Over niet-bevaarbare waterlopen. De Belgische rundveeteelt. WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS ARBEID ADELT Zaterdag 15 oktober 1966 45ste jaargang Nr 2250 Uitgegeven door de t Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O. CAUDRON Een krant als de onze heeft niet en kel tot taak de belangen van landbou wers en tuinders te verdedigen en in formatie of nieuws te verstrekken o- ver hun sektor. Zij moet eveneens de leden van haar vereniging voorlichten over bepaalde wettelijke vraagstuk ken, waarmee ze schier dagelijks te maken hebben. Daarom hebben we het ditmaal nuttig geacht een betrekke lijk kort overzicht te wijden aan de kwestie van de niet-bevaarbare water lopen en aan wat er doorgaans in de praktijk mee samengaat, het reinigen van die waterlopen. We beginnen eerst met de klasse ring Er zijn namelijk drie kategorie- ën van niet-bevaarbare waterlopen. Het gedeelte van de loop van een be paalde niet-bevaarbare waterloop valt in de eerste kategorie, wanneer een van de beide volgende voorwaarden vervuld is het gedeelte van de wa terloop gelegen stroomafwaarts van een bepaald punt, moet aan het opper vlak van het water een wettelijk vast gestelde breedte hebben van zes me ter ofwel dienst doen voor de water aflossing van een waterbekken van minstens 20.000 hectare. Behoren eveneens tot de eerste ka tegorie 1) de waterlopen die het gebied van meer dan een provincie doorlo pen en dit vanaf het punt waar ze de eerste provincie stroomopwaarts ver laten. 2) de waterlopen waarvan de bed ding de grens uitmaakt tussen twee provincies. Worden in de tweede kategorie ge rangschikt het gedeelte van de wa terloop gelegen stroomafwaarts van een bepaald punt, moet aan het opper vlak van het water een wettelijke breedte van 3 m bereiken .ofwel dienst doen voor de wateraflossing van een waterbekken van minstens 1000 ha. Behoren eveneens tot de tweede kategorie de intercommunale water lopen, namelijk ten eerste, de water lopen die vanaf het punt waar ze de eerste gemeente stroomopwaarts ge legen verlaten, meer dan een gemeen te doorlopen. Ten tweede, de water lopen waarvan de bedding de grens vormt tussen twee gemeenten. De waterlopen en gedeelten van wa terlopen niet gerangschikt in de eerste of de tweede kategorie behoren tot de derde kategorie, maar er zijn ook wa terlopen die tot geen enkele kategorie behoren namelijk deze waarvan het waterbekken kleiner is dan 100 ha. Het is nochtans mogelijk dat sommi ge waterlopen die we hierna zullen op sommen, in de eerste, tweede of der de kategorie worden gerangschikt, zelfs wanneer hun waterbekken klei ner is dan 100 ha. Dit zijn namelijk de volgende 1) de waterlopen die werden aan gelegd met een ander doel dan de ver betering van het stelsel van het na tuurlijk water 2) waterlopen waar van het water verontreinigd wordt door rioolwater of door afval water van nijverheden of waar van het water, tengevolge van specia le omstandigheden, abnormaal belast wordt door drijvende stoffen 3) wa terlopen die de invloed ondergaan van afdammingen die het water ophou den 4) waterlopen waarvan de be langrijkheid, de helling of de configu ratie (onderlinge verhoudingen van vormen of toestanden) het reinigen bemoeilijken. Het is wellicht goed dat onze lezers een algemene gedachte hebben over deze indeling opdat ze zelf met kennis van zaken zich over een bepaalde toe stand kunnen uitspreken, althans met een minimum aan zekerheid, maar wij geven er ons wel rekenschap van dat dit niet altijd zo gemakkelijk gaan zal, vooral omdat in de laatste indeling van 1° tot 4° zich omstandigheden kunnen voordoen, die aanleiding tot betwisting kunnen geven. Om een voorbeeld te geven wanneer is de belangrijkheid, de helling of de con figuratie van een bepaalde waterloop van aard het reinigen moeilijker dan normaal te maken Daarom geven we hierna een prak tisch en zeer eenvoudig middel aan om te weten, in welke bepaalde kate gorie een waterloop, die voor u van belang is, geplaatst werd. Vooreerst begeeft men zich naar 't gemeentehuis om te weten of de wa terloop vermeld is op de atlas van de waterlopen van de gemeente, wat doorgaans wel het geval zijn. Hij draagt dan een naam of mis schien een nummer. Dit zal, wat de juiste beschrijving van de ligging be treft, uw verdere taak vergemakkelij- De uitbating van het rundvee en inzon derheid deze van het melkvee neemt in de Belgische landbouw een zeer voorname plaats in. In het gezamelijk bruto agra risch inkomen, komt de rundveeuitbating voor meer dan 50 tussen. De melkvee uitbating vooral is voor veel kleine en middelgrote landbouwbedrijven de voor naamste inkomstbron. MELKVEESTAPEL Het globaal produkt is verdeeld als volgt55 a 60 voor de melk en 40 a 45 voor vleesdeze percentages schomme len naargelang de economische omstandig heden van het ogenblik. Tijdens het aantal jaren tot en met 1962 is het aantal melkkoeien in België besten dig toegenomen. In 1963 deed zich een opmerkenswaardige ommekeer in deze toestand voor. Van 1.050.513 stuks bij de telling van 15 mei 1962 verminderde de melkveestapel tot 1.043.981 stuks op 15 mei 1963 en tot zelfs 999.207 stuks op hetzelfde tijdstip van 1964. De melkvee stapel in 1962 betekende aldus een record voor de Belgische landbouw. 