Een mijlpaal in de landbouw
BLOEM 0000
likstenen KNZ
Bestrijding van de
vergelingsziekte bij bieten
De voeding van Melkvee
in de Weideperiode
1 juli 1967 was inderdaad voor de
verwezenlijking van het gemeenschap
pelijk landbouwbeleid een belangrij
ke mijlpaal, zelfs de belangrijkste se
dert begin augustus 1962, toen de
eerste landbouwverordeningen in wer
king zijn getreden. Enkele weken ge
leden hadden we het reeds over deze
aangelegenheid,- maar gezien de be
langrijkheid willen we er nu in een
paar artikelen uitvoeriger op terugko
men.
Bijna vijf jaar geleden werd met de
gemeenschappelijke marktordening
voor granen, varkensvlees, eieren en
pluimvee een aanvang gemaakt. Vanaf
1 juli van dit jaar echter wordt de ge
meenschappelijke graanprijs toege
past. Daardoor bereiken de gemeen
schappelijke marktorganisaties voor
deze vier sektoren het stadium van de
gemeenschappelijke markt. Ook de
marktordening voor oliën en vetten
komt in hetzelfde tempo tot stand in
deze sektor valt de invoering van de
eerste gemeenschappelijke regeling
samen met de toepassing van de ge
meenschappelijke prijs, althans voor
de oliehoudende zaden. Voor de olijf
olie werd dit stadium reeds op 10 no
vember 1966 bereikt.
Op 1 juli 1967 werd bovendien een
aanvang gemaakt met de gemeen
schappelijke ordening in de suikersek-
tor. Deze ordening zal in drie fazen
verlopen over één jaar treedt reeds
de door de Raad vastgestelde gemeen
schappelijke prijs in werking. Zeven
jaar later, op 1 juli 1975, wordt een
einde gemaakt aan de beperking van
de prijsgaranties volgens de nationa
le quota's en in de uiteindelijke rege
ling zal tussen de producenten van de
Gemeenschap generlei discriminatie
overblijven.
De politieke besluiten die de Raad
van Ministers im december 1964 en in
mei en juli 1966 genomen heeft, wor
den dus ten uitvoer gelegd. Ook het
Landbouwfonds zal voortaan alle uit
gaven voor het landbouwbeleid finan
cieren in de sektoren waarvoor een
gemeenschappelijke marktorganisatie
bestaat, inklusief die waarvoor deze
organisatie nog in een overgangssta
dium verkeert.
Vrij verkeer van goederen nog niet
volkomen.
De verwezenlijking van het vrije
verkeer van goederen is een geleide
lijk en ononderbroken proces. Hoewel
het stadium van de gemeenschappe
lijke markt op 1 juli 1967 werd be
reikt, vertoont de markt zelfs in de
graansektor nog niet alle kenmerken
van een interne markt. Momenteel be
staan nog de volgende verschillen ten
opzichte van een volledig vrije markt:
gedurende ten hoogste twee jaar
zullen de invoer- en uitvoercertifika-
ten slechts geldig zijn in de lid-staat
waar zij zijn afgegeven. Deze certifi-
katen zullen echter kunnen worden
aangevraagd door elke betrokkene on
geacht de plaats van vestiging in de
Gemeenschap
de belastingen zijn nog niet ge
harmoniseerd. In het intracommunau
taire handelsverkeer zullen dus aan de
grenzen nog terugbetalingen plaats
vinden en belastingen worden gehe
ven. Het is ook mogelijk dat de land
bouwers in de verschillende" landen
op uiteenlopende wijze worden be
last
zolang de douanewetgeving niet
is geharmoniseerd, kunnen uiteenlo
pende regelingen en voorschriften
worden toegepast. Uiterlijk op 1 juli
1968 zullen hiervoor gemeenschappe
lijke bepalingen gelden
harmonisatie van de wetgeving
is ook nodig op het gebied van de
veterinaire en fytosanitaire voorschrif
ten en de voedingsmiddelenwetge
ving. De grenzen kunnen nog worden
gesloten in het belang van de volks
gezondheid, in het kader van de door
de Raad vastgestelde richtlijnen, doch
op grond van nationale wetten en ad
ministratieve regelingen
de vestiging van de handelaren
is in de zes landen op verschillende
wijze geregeld. In sommige is de re
geling streng, in andere is zij liberaal.
