BLOEM 000
K O R A M E L K
De dierlijke voortbrengst
Mededelingen
Ministerie van Landbouw
in België in 1959.
Wintertarwe
y%k
DE KOORNBLOEM - 14 jan. 1961
(Vervolg van le bladzijde).
die bronsthormoon niet zoveel
kwaad meer doen.
De ziekteverwekker.
Wij zegden reeds dat het hier
gaat om een vrij onschuldige boe
iet te, die pas gevaarlijk wordt als
het weeistandsvermogen van het
dlei vermindert Er ls echtei nog
iets anders i de virulentie ol de
besmettende kracht van deze bac
teite verhoogt door passage over
velschillende dieren. Dat betekent
dat bv het eerste dier dat ziek
wordt er niet zoveel last van kan
hebben, maai dat een tweede
diet dat door het eerste besmet
wordt het al heel wat erger kan te
vei duren krijgen doordat de ziek
teverwekker. gedutende zijn ver
blljl In 't organisme van het eerste
dier. aanzienlijk aan zlektemakend
kracht heelt bljgewonnen.
In dit verband dient men te ont
houden eens dat een nest biggen
door deze ziekte is aangetast doet
men er goed aan, er van meet at
aan mee gedaan te maken en riet
onmiddellijk weer andere biggen
op t hoi te brengen Laat de hok
ken liever geruime tijd ledig staan
zodat de bacterie algestorven is
in plaats van ze de kans te geven
onmiddellijk op nieuwe dieren
over te gaan en dan met verdub
belde kracht
Verschijnselen.
Deze zijn niet opvallend en ze
ker niet eo opvallend verschil
lend van de verschijnselen die
bij andere ademhalingsziekten op
treden Van daar de moeilijkheid
om uit te maken om welke ziekte
het eigenlijk gaat. Verminderde
eetlust en verhoging vo. tempera
tuut zijn de eeiste verschijnselen
Paai na treedt vrij opper v lak kige
hoest op zonder dat o.te direct
pijnlijk hoeft te zijn Pereiken de
biggen een gewicht van ee t -v tal
kg dan verdwijnt de hoest geleide
luk err de gr oer iMMMi lüfW
daaiom het tempo te halen dat
wu bij normale dieren gewoon zijn
Hoesteis zullen dus wel a .ujd actv
ter blijs ers warden tem.' ti e g wei d
ingegrepen
Met dat tngrrjpen bedoelen wij
niet zozeer een beha-ode.mg met
geneesmiddelen want eeze .aten
Het komt bi) de behande .ng er
uneer op aau. de levensvQOiwac
den vooi de jonge cfeere» «fetmal»
gcnsc.g te rnaken da', ze de geve.
geu van oeaa-atas g genaike.
ker te boven iomeu
Ove t a gemeen is aet ve aea
ve.n deze «rekte niet zo ara na sc
eiei komen <- e -
gen óre ei met zon sch 'k va - "er
0^-1. Puiten de mogen- V" e; .- dat
aangetaste biggen vee va aco' -
oe zijn voo kgkomei-de besmet
t nge - oi.e dan we gevac jk iun
uee worden) dieet men toch 'eke-
Uing te houden met een grote n
- -.pea op de oeisire.ae o \ien
heett e; dus i" e be.o tg bij gron
dig gedaor- te make - met aie
hoestere.
V vvr behoedende
maatTegelia
Wij wezen er reeds op dat ge
reesm ode e.\ ons gemo.s. ie.:i-t
de sceei i^nneu aten. N se ie :s
dan ook te verwachten van ie
maatr egelen die e» op ger-cht zijn
de ter e <au "o. e -ouden.
W;1 sprasen reeds over ae n
vioea van het weerstandsvermo
gen der biggen en de huisvesting
en voeding, die doorgaans van be
lang zijn.
De aankopen van vreemde big
gen ls eveneens dikwijls de oor
zaak dat wij de kwaal op 't hof
krijgen Krijgt men dus dieren d'e
men niet kent en waarvan men niet
zeker is, dan Is het gewenst ze niet
onmiddellijk bij de andere te ste
ken. Men raad een quarantaine
aan van ongeveer drie weken. Dat
zal wel wat moeilijkheden geven,
maar een heel besmet bedrijf geeft
er doorgaans heel wat meer.
Hebben ln een bepaald hok
hoesters gezeten dan is het wense
lijk dit grondig te ontsmetten voor
dat er andere in komen. Hebben in
een bepaald hok gezonde varkens
gezeten dan wordt wel eens aan
geraden niet te ontsmetten voor er
nieuwe Inkomen. In dit geval zou
een gewone schoonmaak volstaan.
Waarom men ln dit laatste geval
niet gesteld ls op een grondige ont
smetting zou hierdoor te verklaren
zijn ln hokken waar de dieren ge
zond zijn gebleven schijnt er een
zeket evenwicht te bestaan tussen
de verschillende bacteriën die er
ongetwijfeld altijd ln aanwezig zijn.
