Boter en Margarine.
VOEDERGRANEN.
Weekblad
Rechtskundige
Dienst.
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adel
De Compensatiepremie voor
1
Eerlijke mededinging dringend geboden.
AALST 15 OKTOBER 1960.
Verschijnt iedere zaterdag
39ste JAARGANG Nr 1944
BeheerZeebergkaai 5,
Tel. (053) 242.67
Aalst
Voor de Ontwikkeling en de
St&ndsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25,93.
O. CAUDRON.
Onze bedenkingen over het mar
garineschandaal in Nederland
hebben wij in ons nummer van 24
september 1.1. neergepend onder de
hoofding 't Is niet al goud wat
blinkt De duizende Nederlandse
verbruikers hebben trouwens de
waarheid van dit gezegde aan de
lijve gevoeld onder de vorm van de
door onze noorderburen genoemde
blaasjes- of puistjesziekte. Wij wen
sen daar niet verder op terug te
komen. Nochtans komt het ons ge
past voor uit deze prikkelende of
jeukteveroorzakende historie zeer
beknopt volgende zedeles te tiek-
ken, namelijk
dat de verbruikers tot het besef
zullen komen van de zeer betrek
kelijke waarde van de grootspra
kerige barnumreklame waarmede
sommige verbruiksartikelen wor
den aanbevolen.
Het is te hopen dat de boeren on
der deze verbruik ers die zo ver
blind waren door het eten van mar
garine hun eigen melkvoortbrengst
naar de kelder te helpen wijzer
zullen worden, en dat sommige ge
neesheren die uit lichtzinnigheid
of om andere redenen welke wij
niet wensen te onderzoeken het
verbruik van margarine ten nadele
van natuurboter aanbevolen wat
meer voorzichtigheid, die past voor
wetenschapsmensen, zullen beoefe
nen.
Wij wensen de margarine niet
te kleineren ofte belagen. Zij is een
vervangingsprodukt of surrogaat
van natuurboter met haar eigen
kwaliteiten. Wij vragen enkel dat
zij als dusdanig wordt voorgesteld
aan de verbruiker en dat de stel
selmatige en gewilde verwarring
wordt verhinderd met het natuur
lijk produkt de boter waarvan zij
het surrogaat of, om het met een
Duitse benaming te betitelen, het
«ersatsprodukt» is.
In meerdere landen werden trou
wens voorschriften of reglementen
uitgevaardigd om deze verwarring
te verhinderen. Zij zijn meer of min
der doeltreffend. Wij geven er hier
na een overzicht van aan de hand
van inlichtingen verstrekt door de
minister van landbouw aan de
landbouwcommissie van de senaat
ter gelegenheid van de bespreking
van de begroting van het Ministe
rie van Landbouw voor 1960. Wij
zullen nadien zelf middelen voor
stellen om de eerlijke mededinging
tussen boter en margarine te ver
zekeren.
I) Reglementering van de
fabricage van en de handel
in margarine in de landen
der Europese Economische
Gemeenschap.
A) In Duitsland.
Door margarine wordt in de Duit
se Bondrepubliek verstaan de sa
menstellingen die op uit melk be
reide boter of gesmolten boter ge
lijken doch waarvan de vetstoffen
niet uitsluitend van melk voortko
men.
De margarine dient vervaardigd
in de aan de bevoegde overheid
aangegeven inrichtingen, zulksmet
het oog op de kontrole. De samen
stelling moet aan volgende vereis
ten voldoen niet minder dan 78
vetstoffen, niet meer dan 20% wa_
ter en zout, niet meer dan 2 vul
stoffen (bv. glucose) en niet meer
dan 3 botervet bevatten. Boven
dien is de aanwending verplich
tend van 5 raapolie en is het ge
bruik van kleurstoffen toegelaten.
Wat de handel betreft, moet de
verpakking voorzien zijn van een
rode band en van de melding mar
garine.
De margarine dient te koop aan
geboden in kubusvormige klonten.
B) Frankrijk.
Wordt als margarine beschouwd
alle voedingswaren andere dan
boter, welke ook hun herkomst of
samenstelling weze, die het uitzicht
van boter bieden en bereid wor
den voor hetzelfde gebruik als bo
ter.
Samenstelling minstens 82 vet
stoffen, ten hoogste 16 water,
verplichte aanwending van 2
rijstmeel of aardappelmeel. Het
kleuren door stoffen vreemd aan
de samenstelling is verboden, het
toevoegen van diacetyl is toegela
ten maar dan dient de verpakking
de vermelding gearomatiseerd
te dragen.
De margarine dient te koop ge
boden in kubusvormige klonten.
(Zie vervolg 2C bladz. 3' kolom.)
Onze Rechtskundige houdt zijn
zitdag op zondag 16 okt. e. k.
tussen 10 en 12,30 uur, in ons lo
kaal «De Koornbloem», Grote
Markt, Aalst.
