DE LANDBOUWPOLITIEK
Een waarschuwing voor
onze Kwekers.
Weekblad
Arbeid adelt
Voor en door de Landbouwers
der Europese Economische Gemeenschap.
AALST 10 SEPTEMBER 1960.
Verschijnt iedere zaterdag
39ste JAARGANG Nr 1939
H.
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
(3de bijdrage)
In onze nummers van 27 oogst
en 3 september 1.1. hebben wij het
landbouwbeleid toegelicht dat vol
gens het voorstel der Europese
Economische Commissie aan de
Raad van Ministers in de Europese
Economische Gemeenschap zal
worden toegepast gedurende het
overgangstijdperk. Zoals wij mee
deelden eindigt deze overgangs
periode over het algemeen op 30
juni 1967, behoudens voor het
rundsvlees waarvoor zij verstrijkt
op 1 januari 1964 en op 1 januari
1970 voor de wijn.
Thans zullen wij in grote lijnen
de landbouwpolitiek der Europese
Gemeenschap uiteenzetten tijdens
de definitieve periode, dit is na
voormelde data.
Volgende gegevens komen in
aanmerking bij de beoordeling van
het belang van een doeltreffende
landbouwpolitiek in de Europese
Economische Gemeenschap.
De landbouw heeft een belang
rijke plaats in het economisch en
sociaal leven van de Europese
Economische Gemeenschap. On
geveer 12 van het nationaal
produkt van de zes aangesloten
landen komt voor rekening van de
landbouw, terwijl bijna een vierde
deel van de beroepsbevolking
hierin werkzaam is. De vorm waar
in een gemeenschappelijk land
bouwbeleid zal worden gegoten
kan derhalve van grote invloed
zijn op de ontwikkeling van de Ge
meenschap in algemene zin.
Over het geheel genomen wor
den de behoeften van de Gemeen
schap aan landbouwprodukten
voor ongeveer 87 door eigen
voortbrengst gedekt. Niettegen
staande deze betrekkelijk hoge
mate van zelfvoorziening, speelt
de Gemeenschap een gewichtige
rol op de wereldmarkt der land
bouwprodukten. Zij neemt onge
veer een derde van de wereldin-
voer voor haar rekening en is
daarmede de grootste invoerder
van landbouwvoortbrengselen. Als
uitvoerder neemt de Gemeenschap
de tweede plaats in, na de Vere-
nigde-Staten, met 10 van de we-
relduitvoer.
De gemeenschappelijke land
bouwpolitiek ontworpen door de
Europese Commissie heeft als doel:
1) het verzekeren van een vol
doende bedrijfsinkomen aan de
landbouwersgezinnen 2) het sta
biliseren van de markten 3) het
veilig stellen van de voorziening in
land- en tuinbouwvoortbrengse-
len 4) het verzekeren van redelij
ke prijzen voor de verbruikers.
De voorstellen der Commissie
voor de definitieve periode behel
zen twee belangrijke wijzigingen
aan de eerste voorstellen die wij
vroeger in ons blad hebben ken
baar gemaakt nl
a) inzake de invoerpolitiek van
granen, suiker en zuivelvoortbrenq-
selen
b) betreffende de versterking der
steunmaatregelen voor deze pro-
dukten op de binnenlandse Euro
pese markt.
De bescherming van de binnen
landse Europese markt is geba
seerd op een stelsel van invoerhef
fingen. Invoercertifikaten- of ver
gunningen zullen slechts uitzon
derlijk mogen worden aangewend.
In principe zullen alle aanvragen
van toelating tot invoer dienen in
gewilligd. Enkel wanneer het prij-
zenpeil op de Europese markt be
dreigd wordt door overtollige in
voer en indien de marktorganis-
men verplicht zijn op te treden,
wordt de aflevering van invoer
vergunningen geschorst.
Wat betreft de tussenkomst der
marktorganismen tot ondersteu
ning van de prijzen werd volgende
wijziging voorgesteld aan het oor
spronkelijk voorstelterwijl volgens
het oorspronkelijk voorstel de
marktorganismen steunaankopen
mochten doen inde tijdspanne vol
gende onmiddellijk op de oogst op
basis van een prijs liggende met 5
tot 10 onder de richtprijs en,
voor de tarwe op grond van de in
voege zijnde richtprijs ,- stelt de
Commissie thans voor dat de bezit
ters van voormelde produkten ze
gedurende gans het jaar aan de
marktorganismen te koop kunnen
aanbieden tegen een te bepalen
prijs welke evenwel 5 tot 7 lager
zou zijn dan de richtprijs.
Marktorganismen.
De Europese Commissie, afwij
kend van haar eerste voorstellen,
stelt voor een Europees Bureau in
te stellen insgelijks voor varkens
vlees, rundsvlees, het gevogelte en
eieren. Aanvankelijk waren enkel
bureaus voorzien voor tarwe, voe-
dergranen, zuivelvoortbrengselen
en suiker.
(Zie vervolg 2e bladzijde 3' kolom)
Opgelet voor ziekten en vergiftiging
met beschadigde voeders
De overvloedige regens van de
laaste tijd stellen onze landbou
wers weer voor moeilijke vraag
stukken, die ze met omzichtigheid
zullen moeten aanpakken, willen
ze geen ongelukken maken.
Er is immers niet alleen de schade
die aan de granen en de aardap
pelen zelf is aangericht ten gevol
ge van het slechte weder, er is bo
vendien het gevaar dat de dieren,
die er noodgedwongen mee zullen
gevoederd worden, er de nadelige
gevolgen van zullen ondervinden.
Aanzienlijke hoeveelheden
graan, zowel broodgraan als voe-
dergraan, zullen door overdreven
vochtigheid, scheut, schimmelvor
ming, enz. voor de handel onge
schikt zijn geworden. De aardap
pelen zijn in belangrijke mate aan
getast door de plaag, die met de
aanhoudende regens te ver in de
grond is doorgedrongen, zodat
heel wat aangetaste knollen niet
geschikt zullen zijn noch voor de
verkoop, noch voor de bewaring.
De normale weg die de bescha
digde granen en aardappelen zul
len gaan is deze naar de dieren.
Wat moet de boer er anders mee
doen als ze toch niet te verkopen
zijn Ze zullen dus aan de dieren
gevoederd worden, met al de ge
varen, die daaraan zijn verbonden.
Ieder jaar opnieuw zien wij zelf
met gezond graan en gezonde
aardappelen fouten maken. Zoveel
te meer zijn nu ongelukken te ver
wachten. Zo is het bv. genoeg be
kend dat het voederen van vers
graan aan leghennen zeer erge
gevolgen kan hebben. Meermaals
hebben wij meegemaakt dat na de
komst van de dorsmolen de hen
nen zich te goed hadden kunnen
doen aan de afval van de tarwe,
met als gevolg dat enkele dagen
nadien de dieren een blauwe kam
kregen, ziek werden en de leg stop
zetten.
Ook de varkenshouderij onder
vindt ieder jaar de weerslag van
de nieuwe oogst. Eens dat de boer
opnieuw voedergranen ter be
schikking heeft en kleine aardap
pelen, kan hij moeilijk weerstaan
aan de verleiding deze zo spoedig
mogelijk aan zijn varkens te ver-
voederen. Wordt dit op verstandi
ge wijze gedaan dan gebeurt er
niet zo gauw een ongeluk. Maar
het komt nog dikwijls voor dat
ieder varken groot of klein, hetzelf
de rantsoen van aardappelen en
graan voorgeschoteld krijgt. Voor
oudere varkens is dat niet zo erg,
hun gezondheid zal er niet direct
onder gaan lijden, hoewel een
plots overschakelen op jonge voe
ders toch altijd behoedzaam dient
te gebeuren. Hoogstens zien wij
hier een groeivertraging (soms
groeistilstand) en doorgaans wor
den de dieren ook te vet, met de
weerslag op de verkoopprijs.
Heel anders is het echter gesteld
met de jongere varkens en zeker
met de biggen. Deze moeten in
hoofdzaak groeien en iedere vet-
aanzet is uit de boze. Wanneer aan
de jonge dieren aardappelen en
granen worden gevoederd zonder
de gepaste aanvulling, dan kan
men er op rekenen dat ze niet ge
noeg zullen uitgroeien, te lang op
't hok zullen blijven om uiteindelijk
weer een lagere prijs op te bren
gen, omdat ze te vet zijn. Dat in de
gunstige veronderstelling dat ze
zonder ongelukken het slachtge-
wicht hebben kunnen bereiken.
Als dit alles nu reeds geldt voor
gezond, droog graan en voor goe
de aardappelen, zoveel te meer
zullen wij moeten opletten met gra
nen die door vochtigheid bescha
digd zijn of met aardappelen die
door plaag zijn aangetast en dus
rottingsverschijnselen vertonen.
Vochtig graan, dat niet op een
doelmatige manier kan gedroogd
worden vertoont na enige tijd een
muffe reuk. Deze is afkomstig van
schimmel die zich heeft kunnen
ontwikkelen in het te weinig ver
luchte en vochtige graan. Deze
schimmel is steeds gevaarlijk voor
de dieren. En voor beschimmeld
graan gelden dezelfde regels als
voor iedere giftige stofhoe groter
de toegediende hoeveelheid en
hoe jonger het dier, hoe groter het
gevaar voor spijsverteringsstoor
nissen en in 't ergste geval voor
echte vergiftiging.
Is het graan zeer vochtig en is
het daarbij gekiemd dan kunnen in
de hoop gistingsverschijnselen
gaan optreden, waarvan de pro
dukten evenzeer een gevaar voor
de dieren zijn.
Bij rotte aardappelen ligt de zaak
precies eender. De rottende knol-
(Zi'e vervolg 2' bladz. I' kolom.)
De Koornbloem
Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden,