Europese Landbouwkonfederatie.
Weekblad
De Compensatiepremie voor
Voedergranen 1960.
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
Dertiende Kongres van de
AALST 18 NOVEMBER! 1961.
Verschijnt iedere zaterdag
4CLte JAARGANG Nr 2000
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 1-4.25.93.
O. CAUDRON.
Belangrijke besprekingen en besluiten.
De Europese Landouwkonfede-
ratie (CEA) hield onlangs haar al
gemeen kongres te Baden-Baden
in Duitsland. Meer dan 700 afge
vaardigden uit drie en twintig lan
den, waaronder ook België, woon
den dit kongres bij waarop de be
langrijkste vraagstukken van eko
nomische, sociale, technische en
familiale aard die de Europese
land- en tuinbouw aanbelangen
werden behandeld.
Een drietal punten uit het pro
gramma vergen de bijzondere aan
dacht en werden dan ook in de be
sluiten onderstreept nlde vertika-
le integratie, het erfrecht in de
landbouw en de verkoop op kom
missie in de tuinbouw.
De vertikale integratie.
Door vertikale integratie wordt
verstaan het groeperen of samen
bundelen door éénzelfde onderne
ming van de opeenvolgende fazen
of stadia van de voortbrenging en
de verkoop. Een zeer gekend voor
beeld daarvan vindt men op dit
ogenblik in de pluimvee- en var
kenssectoren waar sommige vee
voederfabrikanten mestkontrakten
afsluiten met de boeren, hun hier
bij zowel het fokmateriaal als de
voeders leveren, en bovendien de
afneming en de verkoop van het
einaprodukt waarborgen tegen een
vooraf bepaalde prijs. De inleiding
van dit onderwerp had plaats door
de heer Van Rompuy (België) ter
wijl de heer Coenen (Nederland)
vooral de mogelijke actie van de
landbouwkoöperatie onderzocht.
Na uitvoerige bespreking weer-
hiel de algemene vergadering van
de CEA in haar besluiten dat de
landbouwers en hun koöperatieven
dienen gewaarschuwd tegen de
gevaren van dergelijke kontrakten
met ondernemingen, waarvan de
bedrijvigheid en aktiviteiten
vreemd zijn aan de landbouw.
Deze kontrakten betekenen in
derdaad een gevaar voor de vrij
heid en de verantwoordelijkheid
van de boer-voortbrenger de boer
wordt uiteindelijk een loonarbei
der en verliest zijn beslissingsrecht
op de meest essentiële factoren van
zijn bedrijfsbeleid, nl. inzake be
heersing van de kostprijs en vast
stelling van de verkoopprijs. Vol
gens de Europese Landbouwkon-
ferentie behoort het aan de land-
bouwkoöperaties zelf in te grijpen
in het voortbrengings en afzetpro-
ces om het maximum voordeel te
verschaffen aan de boer-voortbren
ger. Het beslissingsrecht van de
landbouwer blijft in deze nieuwe
etappe van de koöperatie gevrij
waard.
Het erfrecht in de
landbouw.
Een ander zeer belangrijk vraag
stuk dit der overgave van het be
drijf bij erflating door de boer, die
meerdere kinderen achterlaat.
De wetgeving betreffende deze
aangelegenheid is sterk uiteenlo
Eend in de onderscheiden landen.
e CEA acht het dan ook noodza
kelijk de bijzondere aandacht van
de regeringen te vestigen op het
aanzienlijk belang van een doel
treffende regeling van de opvol
ging door erflating voor de ekono-
mische leefbaarheid van het land
bouwbedrijf en voor de toekomst
van de opvolgende jonge boer.
Een te grote versnippering van
de bedrijven dient te worden ver
meden, terwijl ook het meest be
kwaam kind zo mogelijk het bedrijf
zou moeten kunnen overnemen.
Hiervoor is het echter noodzakelijk
de wettelijke of testamentaire be
schikkingen aan deze noden aan
te passen, meer in het bijzonder op
de volgende punten
a) het toepassingsgebied van de
wet, waarbij rekening wordt ge
houden met het behoud van leef
bare bedrijven
b) de aanduiding van de opvol
ger op het bedrijf
c) de rechten van de erfgenamen
die het bedrijf verlaten. Deze die
nen geregeld overeenkomstig het
opbrengstvermogen van het be
drijf, teiwijl rechtmatige levens en
werkvoorwaarden gewaarborgd
moeten worden aan de personen
die van de opbrengst van het be
drijf leven
d) de vaststelling van de modali
teiten en regels die de waarde van
het bedrijf bepalen voor de opvol
ger. Een maximum-waarde zou
hierbij kunnen bepaald worden
welke rekening houdt met de leef
baarheid van het bedrijf.
(Zie vervolg 3' bladzijde 1' kolom).
