Verdere Scholing. Onze Landbouweconomie in 1965. WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS v; ARBEID ADELT Zaterdag 30 juli 1963 45ste jaargang Nr 2233 - 'A - Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O. CAUDRON Voor de toekomst van uw kinderen. Onze plattelandsgemeenten beschikken dooreengenomen over zeer goede lagere scholen met toegewijde leerkrachten, zowel voor de jongens als voor de meisjes en over 't algemeen mag het een fout genoemd worden, wanneer de ouders hun kinde ren al te vroeg aan de weldoende landelijke omgeving onttrekken, om ze voorbarig naar een stadsschool te sturen. Maar uiteindelijk breekt voor uilen het ogenblik toch aan, dat zij de lagere school moeten verlaten en één of andere richting van het sekundair onderwijs moe ten kiezen. Evenals in de humaniora zijn de zes jaren van het technisch onderwijs onderverdeeld in een lagere cyclus (diploma A3) en een hogere cyclus (diploma A2). Maar het technisch on derwijs is ook nog overlangs gesplitst in een zogenoemde technische richting (meer theoretisch) en een beroepsrich ting (meer op de direkte praktijk af gestemd.) De technische richting is meer bedoeld voor nog verdere studie, b.v. voor technisch ingenieur, terwijl de beroepsrichting rechtstreeks gericht is op het uitoefenen van een bepaald vakdesgewenst nog na het volgen van een bijzonder specialisatiejaar. HET LAND- OF TUINBOUWON DERWIJS. De lagere cyclus omvat drie jaren, waarna een A3-diploma wordt afge leverd. Met dit diploma heeft men toe gang tot de hogere cyclus of men ver laat de school om op een land- of tuinbouwbedrijf te komen. In dit laat ste geval is het ten zeerste aan te ra den nog een vierde jaar (specialisatie jaar) te volgen. Tijdens dit jaar is de leerling maar twee dagen op school en de rest van de tijd op het eigen be drijf, weliswaar onder de kontrole en met bepaalde opdrachten van de school. Alhoewel de leerling een groot gedeelte van zijn tijd reeds op het ou derlijk bedrijf komt werken, is hij nog ten laste van de ouders en komt hij nog in aanmerking voor kinderbijslag. Wie overgaat naar de hogere cyclus, kan ofwel de technische richting vol gen met het oog op eventuele nog ver dere studies, b.v. tot land- of tuinbouw- regent of tot technisch land- of tuin- bouwingenieur (Al.), ofwel volgt hij de beroepsrichting en deze is dan, drie dagen op school en drie dagen op het eigen bedrijf, zeer direkt op de prak tijk afgestemd. Op deze laatste manier worden werkelijk zeer geschoolde be drijfsleiders gevormd en wie zal dur ven betwisten dat dit in de huidige zeer moeilijke tijd niet van het groot ste belang is HET LANDBOUWHUISHOUD- KUNDIG ONDERWIJS. De meisjes ontvangen in het land- bouwhuishoudkundig onderwijs in drie (lagere cyclus) of in zes jaren (lagere en hogere cyclus) een algemene huishoudelijke vorming, die vanzelf sprekend bijzonder op het landelijk (Zie vervolg onderaan hierneven) HET SEKUNDAIR ONDERWIJS Hierin komt ieder kind na de lagere school terecht. Maar dit kan dan zijn in de humaniora ofwel in het technisch onderwijs. Deze twee hoofdrichtingen omvatten telkens een lagere cyclus en een hogere cyclus, die beide normaal elk drie jaar in beslag nemen. Alhoewel tijdens of op het einde van de lagere cyclus eventueel nog van richting kan veranderd worden, is het natuurlijk wel van belang dat van meet af aan de beste richting gekozen wordt. Hiervoor is het zeker zeef nuttig dat de ouders nauw kontakt houden met de leerkrachten van het lager onderwijs, vooral dan met diegene van het zesde studiejaar. Deze kan natuurlijk, even tueel met de hulp van een dienst voor studie en beroepsoriëntering, zeer veel goede raad geven voor het kiezen van de beste verdere studierichting. Diezelfde leerkrachten kunnen u ook de nodige inlichtingen verschaf fen en de weg tonen om, zo mogelijk, aan een studiebeurs te geraken. DE HUMANIORA Dit is een richting van het sekun dair onderwijs, die geen einddoel is op zichzelf. Na de drie jaren lagere, oude of moderne humaniora met hun ver schillende tussenscbakeringen, komt men in één of andere richting van de hogere humaniora terecht ofwel in de normaalschool. De hogere humaniora omvat eveneens drie jaren en is een voorbereiding tot de universiteit of tot een andere hogere of gespecialiseerde school. De normaalschool omvat vier jaren en verschaft het diploma van onderwijs of onderwijzeres. Niettemin kan men na de normaalschool, even als na de hogere humaniora, desge wenst verdere hogere studies aanvat ten. De humaniora, de