Richtlijnen ter bestrijding van de
Blauwe Schimmel van Tabak.
MINISTERIE VAN LANDBOUW.
Mededelingen van het
Bestrijding van de
Runderbrucellose.
Bericht aan de Land
en Tuinbouwers.
DE KOORNBLOEM 4 maart 1961
Ziekteverschijnselen.
In het zaaibed op jonge planten. De
bladranden plooien naar onder en
soms wordt de bladkleur bleek
groen tot geel. Later verschijnt op
de bladonderzijde een blauw grijs
schimmelpluis. In een verder sta
dium sterven deze plantjes volle
dig af.
In het zaaibed op oudere planten.
Op enkele bladeren ontstaan ble
kere vlekken van 1 tot 2 cm diame
ter, eventueel gepaard gaand met
bladmisvormingen. Op de onder
zijde van de vlekken komt een
blauw grijs schimmelpluis en soms
sterven de planten volledig af.
- Op het veld ontstaan aanvanke
lijk op enkele bladeren bleekgroe
ne tot gele vlekken van ongeveer
2 cm diameter. Bij erge aantasting
vloeien deze vlekken samen. Op
de onderzijde van de vlekken ont
staat een blauw grijs schimmei
pluis. De vlekken worden bruin,
verdorren en vallen eventueel uit.
De groei van de planten wordt ge
remd. In erge gevallen sterven ze
volledig af.
Verspreiding van de
ziekte.
De blauwe schimmel vormt 2
soorten voortplantingsorganen
1° Oösporen die in de afsterven
de plantendelen gevormd worden.
Deze sporen kiemen na de winter
en veroorzaken een eerste infektie
Ze kiemen niet meer indien ze meer
dan 20 cm diep in de grond zitten
Om de eerste infektie in het voor
jaar te beletten dienen wij het kie
men van deze oösporen te verhin
deren. Dit kan door de aangetaste
delen van het voorgaande jaar te
vernietigen (bv. verbranden van de
afval van de zolder) en door de
aangetaste delen op het veld zo
diep mogelijk (20 cm) onder te
ploegen en ze ook het volgende
jaar zo diep mogelijk in de grond
te houden.
2° Talloze zeer fijne en lichte
zomersporen worden gevormd in het
blauwgrijze schimmelpluis. Deze
sporen worden zeer gemakkelijk
met de wind over grote afstanden
verspreid en kiemen op vochtige
tabakbladeren. De schimmel dringt
vooral langs de bladbovenzijde,
doch ook langs de onderzijde in
het blad, groeit er enige dagen on
opgemerkt, en kan reeds na een
week talloze nieuwe sporen (koni
diën) in de blauwgrijze schimmel-
vlekken vormen.
Het bestrijden van de blauwe
schimmel in de zomer bestaat er in
te beletten dat de sporen zouden
kiemen op de bladeren, dit door de
planten voorbehoedend te behande
len met schimmelwerende midde
len.
Zorg voor goed zaad en
een gezond zaaibed.
Gebruik gezond, ontsmet 2aad, bij
voorkeur van het jaar 1958 of vroe
ger.
De ontmetting kan o.a. gebeuren
met één van volgende middelen
- Zilvernitraat5 gram per liter
water, 5 minuten indompeltijd
- Ethylalkohol (bij apoteker of
drogist verkrijgbaar)onverdund,
5 minuten indompeltijd
- Javelwater (bleekwater) on
verdund, 1 uur indompeltijd
Na de behandeling dient vol
doende nagespoeld met zuiver wa
ter, om de resten van het ontsmet
tingsmiddel te verwijderen.
Leg het zaaibed op verse grond, dus
op een nieuwe plaats of ververs de
grond door 20 cm nieuwe grond
aan te brengen.
Indien dit niet mogelijk is zal het
kweekbed ontmet worden op een
der volgende wijzen
- de grond stomen
- ten laatste 3 weken vóór het
uitzaaien per 10 vierkante meter
zaaibed 3 liter formol aangelegd
tot 30-40 liter op de grond gieten en
nagieten met 20 liter water
- ten laatste 2 maanden vóór
het uitzaaien 1 liter VAPAM, aan
gelengd met 30 40 liter water, uit
gieten over 10 m2 zaaibed, nagie
ten met 20-30 liter water, en bij
voorkeur afdekken gedurende één
week;
Houdt de plantjes zoveel mogelijk
droog door
- niet te dik te zaaien ,-
- de zaaibedden meer dan vroe
ger te luchten.
