Plantkunde en Plantlore.
Notarieele Annoncen
Notaris BUYS
V.E. DE GHEEST
Van Wymersch
goed ZAAILAND
goed ZAAILAND
WOONHUIS
Uit de hand te koop
Uit de hand te koop
HERBERGHUIS
6
- 10 juni 1961
Studie van
te Lede
Om uit onverdeeldheid te treden
Vrijwillige openbare verkoping
van een perceel
te Lede, Ommegangweg.
Notaris BUYS te Lede zal open
baar verkopen
Gemeente Lede
Een perceel goed zaailand gele
gen te Lede, aan de Ommegang-
weg, ter wijk Grote Kouter, ter
plaats Overimpe, sektie D Nrs 891
en 891-bis, groot 15 aren 10 ca. Pa
lende of gepaald hebbende volgens
kadaster ten N. aan de Ommegang-
weg, en O. aan Mr Louis Van den
Nest, ten Z. aan de weg en ten W.
aan Mr Leonard Lievens. In ge
bruik bij Mr Leon Lievens.
Enige Zitdag
maandag 19 juni 1961,
te 2 u. 's nam ter herberg gehou
den door Mr Alfred De Smet (Graf
maker) te Lede, Molenstraat.
Voor alle verdere inlichtingen
wende men zich ter studie van No
taris Buys te Lede, Kasteeldreef, 44
Tel. Aalst 249.04.
Om uit onverdeeldheid te treden
Vrijwillige openbare verkoping
van een perceel
te Impe, werf.
Notaris BUYS te Lede zal open
baar verkopen
Gemeente Impe
Een perceel goed zaailand te Im
pe, ter wijk genaamd Werf, sektie
B Nr 479, groot 28 aren. Palende of
gepaald hebbende volgens kadas
ter ten N. aan Mej. Julia Peeters,
aan Mr Kamiel Eeckhout, en aan
Mr Camille Keppens, ten O aan de
Kinderen Leo De Man- De Wint,
ten Z. aan zelfde kinderen De
Man- De Wint en aan Mw We Con
stant Coeyman-Van Hauwermei-
ren en Mej. Germaine Coeyman
en ten W. aan Mr Camiel De Windt.
In gebruik bij Mr Edouard De
Pauw.
Enige Zitdag
dinsdag 20 juni 1961,
te 2 u. 's nam. ter herberg gehou
den door Mr Benoit Temmerman te
Impe, Essestraat.
Voor alle verdere inlichtingen,
wende men zich ter studie van No
taris Buys te Lede, Kasteeldreef, 44.
Tel. Aalst 249.04.
Om uit onverdeeldheid te treden.
Vrijwillige openbare verkoping
van een gerieflijk
met Boomgaard
te Lede, Heiplasstraat, Nr 92.
Notaris BUYS te Lede, zal open
baar verkopen
Gemeente Lede.
Een gerieflijk woonhuis met
boomgaard en alle verdere afhan
gendheden, dienstig als buitenver
blijf, te Lede, Heiplasstraat, Nr 92,
sektie F Nrs 74 k en 74-L, groot vol
gens kadaster 13 a 45 ca. Begrijpen
de Beneden gang, drie plaatsen,
kelderkamer, W.C., garage, stal,
schuur en boomgaard. Boventwee
slaapkamers en zolder. Voorzien
van stadswater en steenput en
elektriekleiding. Onmiddellijke in-
gebruiktreding.
Enige Zitdag
dinsdag 20 juni 1961,
te 4 u. 's nam. ter herberg In de
Halve Maan gehouden door de
Heer Frans Van Hauwermeiren, te
Lede, Dorpplaats.
Voor alle verdere inlichtingen
wende men zich ter studie van No
taris Buys te Lede, Kasteeldreef, 44
Tel. Aalst 249.04.
Goede bouwgronden te Lede,
Maarschalk Montgommerystraat.
Voor alle verdere inlichtingen
wende men zich ter studie van No
taris Buys te Lede, Kasteeldreef, 44.
Tel. Aalst 249.04.
Studie van Meester
doctor in de rechten.
Notaris te Aalst.
Sterrestraat, 1, (Houtmarkt).
Tel. 241.94.
STAD AALST
Welgelegen Burgershuis, te Aalst,
aan de Capucienenlaan, getekend
nr 78, met een oppervlakte van 1 a
77 ca.
Voor de sleutel zich wenden ter
studie.
Studie van Notaris
te Oordegem
(Tel. Wetteren 79.00.26)
Vrijwillige openbare
verkoping van een
met GARAGE, TUIN
en BOOMGAARD
te Mere, Nijverheidstraat, 82.
Notaris VAN WYMERSCH te
Oordegem, zal openbaar verko
pen
Gemeente Mere.
Een welgelegen HERBERGHUIS
met garage en verdere afhangend
heden, tuin en boomgaard aan de
Nijverheidstraat, 82, sectie B, nrs
284/e en 284/f, groot 19,56 aren.
Bevattende Beneden ruime ca
fé, keuken, achterkeuken, kelder,
inrijpoort, garage, rolbaan, W.C.,
koer, stalling, tuin en boomgaard.
Boven twee slaapkamers, berg
plaats en zolder. Voorzien van
electriciteit, pomp en regenwater.
Verhuurd aan de Brouwerij De
Gheest te Aalst mits 1.500 frank per
maand.
Enige Zitdag voor Toewijs
maandag 12 juni 1961,
te 3 u. namiddag ter verkopen her
berg te Mere, Nijverheidstraat, 82,
bij de heer A. Callebaut Michiels,
Verdere inlichtingen ter studie.
Een verzameling Mythen, Legenden en Volkskundige
bijzonderheden In betrekking tot Planten en Bloemen.
door ALOIS SUYS.
41.
Frostreuzen waren Rijp Rijm- of
Vorstreuzen.
Bifröst was de levende of lucht
brug, met veelkleurig plaveisel be
kleed, op welker toppunt de Urda
bron ontspruit.
Nornen waren Noorse schrikgo
dinnen, uitdraagsters van het nood
lot. Zij stamden af van de reuzen,
en waren drie in getal Vernandi
het Tegenwoordige is, Urd
het Verleden-was, en Skuld-de
Toekomst-zal zijn. De Nornen be
goten Yggdrasill met het water uit
de bron Urda.
Nidhögg was de sombere draak,
een slang, die aan de wortel van
Yggdrasill en aan de lijken knaagt.
Betekent duistere knager, of kna-
ger der duisternis. Leeft verborgen
in de put Hvelrgelmer.
Hvelrgelmer was de bron van
warm water. De ruisende, kokende
ketel, die uit Niflheim-Neveloord
opborrelde, en waaruit twaalf
vergiftige bronnen ontsproten, die
regen, wind, ijs en sneeuw voort
brachten, en naar Ginnungagap
afvloeiden.
Het Riet.
Phragmites Communis, Lat
le Roseau, Fr.
Innig, roerend, beschreef weleer
die ongeëvenaarde grootvorst der
Dietse dichters, de onsterfelijke
Gezelle, met klagende stem met
weeïg gemoed, het ruisen van het
ranke riet Hoor maar
O 't Ruisen van het
Ranke Riet. (1858).
O 't Ruisen van het ranke riet
O wist ik toch uw droevig lied
Wanneer de wind voorbij u voert
En buigend uwe halmen roert,
Gij buigt, ootmoedig nijgend, neer,
Staat op en buigt ootmoedig weer.
