De gestoorde stofwisseling bij Kalfziekte.
Prijskampen
T uinbouwraadgevingen.
Fruitaanplantingen,
Inscctcnbestrijdiog
bij Bicten.
DE KOORNBLOEM - 3 juni 1961
(Vervolg van le bladzijde).
Zowel voor de menselijke als
voor de dierlijke voeding volstaat
de Deense voortbrenging om de
eigen behoeften te dekken. Slechts
5 tot 6 u/o van de totcde voederbe
hoeften van het vee komen van de
invoer van sommige graansoorten
en voederkoeken die vooral als
eiwitbron gedurende de winter
worden aangewend.
In juli 1960 telde de rundveesta
pel ongeveer3,4 miljoen stukswaar
onder bijna 1,5 miljoen melkkoeien,
Volgens de telling van 18 februari
1961 waren er 6,485 miljoen var
kens, waarvan 455.000 drachtige
zeugen. De kippenstapel vermin
derde in 1960 van 26,5 tot 24,7 mil
joen stuks.
Zoals hoger gezegd, is de vee
teelt de belangrijkste bron van in-
komen voor de Deense landbouw.
Ruim 3.100 miljoen kronen (22,5
miljard B. fr.) komen van de rund
veeteelt. Ongeveer 1.900 miljoen
kronen (13.756 miljard B. fr.) daar
van zijn het aandeel in de uitvoer
van vlees en zuivelproducten.
Zijn vlees en zuivelvoortbren-
ging van groot belang op zichzelf,
dan dient onderstreept dat de zui
velproductie met haar onderpro
ducten nl.afgeroomde melk en
wei, de basis vormt van de var
kenskweek. Aanzienlijke hoeveel
heden van deze twee onderproduc
ten gaan van de zuivelfabriek te
rug naar de hoeve voor varkens
voeding. Zonder dat zou de var-
kenskweek de gekende uitbreiding
niet hebben genomen.
In Denemarken gelijk elders is de
paardenstapel het slachtoffer van
de sterk doorgevoerde mechanisa
tie. Het aantal landbouwpaarden
daalde van 443.000 in 1939 tot on
geveer 250 000 stuks in 1959. Meer
dan 35 van de bedrijven be
schikken thans over één of meer
tractoren. Hierbij komt dat ruim
30 van de boeren beroep doen
op tractoren langs loonarbeid, zo
dat hieruit mag worden besloten
dat ongeveer 65 van de Deense
landbouwbedrijven gebruikmaken
van mechanische trekkracht.
De aanhoudende stijging van de
melkgifte, welke thans meer dan
4.000 liter per jaar en per koe be
reikt, is grotendeels te danken aan
de steeds betere voedermethodes
en aan het feit dat sedert 1952 de
rundertuberculose volledig is uit
geschakeld.
Historische ontwikkeling
van de landbouw.
De vrijmaking van de boeren
stand had plaats aan het einde
van de 18e eeuw, tot deze periode
leefde de plattelandsbevolking in
volkomen afhankelijkheid van
de groot-grondbezitters. Enkele
landsdelen hebben onder invloed
van de fysiocraten, geleidelijk her
vormingen ingevoerd. In 1? 88 werd
de bodemgebondenheid afge
schaft van 1790 af werd de pacht
verplichtend gesteld, een pacht
voor het levengrote ruilverkave
lingen werden doorgevoerd en er
vond een trek plaats van het dorp
naar het land toe.
De gevolgen hiervan zijn nog
zichtbaar, de boer woont midden
op zijn land. Het verlies van Slees
wijk Holstein in 1864 en later de
landbouwcrisis in 1880 noopte de
Deense landbouw tot een rationa
lisatieproces dat van Denemarken
het meest moderne landbouwland
in de wereld heeft gemaakt. Hier
over zullen wij nader uitwijden in
onze volgende bijdrage.
(Wordt voortgezet
MINISTERIE van LANDBOUW
KOSTELOZE
De rijkstuinbouwconsulent vo°r
Oost-Vlaanderen herinnert er de
belanghebbenden aan dat in de
maand juni 1961 volgende voor
lichtingsdagen zullen plaats grij
pen
Gent-de 9 en 23 juni 1961 van
14 tot 17 uur op het bureel van de
Provinciale Directie van het Minis
terie van Landbouw, Gebroeders
Vandeveldestraat, 46
Kwatrecht - de 16 juni van
10 tot 12 uur in de Gentse Tuin
bouwveiling, Oosterzeelsesteen-
weg.
