Van landbouwers en artsen. Opfok van poeljen Een vergelijking. WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS ARBEID ADELT op een gespecialiseerd bedrijf. Zaterdag 19 november 1966 45ste jaargang Nr 2255 Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O.CAUDRON Het is waarschijnlijk dat sommigen onder onze lezers bovenstaande titel wat eigenaardig, wat raadselachtig zullen vinden om een onderwerp te behandelen dat wel eens niet kon ge schikt zijn voor een krant, die zich de rechten en de belangen van de land bouwers ter harte neemt. Toch hebben we het er op gewaagd dit opschrift te gebruiken, ons trou wens wel bewust van de gegrondheid van de Latijnse spreuk Omnis com- paratio claudicat of, verdietst, Ie dere vergelijking gaat mank Er worden immers steeds aanra kingspunten gevonden die een verge lijking vertonen dikwijls uitlopende op, een tegenstelling en een ongelijke be handeling van staatswege, zodat on ze titel nog zo gek niet staat. Laat ons vooreerst er de nadruk op leggen dat geen van beide maatschap pelijke kategorieën in ons dagelijks leven kan worden gemist, indien we vooreerst willen leven en ook een be hoorlijke tijd in leven willen blijven. Daaruit volgt dat een boer, sociolo gisch gezien, even veel waarde heeft als een geneesheer, om niet eens van zijn waardigheid als mens te gewa gen. Ik hoop dat het solidariteitsbe- grip in onze hedendaagse gemeen schap reeds ver genoeg is doorge drongen om geen storm van veront waardiging te doen opstijgen in het kamp van de Eskulapen of dokters. Nu stellen we het eigenaardig ver schijnsel vast dat het aantal genees heren in ons land zeer aanzienlijk gestegen is en nog maar stijgt zo dat straks het kleinste dorp in een uit hoek van Vlaanderen zijn geneesheer zal hebben, wat naar onze mening maar redelijk is. Met de landbouwers (dat weten we) is het juist andersom gesteld. Zij die eens de overgrote meerderheid van de bevolking hebben uitgemaakt (althans op de buiten) verminderen maar steeds in aantal. Wat is op dit ogenblik hun perhon derd van de bevolking Is het nog 7 of maar 6 meer We moe- ten in eigen midden maar eens rond kijken om te zien dat het aantal land bouwers zowat overal erg aan het slin ken is. De oorzaken werden hier reeds ten treure uiteengezet in onze krant en trouwens in alle landbouwkranten en niet enkel en alleen daarin. En wat is de oorzaak van de enorme stijging van het aantal artsen bij ons Is het een gevolg van de zo veel be sproken demokratisering van het ho ger onderwijs We geloven het niet, want dan zou dit ook moeten gelden voor de stu denten aan de andere fakulteiten en in sommige van deze fakulteiten is dit zeker niet het geval. Het aantal pleitende gediplomeerden van de fa- kulteit van rechtswetenschappen zal wel eerder verminderd dan vermeer derd zijn. Bij hen heerst, naar luidt van een verklaring gedaan op hun jongste kongres, zelfs een malaise en een uiterst gedrukte stemming. Landbouwers en artsen worden bei den tot de zelfstandigen gerekend, ondanks het groot verschil. Mag men de landbouwers nog werke lijk tot de zelfstandigen rekenen Zou men ze niet liever klasseren bij de middenstand maar dan in deze zin en betekenis dat ze in het midden liggen tussen het aambeeld en de ha mer van de andere maatschappelijke klassen of misschien wel tussen kapi taal en arbeid, broederlijk tegen de belangen van de landbouwers vere nigd Het aantal geneesheren is aldus ge stegen en ieder ouder droomt ervan zijn al of niet begaafde zoon of doch ter voor dokter in de geneeskunde te laten studeren, omdat ze wel weten dat hun broodje (we mogen wel zeg gen hun krentenbrood) dan gebak ken is. De oorzaak konden we gemakkelijk aanwijzen. Wanneer een dokter vroeger een klant aan huis kreeg, dan was hij er niet zeker van of hij ook voor zijn zorgen (en soms zelfs voor zijn medi- kamenten) zou betaald worden. Het kon een mens zijn die moeite had de twee eindjes van het jaar aan elkaar te knopen, een fnens die erge tegenslag had gehad en door