Varkens gaan van de Roten.
Weekblad
De afzet der Voortbrengselen
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
van levensbelang voor onze landbouwers*
AALST 6 MEI 1961.
40* te JAARGANG Nr 1973
Seheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Stemdsverdedigmg van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUBRON.
Wij geven het graag toe het
komt eerder zelden voor dat wij
nog varkens aantreffen, die last ge
ven met te slappe poten. De laat
ste jaren is dat eerder een uitzon
dering geworden. Vóór de oorlog
was het ongetwijfeld stukken
slechter.
Waaraan hebben wij die veran
dering ten gunste te danken Aan
vankelijk zal het zo gev/eest zijn
dat varkens met zwakke poten on-
verbiddellijk uit de voortplanting
werden geweerd. Eigenlijk sloten
zij zichzelf uit. Als men zich herin
nert hoe zwaar vroeger de var
kens gekweekt werden kan men
zich moeilijk voorstellen dat derge
lijke dieren, als ze last hadden met
de poten, ter dekking werden aan
geboden. Zodoende is, mede on
der invloed van de juiste voorlich
ting, de aanleg tot de Engelse ziek
te of rachitisme, stilaan maar stel
selmatig uit de verschillende var-
kensstammen uitgekweekt.
Het zal voor iedereen intussen
wel duidelijk zijn geworden welke
grote rol de erfelijke aanleg bij het
optreden van deze afwijking speelt.
Het zit in de soort, zeggen de boe
ren
Wij kunnen ons nu echter de
vraag stellen hoe komt het dan
dat er toch nog regelmatig geval
len van rachitisme te zien zijn Nu
vooral dat de samengestelde voe
ders zulke hoge graad van vol
maaktheid hebben bereikt zouden
dergelijke gevallen toch niet meer
mogen optreden Zij houden im
mers toch voldoende vitaminen en
mineralen in om deze afwijking te
voorkomen
Inderdaad Maar toch moeten
wij hiertegen een paar bedenkin
gen maken. Vooreerst gebruikt niet
ieder varkenshouder, die hoog ge
prezen varkensvoeders. Nog altijd
treffen wij mensen aan, die meer
vertrouwen hebben in hun aardap
pelen en in hun eigen granen. Nog
niet zo lang geleden hoorden wij
een veearts eens beweren dat een
boer, die over voldoende onder-
melk beschikte, het best kon stellen
zonder die varkensmeien. Met der
gelijke beweringen bewijst men
de boeren zeker geen goede
dienst, maar ze tonen toch aan dat
lang nog niet iedereen overtuigd
is van het voordeel van samenge
stelde varkensvoeders. Rachitisme
kan dus nog best optreden daar
waar geen gebruik gemaakt wordt
van mengvoeders.
En een tweede bedenking is de
volgende, die, het kan misschien
raar klinken, lijnrecht staat tegen
over de eerste daar waar stelsel
matig gebruik gemaakt wordt van
dergelijke voeders en dan bedoe
len wij uitdrukkelijk voeders van
goede kwaliteit, kan juist daardoor
ook wel eens rachitisme optreden.
Wij zegden het reeds, het klinkt
raar, haast tegenstrijdig en toch is
dat gemakkelijk te verklaren, al
ligt de schuld dan niet precies bij
die voeders. Dat zit namelijk zo
waar vroeger zwakke stammen,
stammen dus die erfelijk belast wa
ren met zwakke poten, onvermijde
lijk uit de voortplanting werden
geweerd, kunnen nu de goede sa
mengestelde melen oorzaak zijn
dat pootzwakke dieren normaal
groot worden zonder dat er ook
maar iets aan te merken valt. Juist
de goede samenstelling van het
rantsoen belet, door een juiste aan
voer van de nodige grondstoffen
dat de engelse ziekte aan de dag
treedt.
En dat kan dan als gevolg heb
ben, vooral dan bij kwekers, die
hun dieren niet scherp in 't oog
houden, dat dergelijke dieren toch
mogen voortplanten. Wil het toe
val dat zo n zeug gedekt wordt
door een beer die erfelijk gezien
ook niet van de sterkste poten
heeft, dan kan het heel goed ge
beuren (en het is zelfs heel waar
schijnlijk) dat hier afstammelingen
geboren worden die verschijnselen
van rachitisme te zien geven. De
goede varkensvoeders zijn hier
dus oorzaak dat bepaalde gebre
ken niet te voorschijn komen, zo
dat daarop niet scherp genoeg kan
geselecteerd worden. Dat er links
of rechts eens een afwijking tussen
sluipt is dus niet te verwonderen.
Krijgen de afstammelingen van
zulke twijfelachtige gevallen een
goede verzorging en leven ze ln de
beste voorwaarden, krijgen ze bo
vendien een voeder dat extra in
orde is en een ruime aanvoer van
vitaminen en mineralen waarborgt,
dan weer kan het goed gebeuren
dat de kweker niets opmerkt en
dat de minder goede erfelijke aan
leg weer doorgekweekt wordt.
