De landbouw van Benelux Voorrang voor landbouwvraagstukken. in de Europese Gemeenschap. Een dringende eis. Kantoren en Magazijnen gesloten. WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS ARBEID ADELT Zaterdag 5 november 1966 Tv J?sr 45ste jaargang Nr 2253 In overeenstemming met de voorschiiften betreffende de ver plichte wettelijke feestdagen zullen onze kantoren en magazijnen ge sloten zijn op vrijdag 11 novem ber e.k We verzoeken onze kliënten en verdelers hiermede rekening te houden. Zie vervolg 2" bladzijde 2' kolom) Jaarabonnement 120 F Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O.CAUDRON Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/24 267 In tegenstelling tot wat algemeen wordt aangenomen hebben de drie lan den die sedert 1948 de Benelux-doua- ne-unie en sedert 1958 de Benelux- economische unie vormen, de periode Mansholt van de E.E.G. moeten af wachten om te komen tot een gemeen schappelijk landbouwbeleid. Het ver drag waarbij de Benelux werd opge richt laat de landbouw er vrijwel bui ten en Nederland, België en Luxem burg vertoonden bij het begin van de E.E.G. even grote verschillen op het gebied van de landbouwpolitiek als Italië, Frankrijk en Duitsland. De drie kleine landen hebben echter wel een aantal punten gemeen een beperkt grondgebied, een sterk geconcentreer de bevolking, een modern niveau van technische ontwikkeling, een vrij ge vorderde afvloeiing van arbeidskrach ten uit de landbouw en wat mis schien van het grootste belang is een geringe afstand tussen de pro ductiegebieden en de bevolkingscon centraties. VERSCHIL IN LANDBOUWBELEID Wanneer wij een vergelijking maken tussen België (en Luxemburg) en Ne derland zien wij dat Nederland, althans na de oorlog, een zeer strikte en diri gistische landbouwpolitiek heeft ge voerd, terwijl België slechts over zeer weinig instrumenten tot het voeren van een landbouwbeleid beschikte. Eigenlijk is België de behoefte aan een landbouwbeleid pas gaan voe len nadat een aanvang was gemaakt met de opbouw van de gemeenschap pelijke markt. Intussen heeft de poli tiek van laissez faire laissez pas ser België in de gelegenheid gesteld een aantal problemen op te lossen van de totale bevolking werkt slechts 2,5 in de landbouw in Nederland is dat nog 3,7 (en in Italië 10 Het verbruik van kunstmeststoffen be draagt 255 kg per hectare in België en 242 in Nederland (slechts 45 kg per ha in Italië). Bovendien komt het ni veau van de door de Belgische land bouwers verkregen landbouwprijzen in het algemeen overeen met het gemid delde van de prijzen in andere landen. Er zijn echter enkele aanwijzingen die tegenspreken dat het ontbreken van een beleid een oplossing van pro blemen kan zijn. De Nederlandse land bouwers zijn vrij wat beter uitgerust zij beschikken over 67 tractoren per 1000 ha, terwijl er in België slechts 59 per 1000 ha zijn (in Italië 23). De Nederlandse boeren worden beter voorgelicht: er is n technisch adviseur voor iedere 104 boerderijen, in België één voor iedere 342 (in Italië één voor 893 bedrijven). De koek tenslotte, die de Nederlandse landbouwers on derling kunnen verdelen bedraagt te genwoordig 9 van het nationaal pro duct, tegen 6,6 in België. DE SCHOK VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID In afwachting van de voltooiing van de Europese landbouwmarkt heeft men alom getracht zich zo goed mogelijk daarop voor te bereiden de landbou wers, hun coöperaties, de beroepsor ganisaties, de overheidsdiensten en de regeringen. Allen hebben de veran dering bemerkt die de Europese Ge- meenscahp teweeg heeft gebracht. In België heeft de regering zich in 1961 geworpen op een offensieve export- politiek, waarbij de nadruk werd ge legd op de belangrijkheid van de com- mercialisatie van de voortbrengst. Ne derland was al vóór de oorlog op de uitvoer ingesteld. Deze omschakeling veronderstelde in België een zekere plooibaarheid bij de landbouwers. Zij moesten nu goed georganiseerd en ge disciplineerd zijn en doelmatig advies krijgen. ORGANISATIE