verschillende groenten.
Onze Duivenrubriek.
s
BOERENBAL
Vanwaar komen onze
Het Algemeen
Boerensyndicaat
Landbouwers,
Tuiniers,
Bloedpennen.
14 nov. 1964
Afdeling Aalst,
heeft het genoegen U uit te nodi
gen tot zijn stemmig
Op zaterdag 21 november
te 20 u. 30, in de feestzaal
«EDELWEISS» te VOORDE.
Treedt voor U op de gekende
formatie The Beriy Boys
Deelname in de onkosten 30 fr.
Plaatsbespreking 5 fr. per persoon.
Zich wenden: A. de Clercq. Tel.
054 33628 - Robignon. Tel. 054-42618
De plaatsen worden enkel voor
behouden tot 21 u. 30.
(Vervolg en Slot)
Voor de verbetering
van uw woning
en uw bedrijf...
U kunt een ening bekomen bij
de Nationale Maatschappij voor
de Kleine Landeigendom
op lange termijn aan verminderde rentevoet
met of zonder levensverzekering,
dank zij het Landbouwinvesteringsfonds.
Inlichtingen bij de Nationale Maatschappij voor de]!Kleine Land
eigendom, Guldenvlieslaan. 72. Brussel 'p, often zetel van
de erkende maatschaooii voor de K.L.E van uw streek
D-ï KOORNBLOEM
Bij een voorgaande gelegenheid
spraken we u reeds over de oorsprong
van de aardappel, die afkomstig is uit
Midden- en Zuid-Amerika waar hij
trouwens nog op sommige plaatsen in
het wild groeit.
Zo komen ook al de verschillende
groenten die we gebruiken uit een of
ander deel van de wereld, waar ze
aanvankelijk in wilde toestand groei
den.
Wat de kool betreft deze schijnt al
tijd in West-Europa, vooral aan zee
kusten, een inheemse plant geweest
te zijn. Zij groeit trouwens nog in het
wild op sommige plaatsen langs de
Atlantische Oceaan, langs het Kanaal
en op sommige eilanden die niet ver
van de kust verwijderd liggen. Tot
nog toe heeft men trouwens geen
sporen gevonden van deze plant in
het Midden-Oosten of elders. In de
Bijbel is er nergens spraak van. De
Romeinen, die deze groente ontdekt
hadden tijdens hun Gallische verove
ringstocht, stelden trouwens de kool
als eetwaar zeer op prijs.
De raap was reeds in de vroegste
oudheid bekend in India, evenals bij
de Germanen, die rapen verbouwden
hetzij voor hun voeding of deze van
het vee. Op vele plaatsen met een
gematigd klimaat heeft men rapen als
een wild groeiende plant ontdekt. Nu
nog groeit de raap in het wild op het
Bretoense eiland Ouessant.
De radijs is afkomstig uit Azië, uit
China, Japan en India, waar haar be
staan in een grijze oudheid verloren
gaat. Maar ook in West-Europa heeft
men reeds vroeg enkele sporen van
de radijsplant ontdekt, evenals in de
Kaukasus en de Krim. Waarschijnlijk
komt ons deze plant, langs deze weg,
uit het Oosten.
Spinazie werd reeds gewonnen in
Perzië drieduizend jaar vóór onze tijd
rekening, waar zij aanvankelijk in wil
de toestand groeide. Deze groente is
lange tijd onbekend gebleven in Euro
pa; ook de Romeinen kenden geen
spinazie. Veel later, zijn het de Ara
bieren geweest die ze in Europa heb
ben doen kennen, vooral dan in het
Zuiden. In Frankrijk schijnt spinazie
onbekend gebleven te zijn tot in de
15e of 16 eeuw.
Rabarber is afkomstig uit het Azia
tisch hooggebergte. In de streek van
de Himalaya groeit hij nog in het wild
tot op 4000 m hoogte. In Europa ont
moet men de eerste sporen van deze
plant in de 14e eeuw, aanvankelijk en
kel als een geneeskundige plant.
Wat de boontjes betreft die komen
ons uit Midden en Zuid-Amerika. Ner
gens, noch in het Verre of het Midden-
Oosten, heeft men ooit boontjes aan
getroffen in voorhistorische ruinen of
graven. Wel heeft men er gevonden
in de oude monumenten der Incas in
Peru (Zuid-Amerika)
In het wild groeiende erwten heeft
heeft men totnogtoe nergens aange
troffen, waaruit men besluit dat ze
waarschijnlijk voortkomen van zaad
jes die aanvankelijk bloemen voort
brachten. Maar dit moet dan reeds ta
melijk vroeg gebeurd zijn, want men
heeft er gevonden in de voorhistori
sche Zwitserse paaldorpen, dagteken
end vele duizenden jaren vóór onze
tijdrekening. Ook kwamen de erwten
veelvuldig voor in het Midden-Oosten,
waaruit men besluit dat ze dan ook
waarschijnlijk uit die streek afkomstig
zijn.
Andijvie en Witloof zijn niet anders
dan veredelde planten die in West-Eu
ropa veelvuldig in het wild groeien.
Selderij schijnt afkomstig uit Euro
pa als een veredelde vorm van de wil
de selderij die men nog ontmoet in
moerasachtige streken. Selderij was
echter reeds als groente bekend ten
tijde van de Romeinen. Vanaf de 16e
eeuw wordt selderij in Europa meer
en meer gegeten.
