Leven en Dood. Zelfopoffering. Temsche. Priester DAENS-penning. Het kapitalisme. Een ledige speciale trein uit Gent. Als koddig moeten wij vermelden, dat er te Gent een speciale trein voorde feesten was inge richt. Toen deze te Aalst in de statie toekwam, liepen de chel en zijne bedienden met veel wind rond oin de portels te openen en 't volk uit den weg te ruimen, doch het was onnoodig... er zat niemand in!!! Spotvogels beweeren, dat zulks een zwans van Minister Van de Peereboom is, die zijnen collega eens fijntjes op fiesschen heelt willen trekken. Het vertrek van Woeste. 's Avonds om 7 ure, is hij met het stil trom melken vertrokken. Op het S^atieplein stond eene groole menigte volk, die den staatsminister uitjouwde. De reizigers onthaalden hem ook op ahoe geroep en te Brussel heeft men hem langs de koopwarenstatie moeten doorlaten, om aan de woelige menigte te ontsnappen. Opstootjes. Op alle hoeken der stad zijn opstootjes geweest. Aan de woning van M. Daens werd een ouderling van 70 h 80 jaar wreed geslagen. Andere perso nen wtrJen min oi meer erg gekwetst. Dit feit gebeurde onder de oogen der katholieke gazetschrijvers... Op de markt werd met pintglazen geworpen en twee groote spiegelruiten van den Café Central verbrijzel!. De genaamde W. Borreman is daar zwaar gewond en gestampt. Verschillige aanhoudingen zijn gedaan. Eene onbetaalde getuigenis. Zeggen wij ten slotte, dat de katholieke gazet ten, zooals Le Patiiote en Le XX* Siècle beken nen, dat de stoet ongestoord en zonder aanran ding de straten heeft kunnen doorkruisen. Na de tergende houding van het gemeentebe stuur dat elke tegenstrijdige betooging stelselma tig verbiedt en vervolgt (bijzoover dat 17 onzer mannen voor de rechlbank zijn gedaagd, simpel om achter ons muziek te zijn geweest), is dit een schitterende eer voor ons volk, dat meer steunt op zijn recht en op de toekomst, dan op haat en stokslagerij en weer eens getoond heeft de deftig heid op zijnen kant te hebben. Moed, mannen Met meer hoop dan ooit ge streden De leider der conservatieve partij, M. Woeste heelt zondag gazien wat uur het is. De zon van Austeriiiz is voor hem en'zij-ie partij voorgoed verdwenen. Nog een weinig geduld en zijn verpletterend Waterloo rijst aan de kim De val der reactie wordt een voltrokken ieit. De zelfopoffering is de hefboom van allen vooruitgang. Geene partij is er voorwaar, die zich meer mag roemen op de zelfsopoilering, zelfsver- loochening mag men zeggen, dan de arme chris- tene volkspartij. In alle omstandigheden hebben onze aanban hangers getoond dat zij tot alles bereid waren om een stoot te geven aan de alleenheersching en in de maat hunner krachten mede te hel pen om de baan op te gaan der volksontvoog- ectiOQ de alleenheerschappij te ten. Wie een blik terug wil werpen, bij '1 ont staan onzer geliefde partij, kan zich scfiens overtuigen van den grooten vooruitgang die wij gedaan hebben ondanks de verdrukking en broodroof, ondanks laster en vervolgiog. Dit kan ten volle vergoeding schenken aan allen die iets bijgebracht, hebben om dien schoo- nen uitslag te bekomen. Zonder steun van rijke of invloedhebbende personen (bereid, zooals dit het geval is bij onze tegenstrevers, om de strijdkassen aan le vullen) wisten onze sprekers, en hier weze eene openbare hulde gebracht aan onze leiders, overal het woord van waarheid en rechtvaardigheid le verkondigen en het verdrukte volk op de hoogte van den toestand te stellen. 