Prefabricage in de Stalbouw. MILJOENENDANS... in de AFRIKAANSE LOTERIJ SPECIALE EINDEJAARSTRANCHE Plantkunde en Plantlore. Landbouwers, KONIJNENKORRELS 10 MILJOEN 4 MILJOEN 2 MILJOEN 1 MILJOEN Per Biljet200 fr. Per Tiende 21 fr. Trekking op 31 DECEMBER TE BRUSSEL KOOP ONVERWIJLD BILJETTEN DE KOORNBLOEM 9 dec. 1961 3 Naarmate de industrialisatie voortschrijdt nemen de fabriekma tig vervaardigde produkten een steeds belangrijker plaats in. Vele van deze produkten worden reeds in het bouwbedrijf toegepast. Bo vendien komen er regelmatig nieu we bij. Men merkt dat ook op de boerderij. Vele onderdelen, die men voorheen liet maken, zijn thans zonder meer in de handel. De be- tonramen vormen wat dit betreft een goed voorbeeld. Zij worden vrijwel algemeen toegepast. De ontwikkeling in deze richting zal steeds verder gaan. Zij kan bo vendien het zelf bouwen of verbou wen van bepaalde gebouwen be vorderen, iets dat bij elkaar snel opvolgende ontwikkelingen een steeds grotere rol zal spelen. Ver schillende ruimten moeten thans voor andere doeleinden of op an dere wijze worden gebruikt dan vroeger. Deze beschouwingen zijn voor het Nederlandse Instituut voor Landbouwbedrijfsgebouwen teWa- geningen aanleiding geweest ook aan de standardisatie, de fabrieks matige vervaardiging en het zelf doen aandacht te besteden. Zo werden ten behoeve van de stalin richting verschillende betonele menten ontworpen. Met. de toepas sing van deze betonelementen in combinatie met verschillende ijzer werken, zoals trogkleppen, voeder- hekken, hang en sluitwerk, beves tigingen van hangketting en drink- waterbak, enz., kan men daarvoor geschikte ruimten inrichten ais rundveestal, jongveestal, var kensstal, kalverenstal, en zo meer. Van grote invloed op de kostprijs is het aantal dat van een bepaald produkt kan worden gemaakt. Standardisatie is noodzakelijk, daar hierdoor 'ntypebeperking ont staat, hetgeen de vervaardiging vereenvoudigt en de kostprijs ver laagt. Een van de uitgangspunten is verder geweest, dat met gebruik making van dezelfde elementen meerdere toepassingen mogelijk moeten zijn. Hierdoor wordt het aantal elementen eveneens be perkt. Bovendien kunnen dan op een eenvoudige manier wijzigingen worden aangebracht. Deze wijzi gingen kunnen noodzakelijk zijn, wanneer bij verandering van be drijfsomstandigheden de gebou wen worden aangepast. Bij een tra ditionele uitvoering is men meestal genoodzaakt tot afbreken en op nieuw maken, wat steeds kostelijk is. Het resultaat is dan meestal dat deze noodzakelijke wijzigingen achterwege blijven. Wanneer men ervan uitgaat dat een landbouwbedrijfsgebouw een hoge mate van aanpassingsmoge lijkheden moet bezitten, moet aan een uitvoering met fabriekmatig vervaardigde elementen de voor keur worden gegeven. De uitvoe ring kan geschieden met weinig geschoolde arbeidskrachten, zodat de mogelijkheid aanwezig is dat gebruik gemaakt wordt van ar beidskrachten uit het landbouwbe drijf, eventueel onder leiding of met hulp van een plaatselijke aan nemer. De ontwikkelde betonelementen zijn hanteerbaar en aan te brengen zonder dat gebruik hoeft worden gemaakt van hijswerktuigen, het geen belangrijk is bij het installe ren zowel als bij het wijzigen. Aan gezien de mechanisatie in de fa briek over het algemeen verder is doorgevoerd dan op de bouw plaats, kan de kwaliteit van het produkt beter worden beheerst. Dit is vooral van belang voor die on derdelen waaraan hoge eisen wor den gesteld, zoals bv. de voorgoot, de trog, de grup en de giergoot. Het is gebleken, dat men ele menten van uitstekende kwaliteit kan fabriceren voor een prijs, con currerend met die van in het werkgestort beton. Men heeft dan bovendien het voordeel dat men zonder al te veel kosten ver anderingen kan aanbrengen. Nog maar al te vaak wordt er in de landbouw dusdanig gebouwd, dat men zich voor tientallen jaren vastlegt. Het was daarom goed even de aandacht te vestigen op deze gemakkelijke manier om aan bepaalde plaatsen andere bestem mingen te geven. Voor praktische inlichtingen en illustratie kan men zich wenden tot het reeds vernoemde Instituut voor