Als gevolg van het artikel van
voiige week Een belangrijke op
merking aan onze varkenshou
ders waarin spraak was over een
compensatiepremie die uitbetaald
wordt, in verband met de hoeveel
heden voedergranen, die de land
bouwers tekort hadden op hun be
drijf (en dus moesten aankopen),
kregen wij verschillende vragen
om inlichtingen. Daar het blijkt dat
nog verschillende landbouwers
niet op de hoogte zijn van die com
pensatieregeling, vinden wij het
nuttig hier wat dieper op in te
gaan.
De compensatiepremie werd in
gesteld bij Ministerieel Besluit van
21 december 1959. Bij het bereke
nen van deze premie wordt reke
ning gehouden enerzijds met de
oppervlakte aangegeven graange
wassen en anderzijds met de sa
menstelling van de paarden-, run-
deren- en varkensstapel, zoals die
door de landbouwers werd aange
geven bij de telling van 15 mei
1959.
Deze compensatiepremie is dus
niet bedoeld als een schadeloos
stelling van de droogte van 1959
(alleen de koeien komen daarvoor
in aanmerking) maar wel als een
vergoeding voor de heffing bij de
invoer die op de granen geheven
wordt.
Oppervlakte beschikbare
voedergranen.
Om de compensatiepremie te
onttrekken aan de wisselvallighe
den van het bedrijf (de ene keer
zaait men meer voedergranen dan
de andere keer), wordt als uit
gangsoppervlakte genomen de to
tale aangegeven oppervlakte voor
alle graangewassen samen, dus ook
de broodgranen worden meegere
kend.
Op deze totale oppervlakte
wordt een zeker coëfficiënt toege
past dat op een vrij ingewikkelde
manier wordt berekend. Wij zullen
proberen het mechanisme ervan
duidelijk te maken
Dit coëfficiënt, dat van landbouw
streek tot landbouwstreek kan ver
schillen, houdt rekening met het
dat de voedergranen uitmaken van
de totale met granen bezaaide op
pervlakte van een bepaalde streek.
Verder wordt bij het vaststellen
van dit coëfficiënt rekening gehou
den met de voor iedere landbouw
streek geschatte gemiddelde op
brengst per hectare. Een voorbeeld
zal dit wellicht duidelijker maken
Veronderstel een landbouwer
die aangeeft 2 ha voedergranen
en 1 ha tarwe, in totaal dus 3 ha.
De verhouding tussen voeder- en
broodgraan voor zijn streek is 1 op
1. De voedergranen bedragen dus
50 van de totale met graan be
zaaide oppervlakte, waaruit voor
de genoemde landbouwer volgt dat
slechts 50 van zijn totale opper
vlakte granen als voedergraan in
aanmerking zal komen, dus 1,5 ha
in plaats van 2 ha. Ten slotte ver
onderstellen wij dat de gemiddel
de opbrengst per ha geschat wordt
op 4.000 kg.
Het coëfficiënt wordt nu op vol
gende wijze berekend voeder
granen X gemiddelde opbrengst
per ha en dat gedeeld door 300.
Die 3C0 zijn afkomstig van het feit
dat men werkt met gebruikseenhe-
den, die op 300 kg zijn vastgesteld.
Wij krijgen dus de formule
0,50 X 4000
3CÖ6'6
Het coëfficiënt voor die bepaal
de landbouwstreek is dus 6,6. Per
streek werden aldus de volgende
coëfficiënten vastgesteld
o/o
Duinen en Polders 6,7 100
Zandstreek 8,6 140
Antwerpse Kempen 6,8 140
Limburgse Kempen 6,8 150
Zand-leemstreek 5,6 120
Leemstreek 5,4 100
Henegouwse Kempen 5,3 150
Condroz 5,1 130
Luikse weidestreek 5,6 100
Weidestreek Fagne 4,9 160
Famenne 4,4 140
Ardennen 6,7 120
Hoge Ardennen 8,3 100
Jurastreek 5,1 130
Om nu het aantal verbruikseen-
heden te berekenen, waarover een
landbouwer op zijn hof zal kunnen
beschikken, vermenigvuldigt men
de totale aangegeven oppervlakte
graangewassen, met het coëfficiënt
van de landbouwstreek waartoe
de betrokkene behoort.
Ten slotte moet nog opgemerkt
worden dat, in verband met de
schadelijke droogte van vorige zo
mer bovendien nog een droogte
coëfficiënt wordt toegepast en dat
alleen voor runderen. Dit droogte
coëfficiënt hebben wij vermeld in
bovenstaande tabel. Er blijkt uit dat
bepaalde streken niet in aanmer
king komen voor een vergoeding
voor de droogteschade, nl. deze
met een droogtecoëfficiënt van
100
[Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom)
De Koornbloem
Abonnementsprijs 96 fr. 's jaar»
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Mr 1+5.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden
Productie- Droogte
coëfficiënt coëfficiënt