vïc=;' MM De tolunie in de E.E.G. De economie van de landbouwbedrijfsgebouwen. a WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS -v"''5 ARBEID ADELT r - 'tó t&& - T- .10 (Vervolg) Uit een studiedag van de Lodewijk de Raet-stichting ontlenen wij volgende inte ressante bijdrage van de hand van ir. M. DEBRUYCKERE. De bedrijfsgebouwen en de mechanische inrichting zijn geen doel maar in werkelijkheid een onontbeerlijk middel geworden in de handen van de bedrijfslei der. Steeds meer moet dan ook rekening worden gehouden enerzijds met de be sparingen en voordelen die kunnen verwacht worden van efficiënte bedrijfsgebou wen en anderzijds met de lasten die er het gevolg van zijn. De investeringen in gebouwen en technische uitrusting zijn zolang verantwoord, als het totaal van de eruit voortspruitende lasten door de in geld uitgedrukte be sparingen en de meeropbrengsten worden vergoed. Het agrarisch en economisch beleid dient hand in hand samen te gaan met de techniek, wil men tegen lage kostprijzen kunnen produceren. kwaad is, maar een productiemiddel. 7) Specialisatie en concentratie in de De hedendaagse evolutie op gebied van stallenbouw is ongetwijfeld gegroeid uit 'n reeks eigentijdse verschijnselen. 1) Hei schaarser worden van eigen en vreemde arbeidskrachten op het bedrijf, waardoor arbeidsparende gebouwen en uitrusting noodzakelijk worden. 2) De snelle stijging van de lonen ook in de landbouw. Dit sluit in dat de vele onproductieve arbeid op het bedrijf moet worden uitgeschakeld 3) Een relatief geringere toename van de prijzen van technische hulpmiddelen als melkmachine, tractor enzmet als lo gisch gevolg het vervangen van arbeid door kapitaal. 4Het sociaal aspecthet streven naar lichtere en aangenamere arbeid en ar beidsregeling met verlofdagen zoals voor de industriearbeider vijfdagemveek, 2205 uren arbeid per jaar. 5) Geringer wordende winstmarges op de landbouwvoortbrengselen nopen er de landbouwer toe, deze methoden te gebrui ken die toelaten goedkopere kostprijzen te bereiken dank zij o.a. aangepaste gebou wen en inrichting. 6) De landbouwer is zich bewust ge worden van het feit dat het doelmatig be drijfsgebouw niet meer het noodzakelijk veeteeltsector stellen ook hun eigen spe cifieke eisen op gebied van boerderijbouw en mechanisering. In feite dient onderscheid gemaakt tus sen twee grote groepen productiemidde len, waarin kapitaal wordt geïnvesteerd. 1) Productiemiddelen die op zeer korte tijd bv. minder dan 1 jaar worden ver bruikt voeders, meststoffen, zaaizaden, arbeid enz. 2) Productiemiddelen met lange ge bruiksduur, gebouwen, machines, melkvee. De eerste groep is veel soepeler in ge bruik en kan bijvoorbeeld naargelang de markttoestanden op korte termijn worden aangewend en renderen. Bijzonderlijk de langdurige beleggingen moeten grondig worden overwogen. DE KOSTPRIJS Bedrijfsgebouwen dienen best te wor den afgeschreven over een periode van 5, 10, 15 tot maximaal 25 jaar. De techni sche uitrusting over een periode van 5 tot 15 jaar. Vanzelfsprekend moet het kapi taal in deze periode ook rente opbrengen, die gerekend wordt op 2,1(3,5% op 60% van de vervangingswaarde). Zie vervolg 2e bladz. Ie kolom) Zaterdag 4 juni 1966 45ste jaargang Nr 2232 Jaarabonnement 120 F Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O. CAUDRON Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/ 24 267 In ons vorig artikel hebben wij, zeer in het algemeen, de beslissingen be sproken die werden genomen op de jongste marathonzitting van de Euro pese ministers van de E.E.G. die te Brussel vergaderden en hebben wij beloofd onze aandacht te wijden aan de gevolgen, die voor onze landbou wers in eigen land uit hun beslissin gen zullen voortvloeien. Vooraf kunnen we er niet aan weer staan te