normaalschool en de verdere hogere studies zijn zowel voor meisjes als voor jongens toegan kelijk. HET TECHNISCH ONDERWIJS Meer nog dan de humaniora omvat "deze onderwijsrichting veel verschil lende takken, die dan meestal ofwel specifiek voor jongens ofwel specifiek voor meisjes zijn afgestemd. Ook het landbouwonderwijs en het landbouw- huishoudkundig onderwijs vallen on der de groep van het technisch onder wijs maar hierover zo dadelijk nog een woordje meer. Het is niet onze schuld dat we, op een ogenblik dat het jaar 1965 reeds bijna zeven maanden achter de rug ligt, nog komen aandrijven met sta tistische gegevens over dat vervlogen jaar. Eerst thans heeft het ministerie van Ekonomische Zaken tijd gevonden om het jaarlijks verslag over het verloop van de Belgische ekonomie in 1965 te laten verschijnen. We zullen maar aannemen dat ze daar hun tijd besteed hebben aan het uitkienen van een nieuwe index, niet zo nadelig als de huidige, voor de landbouwers, al geloven we er eigen lijk geen sikkepit van. We hebben ons voorgenomen uit dit verslag de gegevens te halen, die op de landbouwekonomie betrekking hebben. Wat nu de landbouw betreft stelt voornoemd verslag vast dat schier alle rendementen gedaald zijn wegens de slechte weersomstandig heden in 1965. In de tuinbouw werden, wegens de abnormale weersomstandigheden, zelfs voor sommige produkten volle dige mislukkingen geboekt. Ander zijds werd een poging gedaan om de veestapel weer op peil te brengen, wat dan een achteruitgang van de vleesvoortbrengst tot gevolg heeft ge had. Over 't algemeen hebben de markt prijzen een k-urve gevolgd met de hoogste prijzen tussen mei en juli en een gevoelige daling tussen juli en oktober. De invoer van runderen is hoog ge bleven, namelijk 30.407 ton (waarde 723 miljard fraank )tegen 43.352 ton het jaar voordien, terwijl de cijfers voor de uitvoer gedaald zijn, namelijk 2.111 ton in 1965 tegen 6-425 ton het jaar voordien. huishouden is afgestemd. Zij die de technische richting hebben gevolgd, kunnen nog verder studeren om b.v. het diploma van regentes te bekomen. Maar zelfs zonder diploma van regen tes (die meisjes zullen immers te rap geneigd zijn om hun man de les te spellen zullen onze goed geschoolde boerenjongens het zeker zeer op prijs stellen met een algemeen huishoude lijk gevormd boerenmeisje de toekomst in te trekken. De voortbrengst van varkensvlees is gestegen. De varkensmarkt wordt steeds meer en meer beïnvloed door Frankrijk en Nederland. Een sterke vraag naar varkensvlees, wegens het betrekkelijk hoog peil van de prijs van het rundsvlees heeft er toe bijgedra gen de prijs van de varkens te hand haven, ondanks het feit dat het aan bod van varkens groter was gewor den. De prijzen gingen sedert de lente de hoogte in, behalve in de maand juli om in de maanden november en de cember een peil te bereiken dat schommelde tussen 32 en 34 frank. De uitvoer van varkens steeg van 12.661 ton in 1964 tot 22.147 ton in 1965, voor een waarde van 712 mil joen ton. De invoer steeg eveneens en ging van 1.351 ton naar 7.648 ton, wat dus zeer aanzienlijk mag genoemd worden. Wat de melkleveringen aan de mel- kerijen betreft stegen deze in 1965 met 15 om een totaal te bereiken van 1.953 miljoen liter. Daarentegen was er een vermindering van room ten bedrage van 5,76 Het verbruik van melkerijmelk bleef praktisch hetzelfde, maar, binnen dit verbruik steeg voortdurend het be lang van de gestereliseerde melk De hoeveelheid gesteriliseerde melk bij de verbruikte melk bedroeg in ons land 75 van het totaal tegen slechts 40 tien jaar voordien, in 1955. België is het enige land ter wereld waar de gesteriliseerde melk een der gelijk belang krijgt. We noteren eveneens de vooruit gang geboekt in de voortbrengst van kaas en van melkpoeder. Ons land is een van de voornaamste producenten van volle melkpoeder geworden, ter wijl de voortbrengst van melkpoeder uit afgeroomde melk een uitbreiding van 45% in 1965 tegenover 1964 heeft gekend. De voortbrengst van melkerijboter ging van 50.000 t. in 1964 naar 57.000 ton in 1965, of een vooruitgang van 14 die evenwel enigszins minder wordt door de achteruitgang van de voortbrengst van boerderijboter. Het Ministerie van Ekonomische Zaken merkt op dat de index van de (Zie vervolg 2' bladzijde1' kolom) i - - Jaarabonnement 120 F Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemer^van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/24 267

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1966 | | pagina 1