De Landbouw
en de Weerkunde.
Landbouwersjeugd.
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adel
t
Een Onderzoek bij de
AALST 1 MEI 1965
Verschijnt iedere zaterdag
44ste JAARGANG Nr 2177
BeheerZeebergkaai 5,
Tel. (053) 242.67
Aalst
"7oor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
(Zïe vervolg onderaan hierneven)
(Zie vervolg 2e bladzijde I' kolom
Koornbl oem
Abonnementsprijs 120 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. Mi Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.
De meteorologie of weerkunde
speelt meer en meer een grote rol in
de landbouw. Het belang ervan mag
niet onderschat worden omwille van
de grote invloed van het weer en het
klimaat op planten en dieren.
Op lange termijn kan en moet de
weerkunde haar invloed doen gelden
op het gebruik dat men maakt van de
beschikbare gronden, op de teeltkeus
en op de veefokkerij. Op korte termijn
speelt de weerkunde haar rol op bijna
ieder gebied van de landbouw be
scherming tegen weer en wind, tegen
de parasieten en tegen de vele ziek
ten die planten en vee kunnen teis
teren. In feite is er geen enkele pe
riode in de plantengroei, van vóór het
zaaien tot na het oogsten, waar met
de invloed van het weer geen reke
ning dient gehouden te worden. De
weerkundige kan dan ook aan de
landbouw onschatbare diensten be
wijzen. Onze landbouwers worden
zich daarvan trouwens meer en meer
bewust.
In de landen waar sinds eeuwen
aan landbouw gedaan wordt, werden
de gestelde problemen in verband
met het goede gebruik van de grond
langzaam en proefondervindelijk op
gelost. In een rijk en vruchtbaar land-
bouwgebed zal men niet spoedig van
werkmethode veranderen omdat de
ervaring er geleerd heeft wat het best
en het voordeligst 'is. Maar in arme
gebieden of in jonge landen, waar de
landbouw nog in de kinderschoenen
staat is nu de toestand helemaal an
ders. De groei van de wereldbevol
king en de dringende behoefte aan
landbouwprodukten laten niet meer
toe dat de beste methode om de
grond vruchtbaar te maken aan het
toeval zou overgelaten worden. Van
meet af aan moet de zaak grondig be
studeerd worden door landbouwdes
kundigeen en door weerkundigen om
uit 'n bepaald gebied zoveel mogelijk
vrucht te bekomen.
De weerkunde speelt hierbij een
grote rol omdat de studie van het kli
maat, en van mogelijke veranderingen
in het klimaat noodzakelijk wordt. Er
zal eventueel dienen rekening gehou
den te worden met het droogleg
gen van moerasgronden", met bebos
sing of ontbossing, factoren die het
klimaat grondig kunnen wijzigen.
Hier wordt de kennis en de raad van
een weerkundige noodzakelijk. Bij
verwaarlozing hiervan werden reeds
herhaaldelijk grote vergissingen be
gaan een van de meest spectacu
laire hiervan was wel de totale mis
lukking van een uitgestrekte plantage
van aardnootplanten in Afrika, die
enorme kapitalen gevergd had een
fiasco dat had kunnen voorkomen
worden indien men landbouw- en
weerkundigen vooraf had geraad
pleegd.
Ook in de landbouwuitbating van
iedere dag kan de weerkunde grote
diensten bewijzen door voorspelling
van het weer, met raadgevingen om
de gewassen te beschermen tegen
mogelijke of waarschijnlijke slechte
weersomstandigheden, met aanwijzin
gen betreffende de bevloeiïng van de
gronden, enz.
Vooral wat de bevloeiïng betreft
kan de weerkunde belangrijke aandui
dingen geven. In Engeland, bijvoor
beeld, een land dat nochtans gans het
jaar door 'n normale neerslag heeft,
heeft de bevloeiïng in sommige ge
westen grote diensten bewezen, bij
zover dat de opbrengst en de winst
er zes maal groter werd. Ook bij de
verbouwing van vroege groenten (pri
meurs) speelt het weer en de be
vloeiïng een grote rol. In alle derge
lijke gevallen heeft de weerkundige
zijn woordje te zeggen.
Hij bestudeert het klimaat van een
bepaald gewest in al zijn mogelijke
verschijningen, geeft eventueel aan
duidingen voor het scheppen van een
kunstmatig klimaat, voor het gebruik
van glas en doorschijnend plastiek,
voor verwarming van de grond of van
de lucht, voor bevloeiïng, enz.
