drogén van graan. Wetenschappelijk onderzoek Weekblad Voor en door de Landbouwers Het kunstmatig in 't voordeel van de boeren Arbeid adelt AALST 20 OOGST 1960. Verschijnt iedere zaterdag 39ste JAARGANG Nr 1936 Voor de Ontwikkeling en de Stondsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniginq REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. B«hesr Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Nu wij weeral een uitzonderlijke vochtige zomertijd kennen komt dit onderwerp meer dan ooit op de voorgrond. Het kunstmatig drogen van de graanoogst begint zowat overal in voege te komen, en wij moeten be kennen dat het een noodzakelijk heid is geworden. Niet enkel omwille van de natte zomers die veelvuldig voorkomen maar vooral ingevolge de nieuwe manier van oogsten, namelijk het pikdorsen. Het is een feit dat zelfs met een droge zomer het graan dat uit de pikdorser komt verre van droog is, en niet kan bewaard worden zon der gevaar van schimmel of ander bederf. Vochtige tarwe zal bovendien door de bloemmolens worden ge weigerd of aan een kleinere prijs worden betaald en daarbij zullen droogkosten worden berekend. Graan mag hoogstens 15% vocht inhouden, terwijl de granen die ons over zee worden gezonden slechts 12 tot 13 bevatten. Om het graan tot deze toestand te brengen is meestal een kunstma tige droging het enige middel en het is ook om die reden dat overal drogerijen worden opgericht. Onze regering is van deze nood zakelijkheid zozeer bewust dat speciale kredieten worden ver leend aan zeer lage intrest, voor het oprichten van drogerijen. Het wordt meestal door grote graanhandelaars gedaan, in de streken waar vooral tarwe wordt verbouwd. Ook bestaan reeds en kele samenwerkende drogerijen in België en in Nederland. De boeren brengen hun granen bij het dorsen naar de drogerij. Van dit graan wordt de vochtig heid bepaald en vervolgens wordt het op kosten van de verbouwer gedroogd om in silos te worden op geslagen tot het ogenblik dat het aan de molens kan worden gele verd. Dit gebeurt ook voor de voeder- granen en deze komen gedroogd en gereinigd in de handel. In onze streek, met zijn kleine be drijven waar het grootste deel van de graanoogst op de hofstede blijft, stelt het vraagstuk zich geheel an ders. Een graandrogerij zou moeten werken voor rekening van de boe ren zelf, die het graan naar de dro gerij zouden voeren om het na en kele uren weer mee te nemen en op de hofstede op te slaan. Wordt het graan verkocht dan kan dit terzelvertijd gebeuren, maar meestal heeft de landbouwer er be lang bij het graan te bewaren tot het aan een voordelige prijs kan verhandeld worden. Een drogerij moet ook in het mid den van de streek komen waar het graan wordt verbouwd niet in de stad, en dit omwille van 't vervoer. De voordeligste manier zou erin bestaan enkele gemeenten te groe peren en op een uitgekozen plaats het nodige gebouw op te richten of de drogerij onder te brengen ineen of ander leegstaande schuur of fa briek. Grote kapitalen zijn niet nodig gezien de Staat voor het grootste deel wil tussenkomen. Enkel is het nodig dat enige vooraanstaande boeren het nut begrijpen en zich groeperen om tot de oprichting van een drogerij over te gaan. Het werd ook aan het Bestuur van Redt U Zeiven gevraagd dit te doen, maar hier wordt een ernstige aarzeling waargenomen omdat de bestuursleden menen dat de boeren het verkeerd zullen begrijpen. Stel U voor dat een landbouwer 1000 kg graan aanbrengt met een vochtgehalte van 24 (wij kregen de laatste dagen tot 30 te con troleren). Dit graan van 24 wordt ge bracht op 16 Dan zal er van de 1000 kilos na droging en reiniging slechts 900 kilos overschieten. Daarbij komen nog de onkosten van drogen die men op ruim 30 fr. moet berekenen. Het bestuur van Redt U Zeiven vreest met de verbouwers last te krijgen en daarom menen zij dat deze laatste zelf de taak moeten opnemen om graandrogerijen op te richten en dit in hun eigen belang. In elk geval is het wel de moeite waard dit vraagstuk in te studeren en hier willen wij onze hulp aan bieden. Vergeten wij niet dat in de ko mende winter de zaak moet wor den aangepakt indien men voorde oogst 1961 een drogerij wil klaar hebben. Deze bijdrage werd geschreven om de aandacht der boeren op dit onderwerp te vestigen. Wij hopen vanwege de belang' hebbenden dat zij hun gedacht over dit onderwerp zullen laten kennen. III. In