Inderdaad, beste lezers, het gaat j
hier nog om de compensatiepre
mie van 1960. Want over deze van
1961 vreten wij nog niets, zodat
wachten hier de boodschap is.
Naar wij hebben vernomen zou
men overgaan tot de uitbetaling
der premie (misschien zijn sommige
gemeenten er al mee begonnen)
voor 1960. Voor hen, die nog niet
precies weten wat die compensa
tiepremie eigenlijk betekent, en
daar schijnen nog talrijke landbou
wers in dat geval te verkeren, ge
ven wij hier een beknopte uitleg.
Iedereen weet dat hij, bij de aan
koop van voedergranen of van
voeders waarin dergelijke granen
zijn verwerkt, zeer hoge invoerhef
fingen te betalen krijgt. De bedoe
ling van deze invoerheffingen was
wel de inlandse voedergraanteelt
te beschermen, ttz. door het verho
gen van de buitenlandse prijzen
met de invoerheffingen, konden
ook de Belgische voedergraanver-
bouwers van een hogere prijs pro
fiteren.
Wij hebben er reeds herhaalde
lijk op gewezen dat deze maatre
gel alleen speelde in het voordeel
van de grote graanboeren, zij dus
die werkelijk granen te verkopen
hadden. Kleine boeren, doorgaans
met een dichte veebezetting, heb
ben nooit voedergranen te verko
pen, maar moeten er zelf aankopen.
Om nu te beletten dat dezen, die
moeten aankopen, het slachtoffer
zouden worden van de invoerhef
fingen, wordt een compensatiepre
mie uitbetaald, die hierop zou neer
komen dat men terug betaalt onder
vorm van premie, dat wat de ko
per van granen aan invoerheffin
gen te veel heeft betaald.
Heel dat systeem is wel onder
hevig aan kritiek. Wij kunnen
vooreerst de vraag stellen in hoe
ver een premie van 250 fr. per ver-
bruikseenheid 300 kg graan)
overeenstemt met de geheven
rechten, m a.w. of die 250 fr. per
300 kg graan wel voldoende zijn
om de vroeger betaalde rechten
terug in te winnen. Of wij zouden
het nog anders kunnen zeggen in
hoever moeten onze kleine vee
boeren (die de voeders aankopen)
betalen om hun rijkere collega's
de grote graanboeren (die kunnen
verkopen) een lonende prijs te be
zorgen voor hun voedergranen
Of om het nog anders^uit te druk
ken in hoever betalen de Vlaam
se boeren om hun Waalse vakge
noten te ondersteunen
Wat in alle geval onbegrijpelijk
voorkomt is dat de invoerheffingen
regelmatig zijn veranderd, maar
dat de compensatiepremie ervoor
steeds dezelfde is gebleven.
Een andere, eveneens gegronde
kritiek, lazen wij in het landbouw
weekblad Landbouwleven
Met de betaling van de compen
satiepremie werd eindelijk een
aanvang gemaakt voor.... 1960.
Zonder aanvaardbare redenen
hebben de boeren zoveel maanden
moeten wachten naar een uitbeta
ling waar zij volle recht op hebben.
Sommigen onder hen zullen daar
bij nog vele maanden moeten
wachten voor zij aan de beurt ko
men voor de uitbetaling
De oorzaak van de vertraging
dient o.a. te worden gezocht in de
betalingsmoeilijkheden van de
schatkist, die voortdurend in geld
gebrek verkeert. Want de opbreng
sten van de vergunningstaksen en
andere bronnen van inkomsten van
het Landbouwfonds komen terecht
in de grote pot van de schat
kist, waar zij op naam van het
Landbouwfonds staan geboekt,
maar ten onrechte worden aange
wend voor allerlei (maar al te veel
verkwistende) uitgaven van de
staat. Dat wil dus zeggen dat het
geld, dat de boeren beialen in de
door de invoertaksen verhoogde
prijzen van voeders, wordt aange
wend door de staat voor uitgaven
waarmee de boeren niets te maken
hebben.
Zij worden dus verplicht het
slecht beheerde staatshuishouden
recht te houden, terwijl diezelfde
staat hen veelal als tweederangs
burgers bejegent. Wanneer de
staat aan sommige boeren geld
leent tegen verlaagde rentevoet
laat men zulks doorgaan als een
gebaar van buitengewone edel
moedigheid tegenover de boeren
stand, maar nergens wordt er ge
zegd dat de staat geld ontleent
vande boeren zonder intrest. Noch
tans worden in vele boerengezin
nen, die reeds maandenlang vruch
teloos wachten op de compensa
tiepremies waarop ze recht heb
ben, dikwijls met vrees sommige
vervaldagen tegemoet gezien.
Totdaar Landbouwleven
Dit gezegd zijnde zullen wij uit
eenzetten op welke wijze de pre-
(Zi'e vervolg 2' bladzijde 1' kolom.)
De Koornbloem
Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
aostkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De Tuedewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.