DE LANDBOUW De Landbouwbegroting Weekblad voor 1961» Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt in de Kommunistische Landen» gangs ■HH AALST 4 MAART 1961. Verschijnt iedere zaterdag 40ste JAARGANG Nr 196 A iüeheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Star- fisverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Rusland en China kennen op dit ogenblik zeer grote moeilijkheden in de landbouwsektor, die overi gens ver is ten achter gebleven op de industriële ontwikkeling van die landen. Noch Russen, noch Chine zen denken er aan deze moeilijk heden te loochenen of te verdoeze len, maar het is wel zeer waar schijnlijk dat zij een oplossing zoe ken in de verkeerde richting. De toestand hierdoor voor deze twee uitgestrekte landen gescha pen, is des te hachelijker, daar zij, niettegenstaande een sterk doorge dreven industrialisatie, fundamen teel landbouwlanden blijven, en zij moeten instaan voor de voeding van een steeds groter wordende bevolking. Over de toestand in Rusland zijn we het best ingelicht door de ver klaringen van Kroutchev zelf die tijdens het laatste kongres der kom munistische partij te Moskou geen blad voor de mond nam om de wantoestand aan te klagen. Men is er ver van af de 70 vermeerde ring der landbouwopbrengst be reikt te hebben die door het laatste zevenjarenplan voorzien was. De ontgoocheling is voor de Sow jet Premier des te groter daar on der zijn impuls 35 miljoen ha braak land ontgonnen werden, een werk waarvoor hij ook de jeugd had in gezet, door de jongeren te verplich ten, na hun studies, een of twee jaar op het land te gaan doorbren gen, niet zelden in het zeer verre en barre Siberië. Kroutchev wijt het mislukken van het landbouwplan aan de zorge loosheid en het bedrog, dit laatste niet zelden gepleegd om met scho ne cijfers te kunnen voor de dag komen. Wat aan K. zeggen deed Met statistieken geen koekebak- ken Om de vereiste hoeveelhe den vlees te kunnen leveren werd vee afgeslacht dat in leven had moeten blijven, of werd graan ge leverd dat had moeten dienen als zaadgoed. De Sowjet Premier heeft dan ook een grote inspektiereis doorheen het land aangekondigd, waarbij vooral de landbouwge bieden zullen bezocht worden. In China is de toestand katastro- faal, want er dreigt hongersnood. Volgens de beraamde plannen moesten er ieder jaar 525 miljoen ton graangewassen voortgebracht worden. In feite waren het er in 1959 200 miljoen en in 1960 190 mil joen. Er dient echter aan toege- voegdjjdat gedurende deze twee jaren de weersgesteltenissen zeer slecht zijn geweest, maar deze kun nen niet alleen verantwoordelijk gesteld worden voor een zo grote afstand tussen planning en wer kelijkheid. En zo is China verplicht geweest enorme hoeveelheden graan op te kopen in een kapita listisch land Kanada, terwijl na tionalistisch China begonnen is met het parachuteren van levens middelen boven de meest geteister de gebieden. Hoe is men in deze beide landen zo ver gekomen Ze beschikken toch over grond en volk genoeg om een normale landbouwproduk- tie op peil te houden. Een eerste oorzaak dient gezocht te worden in het feit dat deze twee landen, om prestige redenen, in de eerste plaats alle aandacht gewijd hebben aan de verzorging en de uitbreiding van het industrieel ka pitaal, wat een aanzienlijk deel van kapitalen en werkkrachten aan de landbouwsektor onttrokken heeft. Enorme en spektakulaire werken en stuwdammen werden verwezenlijkt met het oog op het voortbrengen van elektrische stroom waarvoor geen voldoende afnemers voorhanden zijn, en waarmede zonder nadeel had kun nen gewacht worden. Vervolgens heeft men door het kollektiviseren van de landbouw, aan de boeren alle persoonlijk be lang voor het verzorgen van hun arbeid ontnomen. De boer is een dagloner in dienst van de kolkhose en het is hem onverschillig gewor den of de grond voldoende op brengt of niet. De boer die voor zichzelf werkt, arbeidt van de vroe ge morgen tot de late avond de boerdagloner werkt zijn aantal uren en daarmee gedaan. In Chi na is de toestand nog erger, om niet te zeggen tragischer, gezien daar ook het familieleven opqerold werd Ten slotte ligt de schuld ook bij de beambten die noodzakelijker wijze bij de kollektivisatie behoren en die uiteraard meer belang stel len in cijfers en papieren dan in de levende werkelijkheid. Zij moeten bovendien met verbluffende cijfers kunnen voor de dag komen. Welke middelen gaat