De vorschillende bacteriën zouden
dan door elkaar in toom gehouden
worden, men zou kunnen zeggen
dat ze een wapenstilstand gesloten
hebben
Gaat men dergelijke hokken ont
smetten dan weet men nooit op
voorhand of men niet meer schade
zal doen door de vernietiging van
eventueel nuttige bacteriën zodat
het evenwicht met de schadelijke
wordt verstoord, ^waardoor deze
laatstede kans krijgen zich te doen
gelden
Hoezee' dit kan waar zijn blijkt
uit een oud gebruik dat in Friesland
Yii) veel wordt toegepast Ia hok
ken waar regelmatig bigger, in ko
men houdt men enkele schapen
Het schapermest zou bepaalde on
bekende stoften bevatten (cl zijn
het nuttige bacteriën cie de
ontw i&e. ,-g vat- de -oestbacterie
I tegenwerken Schapenmest schunt
dar ook een zee: afdoend andde
te zijn tegen deze besmettelijke
I ziekte
van het
Uiterst* saai data
■•.ei-e.-we kan totae rcigeeoe
uitersre (feta gezaaid worden
.'5 anutti de rassen ?e..evue en
Lede
3Q <M zet ras Marrre Deserez;
p /èóruuri het ras Aibc
(wruur de rassen Cape e
Desprez e Min.s e
Tr^ruci het :as5e .e ae 3e-see
Elite Lepeupte
Er valt ap te merken dat dichter
c:ee'. gezacia naargelang ae after
ste zaaide cm were- oe racer a. dv
de uiterste datum moet minstens
IOC ig zaaigraan eer na gebruii'
worden.
van prima nocdanigheic is van
heden ar ut magaaiin en bn ie
veruopscs aetsehikbaac
(Vervolg van
De bijdrage handelt verder om
standig over de ontwikkeling bij
de rassen en de kruisingen en komt
tot volgende algemene besluiten
1) eierleg de rassen en kruisin
gen voor de leg in de selectie- en
vermeerderingsbedrijven is toerei
kend om 's lands behoeften aan
leghennen te voldoen. In zake ras
sen lijkt er een nieuwe strekking te
ontstaan: vooruitgang bij het lichte
ras Witte Leghorn en achteruit
gang bij het half zware ras R.I.R.
Status quo of geen wijziging bij de
kruisingsprodukten waar de Ame
rikaanse hybriden de voorrang
hebben.
2) de vetmesting na een sta
biele toestand gedurende verschil
lende jaren is de voortbrengst van
kuikens voor de vetmesting snel en
aanzienlijk toegenomen. Het aan
tal dieren ln de erkende bedrijven
voor de produktie van vetkuikens,
heeft een voortbrengst gegeven
van 28 500 ton braadkippen gereed
voor de verkoop.
De uitvoer van eendagskuikens
naar verschillende landen bedroeg
in 1959 2 908 078 stuks en van
broedeieren 8 261 C50 stuks.
B) Liefhebbcrspluimveehouderij
en konijnenkweek.
In 1959 waren er in de verschil
lende provincies 306 verenigingen
groeperende 42.525 leden die zich
bezig hielden met pluimveehou
derii als liefhebberij of konijnen-
kweek, tegenover respectievelijk
337 verenigingen met 43.527 leden
in 1958. Het aantal dieren waarme
de in 1959 aan de nationaie prijs-
le bladzijde).
kamp werd deelgenomen bedroeg
in 1959 936 stuks pluimvee en 548
konijnen of 1.481 dieren tegenover
onderscheidenlijk 1.570stuks pluim
vee, 499 konijnen en 2.069 dieren in
1958.
Schapen en geiten.
Daar deze sector van de vee
kweek van minder belang is voor
de landbouw, bepalen wij ons bij
enkele algemene gegevens.
Er werd in 1959 een geringe ver
mindering vastgesteld van het aan
tal kweekrammen aangekocht met
de toelage van 1/4 der waarde
welke door het Ministerie van
Landbouw verleend wordt ten op
zichte van 1958. Een stabilisatie-
punt lijkt bereikt te zijn.
Een nog groter aantal leden is
aangesloten bij de provinciale
verenigingen van houders van
troepschapen 868 in 1958 tegen
over 775 in 1957. Sedert de oprich
ting van deze verenigingen in 1953
is het aantal leden verdrievoudigd.
Inzake veredeling stelt men een
aanhoudende en regelmatige ver
hoging vast van het aantal in de
stamboeken ingeschreven dieren
1016 in 1959 t.o v. 805 in 1958, zegge
25- 0; en ook van het aantal ge
merkte lammeren: 2441 in 1959 te
genover 1932 in 1958, zegge even
eens 25
Benevans deze drie elementen
hebben wij nog het verlenen van
bewaarpremies voor rammen van
af 1939 ICO jaarlijkse premies van
800 fr.dit heeft zeier bijgedragen
tot de uitbreiding en de versprei
ding van zuiver gese.ecteerde ras
sen van troepschapen.
VOOB DE ZAIVESS
Is beter
mo i do