Belgische boteruitvoer naar Nederland 1 Nederlandse Zuivelnijverheid. Landbouwers, Beste Karresmeersel De ontwikkeling van de DE KOORNBLOEM - 28 jan. 1961 (Vervolg van le bladzijde). qenworm huizen en wee dan het varken dat een dergelijke regen worm te pakken krijgt. Wij weten alle uit ondervinding hoe graag een varken in de grond woelt en onvermijdelijk komt het op die wijze talrijke regenwormen tegen. Niet erg kieskeurig speelt het wroetende varken de worm binnen en daarmee kan de besmet ting een aanvang nemen, ten min ste als een regenworm werd opge nomen die drager was van de longworm. Want niet alle re9eI\ wormen hebben de kans gehad longwormeieren op te nemen. In het spijsverteringskanaal van het varken wordt de regenworm nu verteerd, maar daardoor komen de min of meer talrijke, nu rijpe longworpjes vrij, dringen door de darmwand tot in een bloedvaatje en laten zich vandaar rustig mee drijven tot in de longen. Daar wor den ze volwassen tot ze geslachts rijp worden, er worden weer eieren gelegd en het spel begint van voor af aan. De wormpjes die uit het eitje ont staan, zijn zowat een vierde van een mm groot. Bij hun verblijf in de regenworm groeien ze practisch niets, terwijl ze, eens in de d°rme van het varken beland, slechts weinig verder ontwikkelen door gaans tot ongeveer een halve mm. Het is pas als ze in de longen zijn aangekomen dat hun ontwikkeling met snelle schreden vooruit gaat. Ze bereiken dan een lengte, voor de mannetjes van een tot twee cm en voor de wijfjes van twee tot vier cm. Beiden blijven ze dun als een draad, terwijl de kleur kan uiteen lopen van geelachtig wit tot wit achtig bruin. Niet ieder varken heeft evenveel last van deze parasieten. Dat hangt grotendeels af van de leeftijd1 van het besmette dier en ook van het aantal wormpjes dat werd opge nomen. Bij volwassen varkens zal een normale besmetting weinig invloed hebben Is het aantal opgenomen wormen echter te groot dan treedt hoesten op. De conditie kan toch vrij goed blijven en het is slechts hii zeer zware besmetting en voor al als het dier herhaalde malen achtereen de kans krijgt zich op nieuw te besmetten (bv. varkens die dagelijks op de weide lopen) dat de longen zodanig wor^er; b®' schadigd dat de gezondheid zicht baar achteruit kan gaan. Bij jonge biggen zijn de gevol gen echter veelal veel zwaarder omdat ze veel gevoeliger zijn dan de volwassen dieren. Dezelfde hoe veelheid wormen, die voor grote varkens ongevaarlijk is, kan voor biggen met hun nog zeer kleine longen zeer gevaarlijk worden. Op twee plaatsen wordt de scha de aangericht, nl. in de darmen die door het doorboren van de larven worden beschadigd (waar bij wel eens afgang kan optreden) en vervolgens in het longweefsel, dat zodanig kan gekwetst worden dat de diertjes last krijgen om te ademen. Dat zo iets onvermijd.elijk verminderde voedselopname tot gevolg heeft spreekt vanzelf, ter wijl de vertering van de opgeno men voeders door de behavende darmwand ook niet te best is, ze ker niet als er afgang bij optreedt. Vermagering in dergelijke voor- waardenisniet te vermijden en de zaak kan nog erger worden als herhaaldelijk achtereen de dier kans krijgen zich opnieuw te besmetten. Dat is het geval bij deze die regelmatig buiten kunnen lo pen. Zolang de diertjes in de stal ver blijven en ook zolang ze in de wei de gezoogd worden, m.a.w. zolang ze geen grond (met regenwormen er in) gaan opeten is er geen ge vaar voor besmetting. Het is voor al bij warm en vochtig weder dat de regenwormen aan de opper vlakte van