Discriminaties tussen onderdanen van
verschillende landen zijn voortaan ver
boden;
zolang de verordening aangaan
de de steunmaatregelen van de staten
niet is aangenomen, kunnen de terza
ke door de lidstaten toegepaste voor
schriften aanzienlijke verschillen ver
tonen, met alle daaraan verbonden ri
sico's van een concurrentie.
Hoewel het duidelijk is dat nog veel
moet worden gedaan, is het eveneens
onmiskenbaar dat het op 1 juli bereik
te stadium van wezenlijk belang is,
vooral ten aanzien van het prijsbeleid,
de gemeenschappelijke financiering
en het voeren van 'n gemeenschappe
lijke handelspolitiek voor de land-
bouwprodukten. De bepalingen om
trent de graansektor en de afgeleide
produkten komen voor een groot deel
overeen met die welke sedert 1962
worden toegepast. Er zijn echter veel
vereenvoudigingen en verbeteringen
aangebracht.
Veel vereenvoudigingen.
In het algemeen heeft de vereen
voudiging vooral betrekking op de af
schaffing van de heffingen in het in
tracommunautaire handelsverkeer.
Voorts zal de door de Commisie vast
gestelde heffing op de invoer uit der
de landen voortaan voor de gehele Ge
meenschap gelijk zijn. Hetzelfde geldt
voor de restituties, die geregeld door
de Commissie zullen worden vastge
steld de Gemeenschap kan restitu
ties verlenen, doch is daartoe niet ver
plicht.
De politiek prijzen van alle pro
dukten die van invloed zijn op het in
komen van de landbouwers worden
voortaan vastgesteld vóór 1 augustus
van elk jaar en volgens Se procedure
van artikel 43 van het Verdrag, d.w.z.
na raadpleging van het Europese Par
lement.
Aangezien de basisverordeningen
alleen de algemene beginselen en de
procedures vaststellen, kon ook de al
gemene afwijkende bepaling worden
opgeheven. De verordeningen bevat-
(Zie vervolg onderaan hierneven)
Het OPZOEKINGSSTATION VAN
GOPSEM V. Z. W. bericht ons
Zorg, ook in de zomer,
voor voldoerde mineralen
en sporenelementen
Daarom
(te bekomen bij REDT U ZELVEN)
ten daarentegen twee bijzondere be
palingen, namelijk een vrijwaringsbe
paling die in de eerste plaats door de
Commissie kan worden gehanteerd en
ten doel heeft een ineenstorting van
de producentenprijzen tengevolge van
het handelsverkeer met derde landen
te voorkomen.
(slot a.s. week)
Bericht aan de
landbouwers en tuinders
Bij zeer goede weide
in zakjes van 5 kg
beschikbaar bij REDT U ZELVEN
Fijne bloem
voor de fijne huisvrouw
DE AARDBEiMIJT
(Tarsonemus paliidus Banks)
Wij hebben waargenomen dat de populatie
van de mijten op de aardbeien thans zodanig
is vermenigvuldigd dat er gevaar bestaat
voor schade. De behandelingen dienen on
middellijk aangevat op de velden waar er
aantasting te vrezen is. Men raadt aan twee
maal te spuiten om de 8 dagen. Als men 'n
insekticide met korte nawerking gebruikt, is
het aan te raden deze twee bespuitingen na
1 maand te herhalen. Volg nauwkeurig de
wettelijke voorschriften in verband met de
toepassing van het gebruikte middel.
BIOLOGIE
Deze kleine mijt is ongeveer 0,2 mm lang,
heeft een lichtgroene kleur en leeft in het
hart en de nog niet ontplooide bladeren van
de aardbeiplant. De bladeren krijgen daar
door een verschrompeld uitzicht, ze zijn hele
maal verwrongen, bruinachtig en breekbaar.
In juli-augustus-september bereikt de popu
latie haar hoogtepunt, dit is op het ogenblik
dat zich de bloemorganen voor het volgende
jaar vormen, zodat de opbrengst voor het
volgend jaar erg in gevaar wordt gebracht.
De aardbeimijt overwintert als volwassen
wijfje. Er zijn 6 tot 7 generaties per jaar en
de mijtenpopulatie bereikt slechts een ge
vaarlijk niveau gewoonlijk rond einde juni, be
gin juli.