Keiver is afkomstig uit Zuid-Rusland
en was reeds gekend in het begin van
onze tijdrekening.
Peterselie groeide aanvankelijk in
het wild in gans het Zuiden van Euro
pa. Als kruiderij is het gebruik ervan
van tamelijk jonge datum. Als dusda
nig schijnt men het eeuwen lang niet
gekend of gewaardeerd te hebben.
Wortelen worden nog veelvuldig in
het wild groeiend aangetroffen in het
Middellands zeegebied en in sommige
kalkachtige Franse gewesten.
Prei is sinds onheuglijke tijden ge
kend maar nergens heeft men deze
plant in 't wild groeiend aangetroffen,
zodat men moeilijk kan bepalen uit
welke streek deze groente afkomstig
is. De Egyptenaren waardeerden te
zeerste de prei als voeding, en de Ro
meinen schreven haar verschillende
eigenschappen toe,onder meer dat ze
klankzuiverheid van onze stem bevor
derde.
NOG EEN KLOK
Over die kwestie der bloedpennen
willen we hieronder nog in korte trek
ken laten volgen wat de gekende kro
niekschrijver de Weerd daarover
denkt, gekoppeld aan wat konfrater
Magister daarover eveneens in de
Duivenbode van Deerlijk, neerpende.
Na de manier van broeien en trek
ken der pennen zo maar zonder meer,
afgekeurd te hebben gaat hij verder
dat een bloedpen doorgaans een zie
kelijke afwijking is en dat dus iets uit
de haak is met de duif. Het kan echter
ook zijn dat het euvel ontstaat door
een gewone bloeduitstorting, als ge
volg van een kwetsuur. Uiteraard ko
men zulke kwetsuren het veelvuldigst
voor bij overjaarse duiven, die zo pas
een pen geruid hebben. Speciaal de
buitenste slagpen moet het nogal ont
gelden.
De bloedpen dan blijft omhuld
door een stijve, schilferige schacht,
die afgepeld kan worden, erg teer
is en bij onzachte aanraking gemakke
lijk bloedt. Sommigen schrijven het
optreden van bloedpennen als zieke
lijke afwijking toe aan gebrekkige
schildklierfunctie. Door het toedienen
van jodiumhoudende preparaten in
een dosis, die voorafgezegd niet over
de schreef(l) mag gaan, wordt ge
tracht daarin verbetering te brengen.
Waarmee een bloedpen, die er een
maal is overigens niet te saneren
valt.
Magister maakt er korte metten me
de. Hij schrijft: Jonge duiven die
met bloedpennen komen, gebruike
men zonder omwegen in de keuken
als latere reizigers zullen ze totaal
waardeloos zijn en als kweekmateri-
aal zijn ze ook al niet vertrouwbaar».
Wij geloven dat we het daarmee
eens kunnen zijn.
Blijven dus over bloedpennen van
verpluimde duiven, ontstaan door in
fectie of gestoorde stofwisseling of
wel door kwetsuur. Overkomt zoiets
aan een duif van waarde, aan een be
wezen goede reiziger, dan loont het
zeker de moeite, te trachten die pen
er uit te krijgen en door een gezonde
te doen vervangen.
De grootste domheid echter, die
wij kunnen begaan is proberen een
bloedpen te broeien en voorzichtig
te trekken Broeien betekent de pen
in warm water weken en op tempera
tuur brengen, zogenaamd om het uit
trekken te vergemakkelijken. Maar
door broeien komen wij van de regen
in de drop. Ernstige complicaties
(vleugellamheid enz.) kunnen er het
gevolg van zijn.
Een bloedpen moet niet geweekt
worden, maar gedroogd Wil hij met
beleid kunnen worden gesaneerd, dan
is het zaak, een insnijding te maken,
in de lengte van de abnormale pen.
Het vuil bloed en de etter vinden nu
vanzelf een uitweg naar buiten en na
een dag of wat is de wortel geheel
opgedroogd.
Confrater Magister heeft deze ope
ratie menigmaal, met goed gevolg, uit
gevoerd; door de opdroging - schrijft
hij - is de schacht veel dunner gewor
den en eenmaal zover kan de dode
pluim, zonder het beestje pijn aan te
doen, worden getrokken. Een bloed
pen, op deze manier verwijderd, krijgt
weldra een gezonde remplacant, en
af is de kous.
Teneinde de patiënt weer volledig
op krachten te brengen wordt verder
aanbevolen een bloedzuiveringskuur,
mineralen en vitamines en (de eerste
dagen) lichtverteerbare kost.
Zoals men ziet werd vroeger nog
dikwijls eens gezondigd tegen de na
tuur omdat men sleohtschietende pen
nen zo maar zonder meer uitrukte.
Waar geen krachten genoeg waren om
van meet af aan een gezonde pen te
laten schieten deed men er nog een
schepje bij door op dezelfde plaats
nieuwe krachten voor een ander pen
op te eisen. Meestal verliep dat
schijnbaar goed ofschoon er nader
hand verwikkelingen kwamen vooral
omdat de duif zelf niet over het nodi
ge zuiver bloed beschikte. Bij bloed
pennen moet men zorgen dat de dui
ven fris bloed kweken en, zoals de
konfraters het zegden eerst de duiven
in orde brengen. Dan komt de zaak
wel in 't reine.