ziekten Zie vervolg 2' bladzijde 3' kolorr.) Enkele jaren geleden waren gespecialiseerde opfokbedrijven nog bijna onbekend. De pluimveehouders fokten zelf de kuikens op of kochten jonge hennen bij een collega. De laatste jaren echter laten vooral veel grotere legkippenhouders de op fok over aan bedrijven, die daarvoor in het bijzonder zijn ingericht en hierop hele maal zijn ingesteld. Een vrij groot gespecialiseerd modern opfokbedrijf heeft de heer P. Strijbosch. Wij zijn daar eens gaan kijken en zullen er U in dit artikel over vertellen. Een goe de opfok van de leghen is een belangrijke zaak. Dan wordt immers de basis gelegd voor een prima produktie. Gezond uitgangsmateriaal is voor de legpluimveehouder dan ook van essentieel belang. Op het bedrijf van de heer Strijbosch kunnen maximaal 19.000 jonge hennen tot 18 d 19 weken worden opgefokt. Er wordt echter nog steeds een gedeelte van de hen nen reeds op een leeftijd van 10 d 14 we ken afgezet. Daardoor ligt de kapaciteit nu rond 26.000 hennen. De afzet van jonge hennen die nog lang niet tegen de leg zitten vermin dert echter steeds en zal in de toekomst wel praktisch verdwijnen. Steeds meer worden de hennen kant en klaar voor de leg bij de legkippenhouder afgeleverd. De hennen worden gehouden in 6 hokken die op een behoorlijke afstand van elkaar lig gen met een flinke groenstrook er tussen. ARBEID Het bedrijf wordt draaiende gehouden door de eigenaar (39 jaar) met flinke hulp van zijn vrouw. Alleen voor periodiek werk zoals hokken schoonmaken, ont smetten en weer klaar maken voor de ontvangst van de kuikens wordt een ex tra arbeidskracht aangetrokken. Het be langrijkste werk op een dergelijk bedrijf bestaat uit extra zorg besteden aan de nieuw ontvangen kuikens en verder een goede kontrole op en een tijdige selek'.ie van de dieren. Het voeren en de drink watervoorziening geschieden automatisch, behalve bij de eendagskuikens, waarbij ex tra drinktorentjes en voerbakken geplaatst worden tot ze een leeftijd van plm. 10 dagen hebben bereikt. VOORZORGEN Het spreekt vanzelf, dat op een derge lijk bedrijf bijzondere hygiënische maat regelen genomen moeten worden. Hiertoe is in alle hokken aan de ingang een voor portaal gebouwd, waarin een ontsmettings- hak. stofjas, pet, laarzen en ontsmettings water voor de handen aanwezig zijn. Dij het binnengaan en werken in een hok wor den dus de bij het hok behorende kledij en schoeisels gedragen. Bovendien komt er niemand in de hokken, die er niet wer kelijk in hoeft te wezen. Deze voorzorgsmaatregelen worden ge nomen om iedere besmettingskans van de kuikens, die nog vaak heel weinig kunnen verdragen, zoveel mogelijk te voorkomen. In verband met eventuele besmettings kansen speelt het houden van dieren van één of meerdere leeftijden ook een grote rol. Het verdient de voorkeur op derge lijke bedrijven dieren van één leeftijd te houden. Dit houdt ook mede verband met de entschema's die dan voor alle dieren tegelijk aangehouden kunnen worden. Dit entschema wordt uitgevoerd aan de hand adviezen van de Provinciale Gezondheids dienst. Bij de laatste enting worden dan ook meestal gelijktijdig de snavels gekapt. PLANNING De heer Strijbosch streeft er ook naar om dieren van één leeftijd te houden. Het opzetten van 19.000 opfokdieren echter stelt bijzondere eisen aan de planning de aanvoer van eendags-kuikens en de af zet van de-jonge hennen. Aangezien de broederij, waarvan de kuikens betrokken worden voldoende kapaciteit heeft, zal de aanvoer van eendagskuikens geen pro bleem zijnVoor de gelijktijdige afzet van de jonge hennen echter zouden dan ook alle hennen bij de legkippenhouders ge- Zie vervolg 2de blad-ijde le kolom) t t t A -** v» 4* k Jaarabonnement 120 F Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Beheer Zeeberg kaai 5 Aalst Tel. 053/24 267 Hygiëne is van uitermate groot belang. Daarom bij ieder hok een ontsmettingsmatf werkkleding, klompen of laarzen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1966 | | pagina 1