BESTRIJDING
De behandelingen vóór de oogst worden
niet meer uitgevoerd ze geven immers wei
nig resultaat en er bestaat een gevaar voor
spuitresten. Zelfs de beste middelen geven
in het algemeen geen 100% resultaat. Men
moet zich dus tevreden stellen met de popu
latie op een niveau te houden waar geen
schade wordt aangericht.
De bestrijding gebeurt als volgt
2 behandelingen met 8 dagen tussen
poos in oktober, op het einde van de eileg-
periode (zie waarschuwing). Door deze be
handelingen is het mogelijk het einde van de
volgende plukperiode te bereiken zonder noe
menswaardige schade.
2 behandelingen met 6 tot 8 dagen tus
senpoos na de pluk wanneer de populatie
opnieuw een gevaarlijk niveau bereikt (zie
waarschuwingen). Soms is het nodig deze
twee behandelingen te herhalen een maand
later, vooral wanneer het middel, waarmee
men behandelt, een tamelijk korte nawerking
heeft.
DE RODE SPIN DER AARDBEIEN
(Tetranychus urticae Koch)
Twee akaricide behandelingen, vanaf dit
ogenblik uitgevoerd met ongeveer -12 dagen
tussenpoos, vernietigen volledig de rode spin-
populatie die anders zou overwinteren. Hier
door wordt, de volgende lente, de ontwikke
ling van sterke populaties gevoelig vertraagd.
Bij koude forcerie zal er in het algemeen geen
behandeling meer nodig zijn vóór de oogst.
Voederbietenkuilen betekenen een belang
rijke bron van besmetting der bietenvelden
door de vergelingsziekte. Inderdaad, de luizen
die hun voedsel zuigen uit de scheuten der
voederbieten, welke het jaar tevoren besmet
werden, verspreiden in de lente de ziekte in
de jonge bietenvelden.
Om de bieten gezond te houden en om de
grote verliezen ieder jaar veroorzaakt door de
vergelingsziekte te beperken werd het ko
ninklijk besluit van 22 augustus 1958 geno
men. Dit koninklijk besluit verbiedt het bewa
ren van bieten of bietenafval voorzien van
scheuten na de 1ste april.
Deze datum werd bij koninklijk besluit van
18 maart 1959 verschoven tot 1 mei voor het
gebied ten zuiden en ten oosten van Samber
en Maas.
Er wordt dus herinnerd aan de bezitters
van bieten, dat het hun verboden is bieten
voorzien van scheuten te bewaren .na 1 april
ten noorden van de lijn Samber en Maas en
na 1 mei ten zuiden en ten oosten van deze
lij'H.
Dit verbod geldt niet enkel voor het be
waren van bieten in kuilen op de velden, maar
tevens voor elke vorm van bewaren hetzij in
schuren of in kelders.
Nu reeds dienen de nodige schikkingen ge
troffen.
De bieten welke ge langer dan tot op 1
april wenst te bewaren moeten vanaf die da
tum vrij zijn Van scheuten. Bewaar ze daarom
afzonderlijk bv. in een tweede kuil Kop ze
zeer nauwkeurig of behandel ze met een spe
ciaal produkt dat de scheutvorming belet Der
gelijke produkten zijn in de handel te ver-
krijgen.
De besluiten van 22 augustus 1958 en 18
maart 1959 waarbij verboden wordt na 1 april
[1 mei voor het gebied ten zuiiden en ten
oosten van Samber en Maas) bieten of afval
van bieten met scheuten te bewaren zijn ge
troffen in het belang van de bietentelers
1 kg. Weidekoek of Weidestoppen als
basisvoedering, daarnaast 1 kg. per 5 I.
melk boven een produktie van 15 liter.
Bij goede weide
1 kg. Weidekoek of Weidestoppen als
basisvoedering, daarnaast 1 kg. per 2,5
liter melk boven een produktie van 15 I.
In de zomerperiode en bij minder goede
weide
1 kg. Weidestoppen 18 als basisvoede
ring daarnaast 1 kg. Weidestoppen 18
per 2,5 liter melk boven een produk
tie van 15 liter.
De Weidekoeken en Weidestoppen bevat
ten naast het zetmeel en eiwit ook nog
vitaminen A en D3 en alie noodzakelijke
mineralen en sporenelementen.
Om die reden geven wij de raad elk
dier minstens 1 kg. te verstrekken, om
het rantsoen tot 15 liter melk in even
wicht te brengen.