Verkoop van Meststoffen. De Europese landbouw in 1965. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt Dringende wettelijke regelingen inzake 40'„te JAARGANG Nr 1970 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standwerdedigmg van de Landbouwer» Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. De concurrentie in de verkoop van meststoffen is ongewoon sterk. Men verkoopt aan alle prijzen en men zou gaan geloven dat er veel gestolen goed op de markt komt. Wij geloven niet dat ernstige fir ma's zich bezondigen door de ver koop van kunstmest dat niet in orde is Maar de mogelijkheid be staat en onlangs nog werden op dat gebied onregelmatigheden be- statigd. Zo menen wij dat er strenger moet opgetreden worden inzake ver koop van losse meststoffen, bijvoor beeld potas, waar de inhouden verschillen van 17 tot 60 en waar alles mogelijk is. Wij kregen reeds een wettelijke regeling inzake fabrikatie en ver koop van superfosfaat. Vroeger kwamen alle mogelijke titels aan de markt van 10 tot 20 Nu verbiedt de wetgeving een mindere inhoud dan 17 te fabri ceren en in feite wordt bijna uit sluitend 18 °P de markt ge bracht. Dit is een goede maatregel die veel misbruiken onmogelijk maakt. Hetzelfde zou moeten verkregen worden voor de metaalslakken. Hier komen ook velerlei inhouden in de handel en is het prijsverschil dan ook zeer groot. Veel boeren zijn geneigd altijd naar de goedkoop te zien en me nen dat het genoeg is zonder meer metaalslakken te kopen. Er wordt veel te weinig op de inhoud gelet en bij sommige land bouwers komt enkel de prijs in aanmerking. Dat sommige verkopers hiervan gebruik en misbruik maken hoeft niet gezegd. Ook voor metaalslakken ware het van groot belang een mini- muminhoud door de wet vast te leggen. Wij willen evenwel in de eerste plaats de nadruk leggen op de verkoop van potas die bijna altijd onverpakt wordt verhandeld en waar men alle mogelijke kleuren- schakeringen en alle mogelijke in houden tegenkomt. Men kan potaszout kopen van 17 evenals van 40 en 60 Aan de kleur kan men nooit iets erkennen. Er bestaat van iedere inhoud van grijs tot rood, geel, blauw en wit. Men moet dus enkel voortgaan op de ontleding of op de betrouwbaarheid van de ver koper. Er is steeds een zeer gemakkelijk middel om de kopers appelen voor citroenen in handen te stoppen want het is een feit dat geen enkel landbouwer er aan denkt het goed te laten ontleden. Van de kant der kopers kan er steeds achterdocht bestaan en wantrouwen tegenover de verko pers. Er moet dus iets gevonden wor den om aan die toestand een einde te maken en aan de kopers alle ze kerheid omtrent de echte waarde van de meststoffen te geven. Naar ons bescheiden mening be staan er twee middelen 1. Alleenlijk de verkoop van po tas 40 toe te laten, met uitslui ting van 17 Op die manier kan er niet gemist worden en is de ko per zeker dat hij 40 krijgt. 2. De verkoop van onverpakte potas te verbieden. Op 't eerste zicht moet men toe geven dat het afleveren in zakken hierdoor duurder komt te staan - gezien de onkosten van de ver pakking. Maar op de keper beschouwd is dat niet zo erg, doordat de boer voor losse koopwaar verplicht is zelf op te zakken en af te wegen wat hem veel tijdverlies en onkos ten meebrengt. Indien men enkel 40 op de markt brengt zijn alle missingen en mogelijke misbruiken uitgesloten en kan de verkoop van losse waar verder doorgaan. Indien men ten alle prijze de 17 wil behouden, maar wij vragen ons af waarom, dan moet men de verkoop van onverpakte potas ver bieden. Alle andere meststoffen worden in zakken afgeleverd en potas zal dan ook geen uitzondering maken. Ten nadele van de potas 17 kunnen wij nog aanvoeren dat deze volgens prof. Pipers 40 tot 65 keukenzout bevat en 10 tot 14% onoplosbare stoffen, iets wat niet voordelig is voor de plan tengroei. Wij spreken dan nog niet van dubbele vracht- en arbeidsonkos- ten om dezelfde hoeveelheid potas in de grond te brengen. Wij menen dat deze voorstellen door de bevoegde diensten van ons Ministerie van Landbouw in overweging kunnen worden geno men in het belang van de land bouwers en in het algemeen be- lan9- Men stelt bij de economische we tenschap een voortdurend streven vast om de ontwikkeling van het bedrijfsleven in de toekomst op min of meer lange termijn te voorzien, aan de hand van de verschillende elementen van de huidige toe stand en van