'tWas enkel, en 'tis het nog uit een gevoel van zelfopoffering, zonder, hoop op eenige vergoe ding. Ouze jonge aanhangers, de jeugd, de toe komst, vormden zich tot schrijvers, en brachten oneindig veel bij om de massa In te I.chten no pens de schreeuwende bestaande onrechten, de willekeur tegenover 't werkvolk, en de rechts- inkrimping tegen hen gepleegd. 't Was enkel, en 't is het nog, uit gevoel van zelfopoffering, dat zij hunne ledige uren wislen te besteden aan dit zoo nuttig werk. Arme werklieden besteedden hunne zondagen en ledige uren in de week, om onze schriften rond te dragen, te verspreiden en eene goede propaganda te maken. 't Was en 't is het nog enkel uit zelfopoffering, dat die overtuigde en rechtschapene vlamlu- gen, de genotvolle uren van het huisgezin ver pandden om onze gedachten te doen binnen dringen in de huizen der uitgebuite burgers, der gefopte werklieden en tot in de kleinste hut der arme landbouwers, op zulke schandlge manier uitgezogen en verdrukt door het god moordend kapitaal, En wanneer men dacht, met den herder te le treffen, dat de schapen zouden verloren gaan bleef de ontaarde christen met verstomming dit schouwspel aanstaren dit groolsche schouwspel, die voorbeeldige opoffering en verloochening, die den armen wroeter evenals meer begoede burgers de beurs doet openen, ja zelfs iets van het noodwendige af te nemen om hi^nnen geliefden priester te ondersteunen en hem te vrijwaren tegen den honger welke ellendige judassen hem bereid hadden 1 Hier hebbea wij het schoonste bewijs *iat ontvangen, dat de Vlaming van heden, deze uit het verleden zal weerdig blijven, zoo wij voortgaan met hem te ontwikkelen En bovendien werden onze strijdpenning niet vergeten, die ons op kiesgebied uitslagen deed opleveren, hoopvol, en ons doet inzien dat de reactie weldra in den afgrond zal storten Iets nochtans dient er gedaan te worden. We worden bestreden docr eene verkochte pers met de oneerlijkste middels welke men kan uitdenken. Het geld afgeperst van hal werkvolk wordt door de publieke uitzuigers, die het anders over hun hart niet krijgen kunnen, den arbeid naar behooren te be!alen,dit geld, in woeker vergaard, wordt met gansche hoopen die trottoirhtóden toegeworpen, om overal al wat democraat is te schandvlekken, te verketteren en 't slechtste van al om, smaad op het priestertalent te wer pen om gepommadeerde ezels te verhemelen. Op dit gebied ziju wij achteruit. Meer dan eens werd in 't midden-comitait de kwestie besproken een centenblad in te richten. Wij ondervinden maar al te wel dat de nood zakelijkheid zich hoe langer hoe meer dout ge voelen. Partijgangers koopen de centenbladen, of be ter gezegt de modderbladen onzer tegenstrevers, waar parvenus van alle slïch den hoogon toon voeren, om eonig nieuws te wete te kom£n. Dia leemte moeten wij aanvullen, doch zulke inrichtingen vragen geld en er is geen Wal ls er dan om zoo iels tot stand te brengen? Zelfsopoffering, zelfsverloochening. Wij moeten de verguizers, de vervalschers, de lafhertigen, de leugenaars ec bedriegers in 't herte treffen. De was. beid ^en de rechtvaAnJjffdpid. tegenstaande hunne ondersteuuing moete* zij verdwijnen, of ten mttiste een klein getal niit- maken van verwijfde kwezelaars en fanatieke kwezels daar zullen die bladen op hunne plaats zijn, bij de etterbuilen in de samenle ving. En als een verachtelijk stuk, waar men zicu aan besmet, moeten die bladen, vol venijn en vergif, met diepe verachting van kant worden geworpen. Als rot moet het den huize uit bij onze vlaara sche bevolking. Als verpestend, zedeloos, en karakterverstom- pend moet het uit de handen gerukt worden onzer kinderen. Daarom zet ik het gedacht vooruit eene open bare inschrijving te openen om in de eerste o n kosten te voorzien. 