Onze Duivenrubriek.
Moederloze
viggens
Koramelk B
Europees landbouwbeleid
Dc toestand vdT landbouw
Bloedpennen*
Het Franse ultimatum.
(Vervolg van le bladzijde).
in China.
(Vervolg van le bladzijde).
DE KOORNBLOEM - 7 nov. 1964
Destijds was het een ramp waa
neer een zeug zonder melk viel
voor de kleine biggen.
Heden worden deze biggetjes
opgebracht met kunstmelk welke
voor dit doel speciaal wordt be
reid.
Wij kunnen voor deze gevallen
onze
ten zeerste aanbevelen.
op dat grote areaal nauwelijks 35 pro
cent van de EEG-productie wordt be
haald. Waarop kan dan het Franse ver
langen steunen om de Euromarkt, met
name de Bondsrepubliek, te voorzien?
Daarvoor moet aan eisen voldaan wor
den waartegen Frankrijks landbouw
vooralsnog en naar alle waarschijnlijk
heid tot in verre toekomst niet is op
gewassen.
«Of de Franse haan koning moet
kraaien op de Europese korenschuur
en Frankrijks landbouw met zijn even
tuele ontwikkelingskansen en de daar
voor benodigde kosten tot een EEG-
zaak gemaakt moet worden, daarop
kan het antwoord niet anders dan een
duidelijk nee zijn. Want in pro
ductiviteit ligt de Franse landbouw
aanzienlijk achter bij wat voor de Eu-
romarktproductie de norm moet zijn,
en in kansen ligt hij helemaal achter
aan.
Dan volgen enkele slaande voor
beelden om te besluiten
Moet de EEG een dergelijk bestel
overnemen Mag de gemeenschap
pelijke landbouwpolititek de uitzicht
loze zorg op zich nemen van een der
gelijke wanstruktuur Gemeten naar
de maat van wat nu en hier in het
Westen nodig en mogelijk is, kan er
nauwelijks sprake zijn van gezond ma
ken, veeleer van beleidvol liquideren.
Een gemeenschappelijk landbouwbe
leid voor de EEG op zulke basis en
met zulke middelen, terwille van der
gelijke Franse pretenties is een her
senschim.
tegenover Moskou eerst tegen het
einde van het jaar 1965 zouden vol
daan zijn. Zeker is dit een bewon
derenswaardige inspanning vanwege
een arm land waar de vestiging van de
nijverheid maar traag zijn gang gaat
en dat economisch moeilijk recht- j
komt na drie tragische jaren veroor- j
zaakt door politieke vergissingen en
natuurrampen, (overstromingen, droog
te)Onlangs heeft Sjen Yi, de minis
ter van Buitenlandse Zaken aan bui-
tenlandse bezoekers gezegd dat er
80 jaar zouden nodig zijn vooraleer
China een industrialisatiepeil als dit
van Zwitserland zou kunnen bereiken
en nog onlangs schreef 'n kommunis-
tische krant dat er 28 jaar zouden no
dig zijn vooraleer een Chineze land
bouwer over een trekker per 100 ha
zou kunnen beschikken. Deze jongste I
verklaringen staan dan wel in scherpe
tegenstelling met wat vijf jaar gele
den beweerd werd, namelijk dat over
15 jaar de voortbrengst in China gro
ter zou zijn dan die van Engeland. De
Chinezen hebben er zich nu al aan ge
wend gemaakt rekening te houden
met een heel wat langzamere ekono-
mische vooruitgang.
Heel veel liefhebbers hoort men
zeggen dat een van hun duiven
«bloedpennen» heeft geschoten. Ne
genennegentig maal op honderd is dat
een verkeerde gedachte en hoeft men
zich daarover verder niet te bekom
meren.
We geloven dat het de liefhebbers
wel van nut zal zijn hun enkele nade
re bijzonderheden te geven nopens
het groeien van pluimen of vederen
bij onze duiven en andere vogels en
zijn dan ook zo vrij te herhalen wat
dhr Bocqué reeds in Het Duiven
sport van april 1934 over die zaak
schreef.
Het vederkleed van onze vogels is
niets dan een huidbedekking, zoals de
haren op het lijf van de zoogdieren.
