Hooiwinning in de schuur VOORJAARSWERKEN EN OOGST BIJ BIETEN felll ARBEID adelt WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS V'ijdag 31 mei 1968 47ste Jaargang nr. 2334 Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O. CAUDRON Het winterseizoen is nog maar pas achter de rug of de zorg voor het ko mende winterseizoen heeft ons reeds te pakken. Inderdaad, met de hooi oogst die voor de deur staat behan delen wij reeds een basiselement van de voeding welke wij volgende winter aan ons vee zullen geven. En dat hooi belangrijk, zelfs zeer belangrijk is in dit winterrantsoen,hoeft wel niet meer gezegd. Zowel zij die slechts 2 tot 3 kg hooi per koe en per dag als zij die 6 tot 8 kg hooi per kop en per dag aan hun melkvee geven, weten dat hooi onmisbaar is in een evenwichtige win- tervoeding. Men zou het voor elk gemiddeld melkveebedrijf zo kunnen uitdrukken 180 staldagen aan 5 tot 6 kg hooi per dag, maakt dat wij voor afgerond 1.000 kg of één ton hooi per koe moe ten zorgen. Hebben wij aldus twintig koeien in de stal staan, dan moet er eventjes 20 ton hooi worden binnenge bracht. HET SCHUURDROGEN VAN HOOI De landbouw zou de landbouw niet zijn als er niet steeds verandering in zitDat is ook het geval met de hooi oogst. Stel u even voor dat zelfs de oude, getrouwe maaibalk momenteel de plaats moet ruimen voor een broer die het van ronddraaien moet hebben, namelijk de cirkelmaaier. Ook bij het draaien en keren van het gras is uren handwerk in het hooi vervangen door een gamma aange paste machines die dat schudden, op zwad leggen, spreiden en keren uit voeren op een wijze dat het met de hand maar slecht kan worden verbe terd. En als het half-hooi (40 tot 50 droge stof) dan na twee tot drie da gen klaar is om op ruiters gezet te worden, daar is ook die metode niet goed meer, omdat ze te veel werk vraagt en omdat er voor dat ruiteren geen handen genoeg meer zijn. Neen, nu komt de pers langs, perst dat half- hooi vlug in gemakkelijk te hanteren balen en alles wordt zo vlug mogelijk onder dak gebracht, hetzij in een oude schuur, tas of zelfs dorsvloer, hetzij in een open of gesloten veldschuur of hangaar, hetzij in speciaal met dat doel gemaakte droogcellen. Schuurdrogen van hooi Een mode woord of een nieuwe, meerwaardige techniek die onze aandacht verdient Reeds acht jaar geleden, rond de jaren 1960 werden door het Rijksstation voor Boerderijbouwkunde te Merel- beke een groot aantal proeven uitge voerd op deze nieuwe metode van hooidrogen. Reeds toen zagen onder zoekers in dit proefstation dat de hooi winning op ruiters zo niet verder kon. Wisselende, eerder slechte dan goede weersomstandigheden met grote voe- derverliezen als gevolg, alsmede een hoge arbeidsbehoefte welke elk jaar pijnlijker zou worden aangevoeld, de den deze mensen zoeken naar iets an ders en iets beters. Op dat ogenblik werd in Duitsland een nieuwe droog- metode voor de hooiwinning op punt gesteld waarbij het half-hooi niet op ruiters maar binnen, onder dak verder zou worden afgedroogd. En het schuur drogen van hooi vond zijn eerse toe passingen, nu een tiental jaren ge leden. Reeds in 1960 werden door Ir. De Preter van het rijksstation op enkele bedrijven zowat overal verspreid over het Vlaamse land de eerste hooidroog- installaties van zeer nabij gevolgd. De resultaten waren niet zo schitterend, voornamelijk om reden dat 1960 een zeer nat jaar was en veel gras te nat was ingeschuurd. Er werd toen nog veel met los hooi gewerkt. Ir. De Pre ter was van oordeel dat inschuren aan vochtgehalten boven de 45 het bekomen van prima kwaliteitshooi niet kon verzekeren. Het vochtgehalte van het hooi dat werd ingeschuurd, moest onder de 40 liggen. Bij de gedane proeven bleek het energieverbruik of elektriciteitsver bruik te liggen tussen ongeveer 4 en 9 kWh per 100 kg. voortgebracht hooi. Het gemiddeld energieverbruik van alle proeven bedroeg 6,26 kWh per 100 kg. hooi. Het gehele droogproces van los hooi zou ongeveer evenveel hebben gekost als het drogen op rui ters. De voorziene arbeidsbesparing in geval met balen kon worden ge werkt in plaats van met los hooi, maakten dat de vooruitzichten voor