't Ware een middel om onze strijdkas te on dersteunen, en menig gebroodroofde hulp te verleenen. Een middel om gaosch de presse immonde» volgens Arth. Verhaegen, tot onmacht te slaan. Eeüs zoo ver gekomen, dat ze dan hunne sehel- 26 OP door JULES MARY. Lucienne is, sedert hare ontmoeting met Jean de Montmayeur, niet meer naar het bosch van Saint- Cucufa gegaan. Zij durfde niet, het denkbeeld dien man weder le ontmoeten deed haar huiveren, Jean de Montmayeur is er alle dagen geweest. Hij wachtte zonder ongeduld. Zij zal komen, zeide hij bij zicli zeiven, zij aarzelt, maar hoe meer zij twijfeld, zooveel te ze kerder zal zij de mijne zijn. En Lucienne kwam. Zij had haar afkeer overwonnen, zij had al haar moed verzameld en was naar den vijver van het bosch van Saint-Cucufa gegaan. Jean zag haar aankomen, hij beefde van ontroe ring. Zij giug langs den vijver, niet laDgs den kant waar hij stond maar langs de overzijde. Hij beefde van ontroering, zij ging voorbij, zon der naar hem te zien, het scheen dat zij zijne tegenwoordigheid niet eens opmerkte. Toch hij was gelukkig, hij had haar weergezien. Garches werd door de Duitsehers bezet. De vijand had een wijden kriDg om de hoofdstad getrokken, maar deze cirkel werd voortdurend nauwer. De overblijfsels van de l-'ranscbe legers waren in de omstreken van Parijs en trachtten den vijand zoo veel mogelijk op te houden en afbreuk te doen. Dagelijks hooide men in do nabijheid van Garches merijen in plaats van te Rome, aan uilen en ezels vertellen die ze ondersteunen, of aan den duivel dien ze dienen. Van Cleven. Weg met onmogelijke droombeelden en be drog Maar onmiddelijke lotsverbetering voor den werkman, 13 de leus der krlstene democraten. Zoo doende hebben wij door onze werking de afschaffing der echtscheiding ln 't hospitaal verkregen, hetgeen het bouwen van onze mensch- lievende apostelhuizekens voor gevolg heeft ge had. Wij bedanken de inrichters van dit liefdadig werk het is edel en schoon dat men de oude zwoegers hun leven in vrede laat eindigen. Ouze oudjes zijn heel tevreden, hunne maal tijden zijn behoorlijk goed, zij genieten volle vrijheid om uit te gaan enz., enz doch een en kel punt dat niet in regel is, willen wij de in richters voor oogen leggen, namelijk Onze bra ve ouderlingen hebben tot hier toe nog niets anders geöten dan vet op hun brood, volgens men ons verklaart. Welnu, geachte heereD, indien dit zoo is, bidden wij u het vet af te schaffen en onze ouder lingen boter op hun brood te geven, het is in uwe macht, onze oudjes zullen u dankbaar zijn. Wij denken ook dat het oud huwelijk aan hetwelk men een apostelhuisje heeft beloofd spoedig zijne intrede zal mogen doen. Stelt altijd niet uit, MM., werkt met spoed. Ten einde de Heeren op da hoogte te brengen der zaak zullen wij zoo vrij zijn hun eene Klokke Roeland te sturen. F. V. B. geweerschoten, nu eens werd er hier dan weer daar een aanval gedaan. De fabriek van de gebroeders de Montmayeur staat reeds sedert geruimen tijd stil. Er is door de Duitseh ers een wachtpost vangemaat en ten huize van de Montmayeur zijn vijftien man en een onderfiicier in gekwartierd. Jean had het plan en de bewerking van zijn uitvin