Bestrijding van Grondinsecten. Strooi KALKCYANAMIDE op ZOMERGRANEN 11 maart 1961 (Vervolg van le bladzijde) bouwinvesteringsfonds een stelsel van voordelige kredieten in. Dit zal verwezenlijkt worden door de toekenning van de waarborg aan de leningen aangegaan door de landbouwers en tuinbouwers tot uitbreiding en verbetering van hun bedrijf, door een tussenkomst in de rentelast voortspruitende uit deze leningen. Beide voordelen zullen tegelijkertijd kunnen wor den verleend. Waarborg van de leningen. Ongeveer de hellt van de Belgi sche land en tuinbouwers zijn huurder of pachter. De twee der den van de bebouwde oppervlak te wordt in pacht uitgebaat. Dien volgens beschikken deze uitbaters in het algemeen niet over voldoen de onroerende goederen om in on derpand te worden gesteld tot waarborg van de leningen voor bedrijfsdoeleinden welke zij wen sen aan te gaan. De taak van het Landbouwinvesteringsfonds is hen te helpen door het verstrekken van een aanvullende waarborg. Tussenkomst in de rentelast der leningen. Om de rente- of intrestlast van bedoelde leningen te verlichten, zal het Landbouwinvesterings fonds door een toelage in deze last kunnen tussenkomen ten belo- pe van hoogstens 3 "Zo- Uitzonderlijk zal het Fonds ook kosteloze toelagen kunnen verle nen wanneer het geringe investe ringen of beleggingen betreft wel ke het aangaan ener lening niet wettigen. Vorming van het Land bouwinvesteringsfonds. Het Landbouwinvesteringsfonds wordt gestijfd door een jaarlijkse dotatie van ten minste 100 miljoen frank uitgetrokken op de begro ting van het Ministerie van Land bouw. Deze dotatie werd reeds in geschreven op het ontwerp van begroting voor 1961. Zodra de begroting door het parlement is gestemd, zal het stel sel in werking treden. Dit belet niet dat van nu af de aanvragen door het Ministerie van Landbouw kunnen worden onderzocht. Het is de Minister van Landbouw die over de toekenning van deze kre dieten beslist. Hij zal nochtans bij gestaan worden door een raadge vende commissie welke de criteria van toekenning zal voorstellen en bepaalde individuele aanvragen zal onderzoeken vallende buiten deze criteria of algemene regels. Om een lening met de waarborg van het Fonds te bekomen of zijn tussenkomstin de rentelast, zullen de land- en tuinbouwers de lening moeten aanvragen aan de officiële instellingen voor landbouwkrediet, nl. het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, de Nationale Maatschappij voor de Kleine Land eigendom (wanneer het gaat om te bouwen), aan de Landbouw- kantoren van de Algemene Spaar en Lijfrentekas. Zij zullen zich ook kunnen wenden tot privé-instellin- gendie met dit doel door de Mi nister van Landbouw zijn aangeno men. Deze politiek, aldus de Minister, is de tegenhanger van de regeling welke door de wetten van 17 en 18 juli 1959 werd ingevoerd ten voor dele van de nijveraars en de mid- denstand. Voortaan zullende land- bouwers ook hun aandeel hebben. (Vervolg van Benevens de gewone kultuurzor- gen, die bij het zaaien te pas ko men, is de meest belangrijke fak- tor in het welslagen van de teelt het goed opkomen van de jonge kiemplant. Twee soorten vijanden bedreigen zij immers op dat ogen blik enerzijds de verschillende schimmels (veroorzakers van ziek ten) die ofwel op het zaad voorko men, ofwel in de grond leven en anderzijds de insecten, die in de grond leven, en die voor hun voe ding alles aanpakken wat ze maar vinden, bij voorkeur dan de tere worteltjes van de kiemplantjes. Hun vraatzucht kent daarbij geen grenzen en de schade die ze kun nen aanrichten evenmin. Wanneer men nieuw zaaigraan aankoopt dan is dat meestal ont smet, hoewel dit voor bietenzaad zeer dikwijls niet het geval is. De ze ontsmetting, die onze boeren al sinds jaren kennen, is echter alleen een bescherming van het kiemen de zaad en van het kiemplantje, tegen ziekten die met het zaad meegekomen zijn, ofwel in de grond zitten. Maar deze ontsmet ting geeft niet de minste bescher ming tegen grondinsecten. Omwille van de grote schade die deze kunnen aanrichten vin den wij het wenselijk onze lezers in te lichten over een zaadontsmet ting, die niet alleen beschermt te gen ziekten, maar tegelijkertijd ook tegen grondinseten. Als