Bij de vogels staat die huidbedekking
ook in dienst van het vliegvermogen
De vederen bestaan uit een hoorn
achtige schachtspoeldeze is hol en
min of meer doorschijnend, en daarin
ligt de ziel, die het overblijfsel is van
de veerpapil. Die veerpapil is de ei
genlijke groeikern van de veder en
ligt in het onderste deel van de huid,
die men lederhuid noemt.
GROEI DER VEDEREN
Hoe groeien nu de vederen De
vederen ontstaan bovenop een leder
huid papil. Deze papil zakt echter
dieper in de huid, zodat het veerzak-
je ontstaat. Op de bodem van dit veer-
zakje zit dus de papil met opperhuid-
overtrek die de veer vormt. We zullen
hier het vernieuwen van een staart of
slagpen beschrijven om de functie
van het groeien meer duidelijk te ma
ken.
In de ruitijd gaat de papil sterker
uitgroeien ze vormt een nieuwe veer
die de oude veer voor zich uitstoot en
deze doet uitvallen. De uitschietende
pen zit dus in een veerzakje en zo
komt eerst een fijne scherpe punt te
voorschijn met opperhuid bedekt. Dan
wordt het laagje opperhuid afgestoten
en de vlag van de veer kan zich ont
plooien.
In den beginne vult de groeipapil
gans het binnenste van de spoel. In
die papil liggen de bloedvaten die de
groei van de wassende pen verzeke
ren. Dan schijnt de schacht ook don
kerblauw of donkerrood vooral bij
witte vederen en zo denken sommige
liefhebbers ten onrechte, dat hun dui
ven bloedpennen stoten. Is nu de
groei van de veer voltrokken dan trekt
stilaan de veerpapil met de bloedva
ten zich terug in de lederhuid, en zo
wordt de schacht hol en dunner en
ook min of meer doorschijnend waar
dan de ziel blijft steken, die de rest
is van de teruggetrokken groeipapil.
Soms kan het gebeuren dat de
spoel van de pen, tengevolge van de
hoge bloeddruk en te zwakke bouw
openbarst. De veerpapil met de bloed
vaten die er in ligt lost dan op hare
beurt en zo komt het dat dan bloed
van de pen afdruipt. (Dit gebeurt voor
al bij staartpennen)Van die vederen
is niets goeds meer te verwachten;
ze zullen nooit ten volle uitwassen en
altijd zeer gebrekkig blijven.
VEDEREN UITRUKKEN
Nu is de grote vraag Mag men
zulke vederen uitrukken Veel lief
hebbers doen dit. Mijn inziens is het
verkeerd dergelijke pennen op dat
ogenblik uit te rukken. Men wachte
liever geduldig het ogenblik af waar
op de groeipapil zich volledig tot in
de lederhuid heeft teruggetrokken.
Trekt men de veer vroeger uit, dan
loopt men gevaar de papil te kwetsen
en aldus de groeikern te vernietigen,
en heeft men 9 kansen op 10, de uit
gerukte pen nooit meer terug te zien
keren. Wacht men integendeel, tot
dat de papil zich volledig heeft terug
getrokken, dus totdat de schacht dun
ner, hol en doorschijnend is gewor
den, dan heeft men alle kans een ge
zonde veer in de plaats te krijgen.
Hoe komt het dat sommige getrok
ken pennen er verkeerd of schuin
groeiend terug inkomen? Dit ver
schijnsel is heel gemakkelijk te ver
klaren. Door het trekken van een pen
wordt aan de hand soms een draai
ende beweging gegeven, zodat de
groeipapil, die niet volledig was te
ruggetrokken door die beweging ook
verkeerd in de huid ligt. Stoot de pa
pil nu een nieuwe veer, dan komt die
te voorschijn in de richting waarin de
papil in de .huid ligt. Ligt deze ge
draaid, dan komt ook de nieuwe pen
verkeerd te voorschijn.
Het is ten sterkste aangeraden zo
weinig mogelijk en dan nog slechts
in de uiterst gevallen, zijn toevlucht
te nemen tot het trekken der pennen.