ding veilig in een brandkas gesloten omdat hij vreesde, en niet ten onrechte, dat de vijand wel eens do fabriek in brand zou kunnen steeken wanneer hij Gai-chos verliet. Mevrouw de Montmayeur spreekt geen woord, Sö^-r sedert de vijandelijke soldaten in huis gekomen zijn Wanneer een der Pruisen du en dan eens iets tegen haar zeide bleef zij onbeweeglijk en scheen zelfs niet te hooren dat men tegen haar sprak Die oude is doof, zei een der soldaten. Hij tikte haar op den schouder en zeide schertsend Guten tag, mama, wie geht's 1» Goeden, dag, moederkeD, hoe gaat het De oude vrouw zag den soldaat aan en wierp hem uit haar koolzwarte oogen zulk een woesten blik toe dat hij verschrikt terug deinsde Ken van zijne kameraden zeide Laat haar met rust, Ludwig, die arme oude Ls niet wel bij het hoofd.» Soms stond de oude vrouw bij de geweeren die de Duitsehers bij de muur plaatsten. Zij bekeek de vuur wapenen en de kogels aandachtig cn dan plooide een vreemde boosaardige glimlach haarlippeD. Dag aan dag ging Jcan de Montmayeur naar het bosch van Saint-Cucufa, en telkens zag hi; Lucienne Zij sloeg geen acht op hem, liep hem uit den weg. en droeg nog geen roos op haar borst. o Geduld» mompelde bij eiken avond,® zij stelt mij op de proef» Ontvangen in DE KLOK Totaal fr. 08 UIT NINOVE. Opdat mijne christene medebroeders Priester Daens niet meer zouden beleed igen Opdat men de ouderlingen liever een pensioen zou geven in plaats van een pak slagen, zooals de Woestisten te Aalst met een ouderling heb ben gedaan UIT TURNHOUT. Ons Pierke verbroe dert liever met de worstemannen van Aalst dan met de Yolksbonders van Turnhout Wij zullen hem dit eens herinneren indien hü zich nog durft voorstellen inde klezmg;onze leus zal zün Dicrke aau de worstetafel en een Bondist in den Kamerzetel Voor de patatjes van Borchworm cn de be ruchte worstjes van Aalst Opdat den blok huizen van Pieter Daens nog meer zou vergrootcn tot spijt van het Nieuwske van den dag Omdat Louis Priester Daens lief heeft UIT PAMEL. Omdat Poliet zoo geloopen heeft op den ajuinkouter te Aalst Leonie, maak mij een jat kafé I 2,89 5.00 0.25 0.50 0.50 0.50 1.00 0.50 0.10 0.10 vrees. Ieder mensch wiens leven niet gansch aan de politieke beweging is onttrokken, is het bekend hoe Z. II. de Paus er reeds herhaaldelijk heeft op aangedrongen den vrede onder de godsdien stige partijen, 't is te zeggen tusschen demokra- ten en katholieken te herstellen, om 't leger van 't socialismus, dat is de revolutie en kerkvervol ging te trotseeren. Welnu, onze bewarende pen- nefcnechteo, die geborgen achter den rug eener verkochte drukpers, gewoon zijude ons gedurig uit te schelden voor ketters, socialisten en alle andere lieftalligheden, waren opeens door die krachtige woorden des Heiligen Vaders als door een bliksemstraal getroffen, en schenen ook, he laas, voor eenigen tijd, tot meer inschikkelijkheid voor het bekomen van den vrede geneigd. Onder andere de schavuiten uit de wolven gracht te Brussel, schreven een lang artikel in hun blad De Vlaming, 't blad dat vroeger Pries ter Daens eer>3 den lieven naam van blind peerd heeft toegeschreven, en waarin ze nu de demo- kratenzonder omwegen met den naam van in derdaad ware christenen bestempelden, dus hun vroeger geschrijf van valschbeid en leugentaal hebben geschandvlekt. Doch pas zijn eenige we ken sedert de vermaningen van den Vader aller christenen verstreken of onze eerbiedweerdige katholieken zijn wederom in huone vroegere