WINTERGR AANGEWASSEN. Landbouwvoertuigen en verkeersbelasting. WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS Weer nadert de nieuwe zaaitijd. ARBEID ADELT Evenmin of nog minder dan vorige zomer valt er dit jaar met het graan te boffen. Vooral de tarweopbrengsten zijn dit jaar sterk gedrukt en, zoals we vorige week nog schreven, de resultaten zijn werkelijk flauw. Maar zelfs in dit jaar met lage tot uiterst lage graanopbrengsten valt er nog steeds een opmerke lijk verschil waar te nemen tussen de resultaten bij de zeer goede en minder goede boeren. Ook in dit slechte iaar is het duidelijk gebleken dat de zorgen besteed aan grondbewerking, bemesting, zaaigraanvernieuwing en onkruidbestrij ding uiteindelijk nog merkelijke verschillen opleveren in de oogstuitslagen. PASSEND BEMESTEN. Vóór of tussen de onmisbare grond bewerkingen, die het zaaien voorafgaan, moeten de t/odige hoeveelheden fosfaat- en kalimeststoffen gestrooid worden, zono dig voorafgegaan door een be kal king. Om de eerste groei van de jonge graanplan- tjes wat etun te wakkeren en vooral om een goede uitstoeling te bekomen kan het best ook nog vóór het zaaien of er na een lichte stikstof bemesting toege diend worden. Voor de eventueel toe te passen be- kalking en voor de passende hoeveelhe den fosfaat en kali verschaft een betrouw bare grondontleding U de beste leidraad. Moet er be kal kt worden, dan kan of wel gebluste poederkalk toegediend wor den ofwel 'n fijngemalen koolzure kalk soort. Tot deze laatste groep behoort o. a. de Dolokal, die naast 85 calciumcarbo- naat (Ca C03), nog 10,5 magnesium- carbonaat (MgC03) bevat. Als gemiddelde fosfaat- en kali bemes ting kunnen per hektare ongeveer 100 kg fosfaateenheden (b.v. 700 kg ijzerslakken of 500 superfosfaat of 250 kg Fertiphos) en 120 kg tot 160 kg kali-eenheden (dus 3-400 kg chloorpotas 40 aanbevolen worden. Wij herhalen dat het voor de bekalking veel beter is zich op een betrouwbare grondontleding te steu nen. Indien de voorvrucht vermoedelijk wei nig stikstof in de grond heeft nagelaten, is ook een lichte stikstofbemesting, b.v. 100 kg ammoniaknitraat 20,5 of 26 per hektare aan te bevelen. Wie de stikstof, fosfaat en kali in één maal wil toedienen, kan 1000 kg per hek tare strooien van onze formule, 2x12x15 of afhankelijk van de voedingstoestand van de grond, 500 tot 1000 kg 5x9x15. In het voorjaar moet dan volgens de algemene stand van het gewas, in één of tweemaal nog wat stikstof of een fosfaat- houdende stikstof meststofb.v. 25x10x0, bij gestrooid worden. ONKRUIDBEST RIJ DING. Tijdens de opeenvolgende grondbewer kingen vóór het zaaien kunnen reeds veel kiemende onkruidzaden gedood worden. Door 't algemeen gebruik van de pik- dorser worden veel onkruidzaden terug op het veld gebracht, zodat ook nog bij het hernemen van de groei in het voor jaar veel aandacht aan de onkruidbestrij- ding moet besteed worden. Deze zomer was het werkelijk bedroevend om zien hoeveel graanvelden nog met windhalm (schossem), krokke, wilde haver, enz. o- verwoekerd waren. Door in het voorjaar per hektare onge veer 200 kg kalkcyaanamide te strooien, is reeds een goede stap op de weg van de onkruidbestrijding gezet. In de meeste ge vallen moet het evenwel nog aangevuld worden met een bespuiting met een pas send onkruid bestri jdingsmiddel. VERNIEUWD ZAAIGRAAN. Om de hoogst mogelijke opbrengsten te kunnen bekomen is het eveneens nood zakelijk dat het gebruikte zaaigoed zo goed mogelijk weze. Dit kunt U niet be reiken door jaren na elkaar graan van eigen gewin opnieuw als zaaigraan te ge bruiken. Het is veel beter dat U, voor de enkele honderden kg die U hiervan nodig hebt, liever te dikwijls dan te weinig van vernieuwd zaaigraan gebruik maakt. Redt U zeivenheeft U hierin de volgende, en desgewenst ook nog andere variëteiten aan te bieden. Vermits ook in de zaaigraanvermeerdering de opbreng sten onvermijdelijk eerder aan de lage kant lagen, hebt U er alle belang bij uw zaaigraan zo spoedig mogelijk te bestel len. In de wintertarwe voorzien wij de varië teiten Brigit, Leda, Stella en Capelle Des- prez. Brigit heeft het in het verstreken slech te jaar relatief goed gedaan en wij veron derstellen dat deze variëteit een toene mende belangstelling zal ondervinden. Leda gaf gemiddeld een wat lagere op brengst, maar daarentegen zeer weinig af val wat uiteindelijk nog veel heeft goed gemaakt. Ook Stella en Capelle kunnen wij nog verder aanbevelen, alhoewel voor Capelle moet gewaarschuwd worden voor haar geringe wintervastheiddeze laatste variëteit kan desnoods echter nog tot half februari gezaaid worden. In wintergerst