onderstrepen dat de bewind voerders in Euromarktverband, bij het nemen van hun beslissingen, zich in hoofdzaak niet hebben laten leiden door de levensnoodzakelijke belan gen van de landbouw. De landbouwbelangen komen er vrij bekaaid uit en staan er zo maar bi voor spek en bonen. Dit wil zeggen dat zij eigenlijk niet meetellen of voor hen die nog met de oude sprookjes vertrouwd zijn, dat zij de rol van As sepoes of verstotelinge moeten spe len. We zien dan ook niet goed in wel ke prins hier het glazen muiltje zal komen aanbieden. Dit was trouwens te verwachten. Immers wanneer in de afzonderlijke landen van de EEG het de nijverheid is die als het troetelkind wordt aanzien, dan ligt het voor de hand dat de fe deratie of bond van deze landen ook geen andere mening zal toegedaan zijn. We kregen daarvan reeds een voor smaakje op het ogenblik, dat men bij ons om bepaalde onpopulaire maat regelen te verantwoorden, zich reeds beriep op de EEG. Het zijn vooral de melkveehouders die in de druk zouden kunnen gera ken. De voorgestelde gemeenschap pelijke richtprijs voor de melk of 4,75 frank per kilo melk van 37 graden, ligt 18 centiemen lager dan de huidige melkprijs in ons land. Houdt men dan helemaal geen reke ning meer met de kostprijs, die, nota bene, nog altijd een geleidelijke stij ging ondergaat? Moeten onze melk veehouders dan berusten in 'n steeds grotere verlaging van hun inkomen? Het Euromarktverdrag beoogt toch heel andere doelstellingen. Sommigen menen dat men het er op aanstuurt de melkproducenten te ontmoedigen en de voortbrengst af te remmen. Mis schien krijgen ze wel eens gelijk, want wie kan het tenslotte volhouden zon der winst of tegen verlies te blijven werken Het is allemaal goed en wel te spre ken over een open en vrije markt, die zich zal uitstrekken over een paar hon derd miljoen mensen en waar de tol rechten en beperkingen voor de uit voer naar de andere zes landen zul len worden afgeschaft, maar is deze, op zichzelf goede zaak, zonder meer voldoende Er werd reeds op gewezen door deskundigen terzake dat men te hard van stapel loopt met de eenmaking van de prijzen, omdat vooraf andere beschikkingen dienen te worden ge troffen, die van hoofdzakelijk belang zijn om een werkelijke redelijke con currentie mogelijk te maken. Dient men er niet voor te zorgen in de eerste plaats het fiskaal beleid in de afzonderlijke landen op een enigs zins gelijke leest te schoeien? Wat met het gemeenschappelijk beleid in zake de steunmaatregelen aan de landbouw, het transport- en energie beleid? Dit zijn ernstige opwerpingen die door deze deskundigen werden ge maakt. Er werd herhaaldelijk op gewezen dat in een vrije markt op Europees» vlak het vooral de kwaliteit en de spe cialisatie zullen moeten doen om op deze markt een vaste voet te krijgen, maar dit kan maar gebeuren wanneer ook voor vele .andere faktoren gelijk heid van mogelijkheden bestaat, wat zeker nog niet het geval is. Eerst dan wordt een werkelijke con currentie mogelijk, wanneer de con currenten niet hebben af te rekenen met ongelijke kostprijsfactoren vanaf het vertrekpunt. Wie bij de start ge handicapt is kan er niet aan denken mee te kampen in de eindstrijd. Niet alleen de melkveehouders zijn beducht, maar ook nog de verbouwers van suikerbieten. Over de prijs weten we nog niets maar er zijn reeds symp tomen of voortekens die er op schij nen te wijzen dat de prijs van de sui ker lager zal liggen dan thans bij ons het geval is. We stellen vast dat de politiek van prijsblokkering en van drukking der prijzen van onze Eerste-Minister Van den Boeynants heel goed evenwijdig loopt met wat de EEG voor ons be kokstoofd heeft. (Zie vervolg 2de bladzijde 3e kolom) in STUUf?

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1966 | | pagina 1