de grond komen en het is dan dat het gevaar het grootst is. Daar niet iedere regenworm drager is van de longworm en daar ook niet ieder big de kans krijgt een regenworm op te eten, is het begrijpelijk waarom bepaalde big gen wel en andere niet besmet worden. En na wat vooraf gaat zal ook wel begrijpelijk zijn dat de be smetting van de ene big op de andere niet mogelijk is, zeil al krioelt de biggenstal van wormen eieren, omdat deze eerst door een regenworm moeten opgenomen worden, willen ze besmettelijk wor den. Behoudens de aantasting door de spoelwormen, hebben wij hier vrij volledig een overzicht gege ven van de verschillende longaan doeningen die bij varkens kunnen optreden. Keus is er blijkbaar ge noeg en het zal voor de varkens houders steeds moeilijk blij ven de ene kwaal uit de andere te erken nen, daar waar zelfs de veearts wel eens in t duister tast. t Is dan ook aan te raden, bij aandoening van de ademhalingsorganen, een veearts te raadplegen. In alle ge val willen wij waarschuwen tegen het onbevoegd gebruik van oller- lei middeltjes, die doorgaans alleen tot resultaat hebben dat de ziekte zich ongestoord verder kan ont wikkelen, terwijl intussen kostbare tijd verloren gaat. (Vervolg van le bladzijde). leest en verspreidt uw blad. Een terrein van onderzoek bij de kaasbereiding vormt onder meei de behandeling van de korst waar aan verschillende facetten zijn zo als de onschadelijkheid voor de gezondheid, de invloed op de smaak en de geur, de technische bruikbaarheid, enz. Andere melkprodukten. De bereiding van gecondenseer de melk nam tijdens de laatste viji jaar toe met ongeveer 29 t.h. De opbrengst betreft voornamelijk volle gecondenseerde melk. De concentratie in de zuivelindustrie heeft zich het sterkst voltrokken in deze bedrijfstak. De opbrengst vindt enkel voor een gering per centage afzet in het binnenland, doch wordtgrotendeelsuitgevoerd. Ook bij het niet mager melkpoe der, waarvan de opbrengst glo baal voor 3/4 uit verstuivingspoe der en voor 1/4 uit rollerpoeder be staat, heeft de laatste jaren een uitbreiding van de produktie plaats gevonden, die vooral in 1959 zeer belangrijk was. Bij dit produkt, zij het ook in mindere mate dan bij gecondenseerde melk, zien wij een concentratie van de melkverwer king in vrij grote tot grote fabrie ken. Deze wijze van melkverwerking. die weinig arbeidsintensief is, biedt de mogelijkheid grote hoeveelhe den melk in de periode van over vloedige aanvoer te verwerken en zal daardoor in de toekomst, ver moedelijk nog in sterkere mate dan thans, toelaten de moeilijkhe den van werktijdverkorting in de zuivelindustrie zo goed mogelijk op te vangen. Deze laatste tijd is er een geringe afzet van melkpoe der in kleinverpakking op de bin nenlandse markt. tjes Onze Noorderburen hebben de jongste tijd zoveel boter uitgevoerd of laten uitsmokkelen naar België - dat zij er thans zelf te kort hebben. Wij leveren nu verse Bel gische boter aan Nederland, doch tegen de prijs van de wereldmarkt, dit is met een toeslag uit het Land bouwfonds van ongeveer 50 fr. per kg- Als Nederland boter te kort heeft, is het dan niet in de eerste plaats omwille van de overtollige sluikuitvoer naar ons land? Wij we ten niet hoe het marktorganisme in Nederland werkt, maar de vrees lijkt ons niet ongegrond dat de bo ter die aldus uit België met een enorme staatstoelage naar Neder land wordt uitgevoerd langs de smokkelhandel opnieuw in ons land zou terecht komen. Hoe dit mogelijk is Er is vooreerst de oogluikende medeplichtigheid van de