men nu ge bruiken om aan deze toestand te verhelpen Een terugkeer naar de familiale landbouwuitbating is uit gesloten. Mogelijk zal het tempo wat vertraagd worden. (Zie vervolg onderaan hier neven.) (5de bijdrage en slot). In het kader van de beschouwin gen gewijd door het verslag van de senaatscommissie voor de land bouw aan dierlijke voortbrengst welke wij hebben samengevat in onze vorige bijdrage, en waar het pas gaf ons commentaar bijvoe gende, werd ook het probleem be handeld van de concurrentie tus sen margarine en boter. Een lid van de commissie heeft de Minister verzocht om maatregelen te overwegen teneinde deze onge breidelde en oneerlijke concurren tie van de margarinefabrikanten in te dijken daar zij het gehele zui velbeleid van de regering in het gedrang brengt. Een lid suggereerde de verplich ting op te leggen de margarine te vervaardigen en te verkopen zon der toevoeging van kleurstoffen die haar doen gelijken aan het na tuurlijk produkt de boter. Dit vraagstuk behoort echter tot de bevoegdheid van de Minister van Volksgezondheid. Een voorstel van wet is hierom- Men is vooral zinnens aan de kolkhozen meer leiding en voor lichting te geven, evenals techni sche bijstand. Men zal drukking uitoefenen op de verantwoordelij ke ambtenaren, met het gevaar de kwaal nog erger te maken dan ze reeds is. De inspektiereis van Mr K. zal daar niet veel aan veranderen. Het is het princiep zelf van de kol lektivisatie dat fout is, maar dat zal men niet erkennen. Het is immers verkeerd dat de staat zich te veel mengt in het le ven en de arbeid van de burgers. Dat stoort hen en ontneemt de lust met toewijding te arbeiden. De moeilijkheden echter van Russen en Chinezen hebben ons nog eens klaar en duidelijk aangetoond welk een belangrijke plaats de landbouw inneemt in het leven van een land en dat men ongelijk heeft vooral de aandacht aan de indu- stralisatie te wijden. Hiermede zal vooral dienen re kening gehouden bij de hulpverle ning aan de onderontwikkelde ge bieden. De redding ligt voor hen niet in de industrialisatie indien deze niet gepaard gaat met een modernisering van de landbouw. Voor de welvaart van een gebied is het nodig ook aan de landbouw alle mogelijkheden te bieden. trent bij de Kamer ingediend door de heer Discry. De Minister van Landbouw gaf aan de commissie de verzekering dat zij voor de ver dediging van de landbouwbelan gen op zijn steun kan rekenen. Ter gelegenheid van de bespreking van het wetsvoorstel Discry hebben wij in «De Koornbloem» van 17 de cember 1960 onze zienswijze uit eengezet betreffende de wettellijke maatregelen die zich opdringen om de oneerlijke mededinging van de margarine met boter te verhin deren. Wij zijn zo vrij onze lezers naar die bijdrage te verwijzen. De inlandse kaasfabrikatie Een lid van de commissie was van oordeel dat België thans even goed uitgerust is als Nederland om har de kaassoorten van gelijke kwali teit te vervaardigen. De bestaande kaasfabrieken zouden hun voort brengst hunnen verdubbelen (het zij tot 12.000 ton) en alzo winstge vender worden, volgens zijn me ning. Door het verwerken van volle melk tot kaas zouden ongeveer 5.000 ton boter van de markt ver dwijnen zodat er een beter even wicht zou bereikt worden tussen de behoeften en de productie van vet stoffen. Ons land moet inzake vet stoffen een stoutmoedig beleid voe ren, hetgeen een gunstige weerslag zou hebben op de uitgaven van het Landbouwfonds. De Minister antwoordde hierop dat onze kaasfabrieken over de technische middelen beschikken om hun voortbrengst te verdubbe len, doch er moet ook verkocht worden. Thans schijnt de verho ging van de productie, rekening gehouden met de smaak en de ge woonten van verbruiker, met de verbruiksmogelijkheden overeen te komen. De Minister citeerde in verband hiermede volgende voort- brengstcijfers in januari 1959 350 ton in december 1959 450 ton in januari 1960 460 ton in december 1960 600 ton. De Minister verstrekte ook een tabel aanduidende het bedrag van de toelagen verleend voor de kaas- fabricage voor elk der jaren 1954 tot en met 1959. Hieruit blijkt dat de toelagen van 24.322.000 f. voor 2.614 ton in 1954 zijn gestegen tot 50.062.000 f. voor 7.049 ton in 1959. (Zie vervolg 2< bladz. 1' kolom.) De Koornbloem A bonnementsprijs 96 fr. 's jaar» Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcbeckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1961 | | pagina 1