De honger in de wereid
Rationele stalling
van het melkvee
Een andere aanpak
Arbeidslasien verminderen
WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS
ARBEID ADELT
Vrijdag 4 oktober 1968
47ste Jaargang nr. 2351
Uitgegeven
door de
Landbouwers
vereniging
REDT U
ZELVEN
stichter
O.CAUDRON
Wanneer wij het hier zullen hebben
over het vraagstuk van de honger dan
moeten wij dit bekijken op wereld
schaal en vanzelfsprekend niet in on
ze Westerse landen, waar nagenoeg
geen honger wordt geleden en wij
eerder bezig zijn aan overvoeding te
doen en waar wij met eigen vork
ons graf aan het delven zijn.
In de ontwikkelingslanden, die we
brutaal hongerlanden zouden moeten
noemen, blijft het vraagstuk van de
honger waaraan de mensen sterven
nog altijd scherp gesteld en I iervoor
wordt nog altijd naar een doeltreffen
de oplossing gezocht.
Twee Franse schrijvers, Dumont en
Rosier, hebben hierover een boek ia-
ten verschijnen, dat werkelijk de
moeite van het bestuderen waard is.
Over dit boek willen we het in deze
bijdrage hebben.
De auteurs onderstrepen in hun
boek dat er zich een steeds grotere
kloof aan het ontwikkelen is tussen
het Westen en de landen die men ook
wel eens de Derde Wereld noemt, de
landen die geen communistisch stel
sel kennen.
Het gevaar bestaat namelijk voor
het Westen dat de uitgehongerde be
volkingen van deze landen op een ge
geven ogenblik door de ellende en de
honger tot een uitbarsting komen,
waarvan wellicht China de leiding zou
nemen en waardoor het Westen zou
afgesneden worden van zijn voor
naamste grondstoffen.
Daarom spannen de schrijvers zich
in om te bereiken dat wij ons reken
schap zouden geven van de zware
ernst van de voedseltoestand in deze
landen.
De hulp aan de Derde Wereld moet
worden opgevoerd maar met andere
middelen dan aalmoezen, uitdelingen
van soep en andere waren, waardoor
de menselijke waardigheid van hen
die ervan genieten, wordt ontluisterd
en geschonden. Dat zijn middelen die
geen zoden aan de dijk zetten en die
tenslotte verloren gaan in een vat
zonder bodem.
Trouwens de onmiddellijke voorzie
ning met voedsel zou onvoldoende
zijn en zou een loutere verliespost be
tekenen, wanneer ze niet tegelijker
tijd samenging met een ontwikkeling
van de landbouw in de landen die men
wil bijstaan.
Op dit gebied kan het verschaffen
van meststoffen een zeer voorname
rol vervullen. Dumont en Rosier heb
ben berekend dat de Derde Wereld,
van heden af, 30 miljoen ton mest
stoffen per jaar zou moeten ontvan
gen.
Dat zou natuurlijk heel wat kosten,
namelijk 4 miljard dollars of 200 mil
jard frank en dit bedrag doet wel even
opschrikken, maar de schrijvers voe
gen hier zeer terecht bij dat dit be
drag maar het twaalfde deel is van
wat als minimum zal nodig zijn om
een man naar de maan te sturen
Deze vergelijking vind ik bizonder
treffend, omdat hieruit ook blijkt dat
we op onze aarde nog heel wat drin
gende vraagstukken dienen op te los
sen vooraleer wij ons de weelde zou
den veroorloven de maan te gaan be
zoeken, laat staan ze te bewonen.
Er dient dus een werkelijk doeltref
fende hulp aan de ontwikkelingslan
den te worden georganiseerd en dit
kan enkel gebeuren, wanneer heel de
wereld hieraan deelneemt.
Er is reeds sprake geweest van het
invoeren van een internationale soli-
dariteitsbelasting tegen de honger,
maar het beginsel werd nog niet aan
vaard en zelfs de Sovjet-Unie heeft
het bestreden.
Volgens de schrijvers zal men toch
genoodzaakt zijn zover te gaan. Deze
belasting zou 1 van het nationaal
inkomen moeten bedragen en gelei
delijk opklimmen tot 2,5 of zelfs 3
in de rijkste landen, zoals Zwitser
land, Zweden, Australië, Canada, de
Verenigde Staten van Amerika, de
oliestaat Koeweit enz.
Aldus zou men tussen 40 tot 50 mil
jard dollars per jaar bij elkaar krijgen
waarmee men een werkelijke ontwik
keling van de achtergebleven landen
zou kunnen inzetten.
