VOOR DE RAPEN
VOLLEDIG VOEDSEL
Vernietiging
Aardappelloof.
volledige bemesting.
(Vervolg van le bladzijde).
Het hopvraagstuk.
Een lid van de Commissie herin
nerde aan de belofte afgelegd door
de Minister tijdens de jongste in
terpellatie in de Kamer op 16 mei
1961. Hij vroeg welke de verdere
maatregelen zullen zijn ter be
scherming van de hopteelt.
De Minister antwoordde dat hij
tot de telling van de kwaliteitshop
is overgegaan en dat maatregelen
zullen genomen worden om deze
hoeveelheden op te nemen. Ander
zijds werd het initiatief genomen
om de voortbrengers, handelaars
en brouwers tot samenspraak te
brengen. De hopkwekers zouden
zich in afzetcoöperatieven moeten
organiseren.
Melk- en zuivelvraagstuk.
Een lid deed opmerken dat, ten
gevolge van een betere marktor
ganisatie, de melk aan de voort
brenger in het Groot Hertogdom
Luxemburg 0,50 tot 0,60 fr. per liter
meer betaald wordt dan bij ons.
De Minister sprak als zijn me
ning uit, dat met een doorgevoer
de rationalisatie en een behoorlij
ke ordening van de distributie er
ook in ons land uitslagen te berei
ken zijn.
Een ander lid verklaarde dat de
botersmokkel de enige oorzaak is
van de overschotten en de prijsda
ling van de boter.
De Minister antwoordde dat de
strijd tegen de smokkel met alle
middelen zal voortgezet worden.
Het opnemen en verwerken tot
handelaarsboter zal van dichtbij
gevolgd worden, o m. werd met
dit doel een verplichte boekhou
ding ingesteld.
Het vleesvraagstuk.
Een lid was van oordeel dat het
slachtvee en de varkens voordeli
ger op basis van geslacht gewicht
zouden betaald worden in plaats
van op voet, zoals dit tot nu toe het
geval is. Hij meent bovendien dat
de kwaliteit van het vlees even
eens zou kunnen verbeteren, door
organisatie van het vervoer en ook
door vermeerdering van het aantal
slachthuizen.
De Minister was van oordeel dat
de betaling van het slachtvee op
basis van het geslacht gewicht in
derdaad zou bijdragen tot kwali
teitsverbetering. Bepaalde coöpe
ratieven brengen deze methode
reeds in toepassing. Anderzijds is
de vermeerdering van het aantal
slachthuizen nutteloos.
Paardenprijskampen.
Een lid vroeg dat de niet opge
nomen toelagen voor prijskampen
van het zwaar Belgisch trekpaard
zouden mogen aangewend worden
tot financiëring van prijskampen
van het landbouwrijpaard.
De Minister verklaarde dat een
reorganisatie voorzien wordt en
dat een commissie het probleem
onderzoekt.
Betalingen door het
Landbouwfonds.
In antwoord op de kritiek betref
fende de vertraging van de beta
lingen door het landbouwfond ver
klaarde de Minister, dat de com
pensatiepremies op de voedergra-
nen over de tijdspanne 1959-1960
reeds volledig werden uitgekeerd.
Het is echter mogelijk dat de her
verdeling der bedragen door som
mige gemeentebesturen nog niet
werd doorgevoerd. Voor de oogst
1960-1961 werden nog geen pre
mies uitbetaald. De teeltpremie
voor het vlas werd ook nog niet
uitbetaald wegens bepaalde moei
lijkheden, o.m.in verband met som
mige aangegeven oppervlakten.
Landbouwonderwijs.
Meerdere leden der commissie
spraken hun bezordheid uit om
trent de beroepsopleiding van de
jonge landbouwers en hebben te
vens het belang van de beroeps
voorlichting beklemtoond.
De Minister is van oordeel dat dit
vraagstuk zich stelt op een dubbel
plan
vooreerst dient de landbou-
wersjeugd die een andere richting
kiest, dit te kunnen doen in de bes
te voorwaarden om alle kansen
van welslagen te kunnen benutten,-
voor deze die in het land
bouwbedrijf blijven, is het land
bouwonderwijs van essentieel be
lang.
De beroepsvoorlichting zal ver
der breed worden uitgebouwd.
De ruilverkaveling.
Een lid doet de opmerking dat bij
de hergroepering der percelen er
onvoldoende rekening gehouden
wordt met de kwaliteit van de per
celen.
De Minister antwoordt dat juist
de kwaliteit van de grond steeds
de bijzondere aandacht geniet van
de plaatselijke ruilcommissie en
van het departement en dat er wei
nig opmerkingen gemaakt werden
in de plaatsen waar met dit aspect
voldoende rekening wordt gehou
den.
Landelijke waterdienst.
Een lid der Commissie stelt vast
dat de kredieten die voorzien wor
den ten behoeve van de Landelijke
Waterdienst niet altijd volledig
worden benut. Hij vraagt zich af
waarom in dit geval het ontbrekend
personeel niet kan aangeworven
worden om aan de sanering van
waterzieke gronden mede te wer
ken.
De Minister antwoordt dat het
kader van het personeel inderdaad
ontoereikend is om het doel te be
reiken dat hij zich gesteld heeft in
het raam van het vijfjarenplan. Er
wordt echter een coördinatie tot
stand gebracht met de bevoegde
dienst van het ministerie van Open
bare Werken.
Het Landbouw
investeringsfonds.
