Ademhalingsziekten bij Varkens.
Weekblad
Nederlandse Zuivelnij verheid.
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adel
t
De ontwikkeling van de
AALST 28 JANUARI 1961.
Verschijnt iedere zaterdag
40ste JAARGANG Nr 1959
Beheer Zeebergkaai 5,
Tel. (053) 242.67
Aalst
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
Wegens de grote invloed die
door de Nederlandse zuivelvoort-
brengst wordt uitgeoefend op de
Belgische zuivelmarkt, is het voor
zeker niet van belang ontbloot
kennis te nemen van haar ontwik
keling gedurende de laatste jaren.
Melkvoortbrengst
en zuivelfabrieken.
Na het einde van de jongste we
reldoorlog breidde de melkop-
brengst zich uit en nam de vraag
naar melkprodukten aanzienlijk
toe. De verplichte standardisering
van de melk bevorderde het ont
staan van goed ingerichte bedrij
ven tot bereiding van verbruiks- of
consumptiemelk
In de zuivelnijverheid werd op
grote schaal vernieuwd, uitgebreid
en geconcentreerd. Talrijke kleine
zuivelfabrieken verdwenen, ande
re groeiden uit tot belangrijke be
drijven. De hierna volgende tabel
len geven een beeld van deze evo
lutie
Melkvoortbrenging
Jaar 1.000 ton
1938
1950
1955
1959
5.325
5.765
5.823
6411
Aantal zuivelfabrieken
1938 506 384
1948 423 191
1950 417 163
1959 377 134
De melkopbrengst steeg dus
van 1955 tot 1959 met 10%- Rede
nen daarvan zijn een groter aantal
melkkoeien en meer nog een ho
gere melkopbrengst per koe, ver
der ook minder melkverbruik op
de hoeve, afneming van de ver
vaardiging van boerenkaas en
doorvoering van de standardisatie
irrZeeland
Alhoewel de bevolking in die
jaren met 6 t.h. toenam, steeg het
zuivelverbruik niet in deze verhou
ding, waarschijnlijk als gevolg van
de gestegen verkoopprijzen.
De boteropbrengst.
De bereiding'van boter heeft in
de Nederlandse zuivelnijverheid
aan betekenis verloren en is ach
teruit gegaan, ondanks het feit, dat
de standardisatie van de melk op
2,5 t.h. vet een extra hoeveelheid
melkvet, omgezet in boter, gaf van
22 miljoen kg. De verhoging in 1960
van het vetgehalte der verbruiks-
melk tot 3 t.h. verminderde de bo
teropbrengst met 9 miljoen kg.
Van de 80 miljoen kg boter ver
vaardigd in 1959 (87 miljoen kg in
1930) was ongeveer 50 miljoen kg
afkomstig van het vrij komende
melkvet bij de verwerking tot ver-
verbruiksmelk, kaas en melkpro
dukten.
Mager melkpoeder.
De fabricage van mager melk
poeder staat in nauwe samenhang
met de voortbrenging van boter. De
garantieregeling voor de melk
houdt o.m. in, dat alleen over de
melk, die ter verwerking in de zui
velfabriek is aangeboden, de toe
slag wordt verleend.
Deze toeslag is de oorzaak dat
het voor de veehouder voordelig
is en blijft de verse volle melk te
leveren en voor de opfok en het
mesten surrogaatprodukten terug
te nemen, ook wanneer de werke
lijke waarde van een gedeelte van
zijn volle melk niet hoger ligt dan
de prijs welke hij voor het surro-
gaatprodukt (het mager melkpoe
der) moet betalen.
Deze toestand wordt ook in de
hand gewerkt door het verlangen
van de veehouders de kruiken ge
reinigd terug te krijgen van de zui
velfabriek en zo yveinig mogelijk
terugleveringsprodukten te ont
vangen.
Deze ontplooiing van de surro
gatenfabricatie, die zich voorals
nog tot de veevoedernijverheid be
perkt, houdt voor de zuivelindus
trie een zeker gevaar in. Om deze
reden acht men in Nederland een
grote opbrengst van mager
melkpoeder, die dan vaak gepaard
gaat met lage afzetprijzen, niet aan
te bevelen.
De kaasopbrengst.
Deze steeg met 30 t.h., nl. van
137 miljoen kg in 1930 tot 204 mil
joen kg in 1959.
De vervaardiging van boeren
kaas liep terug van 32,8 miljoen kq
in 1930 tot 11,5 miljoen kg in 1959.
Deze soort kaas krijgt daardoor
meer en meer het karakter van een
specialiteit met een min of meer
eigen afzetgebied. Door moderni
sering van de bereidingstechniek
wordt, benevens een aanzienlijke
arbeidsbesparing, de opvoering
van de gemiddelde kwaliteit van
de kaas nagestreefd. Beide facto
ren zijn van belang voor de op
voering van de opbrengst.
Zie vervolg 2? bladzijde 3' kolom)
VII.