Landbouwbedrijfsgebouwen te Wageningen (Nederland). leest en verspreidt uw blad ONZE worden meer en meer gevraagd. Het is een volledig voeder voor konijnen die niet enkel de groei, maar vooral de vleesaanwinst bevordert. Voor een goede uitslag gebrui ken de onderlegde kwekers de Konijnenkorrels R.U.Z. met hoge loten van en 59.941 loten van 400 tot 500.000 fr. TOTAAL60 MILJOEN Een verzameling Mythen, Legenden en Volkskundige bijzonderheden In betrekking tot Planten en Bloemen. door ALOIS SUYS. 62 De Edda's omvatten de Noorse heldensagen, welke gerangschikt kunnen worden in liederen ter ere van Odin, ter ere van Thor, ter ere vanFreyr- de oudste der Noorse goden - en in eigenlijke helden liederen. Men onderscheidt de Ou dere en de Jongere Edda. Toen Ysland tot het waar geloof bekeerd en het Oud-Engels alpha bet in het land wasingevoerd. wer den de sagen zowel in eigen taal als in het Latijn verzameld. Sae- mund Sigfusson, bijgenaamd de Wijze, omstreeks het jaar 1057 ge boren, was een geleerd priester, wien elke tak der wetenschap was bekend. Zijn jeugd had hij doorge bracht in Duitsland, Frankrijk en Italië hij had o.a. gestudeerd te Parijs. Hij verzamelde de Oudere Edda. Benevens een geschiedenis van Ysland en Noorwegen, die verloren is gegaan, schreef hij ver- schillige mythische en heroïsche zangen. Het oudste afschrift van het oorspronkelijk handschrift, dat uit de XlVe eeuw dagtekent, wordt bewaard in de Koninklijke Boeke rij te Kopenhagen. De schrijver van de Jongere Edda, beroemd maker van het Proza- Edda en verzamelaar der konings sagen, is de geniale Snorre Sturlu- son, de grootste der Yslanders, ge boren omstreeks 1178 te Hvamm in West-Ysland. In de nacht van 23 september 1241 werd Snorre in Reykjaholt vermoord. Saemund en Snorre kunnen als de twee voornaamste sagamannen worden genoemd. Maar andere skalden nog namen in de Noorse literatuur een schitterende plaats in, o.a. de Augustijner Monnik Eysteyn Asgrimsson, die een heer lijk Marialied schiep, en Ari Tor- gilsson, die een geschiedenis van het eiland schreef, van af 874 tot 1120, de ontdekking en de koloni satie van Groenland beschreef, alsmede de aanneming van het kristendom in het jaar 1000. De gro te skald van de Xe eeuw was Egill Skallagrimsson (900-982). Loki ging naar een boerderij, waar de huisvrouw bezig was pas teien en koeken te bakken. Hij draaide een steen in de hand en veranderde op de stond ineen kat. Aldus vermomd ging hij op de dorpel van het geopend venster nederzitten. Telkens de vrouw met de rug naar hem stond gekeerd, snapte hij een pastei of een koek weg De vrouw ging naar het raam. Maar zij zag enkel een graatma gere koe, welke de tuin was bin nengedrongen. Toen zij nu naar buitenging, om de koe te verdrij ven, vloog een oude raaf met zes jongen over de haag weg. De oude raaf was Lokl, de zes jongen waren de pasteien en koeken. Gladsheim was de godenstad der Asen. In deze bevond zich Asa- heim en het Walhalla. Asaheim bestond uit twaalf Asa- paleizen, opgetrokken in goud en edelstenen. Zij waren met malkan der verbonden door Heimdal, een lichte brug, welke tijdens een over rompeling door de reuzen onder dezer gewicht zou instorten. Het Walhalla was gedekt met een gulden dak en bezat vijf hon derd deuren, benevens veertig ver lengingen. Langs iedere deur en verlenging konden 800 helden op één rij te gelijk de hemelwoning binnentreden. Herakles was de grootste der Griekse heroën, zoon van Zeus en Alkmene. De twaalf reuzenwerken van He rakles zijn gekend. Het elfde dezer reuzenwerken bestond in het weg nemen der gouden appelen uit de Hesperidentuin. Op zoek naar deze, vernam hij van een nimf dat de Nereïden hem konden mede delen waar de appelen te vinden waren. Hij trof een slapende Ne- rea aan. Herakles maakte haar wakker. Vergramd, veranderde zij zich opvolgenlijk in een serpent, een leeuw, en een vlammenbos. Maar de held liet zich niet afschrik ken hij verliet eerst de plaats, na te hebben achterhaald, dat de ap pelen zich in Mauretania bevon den, in het rijk van Atlas. ('f Vervolgt).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1961 | | pagina 3