Valt deze afstammelingen echter
een minder goede verzorging te
beurt of is de óoer overgeschakeld
op een goedkoper voeder (door
gaans dan ook wel minder rijk) dan
kunnen zichtbare gevallen optre
den. En het moet ons daarbij niet
verwonderen dat de ene helft van
het nest verschijnselen geeft en de
andere niet.
(Zie vervolg 2' bladzijde 2' kolom).
Waar tot vóór enkele jaren onze
landbouw hoofdzakelijk voort
bracht voor de binnenlandse markt
en het voor de overheid mogelijk
was door maatregelen aan de
grens zoals tolrechten, contingen-
tering en invoerstop, deze markt in
grote mate voor te behouden aan
de nationale productie, neemt de
voortbrenging welke afzet moet
vinden op de buitenlandse markt
thans gestadig toe.
Deze ontwikkeling heeft meerde
re oorzaken
Vooreerst is de produktie in om
vang aanzienlijk toegenomen ten
gevolge van de snelle verbetering
der voortbrengingsmethodes waar
door niet alleen de hoeveelheid,
doch ook de kwaliteit der produc
ten werd opgevoerd. Dit is dan de
verwezenlijking in de landbouw
van de productiviteit, het in de he
dendaagse economie zo dikwijls
gebruikte slagwoord.
Onder de druk van de econo
mische noodzaak heeft de land
bouw zich, op steeds toenemende
schaal, toegelegd op de voortbren
ging van meer gespecialiseerde en
loonintensieve teelten en bedrijvig
heden waarvoor dikwijls na enkele
tijd de binnenlandse markt, wegens
haar beperktheid, geen voldoende
afzet meer biedt.
De geleidelijke verwezenlijking
van de Gemeenschappelijke Euro
pese markt zal hier verzeker een
uitkomst bieden door een aanzien
lijke uitbreiding van het aantal
verbruikers. Doch hiertegenover
dient, als keerzijde der medaille,
rekening gehouden met het feit
dat de verweermaatregelen aan de
grens geleidelijk dienen opgeheven
zodat de landbouwers der landen
welke met België deelgenoten zijn
in de Europese Economische Ge
meenschap vrij met hun producten
op onze markt zullen komen.
Een lichtpunt in deze verruimde
concurrentie blijft evenwel naar
onze mening, dat de hoge en nog
steeds verbeteren levensstandaard
in de landen der Europese Ge
meenschap zal leiden naar een
stijgende vraag naar meer veredel
de voedingsmidden. Bij de voort
brenging hiervan moeten onze
land- en tuinbouwers voorzeker,
dank zij hun vakbekwaamheid en
werklust, hunne man kunnen staan.
Evenwel zal in de Europese Ge
meenschap een goed geordend
prijsbeleid noodzakelijk zijn om te
voorkomen dat voor verscheidene
producten de voortbrenging in te
sterke mate het verbruik zou over
treffen en aldus zware bedrijfsver
liezen zou veroorzaken.
Anderzijds dient dan weer vast
gesteld dat ingevolge de verhoging
van het welvaartpeil van de bevol
king de verbruiksgewoonten aan
houdend wijzigingen ondergaan
in de richting van meer verfijning.
Inderdaad de verbruiker stelt
voortdurend hogere eisen, niet al
leen wat betreft de kwaliteit van
het product, doch ook wat aan
gaat de verpakking, de presenta
tie en variatie.
Dit heeft voor gevolg dat de ver-
koopmetodes en technieken regel
matig dienen aangepast om het
product onder de meest aantrekke
lijke en voor de verbruikers ge
makkelijkste vorm aan te bieden.
Dit alles toont aan dat benevens
de voortzetting van de politiek tot
verbetering van de voortbrenging
een beleid zal dienen gevoerd tot
doeltreffende commercialisatie van
onze land- en tuinbouwproducten.
Door commercialisatie verstaan wij
alle maatregelen die er toe strek
ken de verkoop te bevorderen en
meer bijzonder de producten in de
beste voorwaarden in het onmid
dellijk bereik te stellen van de ver
bruikers.
Ons afzetapparaat voor land- en
tuinbouwproducten dient nog uit
gebreid en vervolmaakt. Deze be
wering mag niet worden be
schouwd als gebrek aan waarde
ring van de lofwaardige inspan
ningen op dit gebied van onze vei
lingen en van onze coöperatieven,
noch van de Nationale Dienst voor
Afzet van land- en tuinbouwpro
ducten en van de bevoegde amb
tenaren van het Ministerie van
Landbouw en onze landbouwat-
taché's in het buitenland. Hunne
werking heeft ongetwijfeld onne
uitvoer van land- en tuinbouwarti-
kelen grote diensten bewezen.
De toekomstperspectieven zijn
echter dusdanig, dat deze werking
zal dienen versterkt en aangepast
aan de nieuwe toestanden voort
spruitende uit het ontstaan der Eu-
romarkt.
Om voor onze land en tuinbouw
zijn afzetgebieden in het buiten
land te behouden en uit te breiden
dient thans een offensieve uitvoer-
politiek gevoerd.
(Zie vervolg 2"bladz. 1' kolomJ
De Koornbloem
'.bonnementsprijs 96 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Red* U Zeb ca
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.