het schuurdrogen gunstig werden ge steld. En toch brak het schuurdrogen van hooi helemaal niet door, integen deel zelfs. Vele veehouders namen In de tweemaandelijkse publikatie 1967/Vt van het Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet, Tienen, lezen wij het volgende kommentaar in ver band met de voorjaarswerken en de oogst in de bietenteelt. De voorjaarswerken Elk jaar konstateren wij dat de voor jaarswerken weer eenvoudiger gewor den zijn. Dank zij de konstante ver betering van het zaad, van de zaai- machines, van de bestrijdingsmidde len tegen onkruid en insekten, streeft men tegenwoordig naar een uitzaai op een steeds wijdere afstand, en naar een afstandzaai. Het is dan ook noodzakelijk de fak- toren die de opkomsten van de bieten op het veld beïnvloeden, grondiger te bestuderen. Op dit ogenblik zijn de kiemeigen- schappen zeer dikwijls van meer be lang dan de éénkiemigheid want vóór alles komt het erop aan een voldoend plantenaantal te verkrijgen. Maar nu is het tevens zo dat de éénkiemigheid van het technisch éénkiemig zaad, dank zij steeds verder gedreven be werkingen, ongeveer 90 percent be reikt op het veld. Men weet immers dat de éénkie migheid altijd hoger ligt op het veld dan in het laboratorium. Op het gebied van het genetisch éénkiemig zaad hebben de Europese zaadkwekers reeds zeer bemoedigen de resultaten bereikt. Als er op het veld nog enkele dub bele bieten overblijven, dan is zulks dikwijls te wijten aan een slechte zaadverdeling. Juist daarom is het kalibreren van groot belang voor de distributie van het zaad en dus ook voor de prak tische éénkiemigheid op het veld. Immers, zaad met lage éénkiemig heid, dat echter goed gekalibreerd is, kan in het veld een kleiner aantal dub bele bieten opleveren, dan zaad met een hoge éénkiemigheidsgraad, dat slecht gekalibreerd is. Zijn er te veel kleine zaadkorrels, dan zal de zaaimachine hier en daar twee zaadjes tegelijk afzetten en de plantjes zullen zwak zijn. Maar als de zaadjes een normaal kaliber hebben, zal het gewas veel ge- lijkvormiger zijn. t Indien men echter de verhouding van het aantal dikke zaadjes verhoogt, zelfs binnen het kaliber, dan zal de groeikracht van de jonge bietjes door gaans verbeteren. Precisiezaaimachi- nes oefenen een grote invloed uit op de kwaliteit van de uitzaai. De presta ties van deze machines moeten in het laboratorium nauwgezet worden nage gaan. De metode die hier wordt toegepast, is onlangs door het Bieteninstituut uitgewerkt. Zij bestaat hierin, dat het uitwerpen van de zaadjes geregis treerd wordt op een magnetische band en vervolgens door een oscillograaf op papierstrookjes wordt overgedrukt. De vallende zaadjes worden gere gistreerd door middel van een micro die onder het zaaielement geplaatst is. Wanneer bijvoorbeeld wordt ge zaaid tegen 4,5 km per uur met een zaaiafstand van 6 cm, wordt het zaad uitgeworpen tegen het tempo dat wij nu horen. Wellicht zijn er weinigen die zich rekenschap geven van de snelheid waarmede het uitwerpmechanisme van hun precisie-zaaimachine werkt. Nadat de uitzaaipunten geregis treerd zijn, worden zij tegen een lage snelheid overgebracht op de oscillo graaf, die ze dan zeer getrouw op een gevoelige band overdrukt. Met deze metode werkt men snel en kan men reeds konklusies trekken alleen al op het zicht van de gedrukte stroken. Men kan dan immers zonder moeite nagaan of het zaad goed en regelma tig verdeeld is, of de cellen slecht ge vuld worden, of er veel dubbelvullin- gen zijn. De prestaties der zaaimachines moeten vooral op het veld nagegaan worden. Daar komt het erop aan de regelmaat van de uitzaai te kontrole- ren in verhouding tot de rijsnelheid. Om te bereiken dat alle cellen van de verdeelschijf gevuld worden en Zie vervolg 2e bladz. le kolom) f j!f^M!TiTu¥i W'K'JWSMMÊ Jaarabonnement 120 F Vw'" 2k >4£: Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 hbKuEëu. Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding uf van de bron Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/ 24 267 (Zie vervolg 3de bladzijde le kolom) KsassassseSfei

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1968 | | pagina 1