Het lage inkomen in de
LANDBOUW.
Onze pluimveehouderij.
Weekblad
Voor eii door d® Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 5 DECEMBER 1964.
Verschijnt iedere zaterdag
43ste IAARGANG Nr 2156
Beheer Zeebergkaai 5. Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Stadsverdediging van de Landbouwers
Uit
Lanc
1
gegeven door de
lbouwersvereniging
1EDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
(Zie vervolg onderaan hierneven
(Zie vervolg 2' blad2 3 kolr m
De Koornbloem
Abonnementsprijs 120 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcht
Hand(
ckr. S. M. Redt U Zclven
ilsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden
De Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling, die
23 landen omvat en haar zetel te Pa
rijs heeft, gaf onlangs een lijvig boek
uit (581 blz.) waarin de toestand van
de lid-staten inzake inkomens van de
landbouwsector, land voor land, be
studeerd worden. Aan de toestand in
België worden 20 blz. besteed, en we
menen dat het de lezer van dit blad
wel belang kan inboezemen te weten
hoe men de toestand in ons land ziet
en beoordeelt.
Ziehier dan de besluiten waartoe
men te Parijs gekomen is
1. In België bestaat er over het al
gemeen een nauw verband tussen de
omvang van de landbouwexploitaties
en het peil van het landbouwinkomen.
Gezien er in het land nog een meer
derheid van kleine uitbatingen bestaat
is een laag inkomen in de landbouw
sector er een algemeen verschijnsel.
De Belgische iandbouw is gekenmerkt
door een ongunstige structuur inzake
de uitgebreidheid van de landbouwon
dernemingen.
2. De meeste van deze kleine on
dernemingen vullen hun onvoldoende
landbouwinkomen aan met verdien
sten uit andere sectoren, zodat het
probleem der lage landbouwinkomens
er niet zo nijpend is dan de land
bouwstructuur wel zou laten vermoe
den. Er bestaan nochtans geen vol
doende statistieken over deze inkom
sten afkomstig van deze buiten de
landbouw liggende bezigheden, en het
belang ervan verschilt trouwens ook
van streek tot streek. In sommige ge
westen, vooral in het Vlaamse land,
zijn er onvoldoende mogelijkheden
voorhanden om buiten de landbouw
nog een ander beroep uit te oefenen.
3. Van de ene streek tot de andere
bestaan er dan ook opmerkelijke ver
schillen inzake landbouwinkomen; de
ze verschillen zijn een gevolg van de
invloed van verschillende elementen
zoals het demografisch gegeven, de
struktuur van de landbouwuitbatingen
en de manier waarop ze verdienstelijk
gemaakt worden. De streken waar de
landbouwinkomens zeer laag liggen
zijn in Laag België de zandstreken en
de Kempen, en in Hoog België de Ho
ge Ardennen. Overigens geeft gans
de Ardennenstreek inkomens die on
der het gemiddelde liggen.
4. Toch dient er opgemerkt te wor
den dat de struktuur en de omvang
der Bolgische landbouwondernemin
gen gedurende de laatste jaren op
merkelijke veranderingen hebben on
dergaan. De ondernemingen van min
der dan één hectaar verminderden
met 20%, wat voor gevolg had dat de
omvang der andere ondernemingen
met gemiddeld 1,40 ha toenam, of on
geveer 20%. Terzelfdertijd vermin
derde de bevolking werkzaam in de
landbouwsector met 30%. In de stre
ken met overwegend kleine onderne
mingen geschiedt de structuurverbe
tering ten voordele van de bedrijven
van 10 a 20 ha, terwijl in de andere
gewesten ook de grote bedrijven van
meer dan 20 ha in omvang toenemen.
Dit zou kunnen voor gevolg hebben
dat op lange termijn de gewestelijke
verschillen inzake landbouwinkomens
toenemen.
5. Daar het probleem der lage land
bouwinkomens in België terzelfdertijd
structureel en regionaal is, trachten
de verantwoordelijke instanties eraan
te verhelpen en door maatregelen bin
nen de landbouwsector, en door rege
lingen op het regionaal economisch
plan. De achterstand van bepaalde ca-
tegoriën van bedrijven heeft inderdaad
een ongunstige weerslag op gans de
Belgische landbouw, meer bepaald
binnen het katler van E.E.G. Het is
om aan deze toestand te verhelpen
dat er van overheidswege verschillen
de programma's werden uitgewerkt
om de structuur van de bedrijven te
verbeteren, om meer investeringen
mogelijk te maken en tenslotte om
de regionale economie te ontwikke
len.
6. Opdat echter al deze voorzienin
gen maximale uitslagen zouden moge
lijk maken, is het wenselijk dat ze
zouden gepaard gaan met een ver
mindering van de actieve landbouw
bevolking, vooral van deze die gebon
den ligt aan kleine ondernemingen.