Giet de zaaibedden met veel overleg
- niet dikwijls
- maar iedere keer genoeg om
de grond voldoende diep vochtig
te maken;
- door gieten wordt de bescher
mende spuitstof afgespoeld, zodat
het gieten best gebeurd kort vóór
elke spuitbeurt, mits de plantjes
voldoende te laten opdrogen.
Behandel regelmatig met
schimmelwerkende
middelen.
Zaaibedden.
In het Belgisch Staatsblad van 26
januari 1961 wordt het koninklijk
besluit van 30 december 1960, be
treffende de bestrijding van de run
derbrucellose, bekendgemaakt.
Iedere landbouwer vreest deze
ziekte wegens de gevoelige verlie
zen die zij veroorzaakt en de nade
lige gevolgen bij de ermede be
smette veestapel.
Het bestrijdingsprogramma voor
ziet de opsporing van de ziekte, de
inenting van de jonge vrouwelijke
runderen van 5 tot 8 maand oud en
de toepassing van hygiënische
maatregelen o.m de afslachting
der besmette dieren, welke echter
slechts binnen enkele jaren zal op
gelegd worden.
De inenting verleent aan de jon-
i ge dieren een degelijke en duur
zame weerstand, voor zover de in-
geënte dieren in goede voorwaar
den ondergebracht zijn om deze
minimum voorwaarden te verwe
zenlijken moet de landbouwer de
elementaire hygiënische zorgen,
die zo herhaaldelijk beschreven en
gevulgariseerd werden, in acht
nemen.
Het is bekend, en talrijke land
bouwers hebben het tot hun scha
de ondervonden, dat brucellose
dikwijls op een onbesmet bedrijf
uitbreekt, korte tijd na het binnen
brengen van een aangekocht dier.
Dit zal niemand verwonderen als
men weet dat een schijnbaar ge
zonde koe, die evenwel vroeger
verworpen heeft, bij tussenpozen
en gedurende verschillende jaren
de ziektekiemen met de melk kan
afscheiden.
- Het is wenselijk vanaf een paar
dagen na de opkomst 2 maal per
week te spuiten met FERBAM, 3 gr
per liter, 1 liter oplossing per 10
vierkante meter.
-Vanaf het 4-bladstadium (on
geveer 3 weken na het zaaien) 2
maal per week spuiten met ZINÉB,
2 gr per liter, 1 liter oplossing per
10 vierkante meter.
- Indien niet kan gespoten wor
den, kan eventueel gestoven. Ge
bruik dan bv. van een 10 stuif-
middel 50 gr per 10 vierkante me
ter.
Opmerkingen.
-Komt er in de zaaibedden,
niettegenstaande de bespuitingen,
toch ziekte voor dan dienen de
aangetaste plekken, zo vlug moge
lijk vernietigd te worden, o.a. door
ze te begieten met een 2-4% for-
moloplossing, 2 liter per vierkante
meter.
-De zaaibedden dienen bespo
ten te worden tot alles uitgeplant is,
en van dan af dienen ze zo vlug
mogelijk diep ondergespit te wor
den.
Veld.
-Na het uitplanten zo vlug mo
gelijk met de bespuitingen begin
nen.
-Tijdens de eerste twee weken
spuiten met ZINEB, 4 gr per liter.
Tijdens de volgende weken
spuiten met MANEB, 2 gr per liter.
