Over grondspekulatie.
Zorg voor uw melkkoeien.
Rechtskundige Dienst
Van de stal naar de weide.
WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS
ARBEID ADELT
(Vervolg)
Onze rechtskundige houdt zijn
zitdag zondag 24 april a. s.
tussen 9 en llu. Deze zitdag
wordt gehouden in onze
KANTOREN
de Zeebergkaai 5,
te AALST.
De stalperiode heeft deze keer zeer lang geduurd. Ze was vroeg begonnen en.
al zag het er in februari naar uit dat ze wellicht ook rap zou ten einde zijn. toch
heeft het gure maartse weder deze verwachtingen helemaal te niet gedaan. Het is
nu al Pasen voorbij en het gras is ternauwernood voldoende gegroeid om het vee
geleidelijk de weiden in te laten.
De overgang van de stal naar de weide is een zeer belangrijke en gevaarlijke
periode; en dit des te meer naarmate het bedrijf intensiever wordt uitgebaat. Het
zou dan ook zonde zijn moest de boer die zich noch kosten noch moeite spaart
om van zijn melkkoeien de hoogste opbrengsten te bekomen, in de huidige ge
vaarlijke periode grote verliezen gaan lijden door aan enkele noodzakelijke voor
zorgsmaatregelen niet de nodige aandacht te besteden.
pot as meer wordt gestrooid en anderzijds
moet hier des te meer aandacht worden
besteed aan kalk en aan magnesium. Aan
de magnesiumtoestand kan onmiddellijk
aan
DE WEIDEN
Het is, vooral voor het hoogproduktief
melkvee, van het grootste belang dat de
weidegronden een EVENWICHTIGE
VOEDINGSTOESTAND bezitten. Im
mers een grond met een sterk verstoord
evenwicht inzake bemestingstoestand kan
alleen maar gras voortbrengen met even
sterke of nog scherpere wanverhoudingen
tussen de verschillende noodzakelijke mi
nerale elementen. Eén van de ergste ge
volgen hiervan is de zo gevreesde kop-
ziekte. Maar zelfs wanneer het zover niet
komt, kunnen wij er zeker van zijn dat
een gestoord minerulenevenwicht in het
gras minstens een nadelige invloed uit
oefent op de melkproduktie, het vetgehal
te en de algemene toestand van de melk
koeien.
GRONDONTLEDING is hierom voor
de graasweiden minstens van evengroot,
zoniet van nog veel groter belang dan
voor de akkerbouwpercelen.
Weiden die te zuur zijn moeten gepast
bekalkt worden. Ook nu kan dit des
noods nog gebeuren, maar dan bij mid
del van een koolzure kalksoort, b.v. met
DOLOKAL, dat overigens meteen nog
wat magnesiumcarbonaat aan de grond
bezorgt. Het ware natuurlijk beter indien
de bekalking reeds vroeger toegediend
was, maar ook hierin geldtbeter laat
dan nooit.
De POTASTOESTAND van de grond
is bij de graasweiden van bijzonder be
lang. Goede weidegronden moeten wel
degelijk van pot as voorzien zijn; anders
verdwijnen de klaver en de gunstige gras
soorten. Hetzelfde wordt echter schadelijk
of zeer gevaarlijk wanneer de grond ener
zijds zeer rijk is aan potas en anderzijds
te arm aan kalk en aan magnesium. De
weiden hebben dus wel potas nodig, maar
in geen te grote hoeveelheden ineens.
Werd er in dit voorjaar reeds aal op ge
voerd dan volstaat dit voor de potasbe-
mesting; anders kunnen ongeveer 40 kg.
potaseenheden per hektare gestrooid wor
den (b.v. 200 kg ruw kalizout 20°/o) en
dit, zowel voor de aal als voor de schei
kundige potasmeststof, best zo vroeg mo
gelijk in het voorjaar. Tijdens de zomer
kan dan nogmaals een lichte potasbemes-
ting worden toegediend
Indien de grondontleding uitwijst dat
het potasgehalte zeer hoog is, b.v. daar
waar zeer dikwijls aal wordt gevoerd, dun
is het duidelijk dat beter helemaal geen
verholpen worden door het strooien van
200-300 KG KIESERIET per hektare. Dit
zout bevat het magnesium onder sulfaat-
vorm; het is oplosbaar in water en dus
direkt opneembaar voor het gras en de
andere weidekruiden.
De weiden moeten vanzelfsprekend ook
ruimschoots van FOSFA A T voorzien
zijn; de goede grassen en de klaver ver
langen dit en ook de melkkoeien zijn op
dit gebied veeleisend. De weiden moeten
dus jaarlijks opnieuw met fosfor bemest
worden; namelijk met gemiddeld onge
veer 80-100 kg fosfaateenheden per hek
tare. In tegenstelling met de potas zijn aan
een gebeurlijke vrije hoge fosfaattoestand
geen gevaren verbonden.
Het bemestingsprobleem wordt ook voor
de weiden van langsom meer bij middel
van samengestelde meststoffen opgelost.
In dit geval kan eens in het voorjaar en
eens in de zomer per hektare b.v. 4-500
kg 9.10.11 DE KORENBLOEM ge
strooid worden ofwel 250-300 kg 15.15.15
«NITROPHOSKA-GROEN». Op gron
den die vrij goed van potas voorzien zijn,
kan beter 250-300 kg 15.15.6 «NITRO
PHOSK A-GEEL» toegediend worden; de
ze meststof bevat overigens 4magne
sia-eenheden in oplosbare vorm. Tussen
en na deze bemestingen moet vanzelfspre
kend herhaaldelijk stikstof gestrooid wor
den; dit weze dan ammoniaknitraatchi-
linitraat of kalknitraat. Weiden die zeer
rijk zijn aan potas ontvangen dit element
voorlopig beter helemaal niet meer en zij
kunnen het dan stellen met een tweeledi
ge meststof; bv. herhaaldelijk per hekta
re ongeveer 200 KG 25.10.0 SEIFA-
FERT
DE KOEIEN
Het is duidelijk dat de overgang van de
stal naar de weide voor al het vee een
grote verandering betekent en deze ver
andering is des te belangrijker naarmate
de dieren grotere behoeften hebben; dus
vooral voor het hoogproduktief melkvee
moet voorzichtig en heel geleidelijk te
werk gegaan worden.