VAN DE LANDBOUWERS Deze is in Benelux niet overal het zelfde van gehalte. Er zijn sectoren waar de organisatie nagenoeg vol maakt is, zoals voor groenten en fruit. Ook de afvloeiing van de arbeidskrach ten uit de landbouw verloopt vlot. Men wordt ervan bewust dat te weinig ge schoolde arbeiders, te oude arbeiders en verouderde bedrijven zonder kre dietwaardigheid een last vormen, die zwaar op de hele landbouw en op het landbouwbeleid drukt. Om zich uit de ze toestand te bevrijden verlenen Bel gië en Nederland een bedrijfsbeëin digingspremie aan landbouwers die van beroep wensen te veranderen. (Zie vervolg 2de bladzijde le kolom) Wij hebben nooit een blad voor de mond gehouden, wanneer het ging o- ver de verdediging van de rechten en gegronde gemeenschapsbelangen van onze landbouwers en tuinders. Onze lezers zullen dit met ons kunnen ge tuigen, maar, in onze strijd, doet het ons genoegen, wanneer we lezen dat ook personen, die niet tot de land- bouwkringen behoren dit steeds meer en meer gaan inzien. Een maand geleden wijdde een volksvertegenwoordiger een artikel aan de noodzaak van de wettelijke be scherming van de landbouwzones en kwam daarbij tot het besluit dat de huidige wetgeving voor de landbouw ontoereikend is. Hij gaf zelfs grif toe dat de wet van 29 maart 1962 betreffende de ruim telijke ordening en de stedebouw in de praktijk niet wordt toegepast. We kunnen het met hem eens zijn (en onze vrienden van 't A.B.S. hebben er ook reeds op gewezen) dat de enige deugdelijke oplossing bestaat in de afbakening van de eigenlijke land bouwzones, aan de hand van een bo- demkaart, bij een afzonderlijke wet opgelegd. Hoe ernstig de toestand is blijkt uit volgende passus van zijn artikel Niemand maakt zich illusies over het delikate karakter van het probleem, maar even sterk gelooft iedereen in de absolute noodzaak er dringend werk van te maken. Uitstel kan de oplos sing hier alleen ingewikkelder, zoniet onmogelijk maken de chaos waarin we leven, betekent voor onze land bouwers een direkte bedreiging van bestaanszekerheid Een dergelijke aangelegenheid mag niet worden overgelaten aan veelal de willekeur en de toevallige samenstel ling van de gemeenteraden, waar te veel persoonlijke belangen of zelfs voorrechten hun gewicht in de schaal werpen. Enkel de Minister van Land bouw moet hier zijn verantwoordelijk heid durven opnemen en zich daarbij kunnen beroepen op het oordeel en de plannen van desnoods privé-bureaus, zoals het Vlaams Ekonomisch Verbond het nog in juni jongstleden, bij de o- verhandiging van een wetsontwerp terzake aan de Minister van Landbouw heeft voorgesteld. Men moet immers bij dringende vraagstukken de gekende administra tieve traagheid en papieren romps lomp kunnen omzeilen, wanneer men werkelijk binnen afzienbare tijd een gunstige oplossing wenst te bekomen. Gemeentebesturen en Provinciale Raad mogen wel geraadpleegd worden, dat spreekt vanzelf maar ze mogen geen eindbeslissing treffen. Wat er inzake grondbeleid immers kan gebeuren wordt duidelijk in het licht gesteld door het strafrechterlijk geding, dat op dit ogenblik voor de correctionele rechtbank te Brussel aanhangig is en waarvoor, wanneer onze lezers dit artikel onder ogen krij gen, wel vermoedelijk een beslissing zal gevallen zijn. We doen daarbij aan geen politiek en volgen objectief de debatten, waar deren de waarschuwing van de voor zitter die de raadslieden van de par tijen bij de aanvang van het geding verwittigde dat ze zich aan geen poli tieke beschouwingen mochten bezon digen. We stellen enkel vast dat de betrok-* kene, die zich al te ver op het glibbe rige pad had gewaagd en daardoor in de sloot anders gezegd in de handen van de strafrechter viel, 'n winst in de wacht heeft gesleept die door de bur gerlijke partij geraamd wordt tussen 15 en 20 miljoen, een ongerechtvaar digde winst naar men beweert, die echter, ook nadat hij gestraft zaJ, zijn, niet zal ontnomen worden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1966 | | pagina 1