In onze rundveestallen zijn er de
laatste jaren heel wat veranderingen
en vernieuwingen aangebracht.
En dit alles in het streven om het
werk te vergemakkelijken en te ver
minderen.
Bij de grupstallen, waar de dieren
gebonden staan, heeft men de eén-
twee- of meerrijige stal.
Bij de tweerijige stal onderscheidt
men twee typen Met de koppen naar
mekaar dus één voergang en twee
mestgangen Voordeel gemakkelij
ker voeren. Met de koppen naar bui
ten, dus één mestgang Voordeel
slechts één loopgang voor de koeien.
in de gewone grupstal met kort
ligbed (150 tot 165 cm lang] heeft
men een grup of mestgoot, die 40 cm
lager ligt dan het ligbed. In deze grup
kan zich ook een giergoot bevinden.
De mestgang bestaat uit een geruwde
betonvloer. Het ligbed, dat vooral
droog en ook niet koud mag zijn, kan
op verschillende wijzen uitgevoerd
worden. Dit houdt ook verband met
de hoeveelheden stro, die gebruikt
worden en ook met het uitmestings-
systeem, zoals verder zal blijken.
De voergoot, die 55 cm binnenwerks
is en 3 cm boven het ligbed komt, kan
uit beton gemaakt worden, indien deze
een goede samenstelling en de ge
wenste cementsoort heeft, en dege
lijk afgewerkt wordt. Daar in een koe
stal de warmteontwikkeling groot is
en bovendien de temperatuur niet te
hoog moet zijn, volstaat een geringe
isolatie van de wanden en het dak.
Een wandconstructie van 1/2 steen
spouw 14 cm snelbouwsteen is
een goede wand voor rundveestallen.
De laagbouwstal wordt gedekt met
asbestcementgolfplaten, hetgeen toe
laat het isolatiemateriaal tegen het
dak aan te brengen. Een isolatie met
4 cm steenwol of glaswol en een on
derdakbekleding met menuiserite
biedt een degelijke uitvoering.
VERLUCHTING
De luchtverversing is uitermate be
langrijk.
In vele stallen geven de aanvoer-
openingen wel eens aanleiding tot
tochtverschijnselen.
De luchtaanvoer tussen twee schuin
geplaatste ruiten met een regelbare
schuif kan hieraan verhelpen. Per drie
koeien zal men een aanvoeropening
voorzien van ongeveer 20 x 60 cm.
De afvoer van de stallucht gebeurt
door ventilatoren of trekschouwen.
Maakt men gebruik van ventilator en
thermostaat, dan rekene men op 130
m3 luchtverversing per uur en per
dier.
Trekschouwen zullen geïsoleerd
worden om het opstijgen van warme
lucht niet te verhinderen.
De trekhoogte van de schouw is het
verschil in hoogte van de bovenkant
van de schouw en de luchtinlaat.
Volgende tabel geeft een beeld van
de grootte van de schouw volgens de
trekhoogte en het aantal dieren.
TREKHOOGTE
2 m. 4 m. 6 m.
5 koeien 50 x 50 45 x 45 40 x 40 cm.
7 koeien 60 x 60 50 x 50 45 x 45 cm.
10 koeien 70 x 70 60 x 60 55 x 55 cm.
Heeft men nu een stal met 20 koeien
en de trekhoogte is 4 m dan kan men
plaatsen
4 schouwen van 45 x 45 cm.
of 3 schouwen van 50 x 50 cm.
of 2 schouwen van 60 x 60 cm.
Er dient opgemerkt dat de trek-
schouw boven het hoogste punt van
het dak uitsteken moet.
Dit is bij aanbouw tegen een schuur
wel niet gemakkelijk, maar toch nood
zakelijk. Men kan in dat geval de
schouw onder het dak plaatsen van de
schuur en in de nok naar buiten wer
ken.
HET UITMESTEN
Om het uitmesten van de stallen te
vereenvoudigen, werden verschillen
de systemen ontwikkeld
de mechanische uitmestingssyste-
men, waaronder
de mestschuit, met een kabel
voortgetrokken
'7'
■éé&57%^-,
Jaarabonnement 120 F
Postrekening nr 1425 93
van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst
Handelsregister Aalst nr 145
Het overnemen van artikelen
is toegelaten mits vermelding
van de bron
Beheer
Zeebergkaai 5
Aalst
Tel. 053/ 24 267
(Zie vervolg 2de bladzijde le kolom
■Hl
Zie vervolg 2e bladzijde 3' kolom