blijft ons aanbod tot één variëteit, namelijk Manon, beperkt. Deze variëteit is betrekkelijk goed wintervast en vrij goed bestand tegen legeren. De op brengsten waren ook deze oogst nog hele maal niet zo slecht. Inzake rogge beperken wij ons tot Pet kuser en Celestijner, waarbij wij de eer ste het meest menen te mogen aanbeve len. Alhoewel de naam, Petkuser, reeds oud is, is het aangeboden zaaigraan het resultaat van een steeds voortgaande se- lektie, dus in feite een voortdurende ver jonging. (Zie vervolg onderaan hierneven). Voor wie met de nodige grondbewer kingen, bemestingen en eventuele bekal king, 'met de vereiste onkruidbestrijding en met het passend nieuw zaaigraan al het mogelijke doet om tot hoge opbreng sten te komen, hopen wij dat ook het weer uiteindelijk veel beter zal meevallen dan in de voorgaande twee jaren. Zaterdag 3 september 1966 45ste jaargang Nr 2244 - Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O.CAUDRON Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/24 267 Onze tijd is er een van specialisa tie in al de takken van kennis en menselijke bedrijvigheid. Niemand kan de uitbreiding en de evolutie in een bepaald domein, b.v. de rechts wetenschappen, in hun geheel geno- zaakt zich op een bepaald onderdeel toe te leggen. Daarom hebben wij, men, nog bijhouden. Men is genood voor dit artikel, ons licht gaan op steken bij de bekende specialist in fiskaal recht, de heer A. Tiberghien, die ook over de verkeersbelasting voor landbouwvoertuigen een bondi ge studie liet verschijnen. Omdat dit een onderwerp is dat alle landbou wers interesseert en waarover soms verkeerde begrippen in omloop zijn, hebben wij het nuttig geacht er voor onze lezers een uittreksel van te ge ven. De wet die deze zaken regelt is van vrij jonge datum (5 mei 1966) en verscheen in het Staatsblad op 27 mei jongstleden. De vrijstelling van verkeersbelasting geldt enkel voor de landbouwers die het voertuig in ei gendom bezaten of er gewoonlijk ge bruik van hadden vóór 1 juli 1965. Bovendien blijft de vrijstelling be perkt tot de jaren 1966 tot en met 1969. Het is vanzelfsprekend best moge lijk dat na die jaren de toepasselijk heid van deze wet zal worden ver lengd, maar voorlopig moeten we de wet nemen zoals ze is, dus voor een beperkte termijn. Op welke voertuigen is de vrijstel ling van verkeersbelasting nu toepas selijk Laat ons beginnen met een paar uitsluitingen. Ze is niet toepasselijk op perso nenwagens of bromfietsen of brom mers zelfs wanneer ze in feite alleen voor een landbouwbedrijf zouden wor den gebruikt. Ze is wel toepasselijk op de eigen lijke tractoren (ook op de jeeps op de voertuigen-werktuigmachines voor de landbouw vervaardigd, zo als maaimachines, dorsmachines, mest- of kalkstrooiers, verstuivings toestellen en al dergelijke tuigen die men zich maar kan indenken. Dan komen de vracht- en bestel wagens daarin begrepen de autovoer tuigen met gemengde structuur en de landbouwaanhangwagens. Deze voertuigen komen slechts dan voor vrijstelling in aanmerking, wan neer zij uitsluitend voor landbouwar- beid en of landbouwvervoer wor den aangewend. Hier moeten we al dadelijk een on derscheid gaan maken tussen land- bouwarbeid en landbouwvervoer, want de voorwaarden voor het verle nen van de vrijstelling zijn niet de zelfde en zijn strenger in het laatste' geval het landbouwvervoer. Voor landbouwarbeid heeft het geen enkel belang of de gebruiker van de voertuigen de landbouwer zelf is of een aannemer van landbouwwer- ken (een loondorser bv.) of om het even welke andere persoon. Men mag, zonder het recht van vrij stelling te verliezen, met het voer tuig op de openbare weg rijden, om zich naar de plaats van zijn arbeid of van die plaats naar elders te begeven, zelfs wanneer bij die gelegenheid de arbeiders, de voorwerpen of de pro- dukten, die voor deze arbeid onmis baar zijn tegelijkertijd mee worden vervoerd. De voortbrengselen van die arbeid mogen naar een of andere plaats van het bedrijf van de landbouwer voor wiens rekening de arbeid werd ver richt worden vervoerd. Komen we thans tot het landbouw vervoer. In dit geval wordt vereist dat de landbouwer persoonlijk eigenaar zou zijn van het voertuig of er het voortdurend en gewoonlijk gebruik van heeft, wanneer hij er zelf niet persoonlijk de eigenaar van is. Op een bepaald punt echter is men minder streng wat de voorwaarden (Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom) Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Jaarabonnement 120 F Handelsregister Aalst nr 145 1 Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1966 | | pagina 1