verband met de noodzakelijk heid aan het landbouwkundige on derzoek andere en wijdere perspec tieven te geven om aan de nood van de komende tijden te voldoen, werd in Amerika een uitgebreide onderzoekscommissie opgericht, waarvan de 16 ondercommissies elk een gebied kregen toegewezen dat ze speciaal dienden te bestu deren. In een vorig nummer gaven wij reeds een overzicht van enkele vraagstukken, die nog tal van on bekenden inhouden en die nog een zeer vruchtbaar studieterrein kun nen uitmaken. Zo bespraken wij reeds de noodzakelijkheid van een meer fundamenteel onderzoek, de wenselijkheid te onderzoeken wat de werkelijke behoeften en wensen zijn van de verbruiker, het uitma ken welke eigenschappen een be paald product waardevol maken en ten slotte de studie van het te verwachten aanbod en de daar mee overeen te brengen vraag. Daarmee echter is het terrein verre van doorvorst. Wij vermelden nog andere mogelijkheden tot on derzoek Het overwinnen van weerstanden tegen voor delige aanpassingen. Wanneer men alles rustig bij 't oude laat, zal er van de kant van de landbouwers weinig of geen weer stand ontstaan. Behoudens enkele uitzonderingen is de boer behou- densgezind en iedere verandering die door de buitenwereld of door de omstandigheden wordt opgedron gen maakt hem gemakkelijk weer barstig. Gebondenheid en traditie is heel mooi, maar in de huidige tijd is daar niet altijd van te leven. Juist deze geestesgesteldheid, die het graag houdt bij het oude, is mede oorzaak van de moeilijheden die de boeren ondervinden. En wanneer men gaat klagen over een slechtere gang van zaken zal men uiteindelijk toch vrede moe ten nemen met allerlei vernieu wingen. Niet iedereen ziet onmiddellijk het nut in van een bepaalde nieu we manier van doen en het is vrij aannemelijk dat sommige vernieu wingen bepaald vijandig onthaald worden. Denken wij hier even aan aanjde opruiming van TBC-dieren, aan^de ruilverkaveling, enz. In het licht van de huidige en komende moeilijkheden zal het mettertijd misschien noodzakelijk zijn drastische maatregelen te tref fen om tot het gewenste resultaat te komen, nl. het verzekeren van een behoorlijke levensstandaard voor de landbouwers. Maar al zijn die maatregelen uiteindelijk in 't voordeel van de landbouw, toch zal men er rekening mee moeten houden dat niet iedereen dat even gemakkelijk zal inzien. Trouwens met ingrijpende veranderingen kunnen ook moeilijkheden ontstaan in verband met de kapitaalsbehoef te van de bedrijven of in verband met hun minimumgrootte. Nog een ander vraagstuk dat dient overwogen te worden is de aanpassing tussen de boeren en de andere standen, want ook hier hangt de welvaart van de boeren stand mee samen. Nagegaan zal moeten worden hoe de overtollige boerenzoons het best buiten de landbouw aan de kost kunnen ko men, maar ook hier zullen bepaal de vooroordelen moeten overwon nen worden. Al deze vraagstukken, die in hoofdzaak van psychologische aard zijn, zijn nog veel te weinig onderzocht. Wij beschikken nog over veel te weinig gegevens om met succes bepaalde weerstanden om te vormen tot een zekere graad van samenwerking en bereidheid van de betrokken landbouwers. Want in de mate dat ze gewonnen zijn voor een nieuw idee zal het ook des te gemakkelijker uitvoerbaar zijn. Doelmatige gebouwen en werktuigen. In Amerika kost het onderhoud en de vervanging van gebouwen en werktuigen 3 miljard dollar per jaar, wat meer is dan het vierde deel van de totale productiekosten. In ons land is de verhouding mis schien niet zo uitgesproken omdat de evolutie niet zo snel verloopt en ook omdat onze bedrijven niet zo gemakkelijk bereid zijn grondige veranderingen aan te brengen als dit in Amerika het geval is. Maar in de grond is het probleem voor ons hetzelfde. Wanneer men de produktiemogelijkheid van zijn bedrijf gelijke tred wil laten hou den met de rest van de vooruit gang, dan is een doelmatige en snelle aanpassing van gebouwen en machines onvermijdelijk. En elk van ons weet wat zoiets kan kosten. (Zie vervolg 2* bladz. 1' kolom.) De Koornbloem ^3T UVft rijs 96 fr. 's jaars abonneren op de i bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn Het overnemen van artikelen zonder verantwoordelijk voor hun bijdragen aanduiding der bron is verboden Abonnementsp Men kan zich postkantoren

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1960 | | pagina 1