Inzake landbouw is het weer altijd
een factor van het allergrootste be
lang geweest. In de loop van de ge
schiedenis, in perioden dat men nog
niet kon rekenen op de bevindingen
van de weerkunde, zijn ganse bescha
vingen ten onder gegaan, werden uit
gestrekte gebieden tot woestijnen
Er bestaat een wereldorganisatie
van landelijke jeugdverenigingen, die
men, met de voorliefde van onze
jachtige tijd voor afkortingen, de Ml-
JARC genoemd heeft. Deze wereldor
ganisatie heeft nu een onderzoek in
gesteld naar de houding van de jeugd
tegenover de landbouw, dus het be
drijf waarin ze voor het ogenblik be
trokken is.
Tot heden toe zijn de volledige uit
slagen van dit onderzoek nog niet be
kend. Deze zullen eerst worden be
kend gemaakt op het festival van
Stuttgart dat op 28, 29 en 30 mei
eerstkomend zal gehouden worden.
Toch kan de Standaard reeds en
kele onthullingen doen over de eerste
algemene resultaten van deze opinie
peiling. Zeggen we maar dadelijk dat
ze bepaald niet bemoedigend zijn, zo
dat we vrezen dat J.B. die het artikel
ondertekend heeft zijn vroegere me
ningen inzake dan de grote verbete
ringen die in de toestand van de land
bouw in ons land gedurende de laat
ste jaren zouden opgetreden zijn, wel
zal moeten herzien. Hier bestaan in
derdaad geen redenen voor een triom
fantelijke stoet van landbouwers «met
wapperende vaandels en slaande
trom
Het onderzoek werd geleid in tien
Europese landen, ook in ons land, en
nu is het ons opgevallen dat in dit
herschapen, onder invloed van weers-
en klimaatsomstandigheden.
Volksverhuizingen grepen plaats
omdat de gronden niet voldoende
meer opbrachten. Dank zij de weer
kunde is men tegenwoordig tegen
dergelijke rampen gevrijwaard, en de
vooruitgang van de wetenschap zal
het mogelijk maken in de toekomst
nog grotere diensten aan de land
bouw te bewijzen. Weersvoorspellin
gen op lange termijn liggen nu binnen
het bereik van de wetenschap dank
zij het ruimteonderzoek.
Dit alles vergt echter grote kapita
len en investeringen op lange ter
mijn maar dit zal zijn intrest op
brengen onder vorm van grotere op
brengst.
artikel geen, of schier geen gegevens,
voorkomen over de mening van onze
landbouwjeugd meer bepaald in ons
eigen land.
Dit zal denkelijk niet gebeurd zijn
omdat deze mening al te schril zou
afsteken tegen de officieel optimis
tische artikels van vroeger van de
heer J.M. en, nu we zo dicht bij de
algemene verkiezingen staan, gaat dat
natuurlijk niet op en mag er geen roet
in het eten worden gegooid.
Dit onderzoek nu werd toever
trouwd aan het Studiecentrum voor
Jeugdwerk van de katholieke univer
siteit van Leuven, zodat we gerust
mogen aannemen dat het een bezon
nen, diepgaand en ernstig werk zal
zijn. Met vertrouwen kunnen we er
dan ook enkele gegevens uithalen.
Het blijkt nu dat de landelijke jeugd
in Europa niet erg geestdriftig staat
tegenover het landbouwersberoep.
Het aantal van hen die beslist boer
willen worden bedraagt niet meer dan
17%. Dat is dus reeds een eerste be
sluit dat mag getrokken worden.
Dit besluit berust op het feit dat in
218 typische landbouwdorpen uitgeko
zen in 10 verschillende landen aan
8.000 jongens en meisjes van 18 tot
25 jaar, wier vader werkzaam is in de
landbouw, een aantal vragen gesteld
werden.
De mening van deze jongeren zal
denkelijk ook wel door hun ouders
worden gedeeld, want hun afkeer voor
het landbouwbedrijf zal wel gesteund
zijn op wat ze rondom zich, in hun
huiskring en op hun bedrijf, vastge
steld hebben.
Dit betoog treft nog meer, wanneer
we weten dat 40% (45% voor de jon
gens en 32% voor de meisjes) op het
ogenblik dat hun de vragen gesteld
werden reeds aktief werkzaam waren
in de landbouw, zodat ze met kennis
van zaken en niet énkel maar van
horen zeggen over dit onderwerp hun
mening konden zeggen.
Bij ons wordt het als een zegen
voorgesteld dat men tot de vorming
van grotere bedrijven zou komen en
dit wegens allerlei redenen, als daar
zijn de rationalisatie en het gebruik