EEN ANDERE STEM
Enkele jaren geleden verscheen, in
Neerlands Postduivenorgaan van
de hand van Dr J. C. Bom onder meer
het volgende over de rui en de bloed
pennen
De rui is een jaarlijks terugkerende
vernieuwing van het gevederte en is
een functie, die door endocrine (in
wendige) klieren geregeld wordt. De
schildklier schijnt voor de donsrui te
zorgen, en voor de rui der pennen is
waarschijnlijk de hypophyse verant
woordelijk.
Ongeregelde rui ontstaat bij ver
zwakking der constitutie door allerlei
schadelijke invloeden, waarvoor in
fectie (besmetting) meestal aanspra
kelijk is. Natuurlijke oorzaken zijn uit
putting door ontbering van de reis en
de kweek. Vertraging van de rui treedt
op door lage temperatuur, eierleg,
papvoeding en sexuele prikkeling en
-actie.
Een gezonde duif heeft een normale
rui bij alle voeding, mits deze de no
dige stoffen voor de opbouw van 't
gevederte bevat. Hoofdzaak is, dat zij
voldoende eiwitten, minerale zouten
en vitaminen bevat. Van het voeder
bevatten de peulvruchten (groene
erwt, duivenboon en wikke (vitse) en
oliehoudende zaden, waarvan alleen
lijnzaad in aanmerking komt) het
grootste gehalte aan eiwitstoffen en j
wel dubbel zoveel als granen en ge- j
wone zaden.
Een gehalte van ongeveer 16 ei-
j wit van het voeder is hierdoor het
meest gewenst. Hieraan voldoet een
mengeling van 2/3 peulvruchten en
1/3 granen (gerst, tarwe en gele
mais) en van kanariezaad en gie/st-
soorten 5 gram (ongeveer 1/8 in de
voeding)
Kool-, raap- en hennepzaad bevatten
stoffen, die de geslachtsdrift prikke
len en dus af te keuren zijn. Ook sui
ker en overvoeding zijn nadelig, daar
zij slechts de vetvorming bewerken,
die wij voorkomen moeten.
Het voeder bevat minerale zouten,
maar te weinig kalk. Hierin wordt
voorzien door grit (gebroken schel
pen en geklopte rode steen). Om de
vermaling van het voeder te bevor
deren verstrekt men zeer fijne grit.
Behalve in het voeder komen in
groenten vitaminen voor. In aanmer
king komen hiervoor kropsla, andij
vie, spinazie, malse brandnetel, aller
lei koolsoorten, muur, enz., meestal
fijn gehakt.
In het grit kan men wat keukenzout
en zwavelpoeder mengen, of afzon
derlijk in bakjes verstrekken.
Een aparte toediening van calcium-
zouten en vitaminen begunstigt zeer
aanzienlijk de rui en de ontwikkeling,
niet alleen van de gezonde duiven,
maar ook van dieren met een gestoor
de rui en is in staat de rui der late
jongen in het najaar, zelfs in de win
ter te voltooien, wanneer de doelma
tige voeding, zoals uiteengezet, wordt
verstrekt.
BLOEDPENNEN
Bloedpennen ontstaan, behalve door
de genoemde oorzaken van onregel
matige rui, door een verminderde wer
king der endocrine klieren, die de rui
regelen. Deze klieren kunnen bescha
digd zijn of ziek, waardoor de rui ge
remd of onvoldoende is en bloedpen
nen ontstaan. Ik heb een gezonde dof
fer, die reeds vier jaar achtereen bij
na alle pennen slecht verwisselt. De
baarden zijn doorzichtig en hoewel de
pennen van de vleugels en staart vol
le lengte bereiken, zijn de schachten
door een glanzend vlies bedekt. Toch
kweekt hij normale jongen, die gewoon
ruien. Hier bestaat dus een desfun
ctie van de interne secreite, maar is
hier blijkbaar locaal want zij is niet
erfelijk. Onafhankelijk van de vraag
welke de oorzaak van bloedpennen is,
zal men de middelen toepassen, die
de stofwisseling verhogen, nl. naast
een doelmatige voeding, zoals aange
geven een aparte toediening van vita
minen en calciumzouten.
Vermoedt men infectie, dan met
de moderne middelen.