Ml?
De basisgegevens van de landbouw
in de Gemeenschappelijke Markt
Ook uw jongvee
gepast voederen
A
WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS
ARBEID ADELT
(Zie vervolg onderaan hierneven)
Zie vervolg 2e bladzijde 1' kolom
Vrijdag 25 oktober 1968
47ste Jaargang nr. 2354
Jaarabonnement 120 F
Postrekening nr 1425 93
van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst
Handelsregister Aalst nr 145
Het overnemen van artikelen
is toegelaten mits vermelding
van de bron
Uitgegeven
door de
Landbouwers
vereniging
REDT U
ZELVEN
stichter
O.CAUDRON
Beheer
Zeebergkaai 5
Aalst
Tel. 053/24 267
Bij de Europese integratie behoort,
zowel om ekonomische als politieke
redenen, de landbouw. Toen het Ver
drag van Rome werd opgesteld, be
droeg de opbrengst van de landbouw
in de Gemeenschap slechts veertien
procent van de totale produktie.
Wegens het belang van de land
bouw voor de export, zouden enige
lid-staten nooit hebben aanvaard dat
de landbouw buiten de integratie ge
houden werd. Verder scheen het uit
overwegingen van politieke aard nood
zakelijk om dezelfde redenen die
golden voor andere sociale groepen
de ongeveer zeventien miljoen Eu
ropese landbouwers in de eenwording
te betrekken.
De toestand in 1957-58 ten tijde van
het Verdrag.
1. Het aandeel van de landbouw in
de nationale produktie in de periode
1957-58 was zeer verschillend
7,5 procent in België tegenover 47
procent voor de nijverheid
8,7 procent in Luxemburg tegenover
51 procent
i11,0 procent in Nederland tegenover
44 procent
15,6 procent in Frankrijk tegenover
43 procent
Over het geheel genomen was dit
veel in vergelijking met de Verenigde
Staten (4,7 procent) en Groot-Brittan
nië (4,5 procent), maar weinig verge
leken bij de Sovjet Unie (22 procent)
Het EEG-gemiddelde bedroeg 13,6
procent landbouw, 46 procent nijver
heid en 40,4 procent voor de zo ge
heten derde sektor.
2. Wanneer gelet wordt op het bo
demoppervlak dat voor de landbouw
gebruikt wordt, was de ongelijkheid
van de uitgangsposities nog opvallen
der. Het landbouwareaal was toen als
volgt verdeeld
Frankrijk 35 miljoen hectare.
Italië 21 miljoen
Duitsland 14 miljoen
Nederland 2,3 miljoen
België 1,7 miljoen
Luxemburg 0,1 miljoen.
In totaal 74,1 miljoen hektare.
3. Overal waren toen reeds tekenen
te vinden van een dynamische ontwik
keling van de landbouw. Tussen 1939
en 1958 was de landbouwproduktie in
totaal met 28 procent toegenomen, de
veeteelt met 35 procent. Het aantal
traktoren was met 700 procent ver
meerderd. In dezelfde periode vermin
derde de agrarische bevolking met
twintig en de bebouwde grond met
2 procent.
Maar er bestonden zeer grote ver
schillen in de intensiteit waarmee de
landbouw werd beoefend. Oc-k kon
men min of meer ernstige vormen aan
treffen van een verouderde agrarische
struktuur.
De jaarlijkse melkopbrengst per koe
bijvoorbeeld bedroeg
in 1939 in 1958
in Nederland 3.500 I. 4.100 I.
in België 3.200 3.800
in Duitsland 2.500 3.200
in Frankrijk 1.800 2.200
in Italië 1.500 2.000
4. Doordat de Europese landbouw
produktie zowel overschotten als te
korten vertoonde, was een uitgebreide
buitenlandse handel in landbouwpro-
dukten een noodzaak. Deze handel ver
toonde in 1958 een duidelijk deficit
de Gemeenschap was de grootste
invoerder van landbouwprodukten ter
wereld, met 33 procent van de wereld
import ter waarde van vijf miljard dol
lar
slechts 15 procent van de wereld
export van landbouwprodukten was af
komstig uit de Gemeenschaphet
ging hier om een bedrag van 1,8 mil
jard dollar.
De wereldhandel werd gekenmerkt
door
lage prijzen, strekkend naar een
verdere daling door een te groot aan
bod
een algemene tussenkomst van de
Staten die een politiek volgden van
ondersteuning aan de landbouw. Die
maatregelen bestonden uit
voor de dure landen het vaststel
len van in- en uitvoerrechten en be
schermende maatregelen ten behoeve
Uw kalveren en jongvee zijn de toe
komst van uw veebedrijf. Wanneer u
kalveren aankoopt voor de opfok tot
melkdieren, dan volstaat het niet deze
diertjes volgens hun uiterlijk voorko
men te beoordelen, maar ook de erfe
lijke eigenschappen waarvan u
slechts een idee kunt hebben volgens
de kwaliteiten van de ouderdieren
hebben een uitzonderlijk groot belang.
Koop dus steeds kalveren van geken
de, goede afkomst. Hetzelfde geldt
voor de kalveren uit uw eigen stal
slechts de afstammelingen van uw
beste koeien, gedekt door een stier
met prima eigenschappen, moogt u
voor de opfok tot melkdieren overhou
den. De overige stuurt u best van meet
af aan in de richting van de vetmes
van de nationale produktie, zowel als
ter voorkoming van sociale moeilijk
heden 1
voor de rijke landen tussenkom
sten op de binnenlandse markt om de
prijzen te regelen door het opkopen
van de niet verkochte overschotten
tegen vrij hoge beschermende prij
zen
voor de exportlanden en dit
gold voor Frankrijk, Nederland, Italië,
vooral echter voor de niet-Europese
landen het subsidiëren van de ex
port om die te brengen op het peil van
de wereldmarkt-prijzen of daaronder.
5. Zo kon men in 1957, toen de
gemeenschappelijke landbouwmarkt
werd voorbereid, de volgende beslui
ten trekken
De wereldmarktprijzen werden
niet gevormd volgens de wet van
vraag en aanbod het vrije spel van
de konkurrentie werd vervalst door de
regeringsmaatregelen.
Europa vertoonde in de wereldhan
del in tweeërlei opzichten tekorten
omdat het meer in- dan uitvoerde
omdat de kostprijzen hoog waren
en de verkoopprijzen dus aanmer
kelijk hoger lagen dan die-op de
wereldmarkt, wat zeer hoge sub
sidies voor de export noodzakelijk
maakte.
(vervolgt)
ting tenzij u ze onmiddellijk als kalf
zou vetmesten of verkopen.
Naast de erfelijke eigenschappen
speelt ook de voeding een zeer grote
rol met een onmiskenbare weerslag
op het uiteindelijk resultaat van uw
gehele rundveehouderij. Te schraal (of
ook te rijk) gevoederde kalveren
groeien niet zoals het moet en ze zijn
gemakkelijker vatbaar voor ziekten en
storingen. Zelfs de ongunstige weer
slag van een verkeerde opfok op het
latere rendement van de volwassen
dieren is beslist niet te onderschatten.
Doe het dus van meet af aan zo goed
mogelijk.
DE MELKPERIODE
In de eerste levensdagen ontvangt
het kalf geleidelijk meer biestmelk
op de derde dag ongeveer twee liter.
De volgende dagen van de eerste
week geeft u het kalf drie liter volle
melk liefst in minstens drie beurten
van één liter. Let er vooral in deze
eerste dagen goed op dat de melk on
geveer koewarm is. Te zeer afgekoel
de melk is rap oorzaak van darmstoor
nissen.
Vanaf de tweede week kunt u voor
uw kalveren kunstmelk bereiden bij
middel van het Hendrix' fokkalvermeel
(Hefoka). Wanneer u met een zodanig
kwaliteitsprodukt kunstmelk kunt ma
ken, heeft het werkelijk geen zin meer
nog volle melk te voederen. Voor het
bereiden van kunstmelk hebt u één
deel Hefoka nodig op negen delen wa
ter zodoende bekomt u een liter pri
ma kunstmelk voor 2,21 fr. het
spreekt vanzelf dat u er dan alle be
lang bij hebt de melk van uw koeien
niet meer aan uw kalveren te geven,
maar zo spoedig mogelijk voor de ver
koop te bestemmen.
Voor de bereiding van de kunst
melk lost u de gewenste hoeveelheid
poeder op in warm water. Wanneer de
oplossing volledig is, lengt u aan met
negen maal zoveel lauw water en
dan... zo snel mogelijk naar de kal
veren
Gedurende de tweede week geeft
u aldus van de kunstmelk 4 liter per