Aankoop voor waarden van Tarwe
De toestand van de Landbouw
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
oogst 1960, 1961 en 1962*
AALST 1 OKTOBER 1960.
Verschijnt iedere zaterdag
39ste JAARGANG Nr 1942
Seheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Stcradsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93
O. CAUDRQN.
In onderlinge ofspraak tussen
vertegenwoordigers van de tarwe-
telers, de maalderij en de tarwe-
handelaars, zijn voor de oogsten
1960, 61 en 62 door het Ministerie
van Landbouw volgende voor
schriften uitgevaardigd voor de
verhandeling van inlandse tarwe
(verschenen in het Staatsblad van
17 september I960).
Hoedanigheid De geleverde
tarwe moet goed, gezond en voor
de handel geschikt zijn en aan de
volgende normen beantwoorden
Hectolitergewicht wordt vast
gesteld op 73 kg. Tarwe met een
hectolitergewicht van minder dan
69 kg mag door de koper gewei
gerd worden. In tegenspraak met
dit voorschrift wordt naderhand
vermeld dat tarwe met een hecto
litergewicht tot 67 kg toch zal moe
ten aanvaard worden.
De basisprijs wordt onveranderd
gehandhaafd voor zover de tarwe
een hectolitergewicht heeft dat
schommelt tussen 72,5kg en 73,5 kg,
in dit geval zal dus geen vergoe
ding of aftrok toegepast worden.
Een hectolitergewicht boven de
73,5 kg krijgt een vergoeding, ter
wijl dit onder de 72,5 kg in aanmer
king komt voor aftrok.
In het Staatsblad staan uitgebrei
de tabellen die de vergoedingen
aangeven tot een hectolitergewicht
van 80 kg (in dit geval bedraagt de
vergoeding 2,5 van de bedon
gen basisprijs) evenals de aftrok,
die wordt toegepast op tarwe van
minder dan 72,5 kg. De tabellen
voorzien de aftrok tot een gewicht
van 67 kg (die voor dit geval dan
5,75 van de basisprijs zal bedra
gen.
Vochtgehalte wordt vastgesteld
op 16,5%. Alle tarwe met een vocht
gehalte van 18,5 en hoger mag
door de koper worden geweigerd.
Indien ze toch door de handelaar
wordt aangenomen met een gehal
te van 18,5 of hoger, dan zal de
tarwe moeten gedroogd worden en
de droogkosten zullen ten laste zijn
van de verkoper.
De commissie voor Standardisatie
heeft de droogkosten bepaald als
volgt
Van 16,6 tot 18,5 vocht (bij
opslag bij de handelaar voor reke
ning van de teler) 10 fr. per 100 kg.
Van 18,6 tot 21 vocht 15 fr.
per 100 kg.
Van 21,1 vocht tot 24 25 fr.
per 1C0 kg.
Voor tarwe, die van de voorge
schreven vochtigheidsnormen van
16,5 afwijkt wordt ofwel een ver
goeding berekend ofwel een aftrok
al naar gelang het vochtgehalte
lager of hoger komt te liggen dan
die 16,5%.
De tabellen in het Staatsblad
voorzien een vergoeding voor tar
we vanaf een vochtgehalte van
12 tot 16,4 en een aftrok vanaf
17,1 o/„ tot 27,9 o/0.
Opgemerkt moet worden dat af
wijkingen in 't vastgestelde vocht
gehalte van 16,5 tot 16 naar
onder, of tot 17 naar boven, niet
in aanmerking komen voor ver
goeding of voor aftrok.
Andere hoedanigheden.
Het toegelaten gekiemde
granen bedraagt 3,5 Door ge
kiemde granen wordt verstaan
graan dat zonder het gebruik van
een vergrootglas een gebarsten
zaadhuid vertoont, vergezeld van
een min of meer merkbare ontwik
keling van het embryo (kiem).
Overschrijdt het gekiemde
granen de aangegeven norm van
3,5 dan zal aftrok worden toe
gepast per ondeelbare schijf van
4 boven het toegelaten 3,5 en
dat aan telkens 1 van de over
eenkomen basisprijs.
Voor gebroken granen, waar
5 toegelaten is, zal bij een hoger
een aftrok worden toegepast van
0,5 van de basisprijs per ten hon
derd dat de toegelaten grens over
schrijdt.
Door gebroken granen dient ver
staan graan waarvan de melige
kern zichtbaar is.
Andere granen dan tarwe,
worden slechts geduld tot 1,5 In
dien er meer andere granen in de
tarwe voorkomen wordt een aftrok
toegepast van 0,5 van de over
eengekomen basisprijs.
Het toegelaten onzuiverhe
den bedraagt 0,5 Wordt deze
grens overschreden dan wordt een
aftrok toegepast van 1 van de
basisprijs per elk ten honderd bo
ven de toegelaten 0,5.
Alle tarwe, die meer dan 7,5
gekiemde granen, of meer dan 10%
gebroken granen, of meer dan 3
andere granen dan tarwe, of meer
dan 2 onzuiverheden, of meer
dan 0,25% verschroeide granen be
vat, en alle tarwe die beschimmeld
of gespikkeld is of ruikt, of die look
bevat of moederkoren, zal als on
gezond, niet goed en voor de han
del ongeschikt beschouwd worden
en door de koper mogen geweigerd
worden. Alle uit deze weigering
voortkomende kosten, zijn ten laste
van de verkoper.
