De Landbouwbegroting Vlaanderen - Wallonië. Weekblad voor 1961. De tegenstelling Voor es* door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 11 FEBRUARI 1961. Verschijnt iedere zaterdag 40ste JAARGANG Nr 1961 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. (2de bijdrage) In ons vorig nummer hebben wij enkele gegevens samengevat uit het verslag van de senaatscommis sie voor de landbouw ter gelegen heid van de bespreking van de be groting van het Ministerie van Landbouw voor het dienstjaar 1961, met name deze betreffende het sociaal uitzicht van het landbouw vraagstuk en betreffende het land bouwonderwijs. Het verslag behandelt vervolgens De structurele vraagstukken. A) De landbouwgronden De grond is het eerste en voornaamste werktuig van de landbouwer. In België is de grond schaars en duur. Alles dient er dus uitgehaald wat er uit te halen is Ieder jaar worden duizenden hectaren goede landbouwgrond aan hun oorspronkelijke bestem ming onttrokken.Dit heeft voor ge volg dat gronden welke voorheen ongeschikt waren voor de akker bouw hiervoor bruikbaar dienen gemaakt en dat het rendement of de opbrengst van uitgestrekte lan derijen dient verbeterd. Dit is het probleem van de ge zondmaking der landbouwgron den. Voegt men daarbij de ruilver kaveling en de betere inrichting van de bedrijfsgebouwen, dan heeft men de bijzonderste bestand delen van de structuurhervorming die kan leiden tot een verhoging van de landbouwopbrengst door het drukken van de voortbrengst- kosten. B) De gezondmaking van de waterzieke gronden De Minis ter van Landbouw heeft voor de senaatscommissie voor de land bouw de grote lijnen geschetst van een plan dat zich over vijf jaren uit strekt en dat hoofdzakelijk gericht is op de gezondmaking van de gronden en de ruilverkaveling. Voor dergelijk programma, aldus de Minister, moet allereerst een in ventaris gemaakt worden. Dit is reeds geschied wat de sanering betreft. Er zijn is ons land nog on geveer 190 000 ha grond waarvan de opbrengst aanzienlijk kan wor den verhoogd op voorwaarde dat de vereiste saneringswerken wor den uitgevoerd. Op dit totaal moeten 37.000 ha worden gezondge- maakt door bemaling 90.000 ha door aanpassing van de bestaande afwateringskanalen of door aanleg van nieuwe 48 C00 ha door het aanleggen van ondergrondse draineringen 15.000 ha door bevloeiing of be sproeiing. In het huidig tempo worden slechts ongeveer 5.000 ha per jaar gezondgemaakt, tegen dit tempo zal de totale sanering 38 jaar ver gen. Dit is veel te lang. Daarom heeft de Minister, naar hij mede deelde, een plan opgesteld waarbij gedurende vijf jaar 25 000 ha gron den zouden worden gesaneerd. De private sector zal, wat de uit gaven betreft, bij de uitvoering van dit programma betrokken blijven. De kosten worden in totaal ge raamd op 1.500 miljoen fr. Neemt de staat 60 tot 80 p h., dus gemid deld 70 t.h. van de kosten of 1.050 miljoen fr. te zijnen laste, dan zal hij 210 miljoen fr. per jaar moeten aanwenden voor de sanering van 25.000 ha, wat gemakkelijk te dra gen is en voor het land een zeer productieve uitgave zal zijn. Voorzeker zullen hierbij talrijke moeilijkheden oprijzen, maar in de eerste plaats moet men een nauw keurig plan opmaken en verder dienen de moeilijkheden opgelost naar gelang ze zich voordoen. De Minister gaf toe dat hij thans niet over het nodige kaderperso neel beschikt om zulke omvangrijke werken uit te voeren. Er zullen benoemingen moeten gedaan worden Hier is een gele genheid om landbouwkundige of andere ingenieurs en sommige ambtenaren die in Kongo techni sche ervaring hebben opgedaan of vlug voor zulk werk opgeleid kun nen worden, opnieuw in dienst te nemen. De recente overstromingen die te wijten zijn aan de overvloedige regenval tijdens de jongste maan den hebben in sommige streken van het land tot rampspoedige overstromingen geleid. Een van de voornaamste gebreken van onze waterstaat ligt, naar het oordeel van meerdere leden der senaats commissie, in het gebrek aan over leg en samenwerking tussen de verantwoordelijke diensten. De samenwerking tussen de centrale en de ondergeschikte diensten is even onvolmaakt als tussen de ver schillende ministeriële departe menten onderling. [Zie vervolg 