Alleen reeds omwille van de KLI
MAATSVERANDERING mogen de
koeien de eerste dagen maar zeer korte
tijd de weiden opgaan. Iedere dag kan de
Zie vervolg 2e bladzijde 1' kolom
Zaterdag 16 april 1966
45ste jaargang Nr 2225
Als een van de faktoren die de
grondprijzen de hoogte injagen, die
nen we te wijzen op de bedreiging
van het heffen van een belasting op
de meerwaarde, die men op onroe
rende goederen verkregen heeft.
Wanneer het, inderdaad, voor het
ogenblik juist is dat een meerwaarde
door een vervreemding van hand tot
hand verkregen door personen die er
hun beroep niet van maken, van be
lastingen nog vrijgesteld is en dit vol
ledig en zonder er enige voorwaarde
aan te verbinden, is het helemaal niet
zeker dat die vrijstelling nog lang zal
blijven bestaan.
Immers wanneer de huidige rege
ring er niet in slagen zou de-fiskale
toestand gezond te maken, zonder
nieuwe belastingen in te voeren, dan
ligt het voor de hand dat voornoemde
meerwaarde wel eens haar aandacht
zou kunnen trekken.
Het is daarom begrijpelijk dat hij
die een terrein verkoopt, er een ho
ge prijs voor vraagt, waarbij rekening
wordt gehouden met de mogelijkheid,
dat de gebeurlijke winst, vroeg of
laat, zou kunnen belast worden.
De huidige prijzen, die voor gron
den worden betaald, maken het de
pachter onmogelijk te kunnen mede
dingen met beroepsspekulanten of
zelfs met gelegenheidsspekulanten.
Wanneer deze prijzen blijven stij
gen wordt het voor een pachter, die
er niet zeer warm inzit (en hoeveel
zijn er van die soort?) gewoon onmo
gelijk eigenaar van zijn bedrijf te wor
den.
We hebben nu wel de wet van 1
februari 1963 op de voorkoop, maar
hier blijven de mogelijkheden voor
de pachter erg theoretisch, zoals we
vroeger reeds geschreven hebben. Im
mers de pachter vindt tegenover zich
een ekonomisch sterke liefhebber, die
maar al te graag bereid is een hogere
prijs te bieden en dit weten de eige
naars dan ook best.
Het recht van voorkoop zou door
zijn aard zelf de prijsstijging van de
gronden kunnen afremmen, maar, om
werkelijk doeltreffend te zijn, zou dit
recht moeten kunnen uitgevoerd wor
den door het vaststellen van de prijs,
niet door de eigenaar zelf, maar door
een raming door deskundigen of op
een andere manier en hiervan heeft
de wetgever van 1963 niet willen we
ten.
Het gevaar van de twee verschijn
selen, die worden samengekoppeld
de stijging van de grondprijzen en de
grondspekulatie, is voor de landbouw
uiterst groot, omdat zijn leefbaarheid
dan toch afhangt van het voorhanden
zijn in voldoende mate van teeltgron-
den.
Het aantal van voor de landbouw
nog beschikbare hectaren vermindert
van dag tot dag, zelfs buiten de ont
eigeningen om, omdat de meeste eige
naars die persoonlijk hun landbouw
gronden niet in bedrijf nemen, gemak
kelijk worden verlokt door de hoge
prijzen die hun worden aangeboden.
Het is begrijpelijk dat dit gebeurt
wegens enerzijds het hoge prijspeil en
anderzijds de zeer geringe opbrengst
van die gronden, zodat de eigenaars
althans tot heden toe gemakkelijk tot
verkopen geneigd zijn.
Op dit ogenblik echter (zo menen
wij althans), nu het indexcijfer van
maand tot maand stijgt en het gevaar
van inflatie niet meer denkbeeldig is,
zou wel eens hun lust tot verkopen
kunnen verminderen, omdat ze wel
weten dat het bezit van grond bijna
zo veilig is als het bezit van goudsta
ven.
Maar, in de huidige staat van za
ken vraagt men zich af, wat er met de
boeren aan het gebeuren is. Geleide
lijk aan worden zij beroofd van hun
bestaansmiddelen. Wanneer de boer
over het nodige geld niet beschikt om
de grond aan te kopen, is hij genood
zaakt (als dit zelfs nog mogelijk is)
elders een boerderij tegen een bui
tensporige hoge prijs over te nemen
ofwel voorgoed aan de landbouw vaar
wel te zeggen.
En waarom is dit nodig? Vaak om
het een stedeling mogelijk te maken
met zijn spaarcenten een villa te bou
wen of zich te kunnen beroemen op
een tweede verblijfplaats, waar hij
zijn weekend kan komen doorbrengen.
(Zie vervolg 2de bladzijde onderaan le kolom)
Jaarabonnement 120 F
Postrekening nr 1425 93
van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst
Handelsregister Aalst nr 145
Het overnemen van artikelen
is toegelaten mits vermelding
van de bron
Uitgegeven
door de
Landbouwers
vereniging
REDT U
ZELVEN
stichter
O.CAUDRON
Beheer
Zeebergkaai 5
Aalst
Tel. 053/ 24 267