de normale richting en evolutie dezer bestanddelen als daar zijn de voortbrenging, het verbruik, de stand en bevolking, de koopkracht dezer laatste, de afzet gebieden, het economisch beleid in de bestudeerde gebieden, enz. Deze voorzieningen of prognoses bieden natuurlijk, wat hunne ver wezenlijking betreft, geen volstrek te zekerheid omdat zij geen reke ning kunnen houden met onvoor ziene gebeurtenissen zoals b.v. oor logen, uitgebreide natuurrampen. Het zijn evenwel beredeneerde ra mingen die hun nut bieden, omdat zij uitgaan van waarnemingen van de bestaande toestand en tenden sen en aldus toelaten aan de volks huishouding een bepaalde en be trekkelijk veilige richting te geven. Het Comité voor Landbouw vraagstukken van de Economische Commissie voor Europa (E.C.E.) heeft in samenwerking met de Voedsel- en Landbouworganisatie der Verenigde Naties (FAO) een studie gepubliceerd onder de titel (European Agriculture in 1965) waarin getracht wordt te bepalen hoe produktie, verbruik, afzet en in komen van de boeren zich in de komende vijf jaar zullen ontwikke len op basis van de doorzetting van de huidige ontwikkelingslijn. Van bedoeld verslag maakte de heer E D. een flinke samenvatting in V.E.V. Berichten nr 3- van 15 fe bruari- het interessant tijdschrift van het Vlaams Economisch Ver bond. Het verslag onderzoekt vooreerst de huidige toestand van de land bouw in het vrije Europa en in de landen achter het IJzeren Gordijn nl de Sowjet-Unie en de andere landen van Oost Europa. Het vrije Europa. In de afgelopen tien jaar namen de technische middelen ter be schikking van de landbouw een ge stadige uitbreiding. Verder werden vastgesteld een aanzienlijke ont wikkeling van de vakkennis van de boer alsmede een sterke opvoe ring van de produktiviteit met als gevolg een voortdurende afvloei ing van arbeidskrachten uit de landbouw en een toeneming van het rendement per ingezette ar beidskracht. Het toenemend aanbod van pro- dukten vond een groeiende markt die in koopkracht toenam. Grotere investeringen en beste dingen voor voortbrengstmiddelen werden aan de boeren mogelijk ge maakt door overheidssteun aan de landbouw en door verruiming van min of meer beschermde markten voor landbouwprodukten. In de minder geïndustrialiseerde landen van Zuid Europa waar de opbrengst per eenheid van opper vlakte en per diereneenheid veel lager ligt dan in de noordelijke lan den, was de ontwikkeling evenwel minder krachtig en minder uitge breid, alhoewel de landbouw er in een aantal landen gedurende de jongste jaren flink wordt bevorderd met overheidsprogramma's en een actieve landbouwpolitiek. Nochtans dient aangestipt dat in meerdere landen van zuid-Europa natuurlijke factoren zoals onvol doende regenval, gronderosie en bergketens de voortbrenging en produktiviteit hinderen zodat de landbouw er moeilijk een verge lijkbaar peil van productiviteit met deze in de noorderlanden kan be reiken. Nochtans dient gezegd dat na tuurlijke en strukturele tekortko mingen er niet de enige oorzaken zijn van het lage productiviteits- peil. Het merendeel der boeren wordt geremd in het streven naar vooruitgang door een laag inko men waardoor het onmogelijk is in voldoende mate de betrekkelijk kostbare productiemiddelen aan te kopen welke door de moderne landbouw zijn vereist. De afzet welke zij bieden verschaft een on voldoende basis aan de nijverheid om bij middel van massavoort - brengst werktuigen en materieel tegen lage prijzen te leveren aan de landbouwers Oost-Europa. In Sowjet-Rusland en de andere landen van Oost Europa wordt de landbouw thans nauw verbonden met de nijverheid in de productie- programma's, ontworpen door de regeringen, dan wanneer hij tot voor korte tijd enkel een onderge schikte plaats had op de lijst van de investeringsprioriteiten. Sinds 1956 hadden achter het IJzeren gordijn grondige verande ringen plaats in het landbouwbe leid. Dit is er nu op gericht het peil van de landbouwproductie en van de productiviteit te verhogen. Bij de middelen die hiertoe wor den aangewend kunnen worden genoemd de verlaging of de op heffing van verplichte leveranties, verhoging der prijzen betaald aan (Zie vervolg 2< bladz. 1' kolom.) De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Ztlven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden 1 --

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1961 | | pagina 1