2' bladzijde 3' kolom II. De vlaamsche tale is wonder zoet, voor die heur geen geweld en doet. Gezelle. Zoals wij in onze vorige bijdrage beloofden willen wij hier in enkele episoden een blik werpen op dat stuk geschiedenis van het Vlaamse volk dat begint met het jaar 1830 en tot heden toe nog voortduurt Het mag waarlijk een wonder heten dat erin ons streek nog men sen zijn die Vlaams spreken en Vlaams verstaan. Het is een nog groter wonder dat die Vlaamse taal met de jaren uitgegroeid is tot een algemeen Nederlandse, met een eigen, zeer gewaardeerde lite ratuur en met eigen wetenschap pelijke publikaties van hoog ge halte. En dat niettegenstaande de stelselmatige en geraffineerde po gingen van de leidende standen in België om onze taal van de aarde te doen verdwijnen en ze te ver vangen door een taal die niet de onze is het Frans. Wij hebben geen enkel bezwaar tegen het Frans als taal. Wel inte gendeel. Maar ze is de onze niet. Zo min als het Duits of het Italiaans. Die talen mogen nog zo mooi klin ken, wij mogen er voor in bewon dering staan, maar ze zijn de onze niet. Dat is precies als met onze eigen moeder. Of met onze eigen kinderen. Andere zijn wellicht mooier, of verstandiger, of beter. Dat is allemaal mogelijk. Maar het zijn onze kinderen of onze moeder niet. En omdat onze moeder van mindere komaf is of onze kinderen niet zo begaafd als die van vreem den, moeten wij hen daarvoor la ten beledigen Moeten wij onze taal laten minachten en het feit dat wij behoren tot het Vlaamse volk Moeten wij beschaamd zijn om on ze familie en om de taal die zij spreekt Wij zien daar geen en kele reden voor. En toch heeft men niet geaarzeld, jaren aan een stuk, ons juist daar te beledigen, waar wij als Vlaming het gevoeligst zijn in onze kinde ren, onze familie, onze gebruiken, onze taal. En met welk recht Boekdelen zijn er geschreven, hele bibliotheken wellicht over de klein zielige pesterijen, die onze Vlaam se mensen dag aan dag hebben moeten doorstaanomdat ze toevallig van hun moeder Vlaams hadden geleerd en geen Frans. In 1840, dus amper 10 jaar nadat wij door de speling van 't noodlot in het staatsverband België waren terechtgekomen, werd aan de Bel gische volksvertegenwoordiging een smeekschrift gericht, waarin de ene aanklacht de andere volgt. Luistert maar Het is bekend dat de Vlaamsch sprekende Brabanders, Vlamingen en Limburgers ten minste zes eeu wen in hunne moedertael zijn be stierd geworden en dat hunne na tionaliteit steeds het heerlijkst heeft uitgeblonken, toen die tael hare volle regten genoot. Overal waer men sedert onheuglijke tijden Vlaemsch sprak, daer spreekt men het nog heden. De oude Landscon- stitutiën of Blijde-Inkomsten van onze Souvereinen, onze oude wet ten, onze plaetselijke costumen zijn oorspronkelijk in die tael vervat. Vele duizende boeken zijn er in gedrukt en men kan niet zeggen dat onze voorouders het Vlaemsch o°yt als een nietig patois (Frans woord voor gewestspraak) hebben beschouwd. Tergeefs is zij door de laetste overheersing der Franschen verdrukt en uit de handelingen van het bestuer gebannen,- de grote meerderheid der Belgen blijft nog altijd Vlaemsch spreken Van een Franse opvoeding, die destijds het ideaal was bij de hoge re standen weet dit smeekschrift weinig goeds te vertellen. Oordeelt maar zelf En wat zijn nu de vrugten van zulke Fransche opvoeding Dat er weinig eenheid meer be staat tussen de hooge volksklassen die Fransch willen spreken en de lagere burgerstanden, die nog op zijn oud Vlaemsch leven Dat men ter liefde van het Fransch, duizende vreemdelingen heeft in het land gelokt om ons nog meer te verfranschen, hetzij door middel van de dagbladen, hetzij door het openbaer onderwijs, hetzij door hunne aenstelling in de aen zienlijkste posten. Dat de Belgische jeugd, weleer zo godsdienstig toen zij in het Vlaemsch werd opgevoed, door den invloed van vreemde denkwij zen en der slechte Fransche boe ken, waervan ons land overstroomt zoo ligtzinnig en ongodsdienstig begint te worden als men bij onzen zuydeiijken nabuer is. Dat er door het toedoen der Franschsprekende (Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom.) De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1961 | | pagina 1