zonden van judasserij hervallen, en schijnen als met meer lever dan ooit hun schandelijk werk te voltrekken... zoodus die eerste blijken van vrede- begeerte wareD, zooals gewoonte, trekken van huichelarij, valschheid en bedrog. Ook de voorstellen tot wet welke uit ons ka tholiek ministerie uitgaan, zooals de overgelegde kieswet, zijn ook bijzonderlijk geschikt tot vrede, overeenkomst..Immers] hoe zij de christene Volkspartij van alle vertegenwoordiging trach ten verstoken te houden en enkel hun zelfbe staan en almacht trachten te vrijwaren, is zonder verdere uitbreiding genoeg bekeud, en moet van ieder mensch die van de rechlveerdigheld zich voorstander durft noemen met verachting worden onthaald. Diensvolgens, om ons door knoeierij en konkelfoes niet gedwee als gewone verstoole- lingen te laten foppen, zijn wij verplicht met an tigodsdienstige partijen protestmeulingen en be toogingen ln te richten, alhoewel zulks gewone- lijk met tegenzin geschied. Immers niettegen staande zulks enkel geschied om een recht te veroveren die wij op snoode wijze zijn ontstolen, maar waarvoor wij, zooals Klokke Roeland, over veertien dagen zegde onze christene overtuiging geenszins zouden verloochenen, of met ooglui kende goedkeuriDg laten krenken, toch putten de schijn-katholieken vandaar hunne stof om ons bij het volk vanketterij verdacht te maken. Schoone handelwijze, niet waar, beste lezers van een ras dat zich alleen voor den steun der H.Kerk wil doen doorgaan, en dagelijks zijue geloofsbroeders vol haat tot in het diepste der hel zou doemon. Nu, om dat heilzaam liefdepad van vrede en overeenkomst,-door den H. Vader zoo krachtda dig aangeprezen gezamentlijk te kunnen bewan delen, zijn er wederzijdsche toegevingen noodig. Welnu, de christene volkspartij is ontstaan om benevens het christen gelooi de rechtveerdigbeid in den wereld te veroveren, en dieosvolgens is het onmogelijk punten uit ons programma door lauwhertigheid te laten ten grave zinken. Im mers verzoenden wij ons met de bewaarders, hoe zou het volk dat nu vol hoop zoo liefdevol wordt geleid door de schitterende zonder chris tene overtuiging, wederom moedeloos het dool pad bewandelen, weldra zich werpen in de han den van het goddeloos socialisme. Neen, ous programma blijven wij ongeschon- behouden, in de hoop dat de rechtveerdig beid door Gods medehulp ons moedig streven zal bENn° w"'-. uuze bewaarders zijn wij geneigd twist en tweedracht te zaaien, willen zij zich inderdaad inschikkelijk toonen en de eischen van rechtvaardigheid eenigzins toetreden, het onderstano leed, de onrechtveerdigheid en de joodsche verwijten ons in hunnen onbluschbaren haat toegestuurd, zullen wij vergeven en verge ten, evenals de Z ion Gods die voor den berouw- hebbenden moordenaar Zijns Vaders goddeiijkeil zegen hoeft afgesmeekt^ Eindelijk - het hart van Montmayeur sprong op van vreugde verscheen Lucienne met een donker- roode roos op haar borst. Den volgenden dag verscheen zij weder, met de roos op haar borst. Zij nadert Montmayeur, wierp de bloem aan zijne voeten en snelde haastig weg. Hij raapt de bloem op en het was een dalia, de kleur was bloedrood, de bloem verspreide geen geur. v Zij bad wel een welriekende roos kunnen nemen.» mompelde Jean terwijl bij de dalia bekeek, deze bloem ruikt nieten ook vind ik baar kleur niet mooi. Doch om het even, zij beeft een belofte gedaan, die zal zij houden.» Hij kuste de bloem en stak haar in zjjn knoojisgat Zoo keerde bij