En zingt al buigend 't droevig lied
Dat ik beminne, o ranke riet
O 't ruisen van het ranke riet
Hoe dikwijls, dikwijls zat ik niet
Nabij de stille waterboord
Alleen, en van geen mens gestoord,
En lont te 't rimplend water na,
En sloeg uw zwakke stafjes ga,
En luisterde op het lieve lied
Dat gij mij zongt, o ruisend riet
O 't ruisen van het ranke riet
Hoe menig mens aanschouwt u niet
En hoort uw zingend' harmonij,
Doch luistert niet en gaat voorbij
Voorbij alwaar hem 't herte jaagt.
Voorbij, waarklinkend goud hem plaagt;
Maar uw geluid verstaat hij niet,
O mijn beminde ruisend riet
Nochtans, o ruisend ranke riet
Uw stem is zo verachtlijk niet
God schiep de stroom,
God schiep uw stam,
God reide Waait
en 't windje kwam
En 't windje woei en wabberde om
Uw stam, die op en neder klom
God luisterde, en uw droevig lied
Behaagde God, o ruisend riet
O neen toch, ranke ruisend riet,
Mijn ziel misacht uw tale niet
Mijn ziel, die van de zelfde God
't Gevoel ontving, op Zijn gebod,
't Gevoel dat uw geruis verstaat
Wanneer gij op en neder gaat,
o Neen, o neen toch, ranke riet,
Mijn ziel misacht uw tale niet
O 't ruisen van het ranke riet
Weergalleme in mijn droevig lied,
En klagend kome 't voor uw voet.
Gij die ons beiden leven doet
o Gij, die zelfs de kranke taal
Bemint van ene rieten staal,
Verwerp toch ook mijn klachte niet
Ik arme, kranke, klagend riet
Anderzijds leerde Lafontaine, in
zijn Le Chêne et le Roseau de
mensen nederig te wezen als een
riet.
Bij al het heerlijke, in Gezelle's
verzen vertolkt, bij de zedenles, in
onze lang voorbije schooltijd, ons
door Lafontaine in het hart ge
plant, verkondigt het ranke riet
minder poëtische wetenswaardig
heden dan wel een morele strek
king.
Wanneer het lijzig avondwindje
door de heen- en weerwiegende
riethalmen van de drabbige poel
henenvaart en de kikvorsen hun
eentonig gekwaak laten horen,
komt een fluisterende stem, dui
zend malen herhaald, ons verkon
digen Midas,
heeft ezelsoren
koning Midas
Die kwakende kikvorsen zijn
boeren van Lykia. Toen Leto, zwan
ger van Apollo en Artemis, door
de nijd der ijverzuchtige Hera ver
oordeeld was geworden over de
aarde rond te zwerven, hadden
boeren van Lykia Zeus' verstotene
echtgenote beledigd en verhin
derd haar dorst te lessen. Tot straf
hunner misdaad werden zij door
de goden in kikvorsen veranderd.
Midas, een koning van Phrygia,
was in een muziekwedstrijd tussen
Apollo en Pan als scheidsrechter
aangesteld geworden. Midas ken
de deze laatste de prijs toe. Som
mige mythologen beweren dat Mi
das niet als scheidsrechter, enkel
als gewoon toehoorder was aan
wezig, en een grote voorliefde
voor Pan's fluitspel had betoond.
Wat er ook van zij, Apollo, daar
over ten zeerste verbitterd, vatte
Midas bij de oren, en rekte deze
zodanig uit, tot dat zij in ezelsoren
waren veranderd. Geen sterveling
ter wereld was met deze misvor
ming bekend, uitgenomen 's ko-
nings haarkapper.
Steeds droeg Midas het hoofd
deksel stevig over de oren getrok
ken ,- alleen voor zijn haarkapper
werd 's konings hoofd ontbloot. Op
doodstraf was het de man verbo
den iemand het geheim der mis
vorming te veropenbaren. Maar
toen het geheim de haarkapper
een onuitstaanbare last werd, groef
hij, om van de drukkende kwelling
ontslagen te wezen, een kuil in de
grond, fluisterde het geheim in de
put, en vulde nadien de kuil we
derom aan.
(Wordt voortgezet
DE KOORNBLOEM