Aalst de 9 en 23 juni van 8 tot
10 u in de snijbloemenveiling Flora.
St. Niklaas - de 15 juni 1961 van
10 tot 12 uur in het Café De Hoop
Kardinaal Mercierplaats.
Buiten deze dagen kan men een
consultatie bekomen op afspraak,
mits enkele dagen op voorhand te
lefonisch overeen te komen (Tel.
09/237454).
Door het in voege treden van de
Landbouwinvesteringswet, worden
de toelagen voor de nog aan te
leggen laagstamfruitboomgaarden
afgeschaft.
De personen welke nieuwe aan
plantingen uitvoeren, kunnen in
sommige gevallen genieten van de
voordelen van het Landbouwinves
teringsfonds. Men raadplege de
openbare of de private kredietin
stellingen. Ook de rijkstuinbouw
consulent kan uw vragen beant
woorden.
De verschillende bietenbladlui
zen (veroorzakers van de verge-
lingsziekte) worden waargenomen,
de waarschuwingsdiensten melden
het geschikt ogenblik voor de be
handeling.
De bietenvlieg begint eveneens
de jonge plantjes te beschadigen.
Deze verschillende insekten zul
len tegelijkertijd vernietigd wor
den door ROGOR L 40 (VML 4283).
Het gebruik van ROGOR L 40
moet aanzien worden als een be
langrijke stap in de bescherming
der gewassen en speciaal der bie
ten-
De voordelen van ROGOR L 40
zijn hierna samengevat
-zeer weinig giftig systemisch
insekticide, waarvan het gebruik
vrij is en dat geen enkele formali
teit eist bij het aankopen.
-snelle doelmatigheid tegelijk
tegen de verschillende bladluizen
en de bietenvlieg.
-nawerking van 2a 3 weken
volgens de weersomstandigheden,
-zeer weinig gevoelig aan lage
temperaturen.
-eist geen grote hoeveelheden
water op voorwaarde dat het sy
stemisch produkt goed verdeeld
wordt op gans het gebladerte.
-zeer ekonomisch, daar het ge
bruikt wordt op bieten aan een ge
middelde dosis van 0,5 L per hec
tare.
Al deze voordelen laten ons toe
dit produkt in volle vertrouwen aan
te raden.
(Vervolg van le bladzijde).
Nu zou men kunnen zeggen als
bij een hoge melkgifte onze koeien
niet in staat zijn voldoende kalk
langs het voedsel op te nemen om
het bloed op peil te houden, dan
moeten toch alle hoog-productieve
koeien een tekort krijgen aan kalk
in het bloed, dus kalfziekte krijgen
En dat is toch niet het geval Bo
vendien zien wij kalfziekte alleen
optreden bij het kalven en niet a
ter, zelfs niet bij koeien die 30 kg
melk geven
Dat is inderdaad zo en hier krij
gen wij een staaltje te zien van die
ingewikkelde stofwisseling, waar
het ene radertje van het mechanis
me in het andere grijpt. Waar
schijnlijk heeft de lezer als eens ho
ren spreken van de schildklier Dij
de ziekte van Basedow zien wij die
schildklier abnormaal verdikt
sommige vrouwen vertonen soms
die opvallende verdikking onder
aan de hals, waarmee meteen de
ligging van die schildklier ons be
kend is. Het is diezelfde schildklier
waar het om gaat als men aan
mestdieren hormonen toedient om
de vetmesting te bevorderen, (wat
intussen door de wet is verboden)
Welnu, bij die schildklier ligt
een nog kleiner kliertje de bi]
schildklier genoemd en die speel
hier in de kalkstofwisseling bij de
koe een zeer voorname rol. Ot lie
ver zou die moeten spelem Want
het valt wel eens voor dat dit klei
ne kliertje zijn werk niet naar be
horen doet en dat daardoor de
kalkstofwisseling verkeerd verloopt
met als gevolg kalfziekte. Dat zi
namelijk zo
De taak van die bij-schildklier
bestaat er o.a. in, op het ogenblik
dat het bloed van de koe grotere
hoeveelheden kalk nodig heeft,
er voor te zorgen dat de kalkreser-
ves, die in het geraamte van het
moederdier opgeslagen zijn, vrij-
gemaakt wordt en terug ter be
schikking worden gesteld van he
bloed.