-Indiennergens ziekte vastge
steld wordt, kan één bespuiting per
week volstaan. Van zodra de ziek
te ergens opgetreden is, is het wen
selijk eventueel tot 2maal perweek
(Zie vervolg onderaan hierneven)
De bezonnen landbouwer, die
zijn belangen ter harte neemt, zal
daarom volgende raadgevingen in
acht nemen
1. - Zorgen dat het jonge vee,
ter vervanging der oudere dieren,
op eigen bedrijf gekweekt wordt
2. - Zo weinig mogelijk runde
ren aankopen en, indien nodig, al
leen jonge dieren;
3. In geval van aankoop de
oorspronkelijke schetskaart eisen,
die de identificering en de kontrole
van herkomst van het dier moge
lijk maken. Op de keerzijde van
deze kaart de datum en het resul
taat der tuberculinatie en de data
van eventuele inenting tegen bru
cellose en mond- en klauwzeer na-
te spuiten,
- In plaats van de produkten te
verspruiten kunnen ze ook verne
veld worden, waarbij dan toch bij
voorkeur veel water gebruikt wordt
en waarbij per ha ongeveer even
veel kg werkzaam produkt verne
veld wordt als bij het nornaal spui
ten.
Opmerkingen.
-Losgekomen plantendelen als
scheuten, uitgenepen toppen e.a.
moeten verwijderd worden en ver
nietigd door ze minstens 20 cm diep
onder te spitten.
- Zodra de tabakoogst geëindigd
is moeten alle stengels en alle af
val vernietigd worden door ze min
stens 20 cm diep onder te ploegen.
Medegedeeld door Het Centrum
voor Tabakonderzoek van de Rijks
landbouwhogeschool te Gent.
gaan het aangekochte dier afzon
deren.
Bij de aankoop van koeien - het
geen formeel is af te raden - kun
nen bijkomende waarborgen voor
zien worden, door o m. van de ver
koper een ondertekende verbin
tenis te eisen dat hij het dier terug
neemt wanneer binnen vijftien da
gen na levering, de sero-agglutina-
tie op het door een dierenarts ge
nomen bloedstaal positief is.
Al deze raadgevingen die met
een weinig goede wil gemakkelijk
te verwezenlijken zijn, kunnen
overbodig schijnen aan hen die
zich het begin van de runaertuber-
culosebestrijding niet meer zouden
herinneren. Toen hebben veehou
ders hun reagerende dieren in de
vrije handel verkocht om hun eigen
veestapel gezond te maken, op ge
vaar af gezonde bedrijven te be
smetten.
De brucellosebestrijding begint
en dergelijk maneuver kan zich nu
weer herhalen de kopers van run
deren moeten de nodige voorzor
gen nemen en de hierboven ver
strekte raadgevingen volgen, met
het doel de gezondheid van hun
veestapel en meteen hun belangen
te vrijwaren.
Met het doel de verspreiding
van de vergelingsziekte der bieten
tegen te gaan werd bij koninklijk
besluit van 22 augustus 1958 be-
poald dat het verboden is na 1
april van elk jaar bieten of afval
van bieten te bewaren wanneer
deze scheuten vertonen. Voor het
gebied ten zuiden en ten oosten
van Samber en Maas wordt bij
koninklijk besluit van 18 maart 1959
de uiterste datum op 1 mei vastge
steld.
De bijzondere aandacht van de
eigenaars van voederbietenkuilen
wordt derhalve gevestigd op het
feit dat de bieten ook afval van
bieten met scheuten vóór 1 april
moeten opgeruimd zijn behalve
voor het gebied ten Zuiden en
Oosten van Samber en Maas waar
de datum 1 mei van kracht is.
De vergelingsziekte is een virus
ziekte welke tot nog toe niet recht
streeks kan bestreden worden. Wel
beschikken we over onrechtstreek
se middelen o.a de scheutvorming
der bewaarde bieten beletten door
een behandeling met een phyto-
pharmaceutisch product ofwel de
bietenkuilen opruimen vóór ze een
gevaar worden voor de versprei
ding van de vergelingsziekte.
De bieten met scheuten vormen
immers een belangrijke infectie
haard van de vergelingsziekte. In
het vroege voorjaar wordt de ziek
te van daar uit door de bladluizen
in de velden verspreid. Het oprui
men der infectiehaarden en het be
strijden der bladluizen in de teelt
zelf zijn tot op heden de beste voor
behoedsmiddelen.
De besluiten van 22 augustus 1958
en 18 maart 1959 waarbij verboden
wordt na 1 april (1 mei voor het ge
bied ten Zuiden en ten Oosten van
Samber en Maas) bieten of afval
van bieten met scheuten te bewa
ren zijn dus genomen in het belang
van de bietentelers zelf.