Op een van een lid of de wet op
het Landbouwinvesteringsfonds
reeds in toepassing is antwoordt de
Minister, dat op 30 met 1961 reeds
31 aanvragen voor een bedrag van
ongeveer 50 miljoen fr. werden
goedgekeurd.
De behandeling voor onderzoek
en beslissing duurt gemiddeld
slechts 15 dagen.
Gevolgen voor de
landbouw van de manier
waarop het indexcijfer
berekend wordt.
Een lid is de mening toegedaan,
dat de basis van de berekening
van het indexcijfer zou dienen her
zien te worden omdat de huidige
werkwijze wel eens aanleiding
geeft tot de beperking van de uit
voer van landbouwproducten ver
oorzaakt uit bezorgdheid voor de
stijging van het indexcijfer.
De Minister antwoordt dat de
zelfde methode sedert 1953 werd
gevolgd, doch dat het ministerie
van Economische Zaken nieuwe
formules ter studie heeft. Hij blijft
voorstander van de vrije uitvoer
van land- en tuinbouwproducten.
Pachtwetgeving.
Een lid heeft aangedrongen op
herziening van de pachtwetgeving
en hij stelt voor een commissie tot
stand te brengen van juristen, par
lementsleden en afgevaardigden
der landbouwverenigingen.
De Minister verklaart dat hij met
deze suggestie zal rekening hou
den.
Eigendomsverwerving.
Een lid spreekt zich uit voor het
voeren van een door de overheid
geleide landbouwpolitiek, welke
hij beschouwt als een nieuwe rich
ting voor de landbouw. Hij ver
klaart verder dat een meer doeltref
fende wetgeving noodzakelijk is
voor de bedrijfszekerheid in de
landbouw. Waar blijft de wet be
treffende het recht van voorver
koop Hij verdedigt de stelling dat
de boer eigenaar moet zijn van zijn
grond en dat alle middelen dienen
aangewend om dit doel te berei
ken, o. m door het instellen van
goedkoop krediet en maximumprij
zen voor de aankoop van de grond.
Een ander lid is van oordeel dat
de stelling van voorgaande lid
niet toepasselijk, is in ons land, dat
de beperking van grondprijzen zal
aanleiding geven tot onregelmati
ge praktijken, zoals dit het geval is
in bepaalde andere landen.
De Minister is van oordeel dat
het eerder gewaagd is de land
bouwers aan te zetten tegen de
huidige prijzen gronden te kopen.
In het kader der Gemeenschappe
lijke Markt wordt een vrijheid van
verkeer voor personen, goederen
en kapitalen voorzien. Er zijn stre
ken waar de grondprijzen en pach
ten lager zijn dan bij ons, en daar
door kan eerder een daling dan
stijging van grondprijzen voorzien
worden.
Ten andere, in sommige landen,
waar een zeer groot percentage
van de landbouwers eigenaar zijn
van hun grond, zijn de financiële
lasten heel wat hoger dan normale
pachtprijzen, ten gevolge van be
langrijke leningen welke deze land
bouwers hebben moeten aangaan
om eigenaar te worden.
Tot daar de Minister van Land
bouw.
van
In 1960, zeer regenachtig en bij
zonder gunstig jaar voor de ontwik
keling van de aardappelplaag,
heeft het gebruik van Dinorsol W
(VML 3161) een snelle en doelma
tige vernietiging van het aardap
pelloof toegelaten met het voor
deel het rotten van de knollen
(plaag) in grote mate te vermijden.
De specialisten van de aardap
pelteelt beschouwen tegenwoordig
de vroege loofvernietiging met
chemische middelen als noodzake
lijk voor het bekomen van gezon
de knollen (vrij van ziekte).
Een goede loofdoder moet beant
woorden aan goed bepaalde crite
ria, wat het geval is voor Dinor
sol W.
1. Het vernietigt snel en volledig
al het loof en alle onkruiden, wat
van groot belang is wil men het
overbrengen van ontaardingsziek-
te op plantgoed en van plaag op
de knollen vermijden
2. Dit produkt maakt de grond
niet onvruchtbaar en na gebruik
mag men zonder gevaar andere
teelten zaaien.
3. Buiten zijn herbicide eigen
schappen bezit het een zwamdo-
dende werking tegen de bladluizen
en coloradokever.
4. Zijn gebruik is tamelijk gemak
kelijk en hangt weinig af van de
weersomstandigheden tijdens de
toepassing.
5. De kostprijs is laag.
Gebruikswijze.
Bespuiting met een mengsel van
3 a 4 liter Dinorsol W. 20 liter ma-
zout in 750 liter water per hectare.
Bereiding.
In het sproeitoestel 1/3 van de
hoeveelhetd te gebruiken water
gieten. Dinorsol W met mazout
mengen, dan al roerend in het wa
ter gieten. De rest van het water
toevoegen en krachtig dooreen
mengen om een homogene emulsie
te bekomen.
dient men, evenals voor alle vruchten, te zorgen vooreen
Voor de samenstelling, door Redt U Zeiven ter beschik
king gesteld, wordt volgende inhoud gewaarborgd
9 Stikstof
5,5 Fosfoorzuur
8 Potas
Het is een
voor de rapen en verzekert een overvloedig en voedzaam gewas.
Genoemde samenstelling bevat de passende elementen voor
een rijke oogst en wordt meer en meer door de landbouwers
op prijs gesteld.
Beschikbaar in magazijn.