Hier gaat de kalk dan de omge
keerde weg die hij vroeger heeft
afgelegd bij de opname uit het
voedsel ging hij over in het bloed
en werd, bij de vorming van het ge
raamte, daar vastgelegd. Nu wordt
de kalk weer losgemaakt onder in
vloed van de bij-schildklier en
komt weer ter beschikking van het
bloed... op één vo°rwa°rde, al"
thans als de bij-schildklier haar
werk doet
Twee feiten zijn ons tot nu toe
duidelijk geworden bij de kalkstof
wisseling vooreerst het onttrekken
van grote hoeveelheden kalk aan
het bloed door een hoge,melkgifte
en vervolgens de noodzakelijkheid
dat de bij-schildklier kalk uit het
geraamte moet vrijmaken om het
bloed op peil te houden, daaj" wl)
langs het voedsel om niet voldoen
de kalk kunnen aanvoeren.
Wij hebben het reeds gezegd dat
bij wilde koeien de melkgifte en
dus ook de ontkalking van het
bloed zeer geleidelijk verloopt en
nooit een hoog peil bere kt. Daar
door heeft de bij schildklier, die
gedurende de droogstond, die het
kalven voorafging, op rust was ge
gaan (bij droogstond moet immers
geen extra kalk worden aange
voerd) al de tijd om terug op dreef
te komen. Zij moet eerst terug wak
ker worden en pas dan kan ze haar
werk naar behoren vervullen. Van
daar dat bij wilde koeien practisch
nooit melk- of kalfziekte zal optre
den.
Bij onze huisdieren liggen de za
ken anders. Die hoge melkgifte, die
na het kalven plots losbreekt, ver
rast de bij schildklier, zouden wij
mogen zeggen. Dat zal zeker het
geval zijn als die klier reeds ge
ruime tijd op rust was, zoals dat het
geval is bij koeien die lang vóór
het kalven reeds droog stonden.
Daardoor wordt te laat beroep ge
daan op de kalkreserves uit het ge
raamte, het verlies aan kalk van
het bloed kan niet tijdig worden
goedgemaakt en bereikt op korte
tijd zulk een gevaarlijk peil dat
kalfziekte uitbreekt.
Uit wat voorafgaat kunnen wi)
nu een paar belangrijke besluiten
trskksn
Melkziekte zal het vlugst optre
den bij koeien die 1) beginnen met
een hoge melkgifte, dan snel in
productie gaan dalen om ten slot
te tegen het einde van de lactatie-
periode slechts weinig of helemaal
geen melk meer te geven.
2) bij koeien, die de ouderdom van
de hoogste productie hebben be
reikt. Dit ligt normaal tussen de 5
en 9 jaar. Zelden ziet men kalfziek
te optreden bij vaarzen, omdat
daar de melkgifte nog niet die ge
vaarlijke hoogte bereikt.
In een volgende bijdrage zullen
wij bespreken welke maatregelen
kunnen genomen worden om de
kalfziekte zoveel mogelijk te voor
komen.
voor Merriën
en Merrieveulens
van het Zwaar Trekras in 1961.
Donderdag 8 juni
Tongeren, 10 u„ Leopoldswal
St. Truiden, 14,30 u., Tiense Vest
Zaterdag 10 juni
Oudenaarde, 10 u., Grote Markt
Geraardsbergen, 14,30 u., Statiepl.
Maandag 12 juni
Gent, 10 u., Slachthuisstraat
Aalst, 14,30 u., Houtmarkt
Dinsdag 13 juni
Eeklo, 10 u„ Grote Markt
Woensdag 14 juni
Halle, 10 u., Natieplein
Brussel, 14,30 u Hertoginneplaats
Donderdag 15 juni
Kontich, 10 u., Gemeenteplein
St. Niklaas, 14,30 u„ Grote Markt
Vrijdag 16 juni
Zinnik, 10 u Groenplaats
Nijvel, 14,30 u., Albertplaats
Zaterdag 17 juni
Brugge, 10 u Vrijdagmarkt
Gistel, 14,30 u., Grote Markt
Dinsdag 20 juni
Bergen, 10 u„ Nervenneplaats
Aat, 14,30 u., St. Jacqueskaai
Woensdag 21 juni
Veurne, 10 u., Grote Markt
leper, 14,30 u., Grote Markt
Donderdag 22 juni
Tielt, 10 u„ Rameplaats
Zaterdag, 24 juni
Doornik, 10 u., Groenplaats
Kortrijk, 14,30 u., Houtmarkt
Dinsdag 27 juni
Tienen, 10 u., Kabbeekvest
Geldenaken, 14,30 u„ Grote Markt.