Kan de Pluimveehouderij
nog lonend blijven 1
Burelen en
Magazijnen gesloten
De begroting van landbouw
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers*
Verschijnt iedere zaterdag 40„te JAARGANG Nr 1981
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Uit
Lanc
1
gegeven door de
lbouwersvereniging
ÏEDT U ZELVEN
O. CAUDRON.
De laatste verhoging van de in
voerrechten op de voedergranen
(wij hopen ten minste dat het ein
delijk de laatste zal zijn), heeft vrij
uiteenlopende reacties gehad bij
de pluimveehouders.
Bij sommigen was ze vrij heftig
en allerlei lieflijkheden werden
naar het hoofd geslingerd van de
instanties, die men er voor verant
woordelijk acht. Anderen daaren
tegen hebben van die verhoging
kennis genomen op een onverschil
lige manier, niet zozeer omdat de
zaak hen niet aanging, maar wel
omdat ze met de jaren tot de be
vinding gekomen zijn, dat het met
die dingen gaat als met de regen
hij valt op uw kop of ge daar nu
vrede mee neemt of niet. Diezelfde
houding hebben wij ook gezien bij
de autorijders toen de benzine
voor de zoveelste keer opsloeg.
Men legt zich daarbij neer om
dat men weet dat het niet anders
kan, dat de staat een alles verslin
dende Moloch is, die wel nooit zijn
honger zal kunnen stillen.
In alle geval zijn de productie
kosten voor de pluimveehouders
weer eens duchtig gestegen en te
recht kan men zich de vraag stel
len kan in de huidige omstandig
heden de pluimveehouderij nog
lonend blijven Gaat er voor al de
moeite en het geld dat wij er in ste
ken en voor al het risico dat wij te
dragen krijgen nog iets overschie
ten voor ons zelf
En het is niet alleen vanwege on
ze eigen overheid dat de zaken
moeilijker worden gemaakt. Nog
onlangs lazen wij in een Neder
lands pluimveeblad dat Polen,
vroeger een bijna onbekende op
de internationale eiermarkt, zijn
productie en zijn uitvoer zodanig
heeft opgedreven, dat het voor het
ogenblik reeds de derde plaats in
neemt op de wereldmarkt, na Ne
derland en Denemaiken. Het is
daarbij niet uitgesloten dat Polen
dit jaar zelfs naar de tweede plaats
opdringt.
Hetzelfde blad vermeldt boven
dien dat de Egyptische eieruitvoer
(al ooit van gehoord die hoofd
zakelijk op Engeland is gericht, de
laatste twee jaar aanzienlijk is ge
stegen. Trouwens de Egyptische re-
regering schijnt alles op haren en
snaren te zetten om deze uitvoer
nog aan te wakkeren, want ze
heeft een ieeks voorschriften uit
gevaardigd die tot doel hebben
dat hoedanigheid van de eieren
zodanig op te voeren, dat ze mede
dinging van de meest gespeciali
seerde landen zouden kunnen
doorstaan.
Onze pluimveehouders staan dus
voor twee gewichtige feiten ener
zijds de hoger wordende produc
tiekosten en onderzijds een sterker
wordende buitenlandse mededin
ging. De vraag naar het lonend
blijven van ons vak is dus zeker
niet misplaatst.
Hoe kunnen wij die vraag beant
woorden Vooreerst dient opge
merkt dat het niet in onze bedoe
ling ligt de kwekers te ontmoedi
gen. Indachtig het spreekwoord dat
een verwittigd man er twee waard
is, willen wij alleen proberen de
kwekers te waarschuwen, die me
nen dat ze op de oude voet mogen
blijven voortgaan. De wereld
rondom ons staat niet stil de tra
ditionele voortbrengers trachten
elkaar op de wereldmarkt de loef
af te steken, terwijl van uit de
achtergrond nieuwe voortbrengers
opduiken en ook proberen hun
plaatsje te veroveren. Wij staan
midden in de steeds heftiger wor
dende strijd om het bestaan en al
leen zij, die een bijzondere inspan
ning zullen doen, zullen zich kun
nen handhaven.
Zie vervolg 2' bladzijde 3' kolom).
Ten einde te voldoen aan de wet
zullen wij ons personeel verlof ge
ven voor de WEEK
van 3 tot en met 9 juli
Wij trekken de aandacht van de
belanghebbenden op deze maat
regel.
Zij gelieven zich tijdig te voor
zien van voeders, meststoffen,
sproeistoffen, enz.
De Bestuurder.
Ons blad
«DE KOORNBLOEM»
zal ook om dezelfde reden op 8 juli
niet verschijnen.
(2de bijdrage).