overgelukkig naar buis terug. Zoodra hij den tuin van zijn villa binnentrad, werd hij door de Duitscho soldaten met ruwe hand aange grepen en naar de kamer van den luitenant gebracht De luitenant was een joDgmenscb, met blcnd haar en zonder baard of knevel. Jean werd door den officier in verboor genomen. Er was namelijk een geweer gestolen benevens twee kleine pakjes met patronen. Hij verdedigde zich, bij wist er niets van. Men doorzocht bet geheelo buis, maar het geweer werd niet gevonden. Overtuigd van zijne on schuld liet de officier Jean in vrijheid. «Hebben de Pruisen hun geweer reeds gevonden 1 vroeg zijn moeder toen bij de kamer binnen trad Neen. Jean greep zijne moeder bij baar handen en zag baar doordringend aan Weet gij niets van dat geweer! Hebt gij het niet weggenomen 1 vroeg bij. De oude vrouw lachte onnoozel. Wat zou ik met een geweer kunen uitvteren Dat is waar, mompelde hij en liet haar los. Den volgenden dag zag bij Lncienne weer. Hij sprak Zoolang dit kapitalismus op de volkeren drukt, zal een werkgever, die het zelfs goed meent, niet in staat zijn zijne werklieden de volle waarde van hun werk te betalen, daar hij de intresten van kapitaal in rekening moet brengen. Het fabriek, de machienen, de grondstoffen enz., kosten geld, en dezen die het geld verscho ten hebbeD willen van hunne renten, van het zweet der arbeiders leven. De boer is ook niet in staat de voile waarde van hun werk aan zijne werklieden le betalen of die voor hem te houden indien hij alleen met zijne kinderen werkt. Er Mij ft hem slechts over wat volstrekt onont beerlijk is, somtijds zelfs niet genoeg. Zijn land is in 't bezit van het kapitaal. Wij hebben vooralsnu geen tijd om na te gaan hoe de böer in schulden vervalt. Doorgaans weg vervalt hij erin van don dag waarop hij eigenaar wordt. Tenzij hij eenige zoon ware, heeft hij aan zijne medeërfgenamen hun aandeel moeten in klin kende munt betalen of hun pandschulden tee kenen. Zijn zoon doet evenzoo. Voor deze schul- liaar aan. Zij bleven niet langer dan vijf minuten te zamen. De plek, waar zij elkaar ontmoetten, was een zaam, maar toch worden zij ontdekt door boeren uit Garches Van nu af ontmoetten zij elkaar eiken avond, Mont- maveur sprak baar van zijne liefde, en Lucienne boorde hem aan. Het was eene marteling voor het arme meisje, maar eene marteling die zij moedig doorstond. Zij sprak zeer weinig, maar luisterde slechts naar zijn woorden. Zijno liefde werd van dag tot dag vuriger. Hoe bemin ik u toch, Lucienne, zeide hij, en vroeger bob ik gedacht, dat ik nooit beminnen zou. Ilaat ge dan de vrouwen Dat niet, maar zij waren mij onverschillig. Eu nu niet meer Nu, eigenlijk wel, alle vrouwen ter wereld zijn mij nog even onverschillig, maar er is nu èèn uitzon dering. O 1 Lucienne, ik smacht naar het oogenblik dat ik u geheel de rnijnr zal kunnen noemen. Wat zijt ge ongeduldig zeide Lucienne, terwijl zij zich dwong te glimlachen. Het komt omdat ik vrees.... a Wat knnt ge te vreezen hebben Ik vsees dat onze ontmoetingen, boe zorgvuldig wij ze ook geheim houden, ontdekt zullen worden, dat men uw goeden naam zal belasteren. u Vrees niets, wij zullen op onze hoenezijn Dus, gij bemint mij een weinig, Lucienne, of ben ik u onverschillig 1 Als ge mij onverschillig waart, zou ik dan hier zijn! Ge outwijkt mijne vraag, Lucienne, antwoord onbewimpeld De liefde kan niet opeens komen (Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokke Roeland | 1899 | | pagina 2