Neder landse diensten die aldus hun boter kwijt geraken aan voordelige prijzen. Er is in hoofdzaak een ge brek aan kordaat optreden vanwe ge de Belgische overheden tegen de smokkelaars In de grensstreek kennen de mensen de grote smok kelaars die de smokkelhandel lei den en er miljoenen mede verdie nen. Het is een publiek geheim waar de gesmokkelde boter be waard wordt voor verdere verzen- Waarom wordt geen huiszoeking gedaan bij deze smokkelaars en wordt de waar niet in beslag ge nomen Wijl er bewaking is door de douaniers aan sommige toe gangswegen uit Holland zijn er talrijke minder gekende toegangs wegen waar deze bewaking niet bestaat of enkel toevallig wordt uitgeoefend. Wij zijn de mening toegedaan dat wanneer de bevoegde mini- sters werkelijk de smokkelinvoer van boter willen verhinderen, er daartoe mogelijkheid bestaat mits een strenge en geordende kontrole aan de grens en in de grenszone, zonder aanzien van personen. Evenwel wordt meer dan 3/4 van het voortgebrachte melkpoeder uit gevoerd voor het grootste gedeel te naar landen buiten Europa Bij deze uitvoer gaat het melkpoeder, in kleinverpakking, dus als merkar^ tikel, een steeds belangrijker rol spelen. Met de melkpoederfabricage gaat ook gepaard de ontwikkeling van de zo genaamde speciaal pro- dukten, waarbij het melkpoeder door verschillende toevoegingen zoals extrasuiker en vitaminenpre- paraten, beter geschikt wordt ge maakt voor de voeding van be paalde bevolkingsgroepen, zoals jonge kinderen, zieken, enz. Deze evolutie tot merkartikel zal de ai- zet van melkpoeder ook minder gevoelig maken voor de wisselin gen in het internationaal prijspeil. Voor een verruimde afzet. Door uitbreiding van de propa ganda en reklame willen de Ne derlanders het verbruik van melk en zuivelprodukten sterker doen stijgen dan met 1,5 t.h. per percentage dat tot heden werd be reikt. De begroting van het Neder lands Zuivelbureau dat met deze propaganda in binnen en buiten land is belast, wordt als te laag be^ schouwd. Men zou in dit verband willen komen tot een begroting van ongeveer 1 t.h. van de waarde der totale melkopbrengst. Men is in Nederland de mening toegedaan, dat ondanks het feit dat de landen van de Europese Economische Gemeenschap 12 t.h. afnemen van de totale melkop brengst, de Europese Economische Gemeenschap voorzeker betere afzetmogelijkheden kan bieden, dan waarover thans wordt be schikt. Van nu af wil men zich dan ook inspannen om zich ten volle in te werken in de Europese markt. Door tal van studies vanwege commissies en werkgroepen heeft men zich terdege op de E E.G. voorbereid, men heeft zich bezon nen op alle mogelijke situaties die zich bij het tot stand komen van de Europese Economische Gemeen schap kunnen voordoen en op de houding die men in deze situaties moetv aannemen. De Nederlandse zuiveldeskun- digen en de gehele landbouw be seffen zeer goed - wij kunnen dit ook voor ons land niet genoeg on derstrepen - dat in de Europese Economische Gemeenschap ter nauwernood nog prijsconcurrentie zal mogelijk zijn en dat het hoofd zakelijk zal aankomen op kwali- teitsconcurrentie en verkoopkunde. Tegenover Het Europa der Ze ven acht men in Nederlandse landbouwkringen een niet al te toegeeflijke houding geboden, vooral omdat, naar zij reeds heb ben ondervonden, in Engeland ken nelijk de bereidheid ontbreekt tot samenwerking in groter Europees verband, vooral op landbouwge bied. in nieuwe emmers van 10 kg beschikbaar in magazijn

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1961 | | pagina 2