den zou geven. Veel gemakkelij ker is het voor hem vast te stellen hoeveel stikstof in het voeder voor komt. Zou hij bv. bij een ontleding vaststellen dat het voeder dat hij onderzoekt 16 stikstof inhoudt, dan zou hij daaruit kunnen aflei den dat het hier gaat om een voe der dat uitsluitend uit eiwitten is samengesteld, nl. 100 kg. Immers 100 kg eiwit houden ongeveer 16 kg stikstof in, of anders uitqe- drukt 16 Vindt hij bij ontleding slechts 8 0/° stikstof dan kan hij daaruit afleiden dat het onderzochte voeder 50 eiwitten inhoudt. De eiwitinhoud van een voeder wordt dus bere kend aan de hand van het °/p stik stof dat er in voorkomt. Met de een voudige regel van drie kan hij dan steeds de inhoud aan eiwit bere kenen, als volgt 16 kg stikstof komt van een voeder dat 100 eiwitten inhoudt 1 kg stikstof komen dan van 100 15 6,25 kg eiwitten n kg stikstof (gevonden stikstof bij de ontleding) 100 X n 16 anders gezegd aantal kg gevon den stikstof X 6,25 inhoud aan totaal ruw eiwit. (Zie vervolg 2e bladzijde 3' kolom). (3de bijdrage). In onze nummers van 11 en 18 juni 1.1. hebben wij het eerste ge deelte van het verslag der Kamer commissie voor Landbouw, ter ge legenheid van het onderzoek der begroting van het Ministerie van Landbouw, voor het dienstjaar 1960 samengevat. In het tweede gedeelte behan delt de verslaggever, volks verte genwoordiger M. Dupont De toestand van de landbouw en de te nemen maatregelen. Aan de hand van de evolutie van het indexcijfer van de prijzen der landbouwproducten aan de voortbrenger en van dit der pro ductiekosten betrekkelijk de pe riode 1950 1959 steh hij vast, dat het nadelig verschil tussen prijzen en kosten een bestendige tendens vertoont om toe te nemen. Voor de vier laatste jaren is deze evolutie als volgt op basis van de referentiejaren 1951-1952 uitge drukt door het cijfer 100. 1956 1957 1958 1959 90,6 110 90,8 114,1 88,1 116,0 94,4 (voorlopig) 119,6 82,4 79,6 75,9 78,9 (voorlopig) De nadelige uitwerking van de verhouding prijzen en kosten kon slechts enigermate verzacht wor den door het feit dat onze boeren tussen de beste van West-Europa kunnen gerangschikt worden. Deze standing verkregen zij door hun vakkennis, de rationalisatie van hun bedrijven, intensieve bemes ting en doelmatige voeding. Toch moet men toegeven dat er van verhoging van de rendabiliteit in de jongste tien jaren bezwaarlijk kon gesproken worden. De verslaggever geeft verder een uitvoerige tabel betreffende het inkomen van land- en tuinbouw tijdens de jaren 1950 1958 alsmede een vergelijkende tabel met het nationaal inkomen over dezelfde jaren. Voor de jaren 1956 tot en met 1958 vertoont deze laatste tabel volgend beeld 1956 1957 1958 388.680 409 290 400 840 20.732,7 24.308,1 22 930,5 5,33 5,94 5,72 Anderzijds stelt hij vast dat de ac tieve bevolking gebezigd in de landbouw gedaald is van 12,15% der totale actieve bevolking in 1947 tot 9,72% in 1958, zodat deze 9,72 het moest stellen in 1958 met 5,72 van het nationaal inkomen. De verslaggever besluit terecht dat de landvlucht die wij sedert verscheidene jaren kennen een ge volg is van de moeilijke toestand waarin onze werkzame en zorgza me landbouwbevolking genood zaakt is haar levensbestaan te ver zekeren. Het is trouwens geweten en erkend door iedereen die enig inzicht heeft in de bedrijfsresultaten, dat zelfs op goed geleide en econo misch verantwoorde bedrijven het loon van de doorsnee Belgische boer vaak niet hoger ligt dan de helft, ten hoogste drie vierden van het loon van een ongeschoolde ar beider in de nijverheid. De heer Dupont vertolkt dan in zijn verslag de aanbevelingen van de commissieleden om aan deze nadelige toestand te verhelpen. 1) Aldus waren sommige leden de mening toegedaan dat maatre gelen dienen getroffen om de boer te verdedigen tegen de aftake ling van zijn bestaansmogelijk heden door de zo genaamde kom missieuitbating die reeds op ruime schaal wordt beoefend bij 't mesten van varkens, kuikens en kalveren. Deze uitbating, welke geschiedt voor rekening van personen die ten slotte met het landbouwbedrijf (Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom.) De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeivcn Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden Jaar Prijzen aan voortbrenger Productie- (akkerbouw- en veeteelt- kosten producten) (a) (b) Dispariteitsindex (a/b x 100) Jaar Netto nationaal inkomen (in miljoen fr.J Landbouwinkomen (in miljoen fr Verhouding in °/o

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1960 | | pagina 1