Deze vermindert inderdaad, en wel
zonder dat er van overheidswege op
aangestuurd wordt. Wel bestaan er
heraanpassingscentra om de overgang
van de landbouwsector naar andere
gebieden te vergemakkelijken. Toch
In de eerste helft van de maand no
vember werd te Gent een grote ten
toonstelling voor pluimvee gehouden
die samenviel met het 75-jarig bestaan
van de Vereniging Het Neerhof
Deze tentoonstelling omvatte heel wat
meer dan enkel maar de kippen en we
mogen gerust zeggen een hele hoop
meer dan wat men zo al op een door-
de-bandse boerderij kan ontmoeten.
Dit viel reeds op in de voorhalle van
de ruime zaal die tegen het Casino
aanleunt. Men trof daar schel gekleur
de uitheemse vogels, chinchillas, 'n
macht van zingende en met elkaar
wedijverende kanariepietjes aan. Dat
alles werd tegen vrij dure prijzen te
koop gesteld. Dan kwam men tn een
zaaltje waar het er nog bonter aan
toe ging. Naast opgevulde stonden
ook levende kraanvogels en zelfs de
ooievaars rustig midden een kunst
matige vijver. Ze bekommerden zich
niet om het publiek en deden alsof
ze daar geboren en getogen waren.
Dan ging het naar de eigenlijke ten
toonstelling waar naast de kippen ook
duizenden duiven (prijsduiven en an
dere) en konijnen te zien waren.
Wat de kippen betreft kon men een
oogst aan folders opdoen over allerlei
broeierijen, kippenslachterijen en over
(wat misschien wel het meest opviel)
echt Amerikaanse legbatterijen, waar
in de kippen hun legleven doorbrach
ten naast elkaar gezeten in hokjes die
aan de lopende band steeds maar aan
het voortschuiven waren zodat er
steeds voor voedsel gezorgd werd en
de kippen voortdurend aan het eten
en drinken of aan het leggen waren.
Het was een echt kippenluilekker-
land (althans zo naar de schijn) maar
in de TV sprak men over deze op
Amerikaanse leest geschoeide legbat
terijen als van concentratiekam-
zou het wenselijk zijn dat er van over
heidswege meer zou aangestuurd wor
den om bepaalde categoriën van land
bouwers aan te zetten een ander be
roep te kiezen, zonder echter geliik
welke dwang in die zin uit te oefe
nen. Dit zou de vorming van grotere
bedrijven bevorderen en vele te lage
landbouwinkomens doen verdwijnen,
die nog altijd een plaag vormen in be
paalde gewesten van het land.
pen en daarvan had het, rechtuit
gezegd, wel wat weg.
Met dit stelsel zou men 238 eieren
per leghen en per jaar kunnen beko
men. Dus ook de kippen zullen niet
ontsnappen aan de veel geroemde ra
tionalisatie en mechanisatie.
In de namiddag werd, in aansluiting
op deze tentoonstelling en helemaal
in het kader ervan, een druk bijge
woonde vergadering gehouden door
de Landsbond voor Bedrijfspluimvee-
houderij. Er waren 500 belangstellen
de pluimveehouders opgekomen die
zich na de voorlezingen ook lieten
horen en verstandige vragen stelden,
terwijl de Pers goed vertegenwoor
digd was vooral op de eigenlijke pers
conferentie die na de vergadering in
intiemere knng gehouden werd.
Er werd een verslag voorgebracht
door de heer De Visscher, secretaris
generaal van het Interprofessioneel
comité ter verdediging van de Vee
houderij en door de heer Ir. P. Van
Marcke. De eerste had het over de
Vooruitzichten in de Euro-eiermarkt
op basis van de ontwikkeling der prij
zen rijkelijk aangevuld met grafie
ken.
De heer de Visscher zei, onder
meer De beschikbare gegevens
over de piuimveesector zijn helemaal
onvoldoende om het ekonomische uit
zicht van deze specialisatie volledig
te kunnen omvatten. Wij begrijpen
niet waarom deze tak zo verwaarloosd
werd, in zover dat men zelfs niet
weet, op de vooravond van de Ge
meenschappelijke Markt, welke rich
ting dit belangrijk bedrijf op nationaal
terrein in de toekomst zal uitgaan.
Geregeld kennen wij ware noodtoe
standen in deze sector en de Belgi
sche pluimveekwekers zullen niet zo
vlug vergeten wat ze bij het begin van
dit jaar meegemaakt hebben.
Voor de ineenstortingen van de
marktprijzen heeft men heel wat ver
klaringen gevonden maar de ware fei
ten en de vooruitzichten die voort
vloeien uit de stelselmatige ontleding
van de markt blijven miskend mis
schien uit onwetendheid, want we
zullen niet beweren dat dit vraag
stuk tot nu toe vrijwillig verwaarloosd
werd