1965 is gekenmerkt door een uitbreiding van de melkveestapel tot 1.007.366. De achtereenvolgende melkprijsaanpassingen hebben aldus een stimulerende werking uitgeoefend op de melkveehouderij. Samen met de lichte aangroei van de melkvee stapel hebben de gunstige produktievoor- waarden geleid tot een hogere melkpro- duktie en tot ruimere melkleveringen, me de ten koste van de roomleveringen. aan de zuivelfabrieken. ERKENDE MELKVEERASSEN De melkveestapel is in België verdeeld over zes officieel erkende rassen. Deze rassen onderscheiden zich door bepaalde eigenaardigheden in de aanleg, die het ge volg zijn van oorsprong en verblijfstreek. Men spreekt in verband met deze rassen van enkele aanleg, voor melk of vlees, of dubbele aanleg, voor beide tegelijkertijd. Voor oningewijden is de kleur van het kleed bepalend voor deze rassenindeling. In 1920 werd in België de basis gelegd van de huidige veerassen. Het rood ras van West-Vlaanderen is van een ideaal type en kan, behoudens het Deens rood vee, rivaliseren met om het even welk van de rode rassen in Europa. In alle objecti viteit kan zelfs gezegd worden, dat het ro de ras van West-Vlaanderen de beste con- formatie heeft van alle Europese rode ras sen. Het is bij uitstek vee met tweeledig doel met een behoorlijke melkproduktie en waarvan het voldoende zwaar formaat en de vroegrijpheid voor vleesproduktie sterk in aanmerking komen. Het roodbont ras van Oost-Vlaande ren, met rode hals en vaak bloemetjes op de flanken, is wellicht het oudste ras in België. Het heeft iets min vlees dan het Westvlaamse rode ras, maar wordt door de meesten aangezien als het ideale ras met tweeledig doel, gekenmerkt door een zeer hoge groeikracht en in melkproduktie door geen enkel ander Belgisch ras over troffen. Wij kunnen hier betogen het Oostvlaamse roodbont is een veeslag met goede melkproduktie-eigenschappen het bezit naast een goede gewichtstoename, een behoorlijk slachtrendement en levert vlees met voldoende kwaliteit. Het is geen uitwendige vetleggerabnormale vleesvormen en kunstmatige verlossingen worden zoveel mogelijk geweerd. Men wenst evenmin het ras te zien evolueren naar een 3/4 vleestype. Het roodbont ras van de Kempen en het Oosten is eigenlijk M.R.Y.-vee, dat sedert 1900 in massa uit Nederland in Bel gië werd ingevoerd en plaatselijk het be staande en vaak minderwaardige Kem- pisch rood-bont heeft opgeslorpt. Geen enkel ras heeft in België, in zulke korte tijdspanne, een zo grote vlucht genomen en zulke grote verspreiding gekend, die nog steeds voortduurt. Het is goed be- vleesd ras, 50 melk - 50 vlees, dat gezien in zijn formaat goed kweekvee le vert en vooral voor de kalvermesterij zeer geschikt is. Het (wit-blauwe) ras van Midden- en Hoog België is numeriek het sterkste ver tegenwoordigd en komt voor in vijf Bel gische provincies. Dit ras is de laatste vijf tien jaar sterk geëvolueerd naar een meer uitgesproken vleestype. Er kan worden vastgesteld, dat de verbetering op het ge bied van de vleesproduktie gepaard is gegaan met een daling van de melkproduktie en dit zowel kwantita tief als kwalitatief. Deze evolutie baart de deskundigen en verantwoordelij ken zorgen. Het is zwaar vee, beste vlees vee en misschien wel het fijnste vlees van de wereld, maar het standpunt van de des kundigen is, dat als dit ras het verste staat op het gebied van de produktie van kwa liteitsvee, het niet het ras mag blijven met het laagste vetgehalte en met teruglopende melkproduktie. Tenslotte zijn er twee erkende zwart- bonte rassen aanwezig, nl. dit van de Pol ders, in het noorden van het land, gren zend aan Nederland, en dit van Herve, die in feite aan elkaar gekoppeld kunnen be schouwd worden. Dit vee is van het spe cifieke melktype, 60 melk - 40 vlees, dat in dat opzicht grote voldoening schenkt. KUNSTMATIGE INSEMINATIE Gedurende het dekseizoen januari-april 1938 werd in de provincie West-Vlaande ren een eerste bezaaiingsproef bij rundvee op touw gezet, ten einde meer goede af stammelingen en enkele keurstieren te be komen en eveneens als middel ter opspo ring van de oorzaken en de behandeling van onvruchtbaarheid. Na de jongste wereldoorlog werden door de universitaire centra van Gent, Gem- bloers en Leuven verder proeven met K.I. bij rundvee uitgevoerd in een kleine geo grafische kring. Deze proefnemingen ken- Zie vervolg 2" bladzijde 2' kolom) Jaarabonnement 120 F Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/ 24 267 (Zie vervolg 2de bladzijde le kolom)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1966 | | pagina 1