Reeds verschillende besmettelij
ke aandoeningen van de ademha
lingsorganen van de varkens heb
ben wij hier behandeld. Wij willen
deze reeks afsluiten met enkele
woorden te zeggen over een vorm
van longontsteking, die veroor
zaakt wordt door een virus, terwijl
wij ook nog die aandoeningen
dienen te vermelden, die te wijten
zijn aan bepaalde parasieten, nl.
de longwormen.
Virus-pneumonie
(longontsteking)
Enkele jaren geleden zijn inte
ressante waarnemingen verricht
door Engelse onderzoekers over
de virus pneumonie bij varkens.
Deze ziekte die moeilijk van de an
dere longaandoeningen te onder
scheiden is, zou in Engeland (en
waarschijnlijk ook wel in ons land)
oorzaak zijn van zeer zware verlie
zen. Deze ziekte is des te schade
lijker daar de gebruikelijke ge
neesmiddelen over 't algemeen
meer werken op de nevenbesmet
tingen, die soms met de ziekte ge
paard gaan, dan op de ziekte zelf.
Vaccinatie schijnt niet vlot te gaan,
daar geen aanwijzingen voor het
optreden van een of andere vorm
van weerstand zijn waargenomen.
Er bestaan sterke vermoedens
dat de virus, die de ziekte veroor
zaakt, alleen verspreidt wordt langs
de lucht. Buiten de varkens schijnt
het levensduur van de smetstof vrij
kort te zijn, maar in de varkens
heeft men nog besmettingsgevaar
kunnen vaststellen na één jaar.
Eens dat de viruspneumonie in
een varkensstapel aanwezig is,
v/orden de biggen besmet, ofwel
door de zeug, die drager is van de
virus, ofwel na het spenen. Bij be
smetting door de zeug ziet men
hoestende biggen drie tot zes we
ken na de geboorte. Worden ze
pas besmet na het spenen (door
gaans dan door in aanraking te
komen met andere dieren) dan tre
den verschijnselen van de ziekte
op twee tot drie weken nadat ze
met de zieke dieren in contact
kwamen.
Daar het hier weer gaat om een
ziekte, die moeilijk rechtstreeks te
bestrijden is komt het er weer op
aan zodanige voorzorgsmaatrege
len te treffen, dat besmetting onmo
gelijk wordt. Het spreekt vanzelf
dat het aankopen van vreemde
dieren de varkenshouder steeds
blootstelt aan onaangename ver
rassingen.
Het verdient aanbeveling voor
besmette bedrijven de hokken he
lemaal ledig te laten komen. Wan
neer men deze grondig ontsmet en
dan een zevental dagen wacht om
nieuwe biggen binnen te brengen
heeft men veel kans dat de ziekte
niet meer uitbreekt.
Ten slotte wordt gewezen op het
infectiegevaar dat een besmette
beer oplevert.
W ormbesmetting.
Een tweetal wormbesmettingen
hebben bij de varkens hun weer
slag op de longen, nl. de besmet
ting met de gewone spoelworm en
de besmetting door de longworm.
Longwormbesmetting als wij
deze hier eerst behandelen dan is
dat omdat wij de bedoeling heb
ben de spoelwormen in een afzon
derlijke bijdrage te bespreken.
Reeds vroeger gaven wij hier
een verloop van een besmetting
door longworm bij hoornvee. De
aantasting bij varkens verloopt on
geveer op dezelfde wijze. Alleen
zijn de omstandigheden enigszins
anders en ook is de tussengastheer
niet dezelfde.
Wanneer een longworm volwas
sen is komen een groot aantal
uiterst kleine eitjes vrij. Maar deze
kunnen zich niet ontwikkelen in
het lichaam van de gastheer (dat
is het besmette dier). Door het
hoesten worden deze eitjes opge
hoest, ze kunnen ofwel rechtstreeks
in de buitenlucht terechtkomen of
wel worden ze door de gastheer
ingeslikt en passeren ze eerst heel
het spijsverteringsstelsel om ten
slotte, met het mest, dan toch weer
in de buitenwereld te belanden.
Het is nu buiten het lichaam van
de gastheer dat zich in het eitje
een uiterst klein wormpje ontwik
kelt als de omstandigheden ten
minste gunstig zijn. Deze eitjes zijn
echter niet rechtstreeks besmette
lijk voor varkens. Worden ze zon
der meer ingenomen dan gebeurt
er niets en gaan ze ongehinderd
weer door het spijsverteringska
naal naar de buitenwereld toe in
de hoop dat ze deze keer wat meer
geluk hebben. Want willen ze be
smettelijk worden dan moeten ze
eerst over een tussengastheer, nl.
over een regenworm op teek
Eens dat het longwormpje door
die regenworm is opgenomen on
dergaat het zekere inwendige ver
anderingen het rijpt. Daar ze heel
klein zijn kunnen er honderden
ja in sommige gevallen duizenden
van deze longwormpjes in een re-
(Zie vervolg 2< bladz. 1' kolom.
De Koornbloem
Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aal;: "Sr 1*5.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden
jaar coöperatieven particuliere