In ons nummer van 24 juni 1.1.
hebben wij een relaas gegeven
over de twee eerste hoofdstukken
van het verslag der Kamercommis
sie voor de landbouw over de be
groting van het ministerie van land
bouw voor het dienstjaar 1961. Het
derde hoofdstuk heeft betrekking
op
De uiteenzetting van de
Minister over de
landbouwpolitiek
De Minister van Landbouw be
toogde dat de toetreding van Bel
gië tot de Economische Unie met
Nederland- (de Economische Bene
lux Unie) en tot de Europese Econo
mische Gemeenschap er ons land
toe verplicht zijn tradionele land
bouwpolitiek, die erin bestond de
inlandse landbouw tegen buiten
landse invoer te beschermen, gron
dig te herzien.
Naar gelang die economische
gemeenschappen zich zullen ont
wikkelen, zullen de vreemde pro-
dukten zich gemakkelijke toegang
verschaffen tot de Belgische markt.
Anderzijds moet de Belgische land
bouw zijn plaats veroveren op de
buitenlandse markten en wordt ge
dwongen door een progressieve
stijging van de voortbrengst nieu
we afzetgebieden te veroveren bui
ten onze grenzen.
De Belgische landbouwpolitiek,
aldus de Minister, kan derhalve
niet louter defensief blijven doch
moet offensief worden.
A) Werkmiddelen van deze
offensieve
landbouwpolitiek.
Als instrumenten of werkmidde
len van deze offensieve landbouw
politiek citeert de minister
Het vijfjarenplan voor
bodemverbetering en ruilverkaveling
Op voorstel van de Minister van
Landbouw heeft het Ministerieel
Comité voor Economische Coördi
natie op 3 februari 11. een vijfjaren
plan aanvaard dat ertoe strekt
vanaf 1961, een intensief actiepro
gramma uit te werken inzake ruil
verkaveling en bodemverbetering.
Doel van dit programma is, op
progressieve wijze, tegen het ein
de van een termijn van vijf jaar,
jaarlijks een oppervlakte van
25.000 ha te herkavelen en minstens
20.000 ha waterzieke gronden per
jaar gezond te maken. De budge-
taire en andere voorzieningen ver
eist voor de uitvoering van deze
werken zijn in het vijfjarenplan
voorzien. Het zal worden ingescha
keld in het algemeen economisch
expansieplan dat door de Heer
Eyskens, voormalig Eerste Minister,
werd voorbereid.
2) Wetenschappeiljk onderzoek,
vulgarisatie en onderwijs.
De kredieten bestemd voor de
bevordering van het wetenschap
pelijk onderzoek in de landbouw
werden aanzienlijk verhoogd. Be
nevens de gewone uitgaven welke
vereist zijn voor de werking van de
onderzoekingsstations die afhan
gen van het ministerie van land
bouw, van het diergeneeskundig
instituut enz., is op de begroting
van landbouw voor 1961, een bij
zonder krediet van 30 miljoen uitge
trokken voor de uitbreiding van
het wetenschappelijk onderzoek
in alle sectoren die de landbouw,
de veeteelt en de tuinbouw aanbe
langen.
22 centra of werkgroepen voor
toegepast wetenschappelijk onder
zoek zijn, dank zij dit krediet, op
dit ogenblik aan het werk.
Een bijzondere inspanning wordt
gedaan om de uitslagen van dit on
derzoek spoedig bekend te maken
ten behoeve van de landbouwers.
Het naschools landbouwonder
wijs gaat stilaan achteruit, het aan
tal leerlingen vermindert.
Dit onderwijs moet aan de hui
dige noden van de landbouw wor
den aangepast bij middel van een
meer practisch opgevat onderwijs.
Om de belangstelling te wekken
van de beste leerkrachten voor dit
soort onderwijs, werden de wed
den van 1 januari 1961 af aange
past. Bovendien werden de kredie
ten voor 1961 aanzienlijk verhoogd
ten opzichte van 1960.
3) Bedrijfsleiding.
Om de landbouw te laten genie
ten van de uitslagen bekomen
door het onderzoek, begeven de
rijkslandbouwkundigen zich in de
hoeven om er, samen met de boer,
een plan cp te maken voor de
doelmatige uitbating van het be
drijf. Zulk. plan maakt het voor de
landbouwer mogelijk op de meest
economische wijze de voortbren-
gingsfactoren te benutten het ver
zekert een grotere produktiviteit,
een hogere winst, een oordeelkun
diger aanwending van de beschik
bare werkkrachten.
Reeds bereikte uitslagen bewij
zen dat op een bedrijf dat een doel-
(Zre vervolg 2* bladz. 1' kolom.)
De Koornbloem
;v->-<4:
fcttif
Abonnementsprijs 96 fr. 's jaara 1 Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Nr 14.25.9?.
Men kan zich abonneren op de I
postkantoren en bij de briefdragers Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden