Kaarten op Tafel.
De Liefde eener dochter
Derde Proces.
M. Woeste.
Bieënteelt.
Broodroovers.
Parlement.
Ja, waarlijk, we zouden geld gegeven hebben
om het gezicht van M. Woeste te zien op den
oogenblik dat hij in den Courrier de Bruxelles
de aansluiting der christen democraten bij den
Belgischen Volksbond zal gelezen hebben.
Peis ne keer
Eau paar weken te voren had hij zoo ernstig als
een Auguur, opnieuw de christene democraten
als katholieken gebanvloekt en veertien dagen
daarna werd het vredefeest van Charleroi ge
houden.
Wees dan een uitstekend Staatsman
Nu men blijft altijd mensch en M. Woeste is
van zijnen eersten misslag1 niet geborsten. Hij
verzette zich tegen de herziening, tegen het alge
meen stemrecht, en vele andere dingen te lang
om te melden.
De uitstekende Staatsman heeft dan een mid
deltje beproefd, zoo oud als de straat, te weten
wantrouwen te verspreiden onder de christene
democraten en hun te doen gelooven dat de aan
sluiting bij den B. V. de versmelting en de op
slorping der democraten was door de behouds-
gezinden.
Er zijn menschen geweest die daar geloof aan
gehecht hebben. Wat kan men zeggen Licht-
geloovig zijn ligt in de menschelijke natuur, die
daarbij geneigd is eer den leugen dan de waar
heid te gelooven, als de leugen behendig en sluw
voorgesteld wordt.
De aardige toeren die de Belgische politiek
uitgemeten heeft wettigt het gevoel van wantrou
wen en daarenboven zien wij geerne dat ons volk
denkt, een eigen gedacht vormt en blijft behou
den. Dit is een bewijs van ontwikkeling en karak
tersterkte. Alzoo laat het volk zich in den zak
niet steken, gelijk het eertijds het geval was.
Onze vrienden gevoelen zich mensch en man.
De vooroordeelen en misgedachten over de
kwestie zijn meestal verdwenen, gelijk de wolken
voor de zon der waarheid.
De groote massa van de christene democraten
hebben redenen verstaan en de toekomst ingezien
die aan de Volkspartij moet bchooren als zij één
leger vormt.
We moeten de zaken inzien gelijk zij wezen
lijk zijn, want politiek houdt geene rekening
van luchtkasteelen, maar van feiten, ook niet
van de spreuke het zou moeten zoo zijn maar
enkel van de woorden het is zoo en anders
niet
Wat beoogen wij
Den toestand van het volk zoo spoedig moge.
lijk door wettelijke middelen te verbeteren.
Het middel om ons doel te bereiken is de
wetgeving.
Zelfs diegenen, welke geen geestdrift gevoe
len voor het parlementarismus, moeten de wet
geving bemachtigen.
Wij moeten dus eene regéeringspartij worden
om eens bekwaam te worden te regeeren.
In alle politieke bewegingen zijn er twee
tijdvakken:
het eerste tijdvak is dal der agitatie, der op
schudding der gemoederen door pen, woord,
volksbeweging en ruitenbrekerij
het tweede is dat der rijpheid, die rekening
--J-. den tactiek om Kamers, provincja
cn gemeente te be meesteren of ten minste om
behendig het do ut des toe te passen tot bate
en voordeel der gedachten, wel te verstaan als
dit geenen hinder doet aan de eer en de faam
der partij.
Het eerste tijdvak hebben wij bijna achter
den rug; allengskens zijn de gedachten inliet
land doorgedrongen, nogtans is er nog bloode
agitatie noodig in zekere gewesten, maar elders
beleeft men het tweede tijdvak.
Het parlementarismus sluit de agitatie niet
uit en menig volksvertegenwoordiger beklimt
de tribuun om door de vensters te spreken hij
geeft er meeting voor gansch het land zich
veel om de Kamerleden te bekommeren en maakt
zoo propagande. Dit wordt allerbest door An-
seele verstaan.
In 't algemeen genomen is dus het tweede
tijdvak begonnen.
Verleden jaar zou het onmogelijk geweest
zijn al de christene democraten, de flauwe als
de radicale, te vereenigen.
Nu zijn de moeilijkheden uit den weg geruimd
en de aansluiting is gebeurd zonder dat de
christene democraten, die men gemeenlijk maar
ten onrechte onder den naam van Daensisten
aanduidt, iets hebben moeten doen dal strijdig
zou zijn met hunne weerdigheid, met hunne
werkingswijze of met hun program.
Terecht schrijft de Nieuwe lijd, die opge
steld is door geleerde volksgezinde priesters,
en leeken van West-Ylaanderen
Dat (de aansluiting) noemen wij eene merk-
weerdige en blijde gebeurtenis. Want in de
volkswerken, in de Democratie, gelijk in alle
andere dingen, is de macht gelegen in de een
dracht, de goede verstandhouding en het samen
werken, terwijl dat oneenigheden en onderlinge
twisten onvermijdelijk den achteruitgang en
't verval moeten te wege brengen.
Nu zullen de katholieke kiesvereenigingen
verplicht zijn de eigene vertegenwoordiging der
Volkspartij te eerbiedigen.
Die eigene vertegenwoordiging, schrijft nog
hetzelfde weekschrift, dikwijls zoo kwalijk ver
staan en zoo hardnekkig bestreden en toch
zoo redelijk en op vele plaatsen zoo dood noodig
wierd op het Congres plechliglijk goedgekeurd
door Zijne Doorluchtige lloogweerdigheid dos
Bisschop van Doornijk. En dat noemen wij ook
eene merkweerdige en blijde gebeurtenis, die
vele zal bijdragen, om in geheel bet katholiek
leger den vrede en de eendracht te herstellen
die maar duurzaam kunnen gevest zijn op den
eerbied van aller rechten.
Ja, wij moeien zooveel mannen mogelijk in
de Kamers, provincie- en gemeenteraden sturen,
om spoedige en afdoende middelen te nemen,
ten einde de onverdiende ellende van het volk
te verzachten, zoo de Paus zich uitdrukt.
De christene demokraten beoogen eene sa
menleving doorgedrongen van het christendom,
die als eene milde zon de rechtveerdigheid en
de liefde onder de menschen moet verspreiden,
den klassenoorlog doen ophouden en het volk
van liet socialistnus vrijwaren, door de toepas
sing der rechtveerdigheid in de wetten en in
de zeden.
De noodzakelijkheid van eigen vertegenwoor
diging der christene demokraten, door de Bel
gische bisschoppen erkend zijnde, dan moet
er daaraan gevolg gegeven worden.
Hier valt bet niet meer advokatenstreken te
gebruiken en de democraten te verschalken en
er clan bovenarms op los te vallen, de arme volks
verdedigers van op den preekstoel en meeting-
tafel voor den uitschot der samenleving uit te
maken; die tijd is voorbij.
Vervolging en broodroof moeten ophouden,
't Moet ook gedaan zijn met gewelensdruk-
king.
Geene hinderpalen mogen nog in den weg
gelegd worden om de verspreiding der volks
gezinde gedachten te belemmeren.
liet volk zal aan de werkzaamste der twee
afdeelingen van het katholiek leger toebehooren.
En omdat men liet niet zou vergeten zeggen
wij van nu af dat de Christene Democraten
niet alles, maar hun wettig deel, en niels meer:
vragen zoowel te Kortrijk als te Brugge, te(
Gent als te Oudenaarde, te Turnhout als te Ant-i
werpen, te Brussel als te Leuven, kortom, i
alle arrondissementen, kantons en gemeenten/
Het is geen snoeven of boften, maar het word tl
in alle ernsligheid gezegd, op voorhand, j
Dat heet men kaarten op latei, spelen.
Men is van heden af verwittigd dat wij ge
bruik zullen maken van ons recht. Zonder grove'
woorden eischen wij wat ons toekomt en de
eerbied voor wederzijdsche rechten zal alleen
de eendracht duurzaam maken.
L. Du Catillon.
sement niemand, buiten de eerweerde heer
Vander Schueren van Aalst, en de heer Felix
Prové an Idegem, die aanwezig is op zou be
langrijk congres.
Onze buitenbevolking klaagt over den moei
lijken toestand en doel dit met heel veel reden,
maar is ze genoeg bezorgd om nieuwe midde
len te beproeven wij denken, neen.
Zien we niet dat al onze kloeke struische
jonge kerels zich - bezighouden met den duiven
kweek.
Wij keuren dit niet af 't is eene onschuldige
uitspanning.
Maar zouden ze zich toch ook niet wat moe -
ten toeleggen op iets wat marken in de beurs
brengt.
't Duivenspel kan dit ook wel, maar is er
eenen die wint, er zijn er drij die verliezen,
alleen het gouvenement wint altijd bij dit spel
en die winst moet vooreerst uit den zak zelfs
van de prijsvliegers.
Bij den biënkweek wint elk is die uilspan
ning dus niet nog voordeeliger
't Is hier het oud gewest der biemanncn,
(de sloorvelden), zoo van den eenen kant, om
dal de landbouw heel winstgevend werd en
van den anderenkant omdat de stelsels van dien
tijd verouderd waren, heelt men die nijverheid
hier over ongeveer dertig jaren teenemaal laten
vlotten.
En nu dat de stelsels oneindig verbeterd zijn
en het landwerk ondankbaar is, nu is meD
traag om dit weerom te hervatten-.
Het is een aangenaam tijdverdrijf, het wordt
allengs weerorn winstgevend, het is bovendien
vezedelijkencb; de biemannen zijn doorgaans
mannen van orde, tucht en zorgzaamheid, zij
ondergaan langzamerhand den goeddoenden in
vloed van het voorbeeld hunner lievelingen.
In de kempen hebben de priesters zich aan
't hoold gezet dier beweging.
Zou dit hier ook niet heel voordeelig zijn
kunnen? J. P-
N° 51. Mengelwerk van Klokke Roeland. (1)
Zijne oogen zijn blauw als de mijne, en hij is
z°oj«daard^akjde^^ gij l,em hebt tarnen
verlaten. Gij zijt zijn eenig kind zooals gij gezegd
h Ons l.uis werd door roevers aan de vlammen
prilsV-even, en do hoofdman had gezworen mij to
ontvoeren, waarom ik daar met langer «ker was,
e™ mfio "ader gesmeekt heb, mij naar Engelandte
.rli-wkkcD- was hard voor hem. daartoe
kinè' toestemming te moeten gerat, maar hij sag,
dal dit, hot beste was.
Lord Qncensborns bad onlangs ook een gevaar-
liik avontuur mot Uriokscbe morera, sprak lady
Ajtolga Hil Word door hou langen tijd gevangen
gehouden, en lag daarna maanden achtereen mek m
fie but van eon wijngaardenier. Hoe heette uw
vervolger?
Zoo^eet' ook de rooverhoofdraau, die lord
Queensborn gevangen nam. Daar moet gij met den
S^Ledan«nSt'wamn,Aloxa in veraooking, lady
Wolea to neggen, dat zij don graal in Griekenland
liad loeren kennen. Het docht haar onrecht te zijn
darzij haro moeder hare kennismaking met den
ernaf verzweeg. I>it bekend worden barer betrek-
Eng tot3Queensborn kon hare zending met
henadcelen of gevaarlijk worden voor haar vader.
Sr gelaat word gloeiend rood, loon zij schuchter
Vrü?Hebt gij de gansebe geschiedenis van lord
«TIK TSSt°°van lord Queensborn en
van mhnheer Soutwark. Zij vertelden mij van hun
kien in 't roovershol, van Rina dim's wreedheid
en van bunne bevrijding op't oogenblik van 'grootste
-«.-aar door oen jeugdig Gneksch me.sje. De graaf
M. de advokaat De Pelsmaeker heeft deze
week gezeg-eld papier gezonden aan een bewa
rend blad van Ninove voor een eerroovend en
lasterend artikel, in dit blad verschenen.
Het is het derde proces voor eerroof en laster
dat gemeld blad sinds min dan zes maand op
zijnen hals trekt.
Laat ons niet toeven, vooruit is de weg, al de
bieënteelers van het vlaamsche land moeten in
maatschappijen lot eenen bond worden vereenigd.i
Zoo sprak M. Van Dieren op het eerste ne-v-
derlandsch congres van biemannen, te IJeren-
thals gehouden op 28 September jongst.
Dus een nederlandsch congres reeds im
't vlaamsche land, en in gansch ons arrondis-
moet zijn hart aan deze lieve Grieksche verloren
hebben. Hij bleef drie maanden in haar huis, waar
hij op 't ziekbed lag.
Alexa's aangezicht werd met gloeiend rood over-
togen.j^d Wo] sprak zij vastberaden: 't jonge;
Grieksche meisje, dat lord Queensborn en mijnheer
Soutwark bevrijdde, ben ik.
Ja, mylady. En lord Queensborn lag niet ziel;
in de hut Van een wijngaardenier, maar in mijn-
vaders huis. Onze bedienden verpleegden hem.
Daarvan had ik geen vermoeden! nep lady
Wolga met verbazing.
Ik zou 't u reeds vroeger gezegd hebben, maa..
had daar geene gelegenheid toe, verklaarde Alexa;
ook was ik 't nog niet met mij zeiven eens wat
ik doen zou.
En gij zijt dus 'tjonge Grieksche meisje, waai-
van ik zooveel gehoord heb? vroeg lady Wolga. Hebt
gij mij alles verteld
Niet alles, antwoordde Aloxa met terneergo
slagen oogen. De graaf was mij toegenegen en wilde
mil huwen, maar mijn vader weigerde zijne toe
stemming en dat is alles. Toen ik naar Iinge-
land kwam, dacht ik er aan, dat ik don graal zoj;
Daïrvan ben ik overtuigd. Maar welk eel
belangrijk avontuurIk heb niet vermoed, dat L-\
im graal' vroeger gezien liadt, maar nu verwon
der ik mij, dat ik zoo blind geweest ben. Is t hu
welijk geheel ter zijde gesteld, Alexa 1
't Is onmsgelijk. lady Welga, ofwel er zo,
ons oen groot geluk moeten gebeuren, zoodat mij
vader naar Engeland kon wederkceren. Wij zijsi
niet verloofd, lord Queensborn en ik.
Ik ken hem genoeg om to weten, dat als hl
eens bemind, dit Voor altijd Ik ken hem als coh
toonbeeld van ceNijkhcid en als do waardige ven-
teuenwoordiger van een voorname en machtige, 011
t ware mij hef, dat ik do rol der goede fee voor
u beiden mocht spelen. Wees oprecht tegen mij,
Alexa, al zijn 't ook soms do voorhoudingen van
't wederzijdsch vermogen, die uwe verbinding
den weg staan?
Le XX Siècle, bewarend blad van Brussel is
verschillige personen der politieke wereld gaan
ondervragen over den wederzijdschen toestand
der demokraten en der bewaarders.
M. Woeste, zegt le XX Siècle, zag er bedroefd
uit. Hij is misnoegd omdat men langs om meer
en overal fle onafhankelijkheid der Kristene
Demokraten op politiek gebied erkent. In de
oogen van M. Woeste is dat slecht en gevaarlijk.
Nu- op te merken valt 1°) dat verschillige
politieke mannen der bewarende partij, name
lijk M. Leger van Gent, die onafhankelijkheid
als volstrekt noodzakelijk vaststellen; 2°) wat
meer is, dat de Belgische Bisschoppente Me-
ctielen vere'enigd in Congres, op de vraag zelve
van den Paus, de politieke onafhankelijkheid
der Kristene Demokraten uitdrukkelijk erkend
hebben; 3°) Mgr. de bisschop van Doornijk deed
zulks nog onlangs geheel duidelijk in zijnen
brief aan het Congres van Charleroi.
Zoodat het groot katholiek blad le Palriote
met overschot van gelijk deze week vaststelde
dat hier weer M. Woeste gansch in tegen
stand was met het katholiek gevoel.
Dat zijn daadzaken, die elk ernstig man moet
doen nadenken en de billijkheid en de nood
zakelijkheid van onze handelingen doen tasten.
In Vooruit zijn er misbruiken even als bij
den ergste kapitalist. Over eenige dagen wier
den Anseele en Cij veroordeeld de eerste van
gansch Gent voor achterhouden van 't loon
der' werklieden.
Dat misbruik was in 't licht gekomen door
zekere socialistische schrijver Pol De Witte-
Braeckman, een socialistisch kopstuk, voorzitter
der onderzoeks commissie aangesteld in Vooruit
door de socialisten, gaf gelijk aan de beschul
digingen van Pol De Witte. Hij was zoo vrij
zijn gedacht als een vrij burger te zeg
gen op 't tribunaal.
Daarom werd hij door Vooruit buitengesme
ten, uit de partij verbannen, zijn werk afgepakt!
En dan durven die mannen spreken van vrij
heid Een werkman, op eed geroepen, zegt voor
de rechtbank zijn gedacht. En omdat dat ge
dacht aan Vooruit misstaat wordt hij door Voor
uit onmiddelijk gebroodroofd.
Tiste. A sa, Meester, gij zijt daar hoe
gaat het
M. Op zijn fransch, Tiste, a la douce, niet
om testoefen, maar ook niet om van te klagen.
T. Lijk de krakende wagens, om't langste
te loopen.
M. Ja jongen, 't hêrte goed, injuriën met
grepen, maar God zij gedankt, couragie met
schepen; hoe is't man, geen nieuws?
T. Geen hezonder als Loander zijn kalf
zijnen oorring die door 't hol gevallen is, ze
moeten nu, 'nen verschen kaliber doen maken.
M. DoW 't hol gévallen, Tiste
T. Ja ja, 't en is den eenigsten niet ge
moet weten, dat is koperen dat verzweert, en
eenige dagen nadien, de lap vel, en den oorring
en geheel den boel valt in 't mest.
M. En wat middel, Tiste.
T. Wel ze maken dan 'nen grooten en
d'opératie herbegint.
M. Zoo zoo
T. Ja ja, jongen en als 't niet en houdt,
ik en weet het niet maar den derden keer...,
zou 'k gelooven...., hebben ze 't recht van de
oor af te kappen, 't is een bewijs dat ze'weer
spannig is aan de wet.
M. Venter de. cerni, dat zou zeker toch
te ver gaan
T. Ze zitten daar weinig meè in, Meester
een oor min of meer't zou een weinigske
mistaan, misschien maar 't en is toch uit d'ooren
niet dat ze melk geven, ik voor mijn deel, ik
wordt gansch onverschillig aan al 'tgeen ze doen,
wij en winnen er toch niets mee, wij hebben
't kakelen aan ons, maar daarmee Meester, is
't amen en uit, en ze doen hun gedacht.
M. 't Is oprecht lijk ge zegt, Tiste, 't is
zoo, 't hangt aan hen hielen.
T. Wel natuurlijk, met 't belgenkerkhof is
't zelfstc.
M. Dat is de place des martyrs Tiste,
te Brussel, omtrent 't halven de Nieuwstraat,
'k ben daar dikwijls geweest, 't is de moeite om
te zien.
T. Daar geweest, gij daar geweest?
M. Wel natuurlijk, meer als 'nen keer
zells, te voet en per d vapeur.
T. Ja maar, Meester, ik sprak over den
Congo.
M. Ha, ge spreekt over de Congo, ik sprak
ik op de place des matyrs jongen, te Brussel,
zoo genoemd gij de Congo't belgenkerkhof.
iv— Hoe zouüc ge T uoenicii, -dhi or naifeioo
trekt is mortuus est. 't er zijn weer tijdingen
gekomen van officieren, soldaten, voyageurs en
advokaten, 't en is ginder niemand niet vrij te
pleiten, Meester het klimaat van den Congo
spreekt 't woord van onzen koster vroeg oflaat
moeten ze toch al door mijn handen zegt dien
kerel voor zijn reden, en ginder is 't zelfste, 't er
en schieten geen over, en ze gaan er te Brussel
nu met boksprongen naartoenaar d'aan-
vaarding wil ik zeggen.
M. Hoe dat, Tiste?
T. Wel, met de vergrooting van 't leger,
waarom moeten ze dat vergcöoten, ze moeten
toch zeker iets in 't zicht hebben, en 'k zou
eens willen weten wat het anders zou zijn
kunnen, mijn verdjanteis, zijn die kerels den
duivel niet rap! 't laatste jaar, gaven ze dertig
franks per maand aan de soldaten, en lijk ze
zeiden, 'twas een proeve om een leger van
vrijwilligers te vormen en 't volk was kontent
en ze schermden met dit stelsel in meeting en
Neen, 't is meer dan dat, riep Alexa harts
tochtelijk uit. Gij kunt ons niet helpeD, lady Wolga.
Niemand dan God kan ons helpen. Zelfs indien mijn
vader in ons huwelijk toestemde, kon ik lord Queens
born niet huwen.
En toch bemint gij hem
Het schitteren dor blauw oogen van 't meisje,
wier gelaat licfdelijk glansde, was een voldoend
antwoord.
Hier schuilt een geheim, dacht lady Wolga.
Wat zou dat kunnen zijn?
1-Iare warmste deelneming was opgewekt voor
do twee geliefden. Zij besloot lord Queenborn even
eens te ondervragen en, zoo mogelijk den sluier op
te heffen, die over Alexa en haar vader hing.
Het verheugt mij, dat gij mij dat gezegd hebt,
sprak zij. 't Is niet meer dan recht, dat ik dit weet;
ruaar anderen behoeven niet te weten, dat gij de
jonge Grieksche heldin zijt, die den lord gered hebt.
Ten laatste zal nog alles op 't beste uitkomen, ver
lies den moed niet, Alexa, en vertrouw op de Voor
zienigheid.
Zij boog zich voorover en kuste 't voorhoofd van
het meisje. Door een onweerstaanbaar geweld aan
gegrepen, vatte Alexa de hand van lady Wolga en
overdekte die met vurige kussen. Haar gelaat was
bleek en haar geheele wezen teekende eene over
spanning, die lady Wolga bezorgd maakte.
Gij zijt bovenmate overspannen, lief kind, sprak
zij tced'er. Ik wil zien, wat ik doen kan, om uwe
liefdesgeschiedenis tot een goed eind te brengen.
Vertrouw op mij, Alexa, wellicht wordt alles nog
goed.
Zij zond 't. jonge meisje vriendelijk weg, en zeide
haar zich te lileeden voor 't middagmaal. Toen zij
weder alleen was, brak zich lady Wolga 't hoofd
over den geschiedenis, die i j zoo oven had gehoord
en zachtjes murmelde zij
Welk geheim mag dat zijn, dat haar huwe
lijk met den graaf onmogelijk maakt? Ik wil hooren,
wat li ij zegt. Ik zal niet rusten, tot ik Alexa ge
vestigd heb. Nu weet ik, dat zij rein als een engel
is. Ik zal iederen hinderpaal, die het jonge paar in
den weg staat, ter zijde stellen, en den duisteren
sluier oplichten, die 't lot van dit zonderling meisje
omgeeft,
kost.
ik zal haar geheim ontdekken, kost wat
Afgeluisterd.
Alexa verscheen bij 't middagmaal zonder een
spoor van overspanning op haar edel aangezicht. Hare
kalmte en zelfbeheersching wonnen den bijval van
lady Wolga, die zelf aan niemand hare eigen ge
waarwording liet blijken.
Na don maaltijd werd een danspartij ingericht
en Alexa speelde daarbij op 't klavier daarna be
gonnen de andere uitspanning, en Alexa was vrij.
Zij sloop in een venster nis en blikte met belang
stelling op 't voolijke schouwspel.
Het vuur in de beide haarden, het licht in de
hangkroonen, de kostbare kleederen der dames, dit
alles had voor Alexa eene bijzonderste bekoorlijk
heid, want het was zoo geheel in contract met haar
eenzame leven in Griekenland. Bij voorkeur echter
rustten hare blikken op lady Wolga, en zij betrachtte
haar half met vereering en liefde, half met ijver
zucht, omdat zij aan eene spoedige verloving met
den markies van Montheron dacht.
Hoe kan zij mijn vader vergeten, zelfs als zij
meent dat hij dood is, dacht zijmaar hoe schoon
is zij
Lady Marckham naderde het meisje met een in
nemend lachje op hot gelaat, maar met een hart
vol nijd en afgunst. Daar eerste weerzin voor Alexa
had zich langzamerhand in bitteren haat veranderd,
die van uur tot uur aangroeide.
Lady Wolga's genegenheid voor het meisje is
mij onbegrijpelijk, dacht zij. Zonder twijfel is dit
eene avontiiurzoekster en ik hoop het te kunnen be
wijzen
Wordt voortgezet*