voornaamste grondinsecten kennen wij natuurlijk de ritnaal- den of koperwormen. Verder ken nen wij nog de duizendpoten, de arven van verschillende andere kevers, zoals bv. de meikevers, enz. Over de schade die ze aanrichten hoeven wij niet uit te wijden, daar iedereen er al voldoende kennis mee heeft gemaakt. Vast staat dat le bladzijde). ze bijzonder gevaarlijk zijn voor het jonge kiemplantje, dat maar over enkele fijne worteltjes be schikt. Het afvreten van een derge lijk wortegestel is maar een kwes tie van minuten. Eens dat de plant een zekere ont wikkeling heeft bereikt en dus ook over een sterke wortelgestel be schikt, is het gevaar grotendeels voorbij hoewel bij sterker aantas ting toch nog wel voelbare schade kan optreden, denk maar even aan de beschadiging van de aardap pelen door de ritnaalden. Hoe jonger het plantje dus, hoe groter de kans op vernietiging. Nochtans wordt de schade ook be paald door het aantal grondinsec ten dat de akker voorkomt. Hoe dichter de larvenbevolking, hoe meer eters en dus ook hoe meer slachtoffers. Dichtheid van de larvenbevolking. Wil men een gedacht hebben van het aantal larven dat in de grond voorkomt, dan moet men ze tellen. Op 't eerste zicht lijkt dat een onmogelijke opgave. Noch tans bestaat hiervoor een zeer een voudige methode. Men neemt een bepaalde oppervlakte grond, bv. een vierkante meter, spoelt die grond door een fijne zeef en de lar- ven, die er op liggen kunnen zo ge teld worden. Bovendien kan men dan ook uitmaken om welke lar ven het eigenlijk gaat. Voor de praktijk volstaat het ech ter volgende regels te onthouden Alleen oude weiden en akkerland, voortkomend van gescheurde wei den, dienen beschouwd als heb bende een sterke larvenbevolking (meer dan 1.000.000 per ha). In min dere mate, maar toch ook nog sterk aangetast zijn doorgaans lu. zernevelden en klavervelden. De andere akkergrond is over 't alge meen minder aangetast en het ge vaar voor sterke schade is hier dan ook minder groot. Men dient er nochtans rekening mee te houden dat bepaalde teel ten gevoeliger zijn dan andere. Een van de gevoeligste zijn wel de bieten, te meer daar deze vroeg gezaaid worden, op een ogenblik dat de ritnaalden juist zeer aktief zijn. Bovendien is een dichte op komst van de kiemplantjes ge wenst, wil men een hoge op brengst bekomen met een betere gezondheidstoestand. Een dichte begroeiing, gaande tct 80 000 plan ten per hectare, verzekert eensnel- Ier en vollediger bedekking van de bodem door het gebladerte en geeft daardoor veel minder kan sen aan de bladluizen, die de ver- gelingsziekte over dragen. Maïs, alhoewel minder dan bie ten, is ook gevoelig voor ritnaal- denaantasting. Een behandeling tegen ritnaalden van het zaad zal hier bovendien tegelijkertijd be schermen tegen de larve van de smalle graanvlieg Vlas, koolzaad, erwten en veld- bonen en ook de graangewassen zijn doorgaans minder gevoelig voor ritnaalden, maar de bestrij ding in deze teelten zal ook weer een gunstige weerslag hebben op andere parasieten, zoals bv. de aardvlo op vlas en koolzaad, de erwtenbladrandkever, de grijze graanvlieg, enz. Samenvattend kan men dus zeg gen dat een behandeling tegen ritnaalden noodzakelijk is in de bieten- en maïsteelten. Zij is bijna altijd lonend in de andere teelten. Het komt er alleen op aan de aan gepaste methode te gebruiken en daarbij geen onverantwoorde kos ten te maken. In een volgende bijdrage be spreken wij dan de bijzonderhe den van deze bestrijdingsmethode. Juist vóór of bij het bovenkomen van het graan gewas bij de hieronder aangegeven stand Strooi 200 kg/ha op droog gewas en vochtige bodem. Gekiemde en opkomende zaadonkruiden worden door de cyanamide oplossing vernietigd terwijl het graan gewas gevrijwaard blijft. VOLG DEZE NIEUWE BEPROEFDE METHODE VAN ON- KRUIDBESTRIJDING MET GELIJKTIJDIGE STIKSTOFBEMESTING Meerdere inlichtingen zijn op eenvoudige aanvraag te bekomen bij de SOCIÉTÉ BELGE DÉLECTROCHIMIE N. V. LANGERBRUGGE DE KOORNBLOEM r GRONDLAAG van C/PCA 3 cm DIEPTE WA AP DE CYANAM/DE OPLOSSING ONKPUiDDODEND WEPKT ZONE WAARIN DE CYAN AM!DE OPLOSSING REEDS OMGEZET IS /fi VOEDENDE STIKSTOF

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1961 | | pagina 2