(Zie vervolg onderaan hierneven)
in de zes landen der Europese Economische Gemeenschap (E.E.G.)
I) De bevolkingsstructuur.
De totale oppervlakte van de
landen der Gemeenschap (België,
het Groot Hertogdom Luxemburg,
Nederland, Frankrijk, West-Duits-
land en Italië) bedraagt 1165.878
km2, terwijl de bevolking volgens
statistieken van niet recente datum
162 705.000 zielen telt. De bevol
kingsdichtheid schommelt tussen
79 inwoners per km2 in Frankrijk
en 336 inwoners per km2 in Neder
land, terwijl de plattelandsbevol
king 13 (België in 1950) tot 44%
(Italië in 1948) bedraagt.
Volgens oudere statistieken om
vat de actieve bevolking, dit is de
bevolking die productieve arbeid
verricht, 66.796.000, waarvan 17 mil
joen 914.000 personen werkzaam
zijn in de landbouw. Volgens stati
stieken van jongere datum blijkt
dat het aantal in de landbouw te
werkgestelde personen in 1957 on
geveer 16 miljoen bedroeg, wat
neerkomt op een vermindering met
ongeveer 17 p.h. Inde verschillen
de landen van de gemeenschap
schommelt de totale actieve bevol
king ten opzichte van de totale be
volking tussen 34,6 p.h. (Nederland)
en 44 p.h. (Duitsland), terwijl de in
de landbouw tewerkgestelde be
volking schommelt tussen 12,5 p.h.
(België) en 37,7 p.h. (Italië).
De arbeidskrachten in de land
bouw bestaan voor ongeveer 75
uit gezinsleden en voor 25 uit
landarbeiders. Het percentage van
de landarbeiders is het hoogst in
Italië (27 in Frankrijk (23 en
in Nederland. Dit percentage daalt
tot 18% in Duitsland, 8% in Luxem
burg en 6% in België.
De actieve plattelandsbevolking
in de landen van de gemeenschap
neemt voortdurend af. Van 1955 tot
en met het jaar 1957 hebben elk
jaar ongeveer 500.000 personen de
landbouw verlaten.
Algemene voorschriften.
De vergoedingen voor het vocht
gehalte en deze voor het hectoli
tergewicht worden niet samenge
voegd. De belangrijkste alleen
wordt betaald. Dat is trouwens ook
hetzelfde geval met de aftrok. Inge
val een vergoeding voor het ene en
een aftrok voor het andere moet
toegepast worden wordt het ver
schil tussen die twee in rekening
gebracht.
Al de andere elementen van
hoedanigheid zijn cumultatief,
d.w.z. worden samengevoegd.
Tijdens deze periode is het aan
tal zelfstandige landbouwers en
hun in de landbouw werkende ge
zinsleden verminderd met 6,5
(hetzij 3 per jaar) terwijl het aan
tal landbouwers met 2,3 (iets
meer dan 1 per jaar) is gedaald.
In totaal is het aantal in de land
bouw tewerkgestelde gezinsleden
dus sneller gedaald dan het aantal
landarbeiders. In Duitsland, België,
Frankrijk en vooral in Luxemburg'
(10 daalde echter het aantal
landarbeiders sneller dan het aan
tal gezinsleden. Het tegengestelde
deed zich voorin Nederland, waar
het aantal landarbeiders slechts
met 1 verminderde, en in Italië
waar het aantal landarbeiders aan
zienlijk is gestegen.
De verhouding tussen de actieve
landbouwbevolking en de bebouw
de oppervlakte komt voor als volgt:
Italië 2,5 ha Luxemb. 4,0 ha
Nederland 3,1 ha België 5,0 ha
Duitsland 3,6 ha Frankrijk 7,8 ha
Voorgaande verhouding verte
genwoordigt de oppervlakte voor
elk in de landbouwwerkende per
soon.
II) Landbouwgrond en
gebruik van de bodem.
De voor de landbouw nuttige op
pervlakte bedraagt 90.917.000 ha,
wat overeenkomt met 66,6 van
de totale oppervlakte. Het akker
land beslaat hierin 53.698.000 ha
(59,1 het aangelegde of vaste
grasland 21.209.000 ha (23,3 en
het natuurlijk grasland 16.010 000
ha (17,6 De aanwending van de
grond is in de aangesloten landen
verschillend in Italië overweegt
het akkerland (75,2 in Neder
land daarentegen is het grasland
uigestrekter dan het akkerland
(54,5 in Duitsland, Frankrijk en
het Groot-Hertogdom Luxemburg
overtreft het akkerland in opper
vlakte het grasland (respectievelijk
(60,9; 52,7 en 56,9 in België is
de indeling ongeveer in evenwicht
(58,2 akkerland en 41,8% vast
grasland).
III) De landbouwbedrijven
en hun indeling.
Over de indeling der landbouw
bedrijven naar grootte klassen zijn
er geen bijgewerkte en gemakke
lijk vergelijkbare gegevens. Vol
gens de statistieken die dagteke
nen van 1947 en in sommige geval
len van 1930, blijkt dat de Europese
Gemeenschap ongeveer 9.722.000
landbouwbedrijven bestaan, waar-
(Zie vervolg 2? bladz. 1' kolom.